A lgemeec Nieows- en Advertentieblad voor Zeenwsch- Vlaanderen. No. 3780. Donderdag 22 Juni 1899. 0SSCSUU>1& VEROORDEELD. 39e Jaargang. Binnenland. ABONNEMENT: van advertentiSn v6or 3 uren op den dag der uitgave POLITIEK OVERZICHT. FK1UIJLLKTOJSI Naar het Franscli van JULES MARY. TEfrmZEVSI HE C01IRA1T Per drie maanden binnen Ter Neuzen l,—. Franco per postVoor Nederland f 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amenka 1,32*. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirebteuren en Bneven- bushouders. ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. I JJ. VA Pit Woeusdas- en VriJ«|agav»nd~^^»d^»t hij den ,ltgever V. J. TAI BAM PIS «e Te, tteoxen. Bar gome ester en Wethouders van TEB NEUZEN noodigen bij deze de ingezetenen w van de kom dier gemeente uit om, voor zoo- veel noodig, het gras voor hunne woningen te wieden of te laten wieden over de geheele breedte dier woningen en te halve breedte der straat en zulks wel ter bevordenng van de algemeene netheid in de gemeente. Ter Neuzen, 21 Juni 1899. J. A. P. GEILL, Burgemeester. J. WISKERKE, Secretaris. Er is nog altijd geen ininisterie in Franknjk en de jongste mislukking is meer te betreuren dan die van Poincare. Loubet had de opdraclit gegeven aan Waldeck-Rousseau, bet bekende Se- naatslid, dat zoo krachtig de gelegenheidswet heeft' bestreden. Men verwaclitle zeer veel van dezen energieken en hoogst bekwamen man, die dan Casimir Perier als minister van oorlog zou krijgeu en wiens regeering zou doen gevoelen, dat er nog een onderscheid bestaat tusschen de Republiek en de anarchie. De heer Waldeck-Rousseau behield zich een korten bedenktijd voor, want hij wenschte eerst eenige collegas te spreken. Helaas, de ochtend- bladen bevatten een telegram, dat liij voor de opdracht tot vorming van een ministerie bedankt heeft. Nieuwe namen zijn nog met genoemd en net is 't verstandigst, de verwachtingen maar uiet te hoog te spannen. In afwachting van een ministerie kwam de Kamer gisteren bijeen. Een vertegenwoordiger van het „New-York Journal" geeft de volgende beschrijving van het tooneel, toen Dreyfus bericht kreeg van het aan- nemen van het voorstel tot revisie van zijn proces. nDreyfus wachtte ons aan het strand van het kleine "eiland. Hij was gekleed in blauw flanel en droeg een gouden lorgnon. Zijn vreugde was buitengewoon groot en slechts met de grootste inspanning kon hij zijn ontroering bedwingen. Kapitein Dreyfus heeft beslist geweigerd, de uni form aan te trekken, welke men voor hem had meegebracht. Een reden voor deze weigering heeft hij niet opgegeven, maar het is duidelijk, dat hij eerst zijn onschuld wil bewezen zien en gerechtigd wil zijn, om zijn rang in het leger weer in te nemen. De officieren, aan wie was opgedragen, het goede nieuws aan den gevangene mede te deelen, waren kommandant Prost en kapitein Cacheux, benevens de burgemeester van Cayenne en de advocaat van de familie van den gevangene. Dreyfus heeft aan kommandant Prost een lijst opgegeven van de artikelen, welke hij voor zijn reis verlangde. Deze artikelen zullen hem van Cayenne worden gezonden. Dreyfus schijnt een goede gezondheid te genieten. Toen kommandant Prost hem de uitspraak van het Hof van cassatie voorlas, vloeiden hem de tranen langs de wangen. De Servische gezant heeft aan de Porte een nota overhandigd naar aanleiding van de jongste onlusten aan de grens, welke nota zeer kras gesteld was. Alle grieven, die de Serviers reeds lang koesteren, en alle beloften van Turkije worden daarin in herinnering gebracht, en er wordt op gewezen, dat de Porte geen harer beloften heeft vervuld. De nota verklaart verder, dat het geduld der Servische regeering uitgeput raakt en dat zij besloten heeft met kracht op te treden om de orde te handhaven en de veiligheid der Servische bevolking te verzekeren. De Servische regeering vermaant de Porte dringend om de noodige maat- regelen te nemen, teneinde de invallen der Alba- neezen te voorkomen. Met nadruk zegt Servie, dat het onder geen omstandigheden de schending harer grenzen meer zal toelaten en dat een nieuwe inval zeer onaangename gevolgen zou hebben. In het Britsche Lagerhuis is gisteren door den Minister Chamberlain medegedeeld, dat tot de Transvaalsche Regeering een verzoek om schade- loosstelling is gericht ten behoeve der weduwe Edgar, wier man, een erkend roervink en lastpost, indertijd door een politieagent te Johannesburg werd doodgeschoten. Dit juist nu te doen mag, evenmin als de openbaar- making van het jongste blauwboek met Sir Milner's ouvoorzichtige depeches, eene gelukkige of kiesche gedachte heeten, te minder daar van Britsche zijde de Jameson-schadeloosstelling nog altijd niet werd vereffend. Ook het bekende weekblad Economist veroordeelt de openbaarmaking van het blauwboek en den partijdigen en weinig beleefden toon van Chamber lain en Milner. Het blad is van oordeel, dat alle eerlijke lieden moeten medewerken om de bestaande geschillen in der minne te vereffenen. Van een oorlog meent het blad, mag en kan om de opge geven redenen geen sprake wezen, tenzij er iets anders achter steke, en men er op uit is aan de Hollandsche Republieken het zelfstandig bestaan onmogelijk te maken Ook de Spaansche Kamer van afgevaardigden heeft thans, evenals de Senaat, het ontwerp goed- gekeurd, waarbij de Carolinen-, Mariannen- en Palaos-eilanden, treurig overschot van Spanjes koloniale macht van weleer, aan Duitschland worden afgestaan, dat wil zeggen verkocht. am. Gerard huurde de kamer, verliet het huis, ging naar een cafe en schreef een kaarttelegram voor juffrouw Leon „Van avond zal 'tgebeuren. Zeg dit aan haar ter geruststelling." Zelf deed hij 't bericht in een bus en reed toen naar den boulevard Malesherbes, waar hij zijne vertrekken had in de woning vaD Jean Demarr. Jean en Marguerite waren op hun landgoed in Normandie. De arme vrouw was kalmer geworden, maar het verstand was niet teruggekeerd Demarr had zijn praktijk opgegeven, om zich geheel aan haar te kunnen wijden. Gerard was in 't groote huis dus vrij in zijne bewegingen. Toen hij thuis kwam, trad een knecht hem tegemoet. Meneer, er is iemand om u te spreken hi] wilde volstrekt wachten, tot u kwam. Hoe heet die meneer Collivet. Gerard kon een gebaar van groote verrassing niet onderdrukken. Ha Collivet eindelijk Hij spoedde zich naar de salon, waar Collivet zat, in een fauteuil, met opgetrokken knieen, de kiu rustende op de handen, welke gevouwen waren over den knop van zijn stok. In de zomervergadering der Provinciale Staten van Zeeland zal o. m. aan de orde komen Benoeming van het lid der Staten bedoeld bij art. 89 der provinciale wet. Voorstel van Ged. Staten om ter nadere instructie in hunne handen te stellen een adres van C. Vreke te 's Heer Arendskerke e. a., om het reglement tot regeling der jacht en visscherij in dier voege te willen wijzigen, dat het gebruik van de zegen (sleepnet) niet geoorloofd zal zijn in visscherijen welke aan meer dan een persoon toebehooren. Idem tot het aangaan eener nieuwe overeenkomst met de hoofdcommissarissen der Middelb. Courant omtrent uitgave van het verslag der Statenver- gaderingen. Idem tot het instellen eener procedure tegen den Belgischen Staat tot vergoeding der schade, door een Belg. loodsschoener veroorzaakt aan de Prov. stoomboot Zeelandia". Idem tot verkoop van grind van den prov. weg HulstWalzoorden, onder de gebruikelijke voor- waarden a. 7 centiaren aan de wed. J. A. van Heteren te Hulst; b. eveneens 7 centiaren aan P. A. Adriaansens Pz. te Walzoordenbeide voor 25 cent per centiare, onverminderd de kosten van koop en overdracht, die voor koopers rekening komen. Idem tot afwijzing van het verzoek van A. Lantsheer c. s. om subsidie voor een stoomtramweg VlissiugenDomburg. Idem tot afwijzing van het verzoek van het waterschap Cadzand, om eene subsidie voor den aanleg eener haven aan de Wielingen. Idem tot het verleenen van eene subsidie voor de uitoefening van den stoomboot en wagendienst WalzoordenVlake en WalzoordenHulst. In verband van den stand waarin de zaak stoom- tram HulstWalzoorden thans verkeert, nu door aanneming van het wetsontwerp tot het toe- kennen van een renteloos voorschot er gegrond uitzicht bestaat dat de stoomtram binnen korten tijd in exploitatie zal komen, stellen Ged. Staten voor geene verbintenis voor larger dan twee jaren aan te gaan. De ondernemers hebben daarmee genoegen genomen. In 1901 zal dan de invloed kunnen worden beoordeeld van de exploitatie van den tram op de ontvangsten van den stoomboot- Beleefd, onderdanig stond hij op, zoodra Gerard de deur opende. Zonder verdere inleiding zei de jonge man verheugd Collivet, wij hadden ons vergist. Het plan is niet mislukt. Haudecoeur leeft en hij is hier te Parijs De oud-boekhouder kon zeer koelbloedig zijn. Dat wist ik, meneer. Zelf ben ik pas eer- gister gearriveerdik informeerde of u al te Parijs was, en ik kwam u juist de tijding brengen. Hoe wist ge het Collivet haalde eenige kranten uit zijn zak. Alle kranten hebben er iets over. Ei Nu, ik ben beter ingelicht dan zij want ik weet, waar Haudecoeur verborgen is ik heb hem zelf een briefje doen toekoinen. Collivet had een gebaar van vreugde. Zoo! Kent u zijn schuilplaats, meneer? Ja ik zal u meteen alles vertellen. Maar eerst moet ge weten, dat de arme man groot gevaar loopt, weer in handen van de politie te vallen Ik alleen kan hem misschien redden Collivet, kan ik nog rekenen op uw steun. Ik geloof, meneer Gerard, dat ik u mijn toewijding bewezen heb door u zoo ver te volgen. U kunt op mij vertrouwen als op u zelven Heel goeddank u, Collivet. En beide mannen drukten elkaar de hand. Toen vertelde Gerard al wat hij in't gezin van Haudecoeur had vernomen. Collivet toonde volstrekt geen verbazinghij scheen erg in zijn schik met hetgeen hij vernam. En wat denkt u nu te doen, meneer vroeg de trouwe vriend. dienst, om daarmede bij eene verlenging der over eenkomst rekening te houden. Idem tot verkoop van de Provinciale stoomboot Wester-Schelde. Idem betreffende het verhuren der booten van den Provincialen stoombootdienst op de Wester- Schelde. Idem tot verlenging van den termijn voor het in exploitatie brengen van den stoomtramweg HulstWalzoorden. Idem om, met intrekking van het besluit waarbij aan de gemeente Graauw en Langendam een jaar- lijksch subsidie van 150 werd toegekend ter voorziening in verloskundige hulp, aan genoemde gemeente ter voorziening in de behoefte aan ge- neeskundige hulp aldaar, tot wederopzeggens toe een jaarlijksch subsidie vau f 150 te verleenen, onder voorwaarde a. dat eene subsidie tot ten minste een gelijk bedrag vanwege het rijk wordt verstrektb. dat voor geneeskundige hulp uit de gemeentekas worde gegeven eene som van ten minste 700 c. dat het subsidie gedurende eene vaeature niet zal worden uitgekeerden verder te bepalen, dat dit besluit wordt geacht te zijn in werking getreden met ingang van 1 Januari 1899. Idem tot intrekking van l&t subsidie aan de gemeente Hontenisse verleend ter voorziening in geneeskundige hulp. Idem tot wijziging van het reglement op de keuring van dekhengsten. Nog stellen Ged. Staten voor de hefftng voor te dragen van respectivelijk 28 en 36 opcenten op de hoofdsommen der belasting op de gebouwde en op de ongebouwde eigendommen en van 21 op de hoofdsom der personeele belasting over het jaar 1900. Het hoofdbestuur van den bond van Ned. onderwijzers heeft de afdeelingen uitgenoodigd, zoo mogelijk in samenwerking met die vau het N. O. G. en de hoofden-vereeniging, leerplannen op te maken voor het herhalingsonderwijs op de verschillende plaatsen. Tegenover de vele be- zwaren, die tegen het verplichte ,/vervolgonderwijs" worden ingebracht meent het hoofdbestuur, dat bij de behandeling in de Tweede Kamer de practische wenken der onderwijzers van groot nut kunnen zijn. Aangeraden wordt in het bijzonder op het volgende te letten a. op de vakken, die onderwezen moeten wordendit in verband met de plaatselijke be- hoeften b. op de werkkrachten, die voor 't geven van 't onderwijs noodig en beschikbaar zijn Ik moet maken, dat Haudecoeur in het aangrenzende huis komt. Daar heb ik een dak- kamer gehuurd. Tusschen beide vensters is een afstand van drie of vier meter. Wij maken aan ons raam een stevig touw vast en werpen het andere uiteinde toe aan Haudecoeur. Hij zal den nek breken Hij is sterk en handig, en wij kunnen hem helpen. Maar de agenten, die beneden op straat surveilleeren, kunnen ons zien Natuurlijk wachten wij tot 't nacht is. Zij loopen er nacht en dag. Om tegen elken overval beveiligd te zijn, is 't best dat u beneden in de straat op den uitkijk gaat meneer Ik kan dan het touw vastmaken en verder Haudecoeur helpen. Zoodra u onraad ontdekt, waarschuwt u, en wij zullen zorgen, dat we ons niet verroeren of geen kik geven. Maar voelt gij u sterk genoeg, hem te helpen, als de kracht hem eens mocht begeven? Dat zweer ik u. Goed. Collivet hield de hand tegen het voorhoofd en de oogen gesloten, als iemand, die nadenkthij wilde de vreugde, die hem bezielde, voor den ander verbergen. Er werd afgesproken, dat 's avonds om elf uur het avontuur zou worden ondernomen. Toen de oud-boekhouder den heer de Beaupreault, verliet, wreef hij in de handen van plezier. Ditmaal was Haudecoeur verloren hij was in de macht van Collivet. Zou hij, wat 'teenvoudigste was, dadelijk de politie waarschuwen Neen dan bleef Haudecoeur in levenen zoo lang hi leefde vrij of gevangen vreesde Collivet hem toch op den een of anderen dag dreigend voor zich te zien. Haudecoeur moest dus sterven Dan verdween voor Collivet elk gevaarniemand zou dan verder zoeken naar den waren moordenaar van de Beau preault dan was er geen onschuldige straffeling, die riep om wraak en gerechtigheid Collivet ging een stevig touw koopen zeven a acht meter lang, en sloop des avonds naar't huis, waar Gerard de dakkamer had gehuurd. Ik ben de bediende van meneer de Beau preault, zei hij tegen den portierik heb een pakje in zijn kamer te brengen. Morgen komen de meubels. Men wees hem den weg en hi] klom naar boven. Wachtend op Gerard, opende hij 't venster en verkende den omtrek. 't Was heel donker 't licht der gaslantaarns in de straat had zoo hoog geen effect. Hij zocht en vond het venster der dakkamer in 't naaste huis. Ook dit venster werd geopend, behoedzaam, en een hoofd stak naar buiten. Collivet trok zich zoo ver mogelijk terug. Hij herkende, ondanks de duisternis, Haudecoeur. Kort daarna sloot deze zijn venster weder. Collivet, die een kaars had meegebracht, stak deze aan en wachtte op Gerard. Deze kwam spoedig. Wel, vroeg hij ongeduldig, hebt ge u al in verbinding gesteld met hem Nog niet; 'tis nog te vroeg. Laten wij het touw vastmaken. Ze bevestigden het touw heel stevig aan een balk, die door het dakkamertje liep. Het zou

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1899 | | pagina 1