Algemeen
Nienws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaanderen.
bemeehteraad.
No. 3777.
Donderdag 13 Juni 1899.
Bepaling Stemtijd
Fabrieken en Werkplaatsen.
Oiweiligheii ?aa Vaarwaters.
SCHUTTERIJ.
SEWAPEHDI B1EIST.
UTSCKUUffl}
Waar gaan wij been
39e Jaargang;.
abonnement
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
VBHaKIBZIlsr <3-
D. J. DEES,
J. C. HARTE,
L. J. VAN DER MOER eu
A. VISSER;
opgaven van Candidaten,
FifiTJILLETQjM
Naar liet Eranscli van JULES MARY.
36)
p—gH
TER NEI1MSCHE COERANT.
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—Franco per post
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40 Voor Amenka 1,32*.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven-
bushouders.
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tveemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
olTl^ ve-.cfcUna Woen»a»g- eo V,»Jd.8.vond, „ij
dat op dien
namiddags vier
VOOR DEN
De Bnrgemeester der gemeente TER NEUZEN brengt
hiermede ter openbare kennis, dat op l»lns«l»s, den 37
■mi iinnstnanili'. zal plaats hebben de verkiezing
van vier leden van den Gemeenteraad, wegens penodieke
aftreding van de heeren
dag, van des voormiddags nejjen tot des
uren, bij hem kunnen worden ingeleverd
als bedoeld in artikel 51 der Kieswet en artikel 10 der
Gemeentewet.
Deze opgaven moeten inhouden den naam, de voorletters
en de woonplaats van den candidaat en onderteekend zijn
door ten miuste drie en trnntig kiezers, bevoegd tot deelneming
aan deze verkiezing en behoorende tot het district, waarvoor
de candidaatstelling geschiedt.
De inlevering dezer opgaven moet geschieden persoonlijk
door den of meer der personen, die de opgave hebben onder
teekend. De candidaat kan daarbij tegenwoordig zijn. Van
de inlevering wordt een bewijs van ontvangst afgegeven.
Formulieren voor de opgaven bovenvermeld zijn ter Secretane
dezer Gemeente kosteloos verkrijgbaar van heden tot en met
den dag der verkiezing.
De Burgemeester brengt hierbij in herinncnng artikel 151
der Kieswet, luidende als volgt
Hii die eene opgave, als bedoeld in artikel 51 mlevert,
wetende dat zij is voorzien van handteekeningen van personen,
die niet bevoegd zijn tot deelneming aan de verkiezing,
waarvoor de inlevering geschiedt, terwijl zonder die hand
teekeningen geen voldoend aantal voor eene wettige opgave
zou overblijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste drie maanden of eene geldboete van ten hoogste
honderd tmintig gulden.
Met gelijke straf wordt gestraft hi), die wetende dat hi)
niet bevoegd is tot deelneming aan de verkiezing, eene voor
die verkiezing ter inlevering bestemde opgave, bedoeld bij
artikel 51, heeft onderteekend.
Ter Neuzen, den 12 Juni 1899.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.
IN
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN her-
innert hoofden of bestuurders van een bedrijf of eene onder-
neming, waarin mannelijke personen, die den leeityd van
vijf en tmintig jaren hebben bereikt, arbeid verrichten in
fabrieken en werkplaatsen:
dat zij, volgens art. 57 der KIESWET, verplicht zijn te
zorgen, dat ieder van die personen, die bevoegd is tot eene
te houden stemming of herstemming medc te werken, gedu-
rende ten minste twee achtereenvolgende uren, tusschen
aclit uren, des voormiddags en vijf uren des namiddags
daartoe gelegenheid vinde
dat zij, volgens art 58 van genoemde wet, verplicht zijn
te zorgen', dat in hunne fabrieken of werkplaatsen, op eene
plants, "waar arbeid wordt verricht, gedurende twee werkdagen
vdor en op den tot stemming bepaalden tijd op eene zichtbare
wijze is opgehangen eene door hen onderteekende lijst, de
twee achtereenvolgende uren, bovenbedoeld, vermeldende, voor
elk afzonderlijk ot groepsgewijze of voor alien gezamenlijk
dat, volgens art. 154 der Kieswet, overtreding van boven-
staande voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten
hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste vij/ en
zeventig gulden, en tt
dat op de woorden »arbeid" en »fabrieken en werkplaatsen
1 der Arbeidswet toepasselijk is.
Ter Neuzen, den 13 Juni 1899.
De Burgemeester,
J. A. P. GEILL.
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt bij dezen
ter kennis van zeevarenden dat van 3 Juli tot 11 Augustus
e. k. oefeningen zullen plaats hebben in het leggen van
ongeladen torpedo's
i. in het Sell ulpengat, zeegat van Texel» buiten
het betonde vaarwater ter hoogte van HJjkdiiiiR-
Het onveilige terrein zal aan de N. zijde worden aangegeven
door rood en zwart geblokte stompe tonnen en aan de Z.
zijde door rood en zwart geblokte spitse tonnen, alle voorzien
van een staand kruis als topteeken.
b. in den Nieuwen R«»tteril amscIieiR ater-
ongeveer ter hoogte van het fort aan den Hoek
van Holland.
Het onveilige terrein is gelegen bez. de spitsetonslijn en
zal worden aangegeven door roode spitse tonnen aan de N.
kant en groene tonnen aan de Z. kant.
Ter Neuzen, 14 Juni 1899.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken
bekend
dat de alphabetische naamlijst van de in dit jaar inge-
schrevenen voor de Schntterij ter inzage van een ieder zal
liggen op de secretarie dier gemeente van Zaterdag 17 tot
Dinsdag 27 dezer, en dat de luting voor de Schutterij zal
plaats hebben ten Raadhnize op Wecnsdag, 38 dezer,
des namiddags te 5 uren.
Ter Neuzen, 13 Juni 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. WISKERKE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
Brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen dat in de
week tusschen den 18 en 25 dezer binnen deze gemeente de
jaarlijksche collecte zal plaats hebben ten behoeve van het
Fonds tot aanmoediging en ondersteuning van den Gewapenden
Dienst in de Nederlandenwelk Fonds uitsluitend strekt lot
ondersteuning van al de verminktrn in eenigerlei strijd, waar-
onder ook die in Nederlands Overzeesche Koloniiin of Be-
zittingen, en noodigen mistdien een ieder uit, om door eene
milde bijdrage, dat Fonds lot verrulling van liet edele doel
van deszelfs bestemming, te helpen in staat stellcn.
Ter Neuzen, den 13 Jnni 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL.
De Secretaris,
J. WISKERKE.
Juffrouw Haudecoeur zag naar den man, die
snikkend knielde bij het bed.ook zij wist nu
wie het was.
En voor een oogenblik vergaten deze drie men-
schen bun leed, gelukkig door dit wederzien.
Vlug vertelde hij, hoe hij ontvlucht en hier
gekomen was. heel vlug en gejaagd want nu
de spanning geweken wasnu hij de geliefden
gered wist, keerde ook de gedachte aan het gevaar,
waarin hij zelf verkeerde, terug. Als de politie
hem hier vond. 't zou vreeselijk zijn, vooral voor
de beide vrouwen, die pas aan den dood waren
ontrukt.
Doch hij kon niet heengaan, zonder te vernemen,
welke bittere ellende de arme vrouwen tot zulk
een wanhopigen stap had gedreven.
Louise was te zwak om te spreken haar moeder
vertelde. 't Was een droef verhaal.
De eerste twee jaren na zijn veroordeeling hadden
ze niet te klagen gehad Louise had geregeld
werk, en men viel het ongelukkige gezin niet lastig.
Maar drie of vier maanden geledeu was de moeder
ziek geworden j dat had onkosten veroorzaakt, die
Louise door hard werken trachtte te bestrijden.
Ze vergde te veel van hare krachten, en toen de
moeder hersteld was, werd het arme kind ziek.
Nu kwam nijpende ellendeeerst gaven de
buren nog al eens wat, maar die konden niet vee
doen. Toen overwon de arme vrouw, in den
angst voor het leven van haar kind, haar trots
en ging onderstand vragen. Men scheepte haar
af met een kleir.igheid. De zoon kon niet helpen
die was in militairen dienst.En eindelijk, toen
de nood steeds hooger steeg toen alles zich tegen
haar scheen te keeren, toen was het wanhopige
denkbeeld bij de ongelukkigen opgekomen, een
einde te maken aan haar lijden
Terwijl de moeder dit treurig verhaal deed,
lag Louise te snikkende tranen gaven haar
verlichting er keerde een weldadige kalmte terug
in haar geest.
En gij hebt ons gered zoo besloot juffrouw
Haudecoeur haar verhaal. Dat is als een
wonder, en het geeft mij hoop, dat alles zich ten
goede zal wenden.
Op dit oogenblik kwam weer de portierster
binnenzij bracht wat bouillon mede voor de
beide vrouwen.
Haudecoeur haalde uit zijn zak al het geld, dat
hij nog bezat, en gaf het aan juffrouw Ldon.
Dat is al wat ik nog heb. Zorg voor haar,
Sinds jaar en dag wordt er over geklaagd dat
de Nederlandsche Regeering onwillig of onmachtig
is om de belangen van de inwoners van Zeeuwsch-
Vlaanderen te beschermen tegenover Belgie. Geen
beter bewijs voor de gegrondheid van die klacht,
dan het feit, dat de expediteurs van Ter Neuzen
rechtstreeks een verzoekschrift zonden aan een
Belgischen Minister omtrent eene spoorwegaange-
legenheid in plaats van zich te wenden tot de
Nederlandsche Regeering.
Er moge gezondigd zijn tegen den vorm, het
feit op zich zelf sprak volumes, omdat hierdoor
wordt aangetoond dat het bloed kruipt waar het
niet gaan kan eu dat menschen die zich minder
bekommeren om den vorm en rechtstreeks op het
doel afgaan, daardoor toonen te gcvoelen waar de
schoen knelt. De Belgische belangen waren echter
strijd met die van Ter Neuzen en dus, het
spreekt van zelf, men kreeg nul op het rekwest.
Meer in den vorm is de handelwijze van de
afdeetingen Oostburg en Hulst van de Maatschappij
tot bevordering van landbouw, die hare voor-
zitters en secretarissen geflankeerd van hunne
afgevaardigden in commissie naar den Haag zenden,
teneinde H. M. de Koningin te verzoeken eene
overeenkomst te sluiten met Belgie, waardoor voor
Z.-Vl. open handel zou worden verkregen met het
noordeu van Belgie althans wat het vee betreft.
Of deze poging meer succes zal hebben is eene
andere vraag, welke men het best kan beantwoorden
door een antwoord te geven op de eenige vraag
waar in Brussel rekening mee zal worden gehouden
en wel, //is het in het belang van de Belgische
laDdbouwers en rnocht zulks niet het geval zijn,
dan kunnen de heeren net zoo goed thuis blijven
en een glaasje drinken op het welzijn van het
vaderland en den bloei van landbouw, handel en
nijverheid.
Er bestaat slechts een middel om Belgie tot
rede te brengen en dat is, zijn tanden te laten
zien, maar vermits zoo iets erg onfatsoenlijk staat,
kan men in billijkheid niet verwachten dat een
Nederlandsch Minister zich tot eene dergelijke
handeling zou leenen.
Dat zou er nog door hebben gekund met een
Minister als Van Houten, die door het aantrekken
van een Ministersrok evenmin als de radicale
Chamberlain in Engeiand zijne onhebbelijke
parvenu's manieren aflegdein geen geval echter
mag men zoo iets, zclfs veronderstellen van een
door en door fatsoenlijk man als Jhr. De Beaufort.
Het is wel jammer dat terwijl men slaapt, de
wereld blijft ronddraaien en stilletjes haar ganggaat.
Henri Havard heeft eenige jaren geleden een
boek geschreven over Les villes mortes du Zuider
zee, wie weet of er te avond of te morgen door
als ik weg ben. Ik heb niets noodig. Een man
sterft zoo gauw niet van honger.
Ach vader, zei Louise, gaat ge ons weer
verlaten
Ik moet, kindlief. Als ik van nacht hier
bleef, zou ik er zeker van zijn, morgen in Mazas
te zitten Nietwaar, juffrouw Leon?
Jaen ik weet zelfs niet, hoe gij 't huis
uit zult komen. De agent, die bij mij beneden
is Loiseau heet hij, zooals hij zegt heeft
al twee keer gezegd, dat hij hier boven eens wilde
kijken. Ik vertelde hem, dat de dokter streng
verboden had, iemand hier te laten Maar
als hij weer begint, weet ik geen raad 'tLijkt
een listige aap, die Loiseau. Hij zit op de trap
een pijp te rooken. Zoo even wilde ik hem in
inijn kamer hebben, om de trap vrij te laten. Ik
vroeg hem, of hij een kop koffie wilde. //Geef
die koffie maar hier, juffrouw zei hij. Hij is
bepaald van plan, den geheelen nacht daar te
blijven zitten
Wat moet ik doen?
Er is maar een middel. Praatjes met hem
te maken geeft niets. Dat trekt de attentie maar
van de buren, en er zijn meer agenten in de straat.
Je moet naar den zolder. Er is een dakkamertje
leeg, en naar zullen ze je niet zoeken. Hier in
huis kent niemand je. Morgen-ochtend vroeg
zal ik je wat eten brengen en komen zeggeu, hoe
een blauwkiel niet een boek word geschreven
Le gouvemement mort de la Haye.
Wat men den laatslen tijd ziet gebeuren, stemt
tot nadenken. Het nieuwste nieuws is een wets-
ontwerp, houdende bepalingen betreffende den uit-
voer van vee. Wel! heb ik van mijn leven!
Belgie beschermt zijn boeren ten koste van de
Nederlandsche landbouwers en Nederland ziet heel
kalmpjes toedoch niettegenstaande de boete, ge-
vangenis, verkoop van het in beslag genomen vee
met goede premies voor de ambtenaren-bekeurders
en het schieten op de smokkelaars, blijft de smokkel-
handel bloeien, het is om tureluursch te worden.
Zou er dan niets op te vinden zijn? Une idee,
une idee roept iemand, die weet welk vleesch
men in de kuip heeft, //laat ons het Hollandsche
gouvemement er voor spannen" zegt hij. Bravo 1
bravoroepen de omstanders en zoodra Beernaert
naar den Haag gaat voor de Vredesconferentie zal
hij effekens aangaan bij meneer De Beaufort en
vragen een handje te helpen en derhalve de
Nederlandsche politie en justitie te gelasten het
smokkelen van Nederlandsch vee naar Belgie tegen
te gaan met boete en gevangenisstraf.
Men zal dat natuurlijk geheel anders voor-
stellen en spreken van 's landsbelang, internatio-
nale betrekkingen, bloei van den landbouw, enz.
maar feitelijk laat men zich weer in de luren
leggen.
Verraad omkooperij zou een heetgebakerde
Franschman in een dergelijk geval uitroepen en
de garde republicaine te paard zou er bij te pas
komen. Wrij kalme Hollanders houden niet van
al die drukte en noemen liever het kind bij zijn
waren naam onnoozelheid Meneertje pure on-
noozelheid en niets anders.
Na afloop van de conferentie zal blijken dat
onze verhoudingen tot de buitenlandsche Mogend-
heden zijn van den meest hartelijken aard en
krijgen een paar Ministers o.a. ook de grand
cordon van de Leopoldsorde. Mijn liefje, wat
wil je nog meer.
In elk geval blijkt er zonneklaar uit al is
het ook een magere troost dat men niet zal
kunnen spreken te Brussel van le gouvemement
mort de la Haye en men alleen zal kunnen zeggen
en dat is warempel genoeg, zou ik meenen
dat onze Minister van Buitenlandsche zaken zich
niet geroepen acht de Nederlandsche belangen in
het Buitenland te beschermen maar zich ver-
beeldt, verplicht te zijn op te komeif voor de
belangen der Buitenlanders in Nederland.
Het eind zal natuurlijk den last dragen. Even-
als de expediteurs zullen meerderen in Z.-Vl.
bun blikkeu steeds meer eu meer naar Brussel in
stede van naar den Haag wenden, omdat iedereen
ten slotte inziet, dat men in den Haag, ik zal
niet zeggen op commando, maar op instigatie van
Brussel handelt. Ieder die eenmaal in het belang
't met je vrouw en dochter is. Kom meeik
heb den sleutel bij mij.
Haudecoeur begreep, dat er niet te aarzelen
viel. Hij kuste vrouw en dochter en volgde juf
frouw Leon, de zoldertrap op. Zij opende een
klein vertrekje voor hem.
Hier ben je als thuis, zei de goede vrouw
je kunt gerusL slapen dat zal je goed doen. En
voegde zij er glimlachend bij, ik ben verant-
woordelijk voor je en wil niet, dat je onvoorzich-
tigheden begaatik sluit de deur.
De nacht ging voorbij zonder dat er iets gebeurde
niemand in huis wist van de aanwezigheid van
Haudecoeur ook Loiseau had geen flauw vermoe-
den. Doch trouw aan zijn consigne, verJiet hij zijn
post nietvan tijd tot tijd haalde hij een portret
uit zijn zak en bekeek dat aandachtig 't was een
photografie van Haudecoeur, genomen in de gevan-
genis, voor zijn vertrek naar Nieuw-Caledonie.
Loiseau wilde die trekken in zijn geheugen prenten.
's Morgens, toen juffrouw Leon naar de beide
zieke vrouwen wilde gaan kijken, zei Loiseau
Ik ga met u meeik wil die arme zielen ook
eens zien.
Hij haalde een vijffrancstuk uit den zak.
Daar, geef het haar, of 't van u zelve was
van mij zouden ze't niet willen aannemen. Die arme
stumpers kunnen 't toch niet helpen, dat Haude
coeur veroordeeld is, niet waar?.Willen we gaan
(Wordt vervolgd.)