BIJVOEGSEL Te; Neuzensche Courant Engeland en de Z.-A. Republiek. Zaterdag 18 November 1899. No. 3844. Gemengde berichten. Gisteren ontvingen wij het volgende telegram, dat wij aan ons bureau bekend inaakten, zooals wij het ontvingen Londen. De Durbau-Times publiceert een depeche uit Loronso Marquez dat gene- raal Joubert gesneuveld is. Een telegram uit Escourt verzekert dat Joubert j. 1. Donderdag bij een schermut- seling is i gedood. De datum van afzending van dit gewichtig feit deed ons aan de waarheid hiervan twijfelen. Dat wij in deze meening niet alleen staan blijkt uit wat het Handelsblad van heden schrijft De telegrafische berichten die nog steeds alleen uit Eugelsche bron afkomstig zijn brengen heden het bericht, dat generaal Joubert gesneu veld zou zijn. Het is te hopen dat dit bericht nog zal worden tegengesproken, door de latere en nadere berichten uit Pretoria. Want het is reeds een week geleden, en nog steeds niet beves- tigd. Er is dus nog hoopmaar hoeveel P Eerst was het nog maar een gerucht, in den namiddag van den 12den November verspreid. Doch des avonds meldde de Evening Times de ontvangst van een telegram uit Lorenso Marquez, dat generaal Joubert gesneuveld was, dat de held was gevallen op het slagveld, bij de bestorming van Ladysmith op 9 November. Reeds gisteren was het uit de telegrammen dui- delijk geworden, dat er dien Donderdag een hevige strijd moet gevoerd zijn om Ladysmith. Het was op dien dag, dat de Boeren poogden de stad door storm te nemen. De Boereu rukten in groote massa vooruitde kanonnen, die den storm had- den ingeluid, zwegen toen de Boeren op 1500 yards afstand van de stad gekomen waren, en de vijand onder het bereik was van het nooit falende infanterievuur de aanvallers. Dat geweervuur moet de iuleiding zijn geweest van een poging om door storm de stad te nemen. Hoe die poging is afgeloopen is niet bekend. Maar als de tele grammen uit Durban ontvaugen de waarheid be- vatten, is bij die poging der Boeren hun opper- bevelhebber, generaal Joubert, gesneuveld. En dan zou het niet te verwonderen zijn, dat de aanval mislukt was, en dat de Boeren zich, op het bericht van deze ramp, naar hunne stellingen hadden teruggetrokken. Wanneer straks blijken zal, dat het telegram van de Natal Evening Times, afkomstig uit Lorenso Marquez, en daardoor een groote mate van waarschijulijkheid bezittend niet overdreven en niet voorbarig is, dan zal de rouw groot zijn onder de vrienden der Boeren over de geheele wereld. Generaal Joubert toch, de ridderlijke en eenvoudige helden-natuur, de strateeg met het gezonde verstand die de Boeren zoo menigmaal ter overwinning voerde, was niet alleen geliefd, maar werd vertrouwd door zijn geheele strijdmacht. Hij was omzichtig en had iets van den Romeinschen Cunctatormaar als hij sloeg, dan was het raak. Dat hebben de Engelschen, zeer tot hun schade, herhaaldelijk ervaren. Het verjies, dat door zijn dood de Boeren lijden is zeer grootdoch, naar wij met grond kunnen veronderstellen, niet onherstelbaar. Daar zijn onder die eenvoudige Boeren groote generaals, bekwame strategen, veldheeren van talent en ervaring. En Cronje, Schalk Burger, Prinsloo of Grobler zijn zeker evengoed als Joubert in staat de voor hun vrijheid strijdende Boeren aan te sporen tot vol- harding en te leiden tot de overwinning. Maar het verlies van Joubert, den Boeren-generaal bij uitnemendheid, zou toch lang en zwaar gevoeld worden door de strijdmacht en door het geheele volk van de Z. A. Republiek en van den Vrijstaat. Ten slotte laten wij de telegrammen volgen zooals die van de Engelsche zijde afkomstig zijn. Durban, 12 Nov. 3.25 namiddag. Het gerucht loopt dat Generaal Joubert dood is. Durban, 12 November. 7.35 des avonds. De Evening Times of Natal bevat een telegram uit Lorenso Marquez, dat Joubert Donderdag in het gevecht zou gedood zijn. In de jongste telegrammen uit Estcourt en Pretoria werd melding gemaakt van een aanval der Boeren op Ladysmith op Donderdag 9 November. Louden 16 Nov. De hier ontvangen telegram men melden, dat de Natalsche dagbladen tele grammen bevatten uit Lorenso Marquez, waarin gezegd wordt dat generaal Joubert gesneuveld is bij het gevecht van Donderdag 9 November. Estcourt, 10 November. Een gepantserde trein is naar Colenso gestoomd zonder den vijand te zien. Op den terugweg werd een kafferlooper uit Ladysmith opgepikt die mededeelde, dat de stad gisteren beschoten werd door zes veertig- ponders, die echter weinig schade aanrichten, en niet veel dooden veroorzaakten. De groote Engelsche marinekanonnen nemen niet meer aan het vuur deel. De kaffer voegde er bij dat de Boeren plan hadden den volgenden dag Colenso te bezoeken. Estcourt, 13 Nov. Het bataljon West-Yorks- hiere's is hier aangekomen. De bescbieting van Ladysmith duurt nog voort; hedenmorgen vroeg werd sterk geschutvuur gehoord. De pantsertrein is op verkenning in de richting van Colenso. Londen, 16 Nov. De Daily Mail bevat een telegram van twee en een halve kolom uit Ma- feking van 28 tot 31 Oct., waarin een geregeld verhaal wordt gegeven van het beleg. Het bombardement begon, zonder veel uitwerking, met veldgeschut op den 16 October. Den 24e kwamen de Krupp-kanonnen aan, waarmede enkele gebouwen beschadigd werden. Kolonel Baden- Powell liet onderaardsche schuilplaatsen inrichten voor de burgers en voor de troepen. De Boereu poogden tot geweerschotsafstands te naderen, doch werden teruggeslagen. Toen trachtte Cronje te naderen door loopgraven en echelon aan- gelegd, wat door Baden-Bowell beantwoord werd met een nachtelijken uitval. Op 31 October deed Cronjd een grooten aanval, waarin gedurende vijf uren werd gestreden, doch werd voorgoed teruggeslagen. De waarnemingstoren werd aan stukken ge- schoten door het geschut. Te Mafeking was men zeer verheugd over het bericht der groote En gelsche overwinning bij Dundee, die veroorzaakt werd door den dood van kolonel Schiel. Men verwachtte, dat Cronje zou moeten terugtrekken voor de verdediging van Pretoria. Baden-Powell is zeer voorzichtig om zijn am- munitie niet te vermorsen. Hij hoopt dagelijks op de aankomst van versterkingen. De correspondent vreest, dat als de Engelschen Pretoria aanvallen, het garnizoen van Mafeking verloren zal zijn. De correspondent van de Daily Mail te Kaapstad seint, dat Lord Methuen met den staf van de eerste divisie per spoorweg naar het Noorden vertrokken is, naar Natal. De Times bevat een verdacht en verward tele gram van 7 November uit Ladysmith, waarin slechts gemeld wordt, dat inboorlingen geruchten aanbrachten van een opstand der Basoetos, en van een Engelsche overwinning bij Colensa-brug over een troep dronken Boeren. De correspondent meldt, dat het garnizoen herhaaldelijk uitvallen doet, dat de bevolkiug veilig is in de loopgraven, en dat de gezondheidstoestand in de stad goed is. Van zijn correspondent te Mafeking ontving het blad een bericht van 29 October, meldende dai twaalf kanonnen voor de stad zijn opgesteld, en dat Parslow, de correspondent van de Daily Chro nicle, per ongeluk doodgeschoten is door luitenant Murchis. Van zijn correspondent te Baloewayo ontving het blad het bericht van 6 November, dat in verschillende kleine ontmoetingen veertig Boeren gedood werden. Het inlandsche hoofd Khama strijdt voor de Engelschen het inlandsche hoofd Lincluve weifelt nog welke zijde hij kiezen zal. Den 2en November verloren de Rhodesia-vrij- willigers, onder kolonel Plumer een aanzienlijke hoeveelheid voorraden en paarden. Naar men meldt wordt omstreeks half December de behandeling der zaak Hoogerhuis bij den Hoogen Raad verwacht. Als vermoedelijke datum wordt 13 December genoemd. Te Kloosterveen bij Assen verdronk Zaterdag een broodventer de broodkar met de honden werd Zondagochtend op den wal gevonden. Een misdaad Diusdagmorgen is bij laag water in de Oude Haven te Rotterdam gevonden het lijk van een onbekend man en daamaast lig- gende een onbekende vrouw met gekloofd hoofd de eene helft van het hoofd was geheel afwezig. Het volgend briefuittreksel is gedagteekend Pretoria, 14 Oct. 1899. Niemand weet wat de uitslag van den oorlog zal zijn, maar daarover zijn wij 't alien volkomen eenswie 't ook winnen zal, zal slechts winnen ten koste van zware verliezeu van menschenlevens. Duizenden huisgezinnen zijn reeds ten onder ge- bracht door dezeu oorlog maar het grootste kwaad, dat uit dezen oorlog zal voorispruiten, zal zijn de bittere en intens diep gevoelde haat, dien deze wreede en onrechtvaardige oorlog heeft gewekt in het hart van iedereen. Dit gevoel zal eeuwen duren 't zal ons zonnig Afrika veranderen in een hel, zoolang als wij leven, zoolang als onze kinderen en kindskinderen leven, om te vertellen hoe Engeland's dorst naar goud vernietiging bracht in bnze gelukkige huisgezinnen. Dit gevoel van rassen-haat was een tijd geleden bijna uitgestorven en scheen geheel te zullen verdwijnen, toen de //Jameson-Raid" 't weder deed ontvlammen en aanwakkeren, want sedert dien strooptocht in ons vrij en onafhankelijk land hebben wij geen vrede meer gehad. Wij vreesden steeds eene herhaling van dezen »Raid" en wantrouwden elke toenade- ring van onzen vijand, die op allerlei manieren zijn doel najaagde en nu bezig is alles uit te wisschen van dien strooptocht, door een nog grooteren op touw te zetten. Nooit mag weer gesproken worden van Britsche eer. Gemeenteraad van Ter Neuzen. VAN DE VAN Vergadering van Donderdag 16 Nov. 1899. Voorzitter de heer J. A. P. Geill, burgeraeester. Aanwezig de heeren Moes, Van den Hoek, De Feijter, Harte, Wieland, Visser, Van der Hooft, De Koeijer, Grenu, Dees en Van de Velde. Na opening der vergadering goeft de secretaris lezing van de notnlen der voorgaande, die worden goedgekeurd. Daarna komt in behandeling 1. Ingekomen stukktn. a. Een schrijven van den heer Van der Moer, dat hij verhinderd is de vergadering van heden bij te wonen. b. De zaak oproeping van een onderwijzer aan school B. De Voorzitter deelt mede dat het hoofd te kennen gaf liever een onderwijzer dan eene onderwijzeres te hebben. Overeenkomstig art. 4 der verordening moet de Raad nu het toe te kennen salaris vast stellen, omdat het een onderwijzer moot zijn die onderricht geeft in eene vreemde taal. Het Dag. Best, stelt voor eene oproeping te doen op de gewone voorwaarden, f 500 met f 50 verhooging na 2 en weer f 50 na 5 jaren dienst, benevens 100 voor het geven van onder richt in eene vreemde taal. Daar de heer Van Dixhoorn na het onderricht in 't Engelsch en Duitsch alleen op zich wil nemen, zal hij de voorkeur genieten die akte Fransche taal bezit. De heer Van den Hoek merkt op dat de heer Van Dix hoorn die talen wel alleen wilde onderwijzen, maar toch liever een onderwijzer kreeg die Engelsch of Duitsch kon onderwijzen. Aangezien de eerste bij-akte die de onderwijzers trachten te verkrijgen meestal die voor 't Fransch is, zou hij 'tdan regelen als is gezegd. De heer Wieland Maar hadden we vroeger niet gezegd dat we in zoo'n geval 'tlijntje een beetje aan onzen kant wilden houden Als we hem nu een taal opdragen voor f 100 meer en hij moet later in eene andere taal onderwijzen, moet hij dan weer meer hebben. De VoorzitterDat zou er van afhangen of de lessen in bijzondere uren werden gegeven. Ik stel voor om dan een onderwijzer op te roepen ook voor het geven van les in de Fransche taal. De heer Van den Hoek: Dat is de bedoeling niet geweest. De heer Van Dixhoorn neemt het wel alleen op zich, maar had toch liever daarin een steun. 'tWas daarom misschien beter f 100 meer uit te loven voor het geven van onderwijs in een vreemde taal, zonder nadere aandtuding. De heer WielandWij moeten die ruimte eenigszins aan ons houden. Bij ontstentenis van den heer Van Dixhoorn zou het noodig kunnen zijn dat de onderwijzer ook in eene andere taal les moest geven. Dan zou hij zeggen »dat wil ik wel, als je me maar betaald," en gratis zouden we het ook niet van hem kunnen vergen. De Voorzitter acht het in de gegeven omstandighedeu het best, 100 meer uit te loven voor het geven van onderwijs in de Fransche taal. Dit wordt met algemeene stemmen aangenomen. c. Een schrijven van den heer E. van der Bent, waarbij deze verzoekt hem wegens hoogen ouderdom ontslag te willen verleenen als lid van het Burgeriijk Armbestuur. De Voorzitter stelt voor het verzoek in te willigen en adressant eervol ontslag te verleenen, onder dankbetuiging voor de goede diensten gedurende 44 jaren in het belang der gemeente verricht. Ieder die eenigszins met die zaak bekend is, weet dat de taak groote zorg vereischt en dat de leden van het armbestuur een moeilijke betrekking hebben, omdat zij met den besten wil niet altijd ieder tevreden kunnen stellen. Z. h. s. wordt dit voorstel aangenomen. Voor de openvallende plaats in het college worden door haar aanbevolen de heeren C. L. van der Bent en R. Scheele Dz. Met algemeene stemmen wordt benoemd de heer C. L. van der Bent. d. Een schrijven van het Burgeriijk Armbestuur houdende drie dubbeltallen voor de benoeming van 3 leden wegens periodieke aftreding met 1 Jan. a. s. van de heeren P. Moes, C. J. de Nijs en J. Lijbaart. In de plaats van den heer Moes, die wegens zijn optreden als wethouder, niet meer als voorzitter in aanmerking wenscht te komen, worden aanbevolen de heeren P. A. van de Velde en G. Wieland. De Voorzitter: Het is natuurlijk te billijken dat de heer Moes wegens zijn optreden als wethouder meent genoodzaakt. te zijn niet meer te kunnen in aanmerkmg komen. Ik stel daarom voor ook den heer Moes met 1 Janusri eervol ont slag te verleenen als lid en als voorzitter en hem voorloopig dank te zeggen voor zijne pogingen om het wagentje van het Burgerlyk Armbestuur in het goede spoor te houden Zooals ik reeds zoo even zeide, de taak is moeilijk, de arraverzorgers kunnen niet altijd iedereen tevreden stellen, want er zijn soms menschen die hoogere eischen stellen, waaraan de ver- zorgers door financieele omstandigheden, of door't ontbreken der overtuiging dat de nood zoo hoog is, niet steeds kunnen voldoen. Deze woorden worden met instemming begroet. De heer Wieland: Ik kan daar geen bravo op zeggen. De heer Moes is nog maar kort voorzitter van het armbestuur en ik had gedacht dat hij de taak nog wat langer zou vervuld hebben. De heer MoesIk ben het nu drie jaar geweest, maar het is niet dat ik er van af wil zijn, doch ik kan als wet houder toch mij zelf niet controleeren. De heer Wieland Ja, het is maar dat in uw plaats nu weer dadelijk raadsleden worden aanbevolen. Het is toch niet noodzakelijk dat de voorzitter rnadslid is, in Axel is dat ook niet het geval. Tot stemming overgaande wordt de heer Van de Velde benoemd met 7 stemmen. De heer Wieland verkrijgt 4 stemmen. De heer Van de Velde verklaart de benoeming onmogelijk te kunnen aannernen, wegens zijne vele werkzaamheden. Ware het dat deze in de plaats lagen, dan zou 't misschien gaan, maar meestal is hij daarvoor uitstedig. De heer MoesIk meen dat, hoewel het gewoonte is, het reglement van het armbestuur niet voorschrijllt dat de voorzitter lid van den Raad moet zijn en er zou dus misschien een der andere leden de functie van voorzitter kunnen waar- nemen dan zou het misschien voor den heer Van de Velde gemakkelijker vallen de benoeming tot lid op zich te nemen. De Voorzitter merkt op dat de heer Van de Velde 8 dagen tijd heeft om zich te bedenken. Misschien wil hij, na de woorden van den heer Moes, zich nog wel eens beraden. De heer Van de Velde verklaart er dan nog eens over te zullen denken. Verder zijn aan de benrt van aftreding de heeren C. J. de Nijs en J. Lijbaart met wie worden aanbevolen de heeren A. P J. F. Begheijn, en W. Dees. De heeren De Nijs en Lijbaart worden lierbenoemd met 11 en 10 stemmen De heer Dees verkreeg 1 stem. e. Brieven van Ged. Staten tot goedkeuring eener be- schikking op den post voor onvoorziene uitgaven en tot wij- ziging der begrooting voor 1899. f. Een schrijven van den heer J. de Poortere te Ever- ghem waarbij deze ds gemeente aanbiedt de reeds in de raadzaal aanwezige groote lyst bevattende een aantal foto- grafiiin van Ter Neuzen, tijdens het Kroningsfeest genomen. De Voorzitter stelt voor het geschenk te aanvaarden en den heer De Poortere vriendelijk dank te betuigen, daarvan een besluit op te maken hem dit toe zenden. Verder stelt de Voorzitter voor de fotografien gedurende een 14 dagen voor de belangstellende ingezetenen in het kleine voorzaaltje ten toon te stellem Eerst was hij voornemens alsdan een kleine entree te stellen, ten behoeve onzer Transvaalsche stamverwanten, maar daarvan is hij terug gekomen en zal er dan voor dat doel een bus plaatsen, opdat ieder die wat wil offeren, daartoe gelegenheid heeft. Spreker deelt nog mede reeds een bedrag van ruim f 1200 voor de Transvaal ontvangen te hebben. Z. h. s. goedgekeurd. K' Een verzoek van Abr. van Overbeeke, winkelier alhier, om hem in erfpacht af te staan eene strook grond ter lengtc van 12} en ter breedte van 2,10 M,, liggende in de Dijkstraat naast een door hem aangebracht huis in de Westkolkstraat, dat hij wil vergrooten. De Voorzitter deelt mede, dat de strook grond ligt naast de straat, die daar aan het begin der Dijkstraat 7,80 M. breed is en waaraan niets wordt ontnomen, verderop vernauwt de straat tot 4,40 M. breedte. Het Dag. Best, ziet geen bezwaar in het toestaan van het verzoek. De heer Visser vraagt of de behandeling niet kan uitge- steld worden om eens persoonlijk de toestand te kunnen opnemen. Buitendien worden dergelijke verzoeken ook steeds in handen der Commissie van Fabricage gesteld. De heer Van den HoekDat heeft ook in de bedoeling gelegen. De Voorzitter wist niet dat dit de gewoonte was, en vond het niet noodzakelijk, omdat het Dag. Best, plnatselijk de toestand heeft opgenomen. Wanneer de Raad echter ook nog voorlichting der commissie noodig oordeelt, heeft hij er geen bezwaar tegen. De heer Visser verklaart dat hij er niet bepaald prijs op stelt, maar hij sprak er van omdat het gewoonte is. Na inzage van de bij het verzoek overgelegde teekening voldoende op de hoogte zijnde, wordt besloten de zaak af te handelen en met algemeene stemmen het verzoek van adressant ingewilligd. Dit eene mededeeling van den heer Van den Hoek was nog gebleken dat adressant het plan heeft van de gevraagde strook grond nog een deel voor stoep naast de woning te bestemmen, zoodat die ook nog naast de straat komt. Is. Een dankbetuiging van den stads-arbeider De Bruijne voor het hem gegeven blijk van tevredenheid door verhooging zijner jaarwedde. Aangenomen voor kennisgeving. De heer Grenu vraagt of, nu men toch aan het benoemen is geweest, men ook geen voorzitter voor de Nienwjaars- commissie zou kunnen benoemeneer er weer vergadering is gaat er weer eenigen tijd voorbij en het samenstellen der commissie vordert ook tijd. De Voorzitter Ik meende dat dit nog wachten kon, maar als daarvoor zooveel tijd noodig is, kunnen we het nu ook wel doen. De heer Moes stelt voor den heer Dees, die de laatste jaren de functie waarnam, bij acclamatie te herbenoemen. De Voorzitter merkt op dat dit niet magbenoemingen moeten met brietjes geschieden. De heer Dees: Alvorens tot stemming wordtovergegaan, wil ik den Raad meedeelen, dat ik eene nieuwe opdracht niet kan aanvaarden. In de eerste plaats woon ik te ver van de stad om de functie goed te kunnen vervullen iemand die binnen de stad woont kan het beter doeu. Buitendien, zooals ook van armbestuur gezegd is, waarom moet juist een raadslid voorzitter zijn Er zijn wel andere menschen die 't kunnen doen. De VoorzitterAls ik de stemming van de leden naga meen ik te mogen opmaken dat het werk aan goede handen was toevcrtrouwd, en geloof ik dus dat de heer Dees, wanneer hij zich minder geschikt acht, zich te gering schat. Ik hoop daarom dat hij, benoemd wordende, het zal aannernen. De heer Dees Het is volstrekt geen geringschatting die mij zoo deed spreken, hoewel ik in zaken van armbestuur niet meer zoo goed ben ingewijd om met vrucht te kunnen werkzaam zijn. Ik meen echter dat het iemand van binnen de gemeente behoort te zijn. De heer WielandMijn buurman Harte is het, naar ik hoor, 11 jaar geweest, ik heb het 9 jaar gedaan en had ik het geweten dan zou ik er die twee ook nog wel hebben bij- gedaanhet spijt me dat je het nu al opgeeft na het maar 3 jaar te hebben gedaan. We willen jonge krachten gebruiken. De heer Dees Als we uwe verklaring van voor eenigen tijd nagaan, dat u in uw zaak nog de koningspaal zijt, dan kunt u het ook nog wel doen. De heer Harte Het is van oudsher de gewoonte dat een lid van den Raad voorzitter was van de Nieuwjaars-commissie, en ook van 't armbestuur. Ik zou er sterk tegen zijn dat daarvan werd afgeweken. Langen tijd heb ik de functie waargenomen en t was niet omdat het mij verveelde, dat ik het heb neergelegd, maar aan alles komt een eind. Ik hoop dat de heer Dees de aanneming nog wel eens zal willen overwegen. De heer Dees: De toestanden veranderen veel, vooral in Ter Neuzen. Vroeger zijn het ook altijd leden geweest die binnen de plaats wonen, dat hoort ook zoo. De heer HarteIk weet niet waarom, 't is onder uw voorzitterschap toch ook goed gegaan De VoorzitterIs u, mijnheer Dees, destijds benoemd omdat anderen niet wilden De heer Dees Men kan dat zoo niet zeggen, maar eigen- lijk is het zoo. Als men zelfs beziet dat voor ecnige jaren de heer De Feijter voor wie het door zijn buiten wonen ook moeilijk viel, het heeft aangenomen omdat geen der andere leden het wilde zijn. Tot stemming wordt overgegaan en met 8 stemmen be noemd de heer Dees. De heer Wieland verkrijgt 2, de heer Van de Velde 1 stem. De heer Dees blijft bij zijn voornemen en bedankt voor de benoeming. Bij een nieuwe vrye stemming verkrijgen de heeren Grenu 4, Van de Velde 3, Visser 2 en Van der Hooft en Wieland ieder 1 stem. Bij tweede vrije stemming wordt met 6 stemmen benoemd de heer Grenu. De heeren Van der Hooft en Van de Velde verkrijgen 3 en 2 stemmen. De heer Grenu bedankt voor de benoeming; hy heeft het 6 jaar gedaan, nu moet een ander ook eens een beurt krijgen. De Voorzitter verwacht op 't oogenblik van verdere stem- mingen geen resultaat en stelt voor de benoeming aan te houden. Aldus wordt besloten. 3- Verordening tot handhaving van orde en veiligheid op openbare wegen en wateren. (Deze verordening in zijn geheel opgenomen in het bij voegsel van ons numrner van 4 Nov. 1.1.) De heer De Koeijer. Ik moet verklaren dat het mij spijt, dat ons zulk een concept is aangeboden en bij het doorbladeren kwam bij mij de gedaehte op dat er, om die verordening toe te passen heel wat politie zal noodig zijn. Ik heb echter gehoord dat er op eenige punten wijziging zal worden voor- geeteld, wij weten nog niet welke veranderingen dat zijn, maar komen er geen wijzigingen in, dan zal ik er tegen stemmen. De Voorzitter: Dat is iets dat ieder lid voor zichzelf moet weten, maar het is toch noodzakelijk dat er een verordening wordt gemaakt, dat is voor eene geregelde huishouding noodig in het belang der goede orde. De heer De Koeijer Als de verordening werd aangenomen zooals ze er nu ligt, zou ik eerder zeggen dat ze aanleiding tot wanorde geven zal. De Voorzitter Dat zijn woorden die u zeker niet zult kunnen handhaven. De Raad moet de regeleu vaststellen en ik zal er haar volstrekt geen verwijt van maken, wanneer zij voorgestelde bepalingen schrapt, ofschoon ik er het meest mee te maken heb. Ik moet er u echter opmerkzaam op maken, dat het alle bepalingen zijn die reeds in deze, of in andere gemeenten bestaan. Voor het maken van het concept is van andere verordeningen gebruik gemaakt, ik zal nu maar niet zeggen van welke plaats, want dan krijg ik weer de opraer- king-moeten we naar die stad kijken De hoofdzaak is thans, dat we moeten zorgen nu weer een stuk politieveror- dening rijker te worden, want dit is nu nog maar een klein gedeelte van hetgeen er noodig is. Alsnu wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling. De Voorzitter. Ik stel voor om artikel 1 zoodanig te wij- zigen dat stoepen en kelderingangen alleen onder openbaren weg worden verstaan, wanneer die voor het publiek toegan kelijk ziju of buiten de rooilijn liggen. Dit met 't oog daarop, dat het publiek met afgesloten stoepen of niet aan de straat gelegen kelders niets te maken heeft. Z. h. s. aldus besioten. Op voorstel van den heer Van den Hoek wordt in arc. 2 eene redactie wijziging aangebracht. De Voorzitter stelt voor art. 3 alleen toepasselyk te ver-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1899 | | pagina 5