A lgemees
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaanderen.
No. 3779.
Dinsdag 20 Juni 1899.
Nationals Militis.
Stremming verkeer kanaalbrug te Sluiskil.
39e Jaargang.
Oproeping van Verlofgangers.
Binnenland.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
FEU1LLETON
Naar het Franscli van JULES MARY.
38)
POLITIEK OVERZICHT.
ABONNEMENT:
Vooi
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32$.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
COIIBA
ADVERTENT!^:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tw eemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
litgever P. J. UN DE INNDE te Ter Weazen.
Hit bind vertchijnl 3laanda(., Woensilag- en Vrijilngnvonil, ultnetonileril »p Keeatdnyen, bij den
De Burgemeester van TER NEUZEN,
Gelet op eene aanschrijving van den Heer Commissaris der
Koningin in Zeelandvan den 208ten April 1899, A no. 1046,
3® afdeeling N. M.
Gelast de hieronder genoemde verlofgangers der nationale
militie om zich op den aangegeven dag rechtstreeks naar hun
korps in de mede hieronder vermelde garnizoensplaata te be-
geven ©n aldaar voor 4 uur 's namiddags tegenwoordig te
zijn voorzien van hun voor gezien geteekende verlofpas en van
al de voorwerpen van kleeding en uitrusting, door hen bij
hun vertrek met groot verlof medegenomen, ten einde in
werkelijken dienst te worden gesteld.
En vestigt er hunne aandacht op dat zij, die in gebreke
blijven op den bepaalden dag onder de wapenen te komen,
bij hunne latere opkomst, zooveel langer in dienst zullen
worden gehouden, en dat zij, niet aan de oproeping voldoende,
als deserteur zullen worden behandeld.
WILHELM WILLEM MARINUS, VAN DE WEGE
PIETER, VERKOUTERENKAREL, HARTE BASTIAAN
JACOBUS, MECHIELLE ADRIAAN, KROON GELEIJN,
DE SMET FLORIMONDUS AUGUSTUS, FA AS PIETER
CORNELiIS, VERIIELST PIETER, ROMEIJNSENFRAN
COIS, DE PUTTER MARINUS, VAN DE WINCKEL
THEOPHILUS, MEERT PETRUS FRANCISCUS en
WILLEMSEN JANNIS, alien van de lichting 1895, en
behoorende tot het 3d® regement infanterie, garnizoensplaata
te Vlissingen.
Datum van opkomst S Jul!
Ter Neuzen, den 16 Juni 1899.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen
bij dezen ter algemeene kennis
dat voor het verkeer met rij- en voertuigen en vee van
zonsopgang 22 dezer tot uiterlijk zonsopgang 24 dezer de
brug over het kanaal van Ter Neuzen te Sluiskil in den
toegangsweg naar het spoorwegstation Sluiskil, zal zijn
afgesloten
dat steeds gelegenheid zal bestaan tot het kosteloos over-
zetten van voetgangers, kruiwagens, liondenkarren, klein vee
en dergelijke
dat de brug daartoe dag en nacht door een persoon, geschikt
tot overzetten, zal worden bewaakt
dat de brug aan weerszijden door voldoende heiningen zal
worden afgesloten, en
dat deze afheiningen van een half uur na zonsondergang
tot een half uur voor zonsopgang met helder brandende witte
lichten zullen worden verlicht.
Ter Neuzen, 19 Juni 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. WISRERKE, Secretaris.
Loiseau dacht een paar miuuten na.
Het geluid, dat hem naar boven gedreven had,
werd niet weer vernomen, wat juffrouw Leon
geruststelde. Maar zij sidderde bij de gedachte,
dat Haudecoeur hier, in de nabijheid van goede
vrienden, van honger kon omkomen
's Middags gelukte het haar, even bij de vrouwen
boven te komen, zonder dat Loiseau voigde.
Louise vroeg
En vader? Waar is hij
O, wees gerusthij is in veiligheid.
Maar reeds hoorde men den agent op't portaal
juffrouw Leon werd bewaakt, dat was zeker
In den loop van den namiddag kwam een deftig
gekleed jongmensch bij de portierster. Loiseau
zat een pijp te rooken en de krant te lezen.
De jouge man scheen zeer opgewonden.
Juffrouw, kunt u mij ook zeggen, of juffrouw
Haudecoeur en haar doehter Louise nog in dit huis
wonen
De agent liet zijn krant zakken en zag nieuws-
gierig naar den vreemdeling.
Ja, meneer, antwoordde juffrouw Leon,
ze wonen hier nog altijd.
Kan ik haar zien
Ik denk 't wel. De oude vrouw is nog
altijd wat ziekelijk en Louise.
Louise P vroeg de jonge man angstig.
De heer
pogingen
Poincare is niet geslaagd in zijn
om een nieuw Frausch ministerie te
vormen. Brisson had bedankt om gezondheids-
redenen, Bourgeois had het te druk met de
Vredesconferentie en andere heeren waren niet
naar den zin der radicalen. Dezen en de socialisten
wilden niets weten van Barthou, die minister van
biunenlandsche zaken onder Meline was geweest,
noch van Ribot, noch van Krantz, die zich in
de laatste dagen als anti-Dreyfusards had uit-
gegeven en daardoor niet recht meer vertrouwd
wordt.
De combinatie is dus in duigen gevallen en
Loubet zal dus een nieuwe opdracht moeten doen.
Voor het afwikkeleu der Dreyfus-zaak mag wel
een krachtig ministerie aan 't roer komen want
het zal niet zoo kalm afloopen. Te Brest, waar
de ,/Sfax" met Dreyfus aan boord zal aankomen,
heeft men 's nachts de aangeplakte arresten van
het Hof van cassatie onleesbaar gemaakt. In
diezelfde stad is ruzie ontstaan tusscben luitenants
van de marine-artillerie en leeraren aan een lycee,
die in twee aan elkaar grenzende vertrekken van
een restaurant dineerden. De officieren, in de
andere kamer eenige woorden hoorende, die hun
niet bevielen, kwamen bij de leeraren binnen en
maakten opmerkingen, waarmee dezen zich weer
niet konden vereenigen. Er werden getuigen ge-
wisseld tusschen vier officieren en twee leeraren
en een duel was het gevolg, waarbij gelukkig
niemand gewond werd. Maar 't belooft wat voor
de dagen van het proces.
Dat men in militaire kringen nog niet tot
bedaren is gekomen, blijkt uit het dolle optreden
van kolonel de Saxce, kommandant van bet 10e
regiment artillerie te Rennes, die vermoedelijk
voorzitter van den krijgsraad zou wezen. De
Pressense heeft dien officier in de ,/Aurore" heftig
aangevallen en hem als voorzitter van den krijgs
raad gewraakt »omdat hij zich onderscheiden had
door de heftigheid van zijn vooroordeelen en de
woede van zijn uitingen tegen hem, die thans niet
meer dan een verdachte is."
Hierover is kolonel de Saxce in woede ont-
stoken en heeft de Pressensti in een persoonlijken
brief voor //polisson" uitgescholden. Deze nam
den brief in de ,/Aurore" op, er bij voegende,
dat dit een argument te meer voor de wraking
was.
Het jongste, door Engeland in Soudan ver-
worven bezit, waarmede velen trouwens al van
M q
Zij is heel ziek geweest, maar't is nu beter.
De politieman kwam naderbij en sprak
Meneer, ik behoor tot de politie en ben
hier om te surveilleeren. Ik moet welen, welke
betrekkingen de familie Haudecoeur heeft met
audere menschen, en wat het doel van uw be-
zoek is.
Waarom
Dat hehoef ik u niet op te helderen, althans
nu niet.
En ik, sprak de jonge man kalm, zou
u elk antwoord kunnen weigeren, daar u geen
recht heeft, mij te vragen maar ge moogt weten,
wie ik ben. Mijn naam is Gerard de Beaupreault.
Beaupreault herhaalde de agent verbaasd.
Maar dat is immers de naam.
Van den man, op wien de moord gepleegd
is, waarvoor Haudecoeur veroordeeld werd. Gij
vergist u niet.
De agent was een beetje verlegen.
't Is goed, meneer u kunt naar boven gaan.
Gerard was pas in Frankrijk terug. Hij had
te Havre zijn jacht verlaten en was dadelijk naar
Parijs gespoord, vol verlaugen, Louise te zien.
Hij had geen nader bericht van Collivet en ver-
keerde in de meening, dat Haudecoeur het. leven
had verloren bij de poging om te ontvluchten.
Eerst had hij geaarzeld, of hij naar Louise toe
zou gaan. Wat moest hij haar zeggen, hij die
beloofd had, haar vader te redden, en die nu de
treurige tijding kwam brengen, dat de banneliug
den dood gevonden had
Eensklaps kwam hem iets voor den geest. Wat
deed die agent daar, om de familie Haudecoeur
te bewaken
waren, belooft
den beginne weinig ingenomen
vooreerst nog weinig voordeel.
In het officieel verslag van Sir William Garstin
(uit Cairo overgeseind aan Daily Telegraph) wordt
zelfs aangetoond, dat verscheidene geslachten
zullen voorbijgaan, alvorens de Soudan-provincien
genoeg kunnen opleveren om de kosten voor hun
beheer te dekken.
Men heeft er vooral behoefte aan water, en er
zullen groote werken noodig zijn om het land
vruchtbaar te maken.
Te Johannesburg is eene vergadering van
vijfduizend //burghers" gehouden, waar besloten
is de voorstellen van President Kruger en de
handelwijze van den Volksraad goed te keuren
en het vertrouwen te kennen gegeven, dat het
den President en aan de beide Raden zal
gelukken alle strijdvragen op bevredigende wijze
te regelen.
De gehouden redevoeringen onderscheidden zich
door bezadigheid. Commandant Viljoen zeide,
dat hij tot het eind voor's lands onafhankelijkheid
zou opkomen, maar zijn verlangen is naar den
vrede, want de voortdurende oorlogs-agitatie is
men hartelijk moede.
Gelijk wel te voorzien was, wordt in Zuid
Afrika de hooge toon der depfiches van gouverneur
Milner, in het jongste Britsche blauwboek opge-
nomen, dezen hoogst kwalijk genomen, vooral
wegens den geheel anderen toon, door hem aan-
geslagen, waar hij zich mondeling uitliet. Het
bekende blad #Ons Land" noemt zijne mededee-
lingen even kwaadaardig als onzinnig.
Hierboven heeft men gezien dat men ook in
Engeland door dit //toon"-verschil getroffen en
ontstemd is.
Uit Manilla is te New-York bericht ontvangen,
dat geruchten loopen als zou Aguinaldo door
Luna's aanhangers vermoord zijn.
In de Vereenigde Staten verlangt men hard
naar het einde, en begint President Mae Kinley's
populariteit onder den langen duur van den oorlog
en de groote verliezen, die de veldtocht voor
Amerika oplevert, ernstig te tanen. Hoewel een
officieel rapport tot nu toe uitbleef, is het ta-
melijk zeker, dat de veldtocht van Generaal Otis
tot nu toe gekost heeft 241 doodeu en 1175
gekwetsten, terwijl van de 3500 zieken 500
bezweken.
Hij keerde zich om en vroeg aan den agent
Nu ge mijn naam kent, zal mijn nieuws-
gierigheid u niet verwonderen. Ge schijnt juffrouw
Haudecoeur en haar doehter in 't oog te moeten
houden. Waarom gebeurt dat?
Wel, meneer, dat weet iedereen hier in
huis, wat voor mij ongelukkig genoeg is. Ik heb
daarom geen reden, het voor u te verzwijgen
Haudecoeur, de moordenaar van uw vader, is uit
Nieuw-Caledonie ontvluchthij is te Parijs, en
ik wacht hem hier
Gerard kon zijn hevige ontroering bij't vernemen
van dit nieuws niet bedwingen. De agent zag
het, maar vergiste zich in de beweegredenen.
O, meneer, wees gerustIk geloof niet,
dat u hem hier zal ontmoeten Hij schijnt lont
geroken te hebben. Maar we zullen hem wel
gauw ergens snappen. Hij zal geen verder kwaad
uitrichten
Goed, meneerdank u, zei Gerard, zonder na
te denken wat hij zei.
Hij ging de trap op naar de kleine woning,
waarheen hij eens beide vrouwen had begeleid.
Bevend van aandoening beide hij.
De moeder deed openze herkende hem niet,
doch liet hem binnen en vroeg, wat hij verlangde.
Daar klonk achter uit het vertrek een frissche,
lieve stem, een stem, die hem trof tot in't diepst
van de ziel. 't Was Louise, die dezen morgen
voor 't eerst weer was opgestaan.
Moeder, moederriep ze, hij is 't
Gerard
En gehoorzamende aan een natuurlijke beweging,
zonder na te denken, stak ze den jongeling de
hand toe.
Vrijdag vierde de zangvereeniging //Tot Nut
en Uitspanning" te Nieuw- en St. Joosland haar
25jarig bestaan. Acht zustergezelschappen waren
dit feest komen opluisteren.
De eere-voorzitter der feestvierende vereeniging,
de heer Gerlach, opende de plechtigheid met eene
toespraak, waarin hij vele waardeerende woorden
wijdde aan den stiehter der vereeniging, wijleu
den heer A. Walraven, (vroeger geueesheer te
Hoek) die zoovele jaren als directeur de ziel en
leider der vereeniging was.
Eene groote schare woonde het feest bij. Aan
de deelnemende gezelschappen werden herinnerings-
medaille's uitgereikt.
Naar aanleiding van de verwijten, in Zwit-
sersche en Duitsche bladen tot het bestuur der
Exploitatie-Maatschappij gericht, omdat bij het
betreurenswaardig spoorwegongeluk te Vlissingen
niet dadelijk het lijk is gevonden van mejuffrouw
Roth, heeft de Zwitsersche gezant te Berlijn aan
de //Neue Zurcher Zeitung" het volgende mee-
gedeeld Door nauwkeurig onderzoek ter plaatse
heeft de gezant de overtuiging gekregen, dat slechts
een samenloop van ongelukkige omstandigheden
de oorzaak is geweest, waardoor het lijk zijner
doehter eerst twee dagen na het voorval ontdekt
is kunnen worden. De beide eonducteurs, de
eenigen die wislen dat er in de aan den postwagen
verbonden coupe eene dame zat, en aan een van
wie in het bijaonder opgedragen was voor mejuffrouw
Roth te zorgen, kwamen bij de ramp onmiddellijk
om het leven. Aan de beambten die den wagen
dadelijk wilden onderzoeken, verzekerde de post-
conducteur te goeder trouw, dat er geen reiziger
in had gezeten. Toch doorzochten die beambten
den wagen met een lantaarn, maar zij konden het
lichaam van mejuffr. Roth onmogelijk zien, omdat
zij, door den schok van de bank gevallen, onder de
kussens en het afgebroken houtwerk bedolven lag.
Dientengevolge kon de ontdekking eerst ge-
schieden toen de wagen naar buiten werd gehaald
om hersteld te worden.
De heer Roth voegt bij deze mededeelingen de
verklaring dat hij den beambten van de spoorweg-
maatschappij wegens de oplettendheid en wel-
willendheid, hem na het ongeluk in alle opzichten
betoond, in de hoogste mate erkeutelijk is. En
hij verzoekt den Zwitsersche en Duitsche bladen,
die dadelijk met hunne aanmerkingen voor den dag
gekomen zijn nadrukkelijk, thans ook zijne lezing
van 't geval de juiste op te nemen.
Eer juffrouw Haudecoeur zich er tegen kon
verzetten, was Gerard geknield voor het meisje
en kuste haar de handen.
Louise Louise mijn lieveling
Toen, verlegen en blozende, stond hij op en
wendde zich met een verontschuldiging tot de
moeder, die verbaasd het onverwachte tooneel
gadesloeg.
Louise, meegesleept door haar liefde, zei
Gerard, gij hebt uw belofte gehouden
gehebt mijn vader gered, die onschuldig veroordeeld
werd o, ik dank u daarvoor
Maar treurig antwoordde hij
Neen, Louise, dat heb ik niet gedaan. Mijne
pogingen zijn mislukt, en ik meende, dat ik u
een droeve tijding moest brengen ik dacht, dat
uw vader, ondanks mij, was omgekomen bij de
poging om te ontvluchten.
Hij is in Frankrijk
Ja.ik heb het vernomen en het komt
mij zoo vreemd voor, dat ik het zelf niet kan
gelooven.
Vader was hier bij ons
Hoe onvoorzichtig
Ze hebben hem niet gezien. Hij heeft kunnen
ontsnappen. Spoedig zal hij ons zeker laten weten,
waar hij zich verscholen heeft en al was het
in een ver land, wij zullen er heen gaan om bij
hem te blijven.
Eer Gerard den tijd had, .verdere vragen te
doen, hoorde men gedruischen juffrouw Leon
trad binnen.
Hoe onvoorzichtig, dat jelui de deur open
laatsprak de brave vrouwalsof Haudecoeur
reeds buiten gevaar was Als een ander dan ik