BIJVOEGSEL
Te; Neuzensche Courant
Engeland en de Z.-A. Republiek.
Zaterdag 18 November 1899. No. 3844.
Gemengde berichten.
Gisteren ontvingen wij het volgende telegram,
dat wij aan ons bureau bekend inaakten, zooals
wij het ontvingen
Londen. De Durbau-Times publiceert
een depeche uit Loronso Marquez dat gene-
raal Joubert gesneuveld is.
Een telegram uit Escourt verzekert dat
Joubert j. 1. Donderdag bij een schermut-
seling is i gedood.
De datum van afzending van dit gewichtig feit
deed ons aan de waarheid hiervan twijfelen. Dat
wij in deze meening niet alleen staan blijkt uit
wat het Handelsblad van heden schrijft
De telegrafische berichten die nog steeds
alleen uit Eugelsche bron afkomstig zijn brengen
heden het bericht, dat generaal Joubert gesneu
veld zou zijn. Het is te hopen dat dit bericht
nog zal worden tegengesproken, door de latere
en nadere berichten uit Pretoria. Want het is
reeds een week geleden, en nog steeds niet beves-
tigd. Er is dus nog hoopmaar hoeveel P
Eerst was het nog maar een gerucht, in den
namiddag van den 12den November verspreid.
Doch des avonds meldde de Evening Times de
ontvangst van een telegram uit Lorenso Marquez,
dat generaal Joubert gesneuveld was, dat de held
was gevallen op het slagveld, bij de bestorming
van Ladysmith op 9 November.
Reeds gisteren was het uit de telegrammen dui-
delijk geworden, dat er dien Donderdag een hevige
strijd moet gevoerd zijn om Ladysmith. Het was
op dien dag, dat de Boeren poogden de stad door
storm te nemen. De Boereu rukten in groote
massa vooruitde kanonnen, die den storm had-
den ingeluid, zwegen toen de Boeren op 1500
yards afstand van de stad gekomen waren, en de
vijand onder het bereik was van het nooit falende
infanterievuur de aanvallers. Dat geweervuur
moet de iuleiding zijn geweest van een poging
om door storm de stad te nemen. Hoe die poging
is afgeloopen is niet bekend. Maar als de tele
grammen uit Durban ontvaugen de waarheid be-
vatten, is bij die poging der Boeren hun opper-
bevelhebber, generaal Joubert, gesneuveld. En
dan zou het niet te verwonderen zijn, dat de
aanval mislukt was, en dat de Boeren zich, op
het bericht van deze ramp, naar hunne stellingen
hadden teruggetrokken.
Wanneer straks blijken zal, dat het telegram
van de Natal Evening Times, afkomstig uit
Lorenso Marquez, en daardoor een groote mate
van waarschijulijkheid bezittend niet overdreven
en niet voorbarig is, dan zal de rouw groot zijn
onder de vrienden der Boeren over de geheele
wereld. Generaal Joubert toch, de ridderlijke en
eenvoudige helden-natuur, de strateeg met het
gezonde verstand die de Boeren zoo menigmaal
ter overwinning voerde, was niet alleen geliefd,
maar werd vertrouwd door zijn geheele strijdmacht.
Hij was omzichtig en had iets van den Romeinschen
Cunctatormaar als hij sloeg, dan was het raak.
Dat hebben de Engelschen, zeer tot hun schade,
herhaaldelijk ervaren.
Het verjies, dat door zijn dood de Boeren lijden
is zeer grootdoch, naar wij met grond kunnen
veronderstellen, niet onherstelbaar. Daar zijn onder
die eenvoudige Boeren groote generaals, bekwame
strategen, veldheeren van talent en ervaring. En
Cronje, Schalk Burger, Prinsloo of Grobler zijn
zeker evengoed als Joubert in staat de voor hun
vrijheid strijdende Boeren aan te sporen tot vol-
harding en te leiden tot de overwinning.
Maar het verlies van Joubert, den Boeren-generaal
bij uitnemendheid, zou toch lang en zwaar gevoeld
worden door de strijdmacht en door het geheele
volk van de Z. A. Republiek en van den Vrijstaat.
Ten slotte laten wij de telegrammen volgen
zooals die van de Engelsche zijde afkomstig zijn.
Durban, 12 Nov. 3.25 namiddag. Het gerucht
loopt dat Generaal Joubert dood is.
Durban, 12 November. 7.35 des avonds. De
Evening Times of Natal bevat een telegram uit
Lorenso Marquez, dat Joubert Donderdag in het
gevecht zou gedood zijn.
In de jongste telegrammen uit Estcourt en
Pretoria werd melding gemaakt van een aanval
der Boeren op Ladysmith op Donderdag 9
November.
Louden 16 Nov. De hier ontvangen telegram
men melden, dat de Natalsche dagbladen tele
grammen bevatten uit Lorenso Marquez, waarin
gezegd wordt dat generaal Joubert gesneuveld is
bij het gevecht van Donderdag 9 November.
Estcourt, 10 November. Een gepantserde trein
is naar Colenso gestoomd zonder den vijand te
zien. Op den terugweg werd een kafferlooper
uit Ladysmith opgepikt die mededeelde, dat de
stad gisteren beschoten werd door zes veertig-
ponders, die echter weinig schade aanrichten, en
niet veel dooden veroorzaakten. De groote
Engelsche marinekanonnen nemen niet meer aan
het vuur deel. De kaffer voegde er bij dat de
Boeren plan hadden den volgenden dag Colenso
te bezoeken.
Estcourt, 13 Nov. Het bataljon West-Yorks-
hiere's is hier aangekomen. De bescbieting van
Ladysmith duurt nog voort; hedenmorgen vroeg
werd sterk geschutvuur gehoord.
De pantsertrein is op verkenning in de richting
van Colenso.
Londen, 16 Nov. De Daily Mail bevat een
telegram van twee en een halve kolom uit Ma-
feking van 28 tot 31 Oct., waarin een geregeld
verhaal wordt gegeven van het beleg.
Het bombardement begon, zonder veel uitwerking,
met veldgeschut op den 16 October. Den 24e
kwamen de Krupp-kanonnen aan, waarmede enkele
gebouwen beschadigd werden. Kolonel Baden-
Powell liet onderaardsche schuilplaatsen inrichten
voor de burgers en voor de troepen.
De Boereu poogden tot geweerschotsafstands te
naderen, doch werden teruggeslagen. Toen trachtte
Cronje te naderen door loopgraven en echelon aan-
gelegd, wat door Baden-Bowell beantwoord werd
met een nachtelijken uitval.
Op 31 October deed Cronjd een grooten aanval,
waarin gedurende vijf uren werd gestreden, doch
werd voorgoed teruggeslagen.
De waarnemingstoren werd aan stukken ge-
schoten door het geschut. Te Mafeking was men
zeer verheugd over het bericht der groote En
gelsche overwinning bij Dundee, die veroorzaakt
werd door den dood van kolonel Schiel. Men
verwachtte, dat Cronje zou moeten terugtrekken
voor de verdediging van Pretoria.
Baden-Powell is zeer voorzichtig om zijn am-
munitie niet te vermorsen. Hij hoopt dagelijks
op de aankomst van versterkingen.
De correspondent vreest, dat als de Engelschen
Pretoria aanvallen, het garnizoen van Mafeking
verloren zal zijn.
De correspondent van de Daily Mail te Kaapstad
seint, dat Lord Methuen met den staf van de eerste
divisie per spoorweg naar het Noorden vertrokken
is, naar Natal.
De Times bevat een verdacht en verward tele
gram van 7 November uit Ladysmith, waarin
slechts gemeld wordt, dat inboorlingen geruchten
aanbrachten van een opstand der Basoetos, en van
een Engelsche overwinning bij Colensa-brug over
een troep dronken Boeren. De correspondent
meldt, dat het garnizoen herhaaldelijk uitvallen
doet, dat de bevolkiug veilig is in de loopgraven,
en dat de gezondheidstoestand in de stad goed is.
Van zijn correspondent te Mafeking ontving het
blad een bericht van 29 October, meldende dai
twaalf kanonnen voor de stad zijn opgesteld, en
dat Parslow, de correspondent van de Daily Chro
nicle, per ongeluk doodgeschoten is door luitenant
Murchis.
Van zijn correspondent te Baloewayo ontving
het blad het bericht van 6 November, dat in
verschillende kleine ontmoetingen veertig Boeren
gedood werden. Het inlandsche hoofd Khama
strijdt voor de Engelschen het inlandsche hoofd
Lincluve weifelt nog welke zijde hij kiezen zal.
Den 2en November verloren de Rhodesia-vrij-
willigers, onder kolonel Plumer een aanzienlijke
hoeveelheid voorraden en paarden.
Naar men meldt wordt omstreeks half
December de behandeling der zaak Hoogerhuis
bij den Hoogen Raad verwacht. Als vermoedelijke
datum wordt 13 December genoemd.
Te Kloosterveen bij Assen verdronk Zaterdag
een broodventer de broodkar met de honden werd
Zondagochtend op den wal gevonden.
Een misdaad Diusdagmorgen is bij laag
water in de Oude Haven te Rotterdam gevonden
het lijk van een onbekend man en daamaast lig-
gende een onbekende vrouw met gekloofd hoofd
de eene helft van het hoofd was geheel afwezig.
Het volgend briefuittreksel is gedagteekend
Pretoria, 14 Oct. 1899.
Niemand weet wat de uitslag van den oorlog
zal zijn, maar daarover zijn wij 't alien volkomen
eenswie 't ook winnen zal, zal slechts winnen
ten koste van zware verliezeu van menschenlevens.
Duizenden huisgezinnen zijn reeds ten onder ge-
bracht door dezeu oorlog maar het grootste kwaad,
dat uit dezen oorlog zal voorispruiten, zal zijn de
bittere en intens diep gevoelde haat, dien deze
wreede en onrechtvaardige oorlog heeft gewekt in
het hart van iedereen. Dit gevoel zal eeuwen
duren 't zal ons zonnig Afrika veranderen in een
hel, zoolang als wij leven, zoolang als onze kinderen
en kindskinderen leven, om te vertellen hoe
Engeland's dorst naar goud vernietiging bracht in
bnze gelukkige huisgezinnen. Dit gevoel van
rassen-haat was een tijd geleden bijna uitgestorven
en scheen geheel te zullen verdwijnen, toen de
//Jameson-Raid" 't weder deed ontvlammen en
aanwakkeren, want sedert dien strooptocht in ons
vrij en onafhankelijk land hebben wij geen vrede
meer gehad. Wij vreesden steeds eene herhaling
van dezen »Raid" en wantrouwden elke toenade-
ring van onzen vijand, die op allerlei manieren
zijn doel najaagde en nu bezig is alles uit te
wisschen van dien strooptocht, door een nog
grooteren op touw te zetten. Nooit mag weer
gesproken worden van Britsche eer.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
VAN DE
VAN
Vergadering van Donderdag 16 Nov. 1899.
Voorzitter de heer J. A. P. Geill, burgeraeester.
Aanwezig de heeren Moes, Van den Hoek, De Feijter,
Harte, Wieland, Visser, Van der Hooft, De Koeijer, Grenu,
Dees en Van de Velde.
Na opening der vergadering goeft de secretaris lezing van
de notnlen der voorgaande, die worden goedgekeurd.
Daarna komt in behandeling
1. Ingekomen stukktn.
a. Een schrijven van den heer Van der Moer, dat hij
verhinderd is de vergadering van heden bij te wonen.
b. De zaak oproeping van een onderwijzer aan school B.
De Voorzitter deelt mede dat het hoofd te kennen gaf
liever een onderwijzer dan eene onderwijzeres te hebben.
Overeenkomstig art. 4 der verordening moet de Raad nu het
toe te kennen salaris vast stellen, omdat het een onderwijzer
moot zijn die onderricht geeft in eene vreemde taal. Het
Dag. Best, stelt voor eene oproeping te doen op de gewone
voorwaarden, f 500 met f 50 verhooging na 2 en weer f 50
na 5 jaren dienst, benevens 100 voor het geven van onder
richt in eene vreemde taal. Daar de heer Van Dixhoorn
na het onderricht in 't Engelsch en Duitsch alleen op zich
wil nemen, zal hij de voorkeur genieten die akte Fransche
taal bezit.
De heer Van den Hoek merkt op dat de heer Van Dix
hoorn die talen wel alleen wilde onderwijzen, maar toch
liever een onderwijzer kreeg die Engelsch of Duitsch kon
onderwijzen. Aangezien de eerste bij-akte die de onderwijzers
trachten te verkrijgen meestal die voor 't Fransch is, zou hij
'tdan regelen als is gezegd.
De heer Wieland Maar hadden we vroeger niet gezegd
dat we in zoo'n geval 'tlijntje een beetje aan onzen kant
wilden houden Als we hem nu een taal opdragen voor
f 100 meer en hij moet later in eene andere taal onderwijzen,
moet hij dan weer meer hebben.
De VoorzitterDat zou er van afhangen of de lessen in
bijzondere uren werden gegeven. Ik stel voor om dan een
onderwijzer op te roepen ook voor het geven van les in de
Fransche taal.
De heer Van den Hoek: Dat is de bedoeling niet geweest.
De heer Van Dixhoorn neemt het wel alleen op zich, maar
had toch liever daarin een steun. 'tWas daarom misschien
beter f 100 meer uit te loven voor het geven van onderwijs
in een vreemde taal, zonder nadere aandtuding.
De heer WielandWij moeten die ruimte eenigszins aan
ons houden. Bij ontstentenis van den heer Van Dixhoorn
zou het noodig kunnen zijn dat de onderwijzer ook in eene
andere taal les moest geven. Dan zou hij zeggen »dat wil
ik wel, als je me maar betaald," en gratis zouden we het
ook niet van hem kunnen vergen.
De Voorzitter acht het in de gegeven omstandighedeu het
best, 100 meer uit te loven voor het geven van onderwijs
in de Fransche taal.
Dit wordt met algemeene stemmen aangenomen.
c. Een schrijven van den heer E. van der Bent, waarbij
deze verzoekt hem wegens hoogen ouderdom ontslag te willen
verleenen als lid van het Burgeriijk Armbestuur.
De Voorzitter stelt voor het verzoek in te willigen en
adressant eervol ontslag te verleenen, onder dankbetuiging
voor de goede diensten gedurende 44 jaren in het belang der
gemeente verricht. Ieder die eenigszins met die zaak bekend
is, weet dat de taak groote zorg vereischt en dat de leden
van het armbestuur een moeilijke betrekking hebben, omdat
zij met den besten wil niet altijd ieder tevreden kunnen stellen.
Z. h. s. wordt dit voorstel aangenomen.
Voor de openvallende plaats in het college worden door
haar aanbevolen de heeren C. L. van der Bent en R. Scheele Dz.
Met algemeene stemmen wordt benoemd de heer C. L. van
der Bent.
d. Een schrijven van het Burgeriijk Armbestuur houdende
drie dubbeltallen voor de benoeming van 3 leden wegens
periodieke aftreding met 1 Jan. a. s. van de heeren P. Moes,
C. J. de Nijs en J. Lijbaart.
In de plaats van den heer Moes, die wegens zijn optreden
als wethouder, niet meer als voorzitter in aanmerking wenscht
te komen, worden aanbevolen de heeren P. A. van de Velde
en G. Wieland.
De Voorzitter: Het is natuurlijk te billijken dat de heer
Moes wegens zijn optreden als wethouder meent genoodzaakt.
te zijn niet meer te kunnen in aanmerkmg komen. Ik stel
daarom voor ook den heer Moes met 1 Janusri eervol ont
slag te verleenen als lid en als voorzitter en hem voorloopig
dank te zeggen voor zijne pogingen om het wagentje van het
Burgerlyk Armbestuur in het goede spoor te houden Zooals
ik reeds zoo even zeide, de taak is moeilijk, de arraverzorgers
kunnen niet altijd iedereen tevreden stellen, want er zijn
soms menschen die hoogere eischen stellen, waaraan de ver-
zorgers door financieele omstandigheden, of door't ontbreken
der overtuiging dat de nood zoo hoog is, niet steeds kunnen
voldoen.
Deze woorden worden met instemming begroet.
De heer Wieland: Ik kan daar geen bravo op zeggen.
De heer Moes is nog maar kort voorzitter van het armbestuur
en ik had gedacht dat hij de taak nog wat langer zou vervuld
hebben.
De heer MoesIk ben het nu drie jaar geweest, maar
het is niet dat ik er van af wil zijn, doch ik kan als wet
houder toch mij zelf niet controleeren.
De heer Wieland Ja, het is maar dat in uw plaats nu
weer dadelijk raadsleden worden aanbevolen. Het is toch
niet noodzakelijk dat de voorzitter rnadslid is, in Axel is dat
ook niet het geval.
Tot stemming overgaande wordt de heer Van de Velde
benoemd met 7 stemmen. De heer Wieland verkrijgt 4 stemmen.
De heer Van de Velde verklaart de benoeming onmogelijk
te kunnen aannernen, wegens zijne vele werkzaamheden.
Ware het dat deze in de plaats lagen, dan zou 't misschien
gaan, maar meestal is hij daarvoor uitstedig.
De heer MoesIk meen dat, hoewel het gewoonte is,
het reglement van het armbestuur niet voorschrijllt dat de
voorzitter lid van den Raad moet zijn en er zou dus misschien
een der andere leden de functie van voorzitter kunnen waar-
nemen dan zou het misschien voor den heer Van de Velde
gemakkelijker vallen de benoeming tot lid op zich te nemen.
De Voorzitter merkt op dat de heer Van de Velde 8
dagen tijd heeft om zich te bedenken. Misschien wil hij,
na de woorden van den heer Moes, zich nog wel eens
beraden.
De heer Van de Velde verklaart er dan nog eens over
te zullen denken.
Verder zijn aan de benrt van aftreding de heeren C. J.
de Nijs en J. Lijbaart met wie worden aanbevolen de heeren
A. P J. F. Begheijn, en W. Dees.
De heeren De Nijs en Lijbaart worden lierbenoemd met
11 en 10 stemmen De heer Dees verkreeg 1 stem.
e. Brieven van Ged. Staten tot goedkeuring eener be-
schikking op den post voor onvoorziene uitgaven en tot wij-
ziging der begrooting voor 1899.
f. Een schrijven van den heer J. de Poortere te Ever-
ghem waarbij deze ds gemeente aanbiedt de reeds in de
raadzaal aanwezige groote lyst bevattende een aantal foto-
grafiiin van Ter Neuzen, tijdens het Kroningsfeest genomen.
De Voorzitter stelt voor het geschenk te aanvaarden en
den heer De Poortere vriendelijk dank te betuigen, daarvan
een besluit op te maken hem dit toe zenden. Verder
stelt de Voorzitter voor de fotografien gedurende een 14
dagen voor de belangstellende ingezetenen in het kleine
voorzaaltje ten toon te stellem Eerst was hij voornemens
alsdan een kleine entree te stellen, ten behoeve onzer
Transvaalsche stamverwanten, maar daarvan is hij terug
gekomen en zal er dan voor dat doel een bus plaatsen, opdat
ieder die wat wil offeren, daartoe gelegenheid heeft. Spreker
deelt nog mede reeds een bedrag van ruim f 1200 voor de
Transvaal ontvangen te hebben.
Z. h. s. goedgekeurd.
K' Een verzoek van Abr. van Overbeeke, winkelier alhier,
om hem in erfpacht af te staan eene strook grond ter lengtc
van 12} en ter breedte van 2,10 M,, liggende in de Dijkstraat
naast een door hem aangebracht huis in de Westkolkstraat,
dat hij wil vergrooten.
De Voorzitter deelt mede, dat de strook grond ligt naast
de straat, die daar aan het begin der Dijkstraat 7,80 M.
breed is en waaraan niets wordt ontnomen, verderop vernauwt
de straat tot 4,40 M. breedte. Het Dag. Best, ziet geen
bezwaar in het toestaan van het verzoek.
De heer Visser vraagt of de behandeling niet kan uitge-
steld worden om eens persoonlijk de toestand te kunnen
opnemen. Buitendien worden dergelijke verzoeken ook steeds
in handen der Commissie van Fabricage gesteld.
De heer Van den HoekDat heeft ook in de bedoeling
gelegen.
De Voorzitter wist niet dat dit de gewoonte was, en vond
het niet noodzakelijk, omdat het Dag. Best, plnatselijk de
toestand heeft opgenomen. Wanneer de Raad echter ook nog
voorlichting der commissie noodig oordeelt, heeft hij er geen
bezwaar tegen.
De heer Visser verklaart dat hij er niet bepaald prijs op
stelt, maar hij sprak er van omdat het gewoonte is.
Na inzage van de bij het verzoek overgelegde teekening
voldoende op de hoogte zijnde, wordt besloten de zaak af te
handelen en met algemeene stemmen het verzoek van adressant
ingewilligd.
Dit eene mededeeling van den heer Van den Hoek was
nog gebleken dat adressant het plan heeft van de gevraagde
strook grond nog een deel voor stoep naast de woning te
bestemmen, zoodat die ook nog naast de straat komt.
Is. Een dankbetuiging van den stads-arbeider De Bruijne
voor het hem gegeven blijk van tevredenheid door verhooging
zijner jaarwedde.
Aangenomen voor kennisgeving.
De heer Grenu vraagt of, nu men toch aan het benoemen
is geweest, men ook geen voorzitter voor de Nienwjaars-
commissie zou kunnen benoemeneer er weer vergadering
is gaat er weer eenigen tijd voorbij en het samenstellen der
commissie vordert ook tijd.
De Voorzitter Ik meende dat dit nog wachten kon, maar
als daarvoor zooveel tijd noodig is, kunnen we het nu ook
wel doen.
De heer Moes stelt voor den heer Dees, die de laatste
jaren de functie waarnam, bij acclamatie te herbenoemen.
De Voorzitter merkt op dat dit niet magbenoemingen
moeten met brietjes geschieden.
De heer Dees: Alvorens tot stemming wordtovergegaan,
wil ik den Raad meedeelen, dat ik eene nieuwe opdracht niet
kan aanvaarden. In de eerste plaats woon ik te ver van de
stad om de functie goed te kunnen vervullen iemand die
binnen de stad woont kan het beter doeu. Buitendien, zooals
ook van armbestuur gezegd is, waarom moet juist een raadslid
voorzitter zijn Er zijn wel andere menschen die 't kunnen
doen.
De VoorzitterAls ik de stemming van de leden naga
meen ik te mogen opmaken dat het werk aan goede handen
was toevcrtrouwd, en geloof ik dus dat de heer Dees, wanneer
hij zich minder geschikt acht, zich te gering schat. Ik hoop
daarom dat hij, benoemd wordende, het zal aannernen.
De heer Dees Het is volstrekt geen geringschatting die
mij zoo deed spreken, hoewel ik in zaken van armbestuur
niet meer zoo goed ben ingewijd om met vrucht te kunnen
werkzaam zijn. Ik meen echter dat het iemand van binnen
de gemeente behoort te zijn.
De heer WielandMijn buurman Harte is het, naar ik
hoor, 11 jaar geweest, ik heb het 9 jaar gedaan en had ik
het geweten dan zou ik er die twee ook nog wel hebben bij-
gedaanhet spijt me dat je het nu al opgeeft na het maar
3 jaar te hebben gedaan. We willen jonge krachten gebruiken.
De heer Dees Als we uwe verklaring van voor eenigen
tijd nagaan, dat u in uw zaak nog de koningspaal zijt, dan
kunt u het ook nog wel doen.
De heer Harte Het is van oudsher de gewoonte dat een
lid van den Raad voorzitter was van de Nieuwjaars-commissie,
en ook van 't armbestuur. Ik zou er sterk tegen zijn dat
daarvan werd afgeweken. Langen tijd heb ik de functie
waargenomen en t was niet omdat het mij verveelde, dat ik
het heb neergelegd, maar aan alles komt een eind. Ik hoop
dat de heer Dees de aanneming nog wel eens zal willen
overwegen.
De heer Dees: De toestanden veranderen veel, vooral in
Ter Neuzen. Vroeger zijn het ook altijd leden geweest die
binnen de plaats wonen, dat hoort ook zoo.
De heer HarteIk weet niet waarom, 't is onder uw
voorzitterschap toch ook goed gegaan
De VoorzitterIs u, mijnheer Dees, destijds benoemd
omdat anderen niet wilden
De heer Dees Men kan dat zoo niet zeggen, maar eigen-
lijk is het zoo. Als men zelfs beziet dat voor ecnige jaren
de heer De Feijter voor wie het door zijn buiten wonen ook
moeilijk viel, het heeft aangenomen omdat geen der andere
leden het wilde zijn.
Tot stemming wordt overgegaan en met 8 stemmen be
noemd de heer Dees. De heer Wieland verkrijgt 2, de heer
Van de Velde 1 stem.
De heer Dees blijft bij zijn voornemen en bedankt voor
de benoeming.
Bij een nieuwe vrye stemming verkrijgen de heeren Grenu 4,
Van de Velde 3, Visser 2 en Van der Hooft en Wieland
ieder 1 stem. Bij tweede vrije stemming wordt met 6 stemmen
benoemd de heer Grenu. De heeren Van der Hooft en Van
de Velde verkrijgen 3 en 2 stemmen.
De heer Grenu bedankt voor de benoeming; hy heeft het
6 jaar gedaan, nu moet een ander ook eens een beurt
krijgen.
De Voorzitter verwacht op 't oogenblik van verdere stem-
mingen geen resultaat en stelt voor de benoeming aan te
houden.
Aldus wordt besloten.
3- Verordening tot handhaving van orde en veiligheid op
openbare wegen en wateren.
(Deze verordening in zijn geheel opgenomen in het bij voegsel
van ons numrner van 4 Nov. 1.1.)
De heer De Koeijer. Ik moet verklaren dat het mij spijt,
dat ons zulk een concept is aangeboden en bij het doorbladeren
kwam bij mij de gedaehte op dat er, om die verordening toe
te passen heel wat politie zal noodig zijn. Ik heb echter
gehoord dat er op eenige punten wijziging zal worden voor-
geeteld, wij weten nog niet welke veranderingen dat zijn,
maar komen er geen wijzigingen in, dan zal ik er tegen
stemmen.
De Voorzitter: Dat is iets dat ieder lid voor zichzelf moet
weten, maar het is toch noodzakelijk dat er een verordening
wordt gemaakt, dat is voor eene geregelde huishouding noodig
in het belang der goede orde.
De heer De Koeijer Als de verordening werd aangenomen
zooals ze er nu ligt, zou ik eerder zeggen dat ze aanleiding
tot wanorde geven zal.
De Voorzitter Dat zijn woorden die u zeker niet zult
kunnen handhaven. De Raad moet de regeleu vaststellen en
ik zal er haar volstrekt geen verwijt van maken, wanneer zij
voorgestelde bepalingen schrapt, ofschoon ik er het meest mee
te maken heb. Ik moet er u echter opmerkzaam op maken,
dat het alle bepalingen zijn die reeds in deze, of in andere
gemeenten bestaan. Voor het maken van het concept is van
andere verordeningen gebruik gemaakt, ik zal nu maar niet
zeggen van welke plaats, want dan krijg ik weer de opraer-
king-moeten we naar die stad kijken De hoofdzaak is
thans, dat we moeten zorgen nu weer een stuk politieveror-
dening rijker te worden, want dit is nu nog maar een klein
gedeelte van hetgeen er noodig is.
Alsnu wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling.
De Voorzitter. Ik stel voor om artikel 1 zoodanig te wij-
zigen dat stoepen en kelderingangen alleen onder openbaren
weg worden verstaan, wanneer die voor het publiek toegan
kelijk ziju of buiten de rooilijn liggen. Dit met 't oog
daarop, dat het publiek met afgesloten stoepen of niet aan
de straat gelegen kelders niets te maken heeft.
Z. h. s. aldus besioten.
Op voorstel van den heer Van den Hoek wordt in arc. 2
eene redactie wijziging aangebracht.
De Voorzitter stelt voor art. 3 alleen toepasselyk te ver-