Gemengde berichten.
TER NEUZEN, 23 Augustus 1899.
De zoo rijk gezegendeis orgeldraaier van beroep.
De commissaris van politie verzoekt opsporing,
aanhouding en bericht.
In den loop van den avond werden de betoogers,
•die tot in de buurt van het Oosterstation zich
vertoonden, herhaaldelijk door charges der politie
verspreid. De menigte riep: //Leve de Republiek
Leve het leger
Tegen tien uur hadden eenige ongeregeldheden
plaats op de Boulevards Magenta en Strassbourg.
Er werden revolverschoten gehoord, doch er waren
geen gekwetsteu. Eenige arrestaties hadden plaats.
Een tweetal couranten werden op straat verbrand-
In de Rue Chabrol, waar Jules Guerin met de
zijnen belegerd wordt, hadden tot na middernacht
betoogingen plaats.
Er ziju vijftig gewonden, waarvan een aantal
politieagenten. Voorts hadden 25 arrestaties plaats.
Tegen 1 uur werd de rust hersteld.
De gewonden werden niet getroffen door revolver
schoten of messteken, doch geraakten meest onder
den voet en beliepen aldus hunne, soms zware
kwetsuren.
Nog in een deel van ons vorig nummer werd
in het kort melding gemaakt van het Kon. besluit,
waarbij, met vernietiging van het besluit van
Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 29 April
1899, n°. 44, 1" afdeeling, op de aanvrage van
het bestuur der bijzondere lagere school in de
Jozinastraat te Ter Neuzen van de vereeniging
voor christelijk onderwijs aldaar, om rijksbijdrage,
bedoeld bij art. 54bis der wet tot regeling van het
lager onderwijs, over 1898, het bedrag dier bijdrage
wordt vastgesteld op f 1200.
Dit besluit berust op de volgende overwegingen
dat Gedeputeerde Staten hebben beslist, dat deze
school, waarvoor eene bijdrage was aangevraagd
van f 1200 over 1898, niet had voldaan aan de
eischen en voorschriften, in artikel 54bis gesteld
en mitsdien niet voor de bijdrage in aanmerking
kan komen
dat hun besluit steunt op de volgende over
wegingen
dat genoemde school, voor het jaar 1897 ge-
opend, over dat jaar niet in aanmerking is gekomen
voor de rijksbijdrage, zoodat het Koninklijk besluit
van 24 December 1897 (Stbl. no. 265) daarop
niet van toepassing is; dat de school daarom moet
voldoen, wil zij voor eene rijksbijdrage in aan
merking komen, wat het getal onderwijzers betreft,
aan het Koninklijk besluit van 18 April 1890
(Stbl. no. 64);
dat de school op 15 Januari 1897 had 257 en
op 15 Januari 1898 236 leerlingen, zoodat het
hoofd op 1 Januari 1898 had moeten zijn bijgestaan
door ten minste vier onderwijzers
dat dit niet het geval is geweest, daar de vierde
onderwijzer eerst den 26en April 1898 is in dienst
getreden, terwijl de vacature den 16en Juni 1897
is ontstaandat bij art. 54bia sub c der wet tot
regeling van het lager onderwijs is bepaald, dat
voor de rijksbijdrage niet in aanmerking komen
de bijzondere scholen, wanneer bij vacature in het
onderwijzend personeel tusschen het ontstaan daar-
van en de aanvaarding zijner betrekking door den
benoemde, een langer tijd verloopt, dan, wat een
onderwijzer geen hoofd der school betreft, van
vier maanden
dat Onze commissaris in Zeeland van dat besluit
bij Ous in beroep is gekomen, en daarop heeft
aangevoerd, dat, vermits voor deze school, welke
over 1897 geene bijdrage genoten heeft de ver-
plichting om aan art. 54bia, 2de lid sub c der wet
te voldoen, eerst op 1 Januari 1898 ontstaan is,
de termijn van vier maanden, welken de wet
toelaat voor de vervulling eener vacature van
onderwijzer, met dien datum is ingegaan en het
personeel dus tijdig is voltallig gemaakt;
dat het bestuur der Vereeniging voor Christelijk
Oom zal u bepaald missen.
De jonge man stak haar de hand toe, en zij
legde de hare er in. Toen hij die zacht drukte,
durfde hij de woorden niet uitspreken, welke hem
op de lippen kwamen. Hij had haar willen vragen,
of zij hem niet missen zou. Hij had haar maar
weinige dagen gekend, doch langzaam, maar zeker
had een gedachte zich van hem meester gemaakt.
Hij had voor de eerste maal zijns levens een meisje
ontmoet, wier beeld hem bijbleef, wier stem in
zijne ooren klonk, wier oogen op hem neerblikten
in zijne droomen.
Dennis Avory was verliefd geworden op May
Alison, en nu moest hij weg, zonder kans, haar
vooreerst weer te zien. 't Kon misschien jaren
duren want zijn verbintenis met Clement Hansell
bond hem, desnoods met dien man naar het buiten-
land te gaan. De kennismaking had zoo kort
geduurd enkele dagen slechts dat hij't on-
derwerp niet durfde aanroeren tegenover May of
haar oom.
Hij hield May's hand vast, langer dan noodig
was, en meende, dat zijn zachte handdruk werd
beantwoord, doch een man die tegelijkertijd in
liefde en twijfel verkeert, is in staat van alles
te denken.
Toen hij haar hand losliet, dacht hij, dat ze
een weinig bloosde, doch aanstonds kreeg zij haar
zelfbeheersching terug. Ze sprak
Ik hoop, dat wij u weer zullen zien meneer
Avory, als u nog eens te Patterdale komt.
Als ik te Patterdale kom, zal mijn eerste
jjezoek hier zijn, antwoordde hij.
Onderwijs mede beroep heeft ingesteld, en daarbij
heeft te kennen gegeven dat het eerst in den
loop van 1898 bericht heeft ontvangen van het
bezwaar tegen het uitkeeren van de rijksbedrage
over 1897 op grond van dezelfde vacature, waarin
in 1898 is voorziendat, als de school zich had
aangemeld als op 1 Januari 1898 geopend, de
bijdrage wel zou zijn verleend, en dat alleen dan
als de school over 1897 eene bijdrage had genoten,
de tijd, waarover de vacature in 1897 zich uit-
strekte, in aanmerking had moeten zijn genomen
overwegende, dat aan de school, welke het hier
geldt, op 16 Juni 1897 een vacature is ontstaan
in het onderwijzend personeel tot bijstand van
het hoofd, welke vacature na verloop van den bij
de wet voor de vervulling gestelden termijn bleef
voortbestaandat alzoo ingevolge het bepaalde
bij het 2do lid sub c van art. 54bia der wet tot
regeling van het lager onderwijs voor die school
de aanspraak op rijksbijdrage over 1897 was ver-
loren gegaan en dat die bijdrage over dat jaar
dan ook niet is genoten
dat derhalve de termijn, gesteld bij evengemelde
wetsbepaling voor de onderwerpelijke school moet
geacht worden opnieuw te zijn ingegaan op 1
Januari 1898 dat hoewel het aantal onderwijzers
op dien datum niet voldeed aan de eischen, gesteld
bij het Kon. besluit van 18 April 18&0 (Staats-
blad no. 64), door de indiensttreding op 26
April 1898 van den onderwijzer J. van Herp de
aanspraak op de Rijksbijdrage krachtens evenge-
noemde wetsbepaling voor het jaar 1898 niet is
verloren gegaan
Overwegende, dat de bijdrage door het school-
bestuur in zijne aanvrage met juistheid is berekend
Gezien de wet tot regeling van het lager
onderwijs
Hebben goedgevonden en verstaan
met vernietiging van het besluit van Gede
puteerde Staten van Zeeland, de daartegen ingestelde
beroepen gegrond te verklaren en de Rijksbijdrage
over 1898 aan het bestuur van de bijzondere
lagere school in de Jozinastraat te Ter Neuzen
vast te stellen op 1200.
Terstond na het ongeval, aan den stoker en
den bootsman van de //Prince Philippe" in den
avond van Zondag 13 dezer overkomen, liep een
gerucht, als zouden zij niet bij ongeluk in het
ruim zijn gevallen, doch worstelende daarin gevalleu
zijn. Een andere lezing maakte het nog erger
en wilde dat de bootsman den ander er zou inge-
worpen hebben en hij zich daarna om de aandacht
af le leiden ook in het ruim zou hebben neergelegd.
Over de juiste toedracht der zaak kon men door
ondervraging van de bemanning der boot niet
wijzer worden en er bleef over 't gebeurde een
sluier hangen, waarom wij van het gerucht ook
geen melding maakten.
Dat de bootsman in het geheel niet in het ruim
zou gevallen zijn klinkt ook al heel onwaarschijnlijk,
daar ook hij onder geneeskundige behandeling is
geweest, en de geneeskundige het toch wel zou
hebben ontdekt als hij niets mankeerde.
Een feit is het echter dat gisteren de justitie
uit Middelburg overkwam om naar de toedracht
der zaak een onderzoek in te stellen en den in
't ziekenhuis verpleegden stoker te hooren.
Zooals wij reeds meldden is de ander wegens
een nog te ondergane gevangenisstraf in hechtenis
genomen.
Het stoomschip ffZuid-Beveland" van de
prov. stoombootdienst op de Wester-Schelde is
gistermorgen naar de fabriek i»De Schelde" gebracht
tot het verrichten van enkele kleine werkzaam-
heden. VI. Crt.
Hulst. Door den heer Mr. P. van Alphen
alhier is bij den Raad dezer gemeente een request
ingediend tot toepassing van art. 26 der Gemeente-
wet (schorsing of ontzetting uit het lidmaatschap
van den Raad) op Henri H. M. Wouters, wegens
overtreding van art. 24 dier wet, onderhandsche
pacht van gemeentegoederen.
Sas van Gent, 23 Aug. Omtrent den bouw
der spiegelfabriek vernemen wij nog dat de aan-
nemer, de heer Ed. le Maire te Courcelle (Belgie),
spoedig en met kracht aan den opbouw zal be-
ginnenvoor de werkzaamheden zijn reeds vele
Waleu aangekomen, terwijl er deze week nog een
groot aantal verwacht worden, tot uitvoering van
het metselwerk, dat ongeveer 20,000 M3. bedraagt.
De lengte der fabriek zal zijn 245 M. op eene
breedte van 135 M.
De fabriek die einde van het volgende jaar in
werking zal treden wordt geheel electrisch verlicht,
V" -»
Toen gaf hij een hand aan den kapiteiu, die
hem harteiijk vaarwel zei, en ging heen.
Hij was in opgewekte stemming naar de Her
mitage gekomen en verliet het huis met beklemd
gemoed. Des kapiteins twijfel ten opzichte van
Clement Hansell had een sterken indruk op hem
gemaakt.
Voor 't eerst dacht hij er aan, of hij niet iets
onedels deed door een betaalde dienaar want
dat was het eigelijk te worden van een man,
wiens verleden hij niet keude en wiens eenige
aaubeveling was, dat hij fortuin gemaakt had in
een land, waar strikte eerlijkheid in zaken niet
de gewone weg tot rijkdom is, en waar vreemde
dingen verteld worden van de manier, waarop groote
speculanten hunne stoutste //coups" hebben ge-
waagd. (Wordt vervolgd).
terwijl alle kracht- en drijfwerken door electriciteit
zullen gedreven worden.
Zooals verwacht werd, hielden de kooplui
gisteren weer veemarkt op het erf van Bockstael
(Cureghem). Aangevoerd waren 12 stieren, 81
ossen, 52 koeien en 105 vaarzen, samen 250
beesten, die evenals de vorige week vlug en aan
goede prijzen verkocht werden.
Aan de lijn, thans de markt van Brussel ge-
noemd, was de aanvoer gering2 stieren, 6 ossen,
6 koeien en 12 vaarzen, samen 26 beesten.
Daar door vele slagers geklaagd werd over het
ondoelmatig terrein van Bockstael voor veemarkt,
hopen wij, in het belang van den handel, dat de
kooplui spoedig van gedacht mogen veranderen,
om meer onaangenaamheden te voorkomen.
Koewacht. De toestand van den gewonde D. de
Schepper is, ofschoon niet zorgwekkend, toch nog
altijd ernstig. De dichtgenaaide buikwonde is ver
leden week weer opengesprongen en moest dus op
nieuw verzorgd worden. Intusschen is de instructie
in deze zaak begonnen. Verschillende getuigen zijn
reeds naar Middelburg geweest.
De verdachte A. C. blijft maar steeds volhouden,
dat hij wel De Rechter de snede over den linkerarm
heeft toegebracht, doch dat hij De Schepper, die
buiten den twist stond, niet gestoken heeft.
Ook is het nog niet opgelost hoe en van wien
de verdachte den steek in den rug ontvangen
heeftzoodat het onderzoek wellicht nog veel aan
het licht kan brengen.
Graauw. Voor de alhier plaats gehad hebbende
aanbesteding voor het bouwen eener nieuwe brug
in den Melopolder, in het gehucht vde Paal"
kwam niet een geldig biljet in. Het werk wordt
alsnu in dit dienstjaar niet uitgevoerd.
Het bezoek van H. M. de Koningin aan
de havens en handels-inrichtingen der gemeente
Rotterdam is thans bepaald op Maandag 25
September.
Maandagmiddag is te Hoofdplaat een 25jarig
man bij het zwemmen verdronken.
Men meldt uit Amsterdam 't Was Maandag
Hartjesdag, en 's avonds hartjes-jagen, ouder ge-
woonte. De open rijtuigen met drinkende en
schreeuwende bacchanten waren dit jaar minder
talrijk dan vroeger. Vermoedelijk zijn de droeve
gevolgen van verleden jaar en van voor 1 wee jaar,
toen verscheidene personen in dronkenschap ver
dronken zijn, nog niet uit het geheugen.
De kinder-pret en het straatvuurwerk was echter
drukker.
In de Reestraat trachtte een aangeschoten man
een aldaar posteerenden politieagent een blauwen
bril op den neus te zetten, wat tot handtastelijk-
heden aanleiding gaf, en waarbij vijf agenten te
pas kwamen om den grappenmaker mede naar 't
bureau te nemen.
Toen de agent zijn post weer betrokken had,
kwam een vrouwelijk familielid van den gearres-
teerde met een mes op den diender aanvliegen.
Hij moest voor de razende vrouw de vlucht nemen
in een vleeschhouwerswinkel.
Een jongen van elf jaar, die zich te ver
gewaagd had, is aan den Maaskant te Vlaardingen
bij het zwemmen verdronken. Kameraden brachten,
tot grooten schrik van de ouders, zijn kleeren
thuis met de mededeeling dat zij hem nog hadden
gegrepen, maar hem niet hadden kunnen houden.
Zondagmiddag ging de 62jarige Pieter Bosua,
op den Noordendijk te Dordrecht woonachtig, eeu
dutje op zolder doen. Toen hij zich daarna naar
beneden wilde begeven, zag hij niet, waarschijnlijk
nog een weinig dommelig, dat het zolderluik open-
stond, met het noodlottig gevolg dat de oude
man naar beneden viel. Aan de gevolgen van dien
val is de ongelukkige overleden.
Te Vlaardingen had eene dame, moeder van
zeven kinderen, het ongeluk, bij het te bed bren
gen van een der kleinen, uit te glijden en zich
inwendig zoodanig te bezeeren, dat zij kort daarop
overleed.
Maandagochtend-viel een oppassend werkman
te Krabbendijke, die bezig was een stapel graan
te dekken, juist toen hij klaar was met de ladder
naar beneden. Hij kreeg een schedelbreuk.
Zondag werd te Berlicum het lijk gevonden
van zekeren F. van der B. uit Heeswijk. Daar er
op het lijk verwondingen zijn geconstateerd, wordt
er aan misdaad gedacht. Van der B. was gehuwd
en vader van een talrijk gezin.
In den nacht van Zaterdag op Zondag is
eene brulale poging tot inbraak gepleegd op het
kerkhof St. Barbara te Amsterdam. Door het ver-
breken van eene ruit konden de inbrekers de deur
van de sacristij den kapel bereiken, en hier werd
blijkbaar geprobeerd zich daar toegang te verschaffen
door middel van een breekijzer. Dit is evenwel
niet gelukt en er wordt niets vermist.
Zondagavond kwam de 23jarige A. J. van
der Meer in een bierhuis aan de Gerard Scholten-
straat te Rotterdam, waar hij den schoonvader
van den kastelein aantrof, de uit den moord van
Berkel en om andere feiten bekend geworden A.
Kraayenbrink, om wien het hem klaarblijkelijk te
doen was. V. d. M. liep regelrecht op Kr. toe
en stak hem zijn mes een paar duim diep in den
rug, waardoor deze zwaar gewond werd. V. d. M.
werd daarop door burgers gegrepen en aan de politie
overgeleverd. Hij handelde vermoedelijk uit wraak-
zucht, omdat hij gelooft dat Kraayenbrink en zijne
kornuiten zijnen broeder op den slechten weg
hebben gebracht. Die broeder bevindt zich wegens
een inbraak in hechtenis en heeft, naar vermoed
wordt bij de arrestatie op eenen politieagent ge-
schoten.
De reizigers van trein 141 uit Amsterdam
zijn Zaterdagmiddag door de activiteit van den
machinist Muller II (aldus genoemd om hem van
anderen van gelijken naam te onderscheiden) aan
een groot gevaar ontsnapt.
Terwijl de boomen van den z. g. doodweg aan den
Oudenweg te Haarlem reeds gesloten waren, werden
die door twee smidsjongens geopend, die daar toen
eene kar waarop eenen ijzeren balk op de spoorlijn
reden. De trein kwam aan en dejongens konden
de kar niet meer wegkrijgen en alleen door het
dadelijk handelend optreden van Muller gelukte
het de locomotief te stoppen, toen die reeds tegen
den kar op stond.
Tegen de jongens is proces-verbaal opgemaakt.
Men schrijft Hoe dwaas soms zelfs door
autoriteiten, van wie men zulks niet verwachten
z°n, gehandeld wordt om aan de voorschriften
der wet te voldoen, kan uit het navolgende weer
eens blijken.
1 oen kort geleden in de Limburgsche gemeente
V. door de gemeentepolitie een persoon was aan-
gehouden wegens een aanzienlijken die.fstal en het
voor het onderzoek noodzakelijk was dat de aan-
gehoudene in voorarrest werd gehouden, moest de
aangehoudene ter voldoening aan de voorschriften
der wet gelucht worden.
Daar echter in of nabij het arrestantenlokaal
daarvoor geene inrichting of gelegenheid bestond,
was goede raad duur. De in den dieost vergrijsde
commissaris van politie wist daar echter raad
voor, hij requireerde zijn oudsten, ruim 60jarigen
eveneens in den dienst verharden veldwachter,
boeide dezen met den aangehoudene aaneen en
stuurde toen beiden uit wandelen langs straten
en pleinen der gemeente V., totdat de aangehoudene
genoegzaam gelucht was.
Een gelukkige vader te 's Hertogeubosch
die het vorige jaar een drieling bij den Burgerlijken
stand aangaf, kwam Zaterdag aan dat bureau
mededeeling doen van de geboorte van een tweeling.
De man heeft er nu in 5 jaar 8
Verleden week stapten in het hotel L. te
Roermond een deftig gekleed heer en eene dame
af en bestelden eene kamer. 't Schenen fijne lui
te zijn en erg royaal, ten minste zij lieten zich
goed opdisschen. Den volgenden dag besloten ze
een fietstochtje te makeu en omstreeks 9 uur
vervoegden zij zich bij den rijwielhandelaai W. Eerst
werd de stad bezichtigd en toen de Maaslrichter-
wegdeze schijnt hun zeer goed bevallen te zjjn,
want ze zijn in de richting Maastricht door blijven
fietsen. De hotelhouder had reeds een fijn diner
klaar gemaakt, doch toen het paartje om twee
uur nog fietste, deed hij aangifte bij de politie.
Het signalement luid als volgtheergewone
taille, haar, wenkbrauwen, oogen en knevel zwart,
draagt een lorgnet en is gekleed in zwart fantasie-
costuum met zwarten lagen hoed en leeren schoenen
uit een stukde dame is zeer klein van taille.
Beiden spreken Fransch en Vlaamsch. Het heeren-
rijwiel heeft witte raderen, dat der dame is geheel
zwart. Voorts is het heerenrijwiel gemerkt met
Th. Wiers, Roermond, Holland. De nameu zijn
niet bekend, daar de hotelhouder verzuimd heeft
ze in de daarvoor bestemde registers te laten
teekenen.
Het mooiste van het geval is, dat de eigenaar
der rijwielen het wieleud paartje op de Maastrichter-
weg ontmoette, omstreeks llj uur, en toen nog
een kleine reparatie verrichtte, waarvoor zij hem
vriendelijk bedankten en beleefd groetten. Hadde
hij toen hunne voornemens eens kunnen raden
De laad- en lossteiger der Hollandsche
IJzeren Spoorwegmaatschappij te Amsterdam, die
zich langs de drie eilanden Kattenburg, Wittenburg
en Oostenburg uitstrekt, heeft Zondagmiddag over
eene lengte van 250 meter in brand gestaan.
Omstreeks vijf uur werd het vuur ontdektwel
was de brandweerpost op Kattenburg spoedig
gereed tot watergeven, maar zij stond vrijwel
machteloos tegenover het zich al verder uitbreidend
vuur. Tegelijk met de stoom- en handspuiten van
alle kazernen stroomde spoedig een vloed van
toeschouwers naar de plaats des onheils. De
brandweer kon slechts moeilijk den brandenden
steiger bereiken, daar des Zondags het gansche
spoorwegterrein met hekken is afgesloten. Aller-
eerst bracht zij eenige bemande flesschen met
zoutzuur in veiligheid, terwijl spoorwegpersoneel
de goederen uit den aan het einde van den steiger
staande douaneloods in waggons borg, die ver van
het vuur werden gebracht. Met 28 waterstralen
werd het vuur aangetast. Het geteerde steigerhout
brandde niettemin lustig, een prachtig schouwspel
opleverend. Op de gracht bewaarde politie de
orde onder de duizenden toeschouwersin het
water der nieuwe vaart dreven zeer vele bootjes
rond, bemand met publiek. En de Jan van der
Heijden, die wegens den fellen gloed een eind