(semengde berichten.
Telegrafische berichten.
London. White rapporteert dat Donderdag
het bombardement van Ladysmith is voortgezet
met weinig nadeel. Hij beschuldigt deBoeren
dat zij voortgingen met vuren toen de wapen-
stilstandsvlag geheschen was.
De Hollandsche bladen in de Kaapkolonie uiten
gelijksoortige beschuldigingen tegen de Engelschen,
bewerende dat gewonde Boeren aau de wielen der
kanonnen werden gebonden.
Bij den commissaris van politie te Bergen
op Zoom heeft een heer uit Roosendaal, komende
met den trein uit Ylissingen, aangifte gedaan,
dat hij met een viertal heeren kaart spelende een
bedrag tnsschen zeshonderd en zevenhonderd gulden
heeft verloren.
Tijdens Zondagochtend te Hoogeveen in de
Ned. Herv. kerk godsdienstoefening werd ge-
houden, hebben in het kerkgebouw ergelijke
tooneelen plaats gehad. Sommigen uit het publiek
belemmerden den voorganger door praten, lachen,
slaan met de deuren, op en neer loopen in het
kerkgebouw enz. Zelfs waren er eenige jongens,
die met gedekten hoofde stonden te rooken.
Het spreekt vanzelf, dat doze onhebbelijkheden
storend werkten. De voorganger, de predikant
Douwes uit Zuidwolde, was dan ook verplicht
zijn prediking te staken, getuigenis afleggende,
dat iets dergelijks hem, waar hij ook was opge-
treden, nooit was overkomen.
Eerst bij het verschijneu van den kantonrechter
maar toen ook onmiddellijk was het met
de wanorde gedaan. Een bewijs dus, dat hier
//boos opzet" in 't spel was.
Een bakker te Rotterdam, die de vorige
week in een stopnaald trapte, maar geen acht
sloeg op het kleine wondje in zijn voet is Maan-
dagnacht aan bloedvergifting overleden.
Te Veen gaf een moeder haar kleine van
7 maanden een stukje rauw spek het kind slikte
het dadelijk in, zoodat het in de keel bleef zit-
ten en de arme kleine reeds gestikt was eer de
geueesheer het kon verwijderen.
In het laatst van October zijn er in pakjes
van Haarlem uit verzonden per spoor, verschillende
dingen vermist. Zoo is uit een pakje naar Den
Haag een baukbiljet van f 25 gestolenuit een
naar Gouda geadresseerd een bedrag van f 10
aan zilvergeld, terwijl van een zending naar
Amersfoort, bestaande uit een mand wijn en een
vat cognac, bij aankomst het vat cognac ontbrak.
In 't laatst van September werd er van een
zending chocolade naar Steenwijk een gedeelte
vermist. Een wijnkooper, die een mand wijn naar
de provincie Groningen zond, vernam van den
geadresseerde dat er eenige flesschen aan ontbraken.
Dezer dagen werd het bestellerspersoneel van
het post- en telegraafkantoor te Koog-Zaandijk,
bestaande uit 5 man, aangenaam verrast met de
gift van een vet varken, wegeude, schoon aan den
haak, 160 pond.
Den directeur is verzocht den naam van den
milden gever geheim te houden.
Te Rotterdam poogde Woensdagochtend
een tienjarige jongen op een in beweging zijnde
stoomtram te springen. Hij geraakte ouder de
tram, met het gevolg dat hem beide beenen, het
eerie boven het andere onder de knie, en zijn
rechterhand totaal werden afgereden. Nadat een
voorloopig verband gelegd was, is de jongen naar
Goed, sprak Hansell tot den hofmeester
laat den man maar hier komen.
Een minuut later werd de deur weer geopend,
en een opgedirkte jonge koetsier, met een bloem
in zijn knoopsgat, kwam binnen, den hoed in de
hand.
Stephen Alison keek op en de kamer draaide
met hem roudde koetsier, die den brief van
Clement Hansell kwam terug brengen, was de zoon
van zijn hospita, James Chipchase.
Pardon, meneer, begon Jimmy, op zijn be-
leefsten toonmaar toen ik u laatst naar de
City had gereden, vond ik een document, dat zeker
uit uw zak gegleden is.
De jongeheer Chipchase keek hem vlak in't
gezicbtdoch er was geen zweem van twijfel of
verbazing op des koetsiers slim gelaat.
Dit stelde Stephen merkelijk gerust. Hij her-
innerde zich, dat Chipchase hem ook niet anders
gezien had dan bij avond in de slecht verlichte,
nauwe gang. Hij had toen een hoed op en droeg
een knevel. De koetsier werd volkomen misleid
door de gelijkenis van den bewoner van dit huis
met zijn passagier van onlangs.
Een document vroeg Stephen kalm.
Waar is het
Ik hoop niet, meneer, dat u mij voor
achterdochtig houdt, maar zaken zijn zakenik
had 't papier naar het bureau van gevonden voor-
werpen kunnen brengenmaar ik geloof niet,
dat u 't aardig gevonden zou hebben, als de po
litie er den neus in gestoken had.
De eigenaardige nadruk, dien James Chipchase
het ziekenhuis gebracht. 's Middags overleed het
knaapje.
Te Harenkarspel (N.-H.) is een man gegrepen
door het rad van een watermolen, mede rondge-
slingerd en zoo gekwetst, dat zijn toestand hope-
loos is.
De Parijsche recherche-dienst schijnt een
goede vangst te hebben gedaan door de inhech-
tenisneming van den hoofdman van de Aristo-
bende, een roovertroep, waarvan voor een jaar
reeds de meeste leden waren betrapt, maar waarvan
de hoofdman tot nu toe op vrije voeten was ge-
bleven. Deze oude schelm, de//Beer" bijgenaamd,
is zeven en zestig jaar oud en heeft natuurlijk
al heel op zijn zonden-register.
Een 23jarige kunstschilder te Miinchen, wiens
verloving was afgeraakt, wijl hij in geldelijke moei-
lijkheden bleek te verkeeren, doodde Maandag met
een revolverschot zijn vroegere verloofde en bracht
daarna door carbolzuur-vergiftiging zichzelven om
het leven.
De Pall Mall bevat het verslag van de
arrestatie van een Amsterdammer, een zekeren
Louis Altas, die zich sedert vier maanden te
Londen in een woning in Shaftesburyavenue ophield
en wiens aanhouding door de Nederlandsche re-
geering was verzocht, omdat hij zich aan diefstal
had schuldig gemaakt. Zijn gevangenneming ging
met heel wat moeite gepaard. Twee detectives
kwamen hem in zijn kamer arresteeren, doch de
man wist zich de beide ambtenaren van het lijf
te houden. Twee politieagenten, die te hulp
snelden, konden de kamer niet binnenkomen, daar
een vrouw, die ook op die kamer woonde, de deur
had afgesloten. Eindelijk werd de deur geopend,
doch nadat het bevel tot aanhouding was voor-
gelezen en door de vrouw in het Hollandsch was
vertaald, nam de Hollander een zware lampetkan
en verbrijzelde die op het hoofd van een der
agenten, die deerlijk aan hoofd en gelaat verwond
werd. Met oneindig veel moeite kon de woesteling
eindelijk naar Bowstreet worden overgebracht, waar
hij achter slot en grendel werd gezet.
De //Whnrda" in den storm. Lord Ere-
derick Blackwood, luitenaut bij het 9de regiment
lanciers, bevond zich met zijn manschappen en
paarden aan boord van het stoomschip //Wharda,"
dat 9 October Durban verliet met bestemming
naar Kaapstad. Het schip werd door een storm
overvallen, waarvan de officier in een brief aan zijn
vader, opgenomen in de //Westm. Gazette," een
levendige beschrijving geeftalle paarden, die zich
aan dek bevonden, werden zoo door elkaar ge-
smeten, dat van de honderd vijftig dieren slechts
vijftig het leven hielden. Het schip zelf leed ook
schade en slechts door het plotseling bedaren van
den storm en het aanbrengen van een hulproer
kon men Durban weer bereiken.
In een Engelsch blad vindt men een ver-
gelijking tusschen het leger, dat Engeland nu
over zee gezonden heeft en zendt, en de onover-
winnelijke vloot. In 1588 zeilden uit Spanje
130 schepen, met 8050 matrozen, 2088 galeislaven,
18,973 soldaten en 1382 vrijwilligers te zamen
30,493 koppen. Engeland zendt nu ongeveer
49,000 man troepen uit, ongerekend de bemanning
der schepen. Het aantal transportschepen door de
admiraliteit gehuurd, bedroeg kort geleden, als
wij 't wel hebben, ruim honderd.
In de Natal Witness komt het volgende
verhaal voor, dat. wij voor rekening laten van het
blad en zijn zegsman.
Een reiziger, die uit Johannesburg in Natal
kwam en veel in Zuid-Afrika had rondgekeken,
vertelde hoe een Boer hem eens had gesproken
van //een wonderbaarlijke granaat, die het Opper-
legde op het woord //politie", waarschuwde Ste
phen, dat hij voorzichtig moest zijn in zijne aut-
woorden. 't Gold hier naar alle waarschijnlijk-
heid een zaak, waarvan hij niets wist.
Hij sprak bedaard
Dat is heel goed van u gezien. Dus u
gaf liever het papier direct aan mij terug. Wat
is het?
Wel, meneer, 'tis een brief van een dame
en geen minnebrief, hoorNu raadt u 't
misschien al
Jaik denk het wel, zei Stephen,
die vreesde, zijn totale onwetendheid te bekennen.
Ge hadt zeker gerekend op eene beloo-
ning
Dat wil ik niet tegenspreken. Maar ik hoop,
meneer, dat u mij niet zal verdenken, dat ik u
geld wilde afpersen of zoo iets. Als ik goed ge
daan heb, met u den brief te brengen, dan laat
ik het honorarium aan uw beleefdheid over. Daar
hebt u den brief
Hij gaf den brief van de Dultsche vrouw aan
Stephen.
Deze zag het papier vluchtig in.
O, was het dat zei hij. Ik hecht er
eigenlijk niet veel aan. 't Is vreeselijk dwaas een
poging om mij af te zetten. Maar daar u er moeite
voor heeft gedaan, zal ik maar zeggen, dat de brief
mij vijf pond waard is.
Jim Chipchase's gezicht betrok.
Ik had gedacht, meneer, sprak hij, als iemand,
die zijn speech vooraf heeft klaargemaakt, dat
'teen millionnair als u, en een publiek persoon,
om zoo te zeggen, meer waard geweest zou zijn,
dat deze uit de handen van de politie bleef
wezen hun geschonken had en die aan de boomen
groeide".
De andere meende het bestaan der zonderlinge
vrucht in twijfel te mogen trekken en de Boer
beloofde daarop zijn bezoeker naar de plaats te
brengen, waar de bewuste boomen groeiden. Men
bereikte een rivieroever, waar een zeer bijzondere
boomsoort stond met reuzenbladen van twintig
voet, donkerzwart met lichtgroene lijnen de
vruchten deden het meest denken aan crocketballen,
lichtrose gekleurd.
Op den grond lagen vele zulke ballen, uitgedroogd
en diepblauw van kleur. De Boer nam een der
vruchteD op, besteeg zijn paard, reed vier mijl ver,
waadde de rivier in en plaatste daar de vrucht op
een uitstekenden rots. Men reed daarop een
flinken afstand verder, verborg zich in een kloof
en legde zich neer. De Boer mikte op de vrucht
en het volgend oogenblik was het of een salvo
van artillerievuur losbrak. Het water sprong woest
omhoog en bespatte de beide mannen, die op een
afstand van ongeveer 900 yards verwijderd waren
groote stukken rots vielen tot dicht bij hen neer.
Op de plaats van de ontploffing zelf vond men
ontwortelde boomen en gesplinterde rotsen over
een uitgestrektheid van een kwartmijl.
De Boer deelde mede, dat de vreeselijke vrucht
slechts in deze vallei groeide en den naam had
van //Donderboltje". //Wij hebben" zeide hij,
z/honderden van deze granaten te Pretoria, die wij
zoo noodig zullen gebruiken. Wij zullen trachten
ze in het vijandelijke kamp te smokkelen en ze
onder de Engelsche ammunitie te meugen, waar
zij een ontzettende verwoesting kunnen uitrichten.
Gaat dat niet, dan zullen wij de granaten langs
den weg plaatsen, die de Engelsche nemen. God en
de Mausers zullen het overige doen."
De Parijsche //Matin" schrijft
Koningin Victoria is 80 jaarzij is omringd
door tal van kinderen en kleinkinderen, waarvan
er maar edn, prins Christiaan van Sleeswijk- Hol-
stein, naar het oorlogsterrein getrokken is, terwijl
de anderen rustig naar hun kasteelen zijn terug-
gekeerd, nadat zij de vertrekkende troepen uit-
geleide gedaan hadden.
Mevrouw Kruger heeft vijf zoons, die alien,
nadat het eerste schot gevallen was, gewapend te
paard stegen en naar het front trokken.
Koningin Victoria is almachtig en blijft in haar
paleis.
Mevrouw Kruger is haar ouden man in den
oorlog gevolgd. En toen twee Engelsche bataljons
gedwongen waren, de wapens neer te leggen voor
de onversaagde Boeren, was niet ver van het slag-
veld een oude vrouw met een zwarte muts op,
die, voor al de haren, het vaderland vertegen-
woordigde.
Het Hbld. bevat den volgenden brief van
het elfjarig broertje J. H. B. Reitz van den Am-
sterdamschen student den heer Hj. Reitz, die onlangs
naar zijn vaderland is vertrokken. De brief was
aan dezen student gericht.
Bloemfontein, 20 Sept. '99.
Men hoort hier maar niets als oorlogoorlog
Op den 22"ten krijgen wij voor 11 dagen vacantie.
De Raad wordt Donderdag 2I,ttn geopend en dan
zullen ze besluiten of de Oranje-Vrijstaat de Z. A. R.
gaan helpen of niet. Als zij dat niet doen dan
zij valsch, maar ik geloof en hoop dat zij niet zoo
gemeen valsch 1 laag zullen zijn. En als zij
zoo gemeen zijn dan zal er toch wel eenige vrij
willigers uit den O. V. S. gaan.
Een heeleboel kerels is al naar huis gegaan
opdat zij er is voor de oorlog uitbreekt, daar al
de lijnen afgebroken zullen worden en zij dus niet
naar huis zullen kunnen gaan. Al de oude sol
daten (1) zijn weer gecommaudeerd en moeten naar
O, u behoeft niet bang te wezen, dat ik zal gaan
babbelen, als u niet betaaltik ben een eerlijke
jongen, en als u zegt, dat een vijfponds-briefje de
prijs is, dan neem ik datmaar om u de waar-
heid te zeggen, had ik gedacht, dat't u wel vijftig
waard zou zijn.
Stephen las den brief nog eens over. Hij ge-
loofde wel, dat Clement Hansell inderdaad liever
vijftig pond zou gegeven hebben, dan dezen brief
onder de oogen der politie te zien gebracht, nu
hij van plan was, in Engeland te blijven wonen.
Nu, jongmensch, sprak hij tot Jim, gij
hebt de zaak eerlijk en naar uw beste weten be-
handeld, en al is er niets in den brief, waarover
ik mij bepaald zou hebben te schamen, zal ik in
uw conditie bewilligen. Ik heb echter nu geen
vijftig pond bij mij. Kom ze morgen halen ge
kunt den brief zooiang in pand bouden, als ge wilt.
Jim schudde het hoofd.
Neen, meneer. Uw woord is mij voldoende,
en een cheque van u ook. Als u mij zoo'n pa-
piertje geeft, behoef ik u niet voor den tweeden
keer lastig te vallen.
Dit voorstel maakte Stephen eenigszins verlegen.
Hij kon nog geen wissel afgeven, eer hij aan de
bank was geweest.
Ik wou liever in contanten betalen, zei
hijkom morgen-ochtend tegen elf uur. Ik
zal 't geld klaar leggen, dan kunnen de bedienden
't u geven.
Uitstekend, meneer. Dat is dan alweer
in orde.
De heer James Chipchase maakte een prachtige
buiging voor den millionnair en ging, voldaau
over zijn boodschap.
Bloemfontein komen. Al de kerels tusschen 16
en 18 moeten in Bloemfontein blijven om de stad
te verdedigen. Alles gaat hier nog goed. Ik weet
nog niet waar ik in de vacantie heen zal gaan, ik
denk ik zal maar hier moet blij. Hier is nou
zoo min nieuws dat ik niet weet wat om te schrijf.
Met de Brill's gaat alles nog zeer goed. Het wil
weer regenen en toch het wil niet.
De jonge schrijver is blijkbaar naar huis ge-
roepen en vervolgt ruim een week later
Pretoria, 1 Oct. '99.
z/Neys en Joubert is gister op commando gegaan
naar de grenzen om de Rooinekken uit te hou.
E a zeg hij denk dat hulle deze week zal beginnen.
Hoe voel jij toch zoo ver weg als jij weet jou
volk wordt zoo verdruk Maar geloof maar in
de Heer want in hem, zegt de Bijbel, is altijd
troost en hulp te vinden. Leest jij 2 Kronijken 20.
Recht is Macht.
Wat denk de Hollanders toch van onze toestand,
kom hulle niet voor ons help? Groetenis aan de
familie in Holland, zeg hun dat zij zich niet onge-
rust moet maken daar als Jan Brand (2) zeide
z/Alles zal recht kom." Laat dit hun leus zijn.
Hier is op 't oogenblik een groot storm, dat
reen honde en katte en blits laat dit zoo kraak.
Excuus mijn slechte schrijven maar de blits en
on weer laat een kerel niet toe goed te schrijven.
Bijna al de Engelschen hier heeft al gevlucht
naar Durban of Kaapstad, De oorlog scare (3)
doet veel kwaad. Van Donderdag is hier bijna
elke aarid (4) een huis afgebrand. Dit is waar-
schijnlijk de laatste brief, die jij van mij zal
krijgen totdat die dingetjes oor (5) is, want morgen
wordt de treins gestopt. Een commando is uit-
gezonden om Dr. Jim (6) gevangen te nemen,
hij is weer met een leger op de Z. A. R. grenzen.
Ik geloof mijn brief is nou vol genoeg rot (7)
en onzin dus zal ik sluiten door mij uw lief-
hebbende broer J. H. B. Reitz aan te teekenen."
GEMEENTERAAD VAN SAS VAN GENT.
Zitting van 9 Nov. 1899.
Voorzitter de heer P. Wauters, wethouder.
Tegenwoordig de heeren Verhaak, Hamelynck,
Van den Berg, Malotaux en de secretaris.
Afwezig de heer Oole (een vacature).
De notulen der vorige vergadering worden
voorgelezen en vasfgesteld.
1. Ingekomen stukken.
Wordt gelezen een verzoekschrift van den onder-
wijzer H. de Caluwe en een van den heeer A. de
Lauwere, hoofd der school, om verhooging huuner
jaarwedde.
Wordt bcsloten die te behandelen bij de be-
grooting.
2. Vaststelling rekening algemeen armbestuur
over 1898.
3. Vaststelling begrootiug algemeen armbestuur
voor 1900.
Worden beiden goedgekeurd.
4. Vaststelling gemeente-begrooting voor 1900.
De Voorzitter leest deze artikelsgewijze voor,
waarna eenige posten worden besproken en veranderd
als volgt
De subsidie voor het algemeen armbestuur wordt
bepaald op f 910.
Post voor het bouwen eener muziektempel, waar-
voor f 900 was uitgetrokken, welke som verschil
lende leden te hoog achten, wordt gebracht op
500.
IIOOEDSTUK XXXIII.
Een morgenbezoek.
Toen Jim weg was, stond Stephen Alison op
en begon de kamer op en neer te stappen. Hij
kon zich niet goed een denkbeeld maken omtrent
het gewicht van den dreigbrief, welken zijn broeder
in een cab had verloren. Er was een of andere
schurkenstreek begaan aan de Kaap, begreep hij
de vrouw zou wel reden hebben voor de beschul-
diging.
't Viel hem niet in, dat nu hij, die Clement
Hansell's plaats had ingenomen, zelf bedreigd werd
met moord.
Het denkbeeld, dat hem op dit oogenblik geheel
beheerschte, was, dat de man, met wien hij zoo
even had gesproken, kwam uit het huis, waar zijn
doode broeder lagdie man moest geheel op de
hoogte zijn van wat er gebeurd was, sinds de
politie het lijk ontdekte en naar 't geen uit
het krantennieuws, dat Marsden hem vertelde,
bleek tot de conclusie kwam, dat Stephen
Alison zelfmoord had gepleegd. Hij had alles
willen geven om Jim Chipchase daarover aan't
praten te krijgen, doch hij had het onderwerp niet
durven aanroeren. Een onvoorzichtig woord had
kunnen verraden, dat hij meer van de zaak afwist,
en dat kon den slimmen koetsier aan't combineeren
hadden gebracht.
(Wordt vervolgd.)
(1) De artilleristen, zij dienen drie jaar en gaan dan weer
naar huis. Nu zijn zij alien opgeroepen.
(2) Johannes Hendricus Brand, de voorganger van K. W.
Reitz als president van den O. V. S., naar wien deze zijn
zoon heeft genoemd.
(3) Oorlogsvrees.
(4) Avond.
(5) Over.
(6) Dr. Jameson.
(7) Onzin.