BIJVOEGSEL Tgr Nsuzsnschs Courant Zaterdag 29 Juli 1899. No. 3796. Gemengde berichten. Gemeenteraad van Ter Neuzen. VA.N DE VAN Nog uit verscheidene plaatsen komen be richten van onweder voor. Te Krommenie sloeg de bliksera in het huis van den tabakshandelaar De Wit, aan het Zuid- einde, veruielde een gedeelte der schoorsteenpijp, liep langs de zolderbalken, waarvan de splinters afgeslagen werden, vervolgens naar beneden door een bedstede, waarvan een stijl gespleten werd, en ging langs de zoldering van de woonkamer. De bewoners, acht in getal, zijn gelukkig met den schrik vrij gekomen. Te De Haar, bij Friezenveen, is de landbouwers- woning van J. S. met den inboedel en de land- bouwersgereedschappen eeue prooi der vlammen geworden. De kinderen waren alleen tehuis. Het vee was bniten. Te Rhaan, bij Hellendorn, is de landbouwers- woning van den heer Ter Braake, te Friezenveen, door den bliksem getroffen en geheel afgebrand. Onder de Broekheurn (Lonneker) is de land- bouwer 1)., toen hij zich met zijn spade huiswaarts begaf, door den bliksem getroffen. De ongelukkige was terstond dood. Te Usseloo is door het onweder de landbouw- hoeve van de familie L., te Enschede, in brand geraakt en geheel vernield. Alles was verzekerd. Te Graft (N.H.) is een der schermermolens door den bliksem getroffen. De vrouw van den molenaar J. R. werd tegen den grond geworpen. Gelukkig kreeg zij het bewustzijn terug. Zij voelde toen eene drukking op het hoofd, terwijl eenige hoofdharen gezengd waren. Overigens had zij geen letsel bekomen. Van den tnolen werden eenige latten weggeslingerd. Te Beemster is het paard van D. G. door den bliksem getroffen. Ook te Culemborg is een paard door den blik sem gedood. Te Haulerwijk (Fr.) is eene boerenbehuizing, bewoond door de Wed. O. D., geheel afgebrand. Het huis en een gedeelte van den inboedel waren verzekerd. In de Betuwe hebben de zware hagelbuien belangrijken schade veroorzaakt. Te Ressen zijn vele te veld staande gewassen verhageldte Oosterhout en te SlijkEwijk is de tabak geheel vernield. Nabij Venloo is de 65jarige tuinier P. de Winden op den akker door den bliksem gedood. Maandagavond is te Culemborg de bliksem ge stagen in een der lokalen van het R. K. Pension- naat „Mariakroon", alwaar een begin van brand ontstond die echter zeer spoedig gebluscht werd. Te Zunderdorp (gemeente Nieuwedam) zijn een kalf en eene koe door den bliksem getroffen. De koe toebehoorende aan den landbouwer Gaaf, was juist gemolken, en de melker had zich eenige seconden te voren verwijderd. Te Assendelft werd edn en onder Velsen werden vier runderen door den bliksem gedood, behoorende aan de veehouders Kleijne en Schuil. Te Haarlemmermeer werd een jong paard van deu landbouwer W., aan den Sloterweg, getroffen en gedood. Te Sleen (Dr.) is de boerderij van A. W. Meppelink getroffen en in vlam gezet. Alles hrandde af. Een paard, vier koeien en een varken zijn omgekomen. Te De Steeg is de bliksem tangs een telegraaf- draad gestagen in een bloktoestel op het bureau van deastationschef. Behalve eenige groote ruiten, verbrijzelde de straal een gedeelte van het plafond en het toestel. De 4 personen, die in het bureau waren, kwamen er buiten verwachting goed af. Er ontstond geen brand. Een jong meisje te Gembloux, dat alleen thuis was, werd in den winkel van haar ouders opgezocht door een vreemdeling, die, toen hij hoorde dat de vader en moeder niet thuis waren, het meisje dreigde haar het leven te benemen, wanneer zij hem niet 100 francs gaf. Het moedige meisje, voorgevende het geld te zullen halen, liep naar boven en keerde terug met een revolver, dien zij op den indringer aanlegde, terwijl zij hem beval het huis te verlaten. De vreemdeling nam daarop oogenblikkelijk de vlucht en wordt thans door de politie gezocht. De spiegel voor den grooten kijker, welke op de Panjsche wereldtentoonstellling de bezoekers in staat zal stellen de sterren waar te nemen op korteren afstand dan ooit te voren, is thans gereed. Die spiegel heeft een middellijn van 2 meter en is niet minder dan 3000 kilogram zwaar. Men zal dan met grooten kijker, welke'voorzien wordt van het machtigste objectief ter wereld, a] terstond belangrijke waarnemingen kunnen doen. De zonsverduistering van 29 Mei a. s. zal te Parijs wel niet volslagen zijn, zooals in Spanje, maar toch zeer goed te zien wezen. Vergadering van Donderdag 27 Juli 1899. Voorzitter de heer J. A. P. Geill, burgemeester. Aanwezig alle leden, met uitzondering van den heer Van IJsselsteijn, die wegens ziekte afwezig is. Na opening der vergadering worden gelezen de notulen der voorgaande. De heer Wieland Nu het gesprokene over de commissie van de schoolgelden door de couranten en ook door de notulen is vereeuwigd, wensehte ik daarover wel eenige toeliehting te geven. De Voorzitter moet bezwaar maken om daarvoor nu het woord te verleenen. Het geldt nu eenvoudig al of niet goedkeuring der notulen. De heer Wieland Moet hetgeen over die commissie ge- zegd is, dan maar vereeuwigd worden. De Voorzitter Later kunt u toelichtingen geven als u meent dat dit noodig is. Nu breng ik alleen in rondvraag of de redactie van de notulen, zooals die door den secretaris zijn opgemaakt, is overeenkomstig het in de vorige vergade- riug gesprokene. De heer Moes is het eens met den heer Wieland, zij zijn er de vorige maal niet geweest. Ook hij acht toeliehting noodig en meent dat dit nu direct te pas komt. De Voorzitter is het daarmede niet eens hij kan thans over geen ander onderwerp besprekingen toelaten dan over de redactie der notulen. Later, bij de omvraag, kunnen de leden die er niet geweest zijn naar aanleiding der notuleu opmerkingen maken of toelichtingen geven, die dan behandeld zullen moeten worden. De heer MoesIk vind het beter dit terstond te doen, want het zou kunnen zijn dat wij geen tijd hadden om te blijven. De Voorzitter kan niet van de raadsleden onderstellen dat zij geen tijd zouden hebben om te blijven en, whs dit zoo, dan zou voor die zaak eene afzonderlijke vergadering moeten worden belegd. Hij zal evenwel die zaak straks voor alles aan de orde stellen. Hij vraagt of iemand aanmerkingen heeft op de notulen omtrent onjuiste redactie. Waar niemand daarover het woord verlangt, worden de notulen z. h. s. goedgekeurd. Hierna wordt de openbare vergadering geschorst en gaat over in eene met gesloten deuren. De vergadering weder openbaar geworden zijnde geeft de Voorzitter het woord aan den heer Wieland om de toelieh ting te geven, zooeven door hem bedoeld. De heer Wieland deelt mede, dat de commissie voor het onderzoeken der schoolgeldheffing op een avond vergaderde. Men kwam toen tot eene berekening, tot men stuitte op het ontbreken van gegevens en dus later nog eene vergadering zou houden. Den volgenden dag kwam echter de heer Van den Hoek bij hem en wees er op, dat de verordening niet zoude gedoogen dat een hooger schoolgeld dan f 1 per maand geheven werd. Waar het nu juist zijne bedoeling was om van de gegoeden meer schoolgeld te heff'en, van menschen met een paar duizend gulden inkomen, heeft spreker den heer Van den Hoek gezegd verder niet meer te willen mee- werken, als men daartoe wegens de verordening toch niet kon geraken. Het was niet om misschien voor enkele per sonen met zes tot acht honderd gulden inkomen eene veran- dering te kunnen voorstellen, dat hij de opdracht aanvaard had. Hij herhaalt den heer Van den Hoek te hebben ver- klaart geen verdere moeite te hebben willen doen, en wil niet het verwijt dragen dezen onheusch bejegend te hebben door zich zonder kennisgeving aan de zaak te onttrekken. De heer Van den Hoek zegt nit de mededeeling van den heer Wieland te hebben afgeleid, dat hij niet wilde meedoen aan de eerst door de commissie besprokeu regeling, maar had niet begrepen dat deze er geheel van afzag. De heer WielandHet. was alleen mijne bedooling om van de gegoeden meer te vorderen en te voorkomen dat deze nog reductie van de gemeente krijgen. Waar ik dat doel niet kon bereiken acbtte ik verdere moeite te vergeefs. Ik vind het ook vreemd, dat de heer Van den Hoek, die hier reeds een keer of drie gesproken heeft over middelen om de progressie bij den hoofdelijken omslag te kunnen behouden, zoo tegen progressie is bij de schoolgeldheffing. Voor den hoofdelijken omslag acht de heer Van den Hoek het goed dat de vermogenden meer betalen, maar daarvoor zou ik dan ook moeten gaan passen. Ik acht die houding zeer inconsequent De heer Van der Moer noemt hoofdelijken omslag of schoolgeldheffing heel wat anders. De heer Wieland kan daarmee niet instemmen. Er zijn plaatsen waar tot 2 per maand betaald wordt. De heer Van der Moer: Ja, als dat kan is er ook geen bezwaar tegen. De heer Van den HoekMen moet niet uit het oog verliezen dat men bij schoolgeldheffing rekening heeft te houden met de wet. De heer Wieland Dat is nu met den hoofdelijken omslag ook het geval. De heer MoesWe zagen geen kans om volgens een heffing op denzelfden voet ingrijpende veranderingen in de aanslagen te maken en hebben daarom den secretaris gezegd geen moeite te doen voor het gereedmaken der gevraagde gegevens, daar we ons van verdere bemoeiingen onthielden. De Voorzitter meent dat nu zoowel eenigszins gebleken is wat de bedoeling der heeren is en stelt voor de discussie te staken, wat wordt goedgevonden. Daarna komt achtereenvolgens aan de orde 1. Ingekomen stukken. a. Een schrijven van den inspecteur der posterijen, mel- dende dat de voor telefoonkantoor te Sluiskil aangewezen localiteit te klein en onvoldoende verlicht is, terwijl tevens wordt aangegeven hoe daarin verbetering kan aangebracht worden. De Voorzitter deelt mede dat in overleg met den gemeente- bouwmeester reeds inaatregelen voor verbetering zijn getroffen. Zoodra deze zijn aangebracht zal daarvan aan het bestuur der posterijen worden kennis gegeven en dan moet men 't verder weer afwachten. I», Proces-verbaal van de door Burg, en Weth. bij den gemeente-ontvanger op 23 Juni 1.1. gehouden kasopname, waarbij in kas werd bevonden 5997,31$. Een brief van Gedep. Staten van Zeeland dat de rijksuitkeering aan deze gemeente voor 1899 is vastgesteld op 12,633,07J. De Voorzitter merkt op dat dit 247,274 hooger is dan de raming. d. Eene beschikking van den Minister van Binnenlandsche zaken, dat geen termen gevonden zijn om aan deze gemeente de voor 1899 gevraagde buitengewone subsidie voor onder- wijskosten toe te staan. De Voorzitter herinnert dat door reeds in de begrooting aangebrachte wijziging deze subsidie onnoodig was gebleken. c» Brief van Gedep. Staten houdende goedkeuring van raadsbesluiten tot af- en overschrijvingen op de begrooting voor 1898. f. Brief van den heer J. N. J. Boom, dat hij wegens vertrek uit de gemeente met 1 Augustus ontslag verzoekt als lid der plaatselijke schoolcommissie. Op voorstel van het Dag. Best, wordt dit ontslag eervol verleend, onder dankbetuiging voor de verleende diensten. Het schrijven was gesteld in handen van de schoolcommissie, die overeenkomstig de verordening voor eene vacature eene aanbeveling moet inzenden, welke ook reeds is ontvangen. Door de schoolcommissie worden aanbevolen de heeren E. Smilde en A. T. de Groot. Tot stemming wordt overgegaan, waarbij blijkt dat 4 stemmen zijn uitgebracht op den heer Smilde, 3 op den heer De Groot, 4 briefjes bianco zijn en een wordt van onwaarde verklaard waarop staat »blanco." Alsnu openbaarde zich verschil van meening over de vraag of door een der candidaten de volstrekte meerderheid is behaald. De Voorzitter is van meening dat alleen van het aantal uitgebrachte stemmen moet worden afgetrokken het van on waarde verklaarde, en de meerderheid dus 6 bedraagt, die door niemand der candidaten is behaald. De heer Van den Hoek en arideren meenen dat ook de oningevulde briefjes van onwaarde zijn, wat de Voorzitter nu ook toestemt. De heer Van der Moer helt over tot de eerste meening van den Voorzitter en acht de blanke briefjes ook wel degelijk wettig uitgebracht. Uit de bekend zijnde voorschriften deze kwestie niet kun- nende worden opgelost breng de Voorzitter in omvraag hoe in deze te handelen en wordt besloten de blanco's ook van onwaarde te rekenen. De volstrekte meerderheid bedraagt 4, welk aantal stemmen de heer Smilde verkreeg, die aldus benoemd is. De heer Van der Moer merkt op dat de genomen beslis- sing aangaande de geldigheid der briefjes naar hem nu blijkt in overeenstemming is met art. 13 van het reglement van orde. ff. Een adres van Joz. Michielsen, verzoekende wegens liehamelijke ongeschiktheid ontslagen te worden voor den dienst bij de brandweer. Bij dit adres wordt overgelegd eene geneeskundige verklaring, dat adressant ongeschikt is voor alle diensteu bij de brandweer. De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor adressant overeenkomstig de bepalingen der verordening van den dienst bij de brandweer te ontheffen. Z h. s. aldus besloten. 8. Aanbieding gemeenterekening dienst 1898. Burg, en Weth. bieden deze rekening aan ten bedrage van 58,050,84 in ontvangsten, f 55,724,32$ in uitgaven en alzoo met een goed slot van 2326,51$ sluitende. 3. Aanbieding rekening Comm. grindweg Ter NeuzenHoek. Van de Commissie van beheer over den grindweg Ter NeuzenHoek is ontvangen de rekening over het dienstjaar 1898, bedragende in ontvangsten f 990, in uitgaven f 1091,52 en alzoo met een nadeelig slot van 101,52. •ft. Benoemen Commissie onderzoek Gemeenterekening ca. Voor het onderzoeken van- en het uitbrengen van rapport over de gemeenterekening, die van het Burgerlijk Armbestuur, de Kamer van Koophandel en den grindweg Ter Neuzen Hoek wordt eene commissie benoemd en daarvoor naar volgorde van zitting aangewezen de heerenDe Koeijer, Van der Moer en Grenu, die de opdracht aanvaarden. H. Onderzoek ingekomen geloofsbrieven leden Gemeenteraad. Ingekomen zijn de geloofsbrieven der herkozen leden van den Raad, de heeren J. C. Harte, A. Visser, L. J. van der Moer en D. J. Dees. Deze worden voor onderzoek en rapport gesteld in handen eener commissie, waartoe de Voorzitter benoemd de heeren Moes, Grenu en Van de Velde. De commissie verwijderdt zich voor het verrichten der taak. De vergadering wordt geschorst. Nadat de vergadering weer is geopend verklaart de commissie bij monde van den heer Moes dat de stukken in orde zijn bevonden en concludeerd tot toelating der herkozen heeren. Met algemeene stemmen wordt liiertoe besloten. Benoeming onderwijzeres school A. m De Voorzitter De stukken, hierop van betrekking hebben ter inzage gelegen. De voordracht bestaat uit de dames A. B. J. Wissel te Ter Neuzen, J. A. I. Dieleman te Kwintsheul, S. de Vrieze te Middelburg en S. Dees te St. Philipsland. Van mej. De Vrieze is een schrijven ingekomen dat zij hare benoeming te Oosterland heeft aangenomen en dus voor de betrekking alhier niet meer wenscht in aanmerking te komen. De Voorzitter brengt alsnu ter sprake het artikel der ge- meentewet, voorschrijvende dat raadsleden zich moeten ont- houden aan de stemming wanneer daarin bloedverwanten tot in den derden graad betrokken zijn. Hij vraagt of dit met een der raadsleden met betrekking tot een der voorgedragenen het geval is. De heer Moes heeft gehoord dat er kwestie over bestaat. dat zulks met hem het geval zou zijn. Hij is echter van meening dat de bloedverwantschap tnsschen hem en een der voorgedragenen niet van dien aard is, dat zich dit geval voordoet. Hij is daarover oom, omdat het een dochter is van de overleden zuster zijner vrouw. De zwagerschap is dus door aanhuwen ontstaan en spreker meent zich niet te moeten onthonden. De Voorzitter is ook die meening toegedaan. Hij heeft de kwestie dan ook alleen ter sprake gebracht omdat het hem bekend was dat er verschil van meening in de onder- havige zaak bestond. In de Gemeentestem is voor een geval waarin de bloedverwantschap gelijk staat de vraag gesteld, of het lid van den raad zich moest onthouden en deze vraag is ontkennend beantwoord. Het is geen directe zwagerschap maar komt van den kant der vrouw. De heer Van der Moer merkt op dat, wanneer de moeder der sollicitante, zuster der echtgenoote van den heer Moes, nog leefde, er in den geest der wet wel degelijk zwagerschap zou bestaande sollicitante is toch de eigen dochter dier zuster. Nu de moeder gestorven is kan er echter geen kwestie meer van zijn. Alsnu wordt tot stemming overgegaan en mej. Wissel be noemd met 6 stemmen, mej. Dees verkreeg 4 en mej. Dieleman 1 stem, terwijl 1 briefje bianco was. 7 Voorstel Bag. Bestuur wijziging verordening brandweer. De Voorzitter deelt mede dat hij nog niet is gereed kunnen komen met eene nieuwe verordening. Door de groote drukte die in 't begin van 'tjaar heerscht met de volkstelling en andere periodieke werkzaamheden, acht het Dag. Best, het gewenscht den tijd voor aangiften en daarmee in verband staande zaken te verschuiven tot het einde des jaars. De door het Dag. Best, voorgestelde wijzigingen strekken om te bepalen dat de in art. 2 2 bepaalde tijd voor aangifte in plaats van »2 tot en met 14 Januari" te stellen op »2 tot on met 14 October", de in art. 5 voorgeschreven jaarlijksche herinnering aan de verplichting tot het doen van aangifte, in plaats van de eerste helft der maand December" te doen in »de tweede helft der ,maand September" De in art. 6 voorgeschreven oproeping van vrijwilligers in plaats van »de eerste helft der maand Januari" te doen in »de eerste helft der maand October" het in art. 9 voor het benoemen der lotingscommissie be paalde tijdstip »Februari", te veranderen in »November"; het in art. 11 bepaalde tijdstip voor het opmaken der lijst van vrijstellingen, »1 Februari", te veranderen in 15 Decem ber" en art. 14, thans luidende »In de eerste helft der maand April worden de vrijwilligers en dienstplichtigen in dienst gesteld, te vervangen door een nieuw art., luidende Den l,ten Januari van ieder jaar worden de vrijwilligers en dienstplichtigen in dienst gesteld. De op dat oogenblik bij de brandbluschmiddelen niet vrijwillige ingedeelde ingeze- tenen krijgen hun ontslag in den loop der maand Januari, wanneer de nieuw in dienst gestelden bekend zullen zijn met de verplichtingen die zij hebben na te komen." De heer Van der Moer had liever gezien dat eene wijziging was voorgesteld zooals hij die indertijd aan Burg, en Weth. heeft ingezonden en ook aan de leden van den Raad heeft meegedeeld. Dan was de aangifte en loting geheel vervallen en had men er ook geen drukte van. Buitendien bestaat bij hem nog altijd het bezwaar of de toestand nu wel wettig is en of de menschen die volgens de bij de laatste wijziging ge- maakte overgangsbepaling dienstplichtig worden beschouwd, wel werkelijk dienstplichtig zijn. Er is toen gezegd dat dienst plichtig bleven zij die onder de oude verordening dienden, maar waren die wel wettelijk ingedeeld of tot dienen verplicht Hij kan zich met de veranderingen der datums wel vereenigen maar had liever ineens de noodige verandering zien aange bracht dan dat men nu later weer moet gaan wijzigen. De Voorzitter herhaalt, dat hij bezig is aan het maken eener nieuwe verordeningdit is echter nogal tijdroovend, wat de heer Van der Moer zelf ook wel zal ondervonden hebben. Men schrijft soms een artikel neer waarvan men later weer ziet dat het niet klopt met een ander artikel en moet dan weer trachten dit met elkaar in overeenstemming te brengen. In het nieuwe ontwerp zal echter rekening ge houden worden met de aanwijzingen van den heer Van der Moer en spreker hoopt dat de nieuwe verordening na de besprekingen in den Raad zoodanig zal zijn saraengesteld dat dan niet telkens veranderingen zullen behoeven gemaakt te worden. In afwachting van het maken eener geheel nieuwe regeling geef ik zegt spreker dus in overweging om de nu voorgestelde wijzigingen te aanvaarden, opdat hetgeen noodig is regelmatig kunne geschieden. De heer Van den Hoek zou ook nog wel eene bepaling wenschen opgenomen te zien aangaande de vrijwilligers, en het bestuur der brandweer in overweging willen geven geen jongens beneden de 18 jaar te nemen. Men neemt er tejonge personen bij en, jnaar hij gehoord heeft, werkt het met die vrijwilligers verkeerd. De Voorzitter: Ik heb juist integendeel ervaren dat het goed werkt, maar ik weet dat er een tegenwerking bestaat. Het is treurig genoeg maar het spijt mij toch, zonder namen te noemen, te moeten zeggen dat die tegenwerking juist komt van eene zijde, vanwaar men die het allerminst zou mogen verwachten. Er zal echter in de nieuwe verordening ook eene bepaling aangaande de vrijwilligers worden opge nomen. Ik verzoek daarom voor 't oogenblik dat alles te laten rusten. Buitendien geloof ik dat er maar een enkele onder de vrijwilligers beneden de 18 jaar is. Er zijn wel kleinen onder, maar wat deze dan te kort komen in krachten wordt weer vergoed door vlug werken. De heer Van den Hoek had niet van kleine personen maar van jonge gesproken. Verder haalt hij een voorbeeld aan, van iemand boven de 50 jaar, een vrijgestelde, die nog was opgeroepen voor eene oefening. De man verklaarde dien avond niets te doen te hebben en daarom het kwartje nog maar te zullen meesnappen. Men had hem echter niet meer mogen oproepen. De VoorzttterDie man was nu misschien juist aan den leeftijd om ontslagen te worden en dat geschiedt ook maar eens in 'tjaar. De heer Van den HoekHij was 52 jaar en volgens art. 13 wordt een bediende buitendien ontslagen zoodra hij zijn 51 jaar is ingetreden. De heer Van der Moer merkt op dat de man eenvoudig niet had behoeven te gaan, wat den heer Van den Hoek doet zeggen, dat niet ieder dadelijk zoo vrijmoedig is om zich aan een door autoriteiten gegeven bevel te onttrekken. De Voorzitter acht het 't best dat zulke personen bij het Dag, Best, hunne bezwaren indienen, dat dan de zaken kan onderzoeken. Alsnu wordt overgegaan tot de artikelsgewijze behandeling der voorgestelde wijzigingen en deze na enkele opmerkingen ongewijzigd z. h. s. vastgesteld. De wijzigingen in hun geheel worden daarna aangenomen met 10 tegen 2 stemmen, die der heeren Van der Moer en Van den Hoek. 8. Adressen om afschrigving Hoofdelijken omslag. a. Een adres van mej. E. J. P. Eijke, verzoekende af- schrijving van den aanslag in den Hoofdelijken omslag voor het jaar 1899, wegens haar vertrek uit de gemeente, over het laatste halfjaar. Z. h. s. ingewilligd. I». Een adres van W. G. Dieleman te Hoek, namens mede-erfgenamen der wed. A. Dekker, verzoekende afschrijving van den aanslag in den Hoofdelijken omslag voor het jaar 1899, wegens het overlijden hunner moeder. Z. h. s. ingewilligd voor de na het overlijden der weduwe loopende maanden van het jaar. c. Een verzoek van de wed. W. A. Wisse, om ontslagen te worden van het betalen van Hoofdelijken omslag, wegens het overlijden haars echigenoots. Wordt gesteld in handen van Burg, en Weth. voor het uitbrengen van advies. O. Electrische verlichling. De Voorzitter deelt mede dat het Dag. Best, na onderzoek bij de Industrieele Maatschappij gebleken is, dat met de be- naming kilowatt" of kilowattuur" volkomen hetzelfde bedoeld wordt en cr dus geen bezwaar kan bestaan dit in de voor- waarden te veranderen overeenkomstig het verlangen der Maat schappij. Nadat dit geschiedt was is door haar de concessie aanvaardt. Aan de voorwaarde is nog eene clausule toegevoegd waarbij de onderteekenende partijen, de Maatschappij ter eene, en de gemeente ter andere zijde, zich verbinden tot het nakomen van de verplichtingen in de voorwaarden vervat. Nu heeft de Maatschappij gevraagd of het niet voldoende wordt geacht dat twee exemplareu der voorwaarden, die zij voornemens is te laten drukken, worden gezegeld en geteekend, in plaats dat de verbintenis bij authentieke (notarieele) akte wordt bekrachtigd. Het Dag. Be t. meende dat dit eene zaak van genoegzaam belang was om daarover het gevoelen van den Raad in te winnen. De Maatschappij schrijft dat in eenige andere door haar geexploiteerde gemeenten de overeenkomst ook aldus bekrachtigd is. De heer Wieland noemt het een nogal gewichtig punt en is voor eene notarieele akte. De heer Van der Moer is van meening dat de Maatschappij de verhoudiug der partijen niet goed schijnt te begrijpen. De positie der gemeente is tweeledig. Zij treedt op als openbaar gezag voor het verleenen der concessie, dat is het geven der vergunning voor het spannen van draden. Voor het nemen van verliehting evenwel treedt de gemeente op als particulier, als burgerlijk persoon. Nu is het evenwel in de voorwaarden samengekoppeld. Spreker heeft van begin af gezegd dat het niet te pas kwam om de gemeente ook te verplichten, maar toen zeiden ze dan voeren we de concessie niet uit, waaroni hij in de opname berust heeft. Hij is echter van meening dat de verplichting tot het nemen van licht hij afzonderlijke akte dient geregeld te worden en dan heeft hij geen bezwaar tegen eene onderhandsche akle. Met de particulieren zal de Maatschappij voor de verliehting ook een contract sluiten. De Voorzitter herinnert, dat in de voorwaarden is geschrapt dat de gemeente ook moet zorgen voor het nakomen der ver plichtingen jegens particulieren. Echter de voorwaarden zijn nu eenmaal zoo vastgesteld en het is nu de vraag of we kunnen treden in het voorstel der Maatschappij, om de overeenkomst te bekrachtigen door het teekenen van een gezegeld exemplaar, dan wel, of dit bij notarieele akte moet geschieden. De heer Van der Moer Wat uitvoering der bepalingen be- treft is meu natuurlijk beter met eene notarieele akte. iiij kwestie's moet men op eene onderhandsche akte eerst een rech- terlijk vonnis verkrijgen, terwyl de grosse eener notarieele akte met een rechterlijk vonnis gelijk staat, waarmee men in heel Nederland terecht kan. Vooral waar men genoodzaakt zou zijn om beslag te leggen op de waarborgsom zou dit meer zekerheid geven, daar men dan de grosse eenvoudig in handen van een deurwaarder heeft te stellen. Hij gelooft echter niet dat op andere plaatsen concessie-voorwaarden notarieel worden opge maakt. Verschillende leden bespreken de kosten eener akte, waarop de heer Van den Hoek vraagt of de heer Van der Moer daarover geen inlichtingen kan verstrekken. De heer Van der Moer verklaart dit niet te kunnen zeggen. Electriciteit is iets nieuws en hij weet niet welk werk er aan is en hoe de eleetriciteits-overeenkomst door de registratie zou worden berekend. Ten betooge dat electriciteit iets nieuws is, herinnert hij dat in Duitschland nu pas is uitgemaakt dat het stolen van stroom door het maken eener nfleidingsverbin- ding diefstal is. Spreker acht een notarieele akte niet bepaald noodig. De heer WielandWe zouden toch altijd sterker staan. En een particulier kon geraakkelijker handelen dan wij. Ik zie er nu voor het oogenblik ook niet de noodzakelijkheid van in, maar als zich na een jaar of wat eens kwestie's mochten voordoen, zouden ze er ons een verwijt van maken dat we geen voldoeude maatregelen genomen hebben. De heer Van der Moer zou dan de verplichting, dat de gemeente eene zekere hoeveelheid licht moet nemen, er uit willen nemen, om dit bij afzonderlijke akte te regelen. De heer Visser meent dat het bezwaren zal opleveren om nu de vastgestelde voorwaarden te gaan splitsen. Dit zou ook weer nieuwe onderhandelingen vorderen van het Dag. Best, met de Maatschappij, die, naar spreker meent, ook wel niet zal treden in splitsing der voorwaarden.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1899 | | pagina 5