A lgemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeawsch-Vlaanderen. No. 3775. AAfflBISTEBIKcT 39e Jaargang. 0HSCOT1.BIE VEROORDEELD. Zaterdag 10 Juni 1899. aanbesteden Binnenland. ABONNEMENT: advertentiEn Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. Bij (leze courant belioort een bijvoegsel. de uitbreiding van de los- en laad- plaats der haven te Walsoorden (Begrooting 4991,3(5). FEUILLETON Naar het Fransch van JULES MARY. 34) De Koninginnen te Rotterdam, NEliZENSCHE COIIRAIVT. Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—Franco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32). Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Oit bind verschijnt Wftftn.ilatr- I .ildaaavo-a^x'""""-'1 °P !,iJ "en Blt|teYer J- 8>1° *AXWBj: te T" Burgemeester en Wethouders van HONTLNISSL zullen op ZATEItDAG den 24 JUNI 1899, des voormiddags 10 uur, ten Gemeentehuize, op het dorp Kloosterzande, in het openbaar Het bestek met teekening ligt ter inzage ten Gemeentehuize en is van af den 15 dezer aldaar tegen betaling van 50 cent verkrijgbaar. Aanwijzing Vrijdag den 23 Juni 1899, des voormiddags 9,30 uur. Hontenisse, den 8 Juni 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, K. J. A. G. COLLOT d'ESCURY, Burgemeester. P. J. VAN BRABAND, Secretaris. In de gisteren gehouden zitting der Tweede Kamer werd voortgezet de Woensdag aangevangen behandeling van het wetsontwerp tot wijziging der militiewet. De tegen ontduiking van den persoonlijken dienst- plicht voorgestelde wijziging van de militiewet werd door de heeren De Ras en Jansen bestreden als zijnde een nieuwe twistappel, niet noodzakelijk en ontijdig, zoolang niet bewezen is dat het plan- Coolen "den dienstplicht benadeelt en aanmoediging van vrijwillige dienstneming den druk van den persoonlijken dienstplicht verlicht. Daarom be- streed de heer Jansen ook de vernietiging van de gemeentebijdragen voor bevordering van vrijwillige dienstneming. De heer Lohman, ofschoon afkeureude de ver- momde plaatsvervanging en de houding der Tol- stoianen als lafhartig veroordeelende, is tegen het stelsel van het ontwerp, dat eigenlijk de milicien- vrijwilligers afschaft. Hij wil eene regeling die het aantal vrijwilligers in mindering doet strekken van het contingent. VI. De beide manuen konden lang aan boord van hetzelfde vaartuig zijn, zonder elkaar te ontmoeten de stokers komen niet in aanraking met de pas- sagiers. Toch was Collivet op zijn hoedehij bleef na- genoeg den geheelen dag in zijn kajuit. Hij zag zijn slachtoffer niet gedurende den overtocht. Te Southampton kon de passagier natuurlijk eenige uren eerder aan land gaan dan de stoker. Collivet maakte van den voorsprong gebruik om nog een telegram te zenden naar Parijs, dat on- middelijk gevolgd werd door een brief. De vriend der politie dacht aan alleshij gaf een volledig signalementwant men zou Haudecoeur niet meer herkennenhij had uu grijze haren gekregen en ook zijn baard laten staan. Nu de correspondentie achter den rug was, had Collivet geen grooten haast hij wilde dezelfde boot nemen als Haudecoeur om naar den vader- landschen grond over te steken. Toen de „Brit- tania" aan de kade gemeerd lag, liet de gezag- voerder, den stoker Haudecoeur roepen. Mijn vriend de Kerunion, zoo sprak de kapitein, is overtuigd van uw onschuld en uw eerlijkheid; hij heeft mij omtrent uw geschiedenis ingelicht. In zijn brief bracht hij mij op de hoogte van den strik, dien men u gespannen had te De heeren Troelstra en Van der Zwaag protes- teeren tegen het voorstellen als lafhartigen van Tolstoianen, wier overtuiging evenzeer als elke andere eerbied afdwiugt, omdat zij zelfs hun vrij- heid offeren voor hun beginsel, door zich zelfs te laten veroordeelen. De heer Van der Zwaag hoopt bovendien dat de opponeerende katholieken met breeder inzicht tegen het geheele militaire stelsel met zijn doodslaan zullen strijden. De heer Seret spreekt ook voor handhaving van vrijwilligers miliciens, in welken geest het ontwerp is te wijzigen. De Minister van Oorlog verdedigt de maatrege- len als noodzakelijk, om de werking van de wet tot invoering van den persoonlijken dienstplicht te verzekeren, en pogingen tot ontduiking te fnuiken en ongewenschte elemeuten in het leger te weren. De maatregel beoogt niet opheffing van het reservekaderintegendeel wenscht de Minister dat open te stellen ook voor kleine luiden. Behoud van milicien-vrijwilligers is practisch onuitvoerbaar, maar de Min. is bereid de instelling van vrijwilligers in den geest van den heer Lohman te overwegen. De Min. van Binnenl. Zaken verdedigt de be- sluiten, vernietigende de gemeentebijdragen voor vrijwilligers. Spreker betoogt, dat vermindering van het contingent met vrijwilligers voor kleine gemeenten onbillijk zal werken en het stelsel van vermomde plaatsvervanging bestendigt. De heer Nolens verklaart, namens eenige ka- tholieke medeleden, te stemmen voor de wet, ten- einde de geregelde uitvoering van eene eenmaal vastgestelde wet te verzekeren. De heer Lohman verduidelijkte, dat hij het Tolstoianisme lafhartig noemde, bestreed het stelsel tot onttrekking aan den verdedigingsplicht. Spreker zal bij art. 1 aftrek van vrijwilligers van het contingent voorstellen. De heer Verheij bestrijdt zoodanige iugrijpende wijziging. Interpellate. De heer Staalman vraagt en ver- krijgt verlof om later eenige vragen te doen aan den Minister van Marine over het optreden van de marine-autoriteiten tegenover den predikant der Ned. Hervormde Kerk te Den Helder de heer De Koe. In zake de militiewet heeft de heer Lohman afgezien van het voorstellen van een amende- ment. Nadat de Minister van oorlog bij de aanstaande legerorganisatie had toegezegd bepalingen te maken Bourail. Hij noemde twee mannen Jacquemin en Collivet Het gelaat van Haudecoeur nam een sombere uitdrukkiug aan; in zijn oog fonkelde haat. Den eerste vergeef ik, meneer, zei hij. 't Is een slecht man, maar als beambte was hij in zijn recht. Maar de tweede O, als die ooit in mijne handen valt, dan zal't voor hem niet zoo goed afloopen Haudecoeur, sprak de kapitein ernstig, er was onder de passagiers, die nu 't schip al verlaten hebben, een man, die den naam Collivet droeg. Zie hier De kapitein toonde hem de pasagierslijst, en tot zijne groote ontsteltenis las Haudecoeur daar den naam van den gehaten vijand. Ik wilde u waarschuwen, vervolgde de kapitein dat was al wat ik kon doen. Haudecoeur dankte hartelijk voor al wat de kapitein voor hem gedaau had en nam afscheid. Hij begreep ten voile het gevaar in Engeland was hij veiligmaar in Frankrijk zou CoHivet hem niet met rust laten. Wat moest hij doen, om aan dien gehaten en gevreesden vijand te ontkomen Aan wal gekomen, keek hij telkens angstig rond, of hij niet achtervolgd werd. Hij zocht een bescheiden logement op, en een diepe slaap gaf hem tijdelijk rust. Den volgenden dag, toen hij opstond, scheen de zon in zijn kamer; 'twas prachtig weer. Haude coeur schoof het venster op en keek naar buiten, naar de vroolijke, gezellige drukte aan de haven. Heerlijk Vrij was hij uu, eindelijk vrij Docli plotseling viel zijn blik op een man, die omtrent vrijwillige dienstneming, is het ontwerp aangeuomen met 64 tegen 12 stemmen. Goedgekeurd werd de wijziging van de inkwar- tieringswet. TER NEUZEN, 9 Juni 1899. In de Woensdag gehouden vergadering van stembevoegde ingelanden van'het waterschap Zuid Kats St Anna en Sparks werd tot gezworene her- benoemd de heer Joh. de Feijter Pz., landbouwer te Zaamslag. De dijkgraaf, de heer J. Huijssen, werd door den voornoemden heer Joh. de Feijter namens de ingelanden met zijn 25jarige ambtsvervulling gecomplimenteerd en voor de getrouwe behartiging der belangen van het waterschap, de diepe erkente- lijkheid der ingelanden betuigd. Bij Kon. besluit is benoemd tot gezworen voor den Elisabethpolder, onder Biervliet, de heer A. de Groote. Tot wachter-machinist aan den stoommist- hoorn te Nieuwesluis, bij Breskens, is benoemd de heer P. Wemelsfelder, vroeger machinist der Kon. Ned. Marine. Koewacht. Naar wij vernemen zal aan het Hulpkantoor der posterijen alhier een beambte worden toegevoegd welke belast zal worden met de uitvoering van den bodeloop KoewachtAxel. Men seint ons De Maasstad genoot heden het groote voorrecht de beide Koninginnen in haar midden te zien voor het aangekondigde bezoek. H.H. M.M. werden aan het Maasstation te 10,42 uur verwelkomd door den burgemeester, het dage- lijksch bestuur der gemeente en tal van civiele en militaire autoriteiten. De Koninginnen zagen er zeer welvarend uit en namen, nadat door de militaire vereenigingen en de eerewacht der schutterij met muziek de verschuldigde eer was bewezen, plaats in de rijtuigen, welke geescorteerd werd door de eerewacht, cavalerie en bereden politie. Langs den weg van af de Oosterkade, Geldersche kade, Beursplein, Groote Markt, Hoogstraat, Stad- huis stonden verschilleude vereenigingen met de banieren en enkele voorzien van muziekkorpsen geschaard. Daarachter stond een talrijke menigte opeen gepakt. Luide hoerah's weerklonken en zat op een stapel planken, niet ver vandaar. Hau decoeur herkende dien man 't was Collivet Ofschoon deze niet naar hem keek, voelde hij, dat de man gekomen was om hem te bespieden. Hij verwijderde zich van het venster, sloot dat en viel mistroostig op een stoel neer. Hij altijd hij Die ellendeling In een plotselinge opwelling van woede snelde Haudecoeur de trap af. Hij zou den kerel te lijf gaan, hem bij de keel grijpen en toeroepen Wat heb ik je gedaan Wat wil je toch tegen mij Doch toen hij buiten kwam, zat er niemand meer op de planken. Collivet was verdwenen. Bij kalmer nadenken begreep Haudecoeur, dat de vijand hem niets kon doen, zoolang ze in Engeland waren hij behoefde hem hier niet te ontwijken. Inderdaad ontdekte hij gedurende de paar dagen, die hij in de stad doorbracht, herhaaldelijk de hoekige gedaante van Collivet; maar hij deed of hij den man niet opmerkte. Des Dinsdags, tegen den avond, zou een boot naar Havre vertrekken. Haudecoeur was lang van te voreu op de kade en keek uit, of Collivet niet opdaagde. Hij zag hem niet. Daar bedacht hij, dat de man zich wel eens kon vermommen, en hij keek scherp rond onder de groepjes wachtende passagiers. Hoe Collivet zich ook had veranderd, aan zijn loerenden blik zou Haudecoeur hem altijd en overal herkennen. Weldra bemerkte hij een grijsaard, gebogen onder den last der jaren, in een lange, grijze overjas en met een blauwen bril op. Het gezicht van den ouden man verdween bijna geheel onder den dichten grijzen baard. de Koningin had voor elk een bevallige buiging over. Tal van bouquetten werden H. M. geschonken. Het was een ware zegetocht. In het versierde Raadhuis had na begroeting en toespraak van den burgemeester de receptie plaats van autoriteiten, waarna te 12,02 uur de eerste rijtoer volgde langs Kaasmarkt, Binnenrotte, Meent, Botersloot, Goud- sche Wagenstraat, waar de weeskindereu H. M. huldigden en bouquetten aanboden, langs den versierden Oostzeedijk naar Oud-Kralingen, dat bijzonder mooi was gedecoreerd met bloemperken, beeldengroepen en eerepoorten. Van daar reden de Koninginnen en haar gevolg naar het Vredenoord- plein, waar een mooie kunsttempel stond en brachten een bezoek aan de Havelooze school aan den Boezemsingel, waar de Koninginnen ontvangen werden door het bestuur, vervolgens de kleermakerij en schoenmakerij bezichtigden en een lied aan- hoorden der kinderen, waarvan de versjes door twee leerlingen waren geschreven voor de Koninginnen. Na dit bezoek reden de Koninginnen naar den Crooswijkschen Singel, waar een tribune was opge- richt voor ouden van dagen en voor Hollandia een bloemenhulde plaats had. Vervolgens kwamen zij in het noorden der stad. Daar had de hulde der vereeniging plaats, waarop de rijtoer zich uit- strekte tot een gedeelte der stad om te 1,12 uur aan te komen in den Doele, teneinde in de fraai versierde zaal het dejeuner-dinatoire te nuttigen te midden van tal van genoodigden. Te 2,27 uur aanvaarden H.H. M.M. den 2den rijtoer naar Delfshaven. Onderweg werd in de WittedeWithstraat hulde betoond doorde leerlingen der H. B. S. voor meisjes en in het Park een hulde van kunstvereenigiugen met zang en muziek. Bij den terugweg van Delfshaven werd een bezoek gebracht aan het Israel. Weeshuis aan de Mathe- resserlaan, aan het Sophia-kinderziekenhuis en aan het Doofstommen-instituut. Te half 5 arriveerden de Koninginnen in het Museum Boymans, waar op het Plein aangehoord werd de zang der schoolkinderen en een defile plaats had van vereenigingen met de vaandels. Te half 6 uur werd voor de derde rijtoer uit- gereden om de Regentesse-brug over de Wijnhaven te openen en zoo de tijd het toeliet een bezoek te brengen aan het St. Lucia-gesticht en het groote ziekenhuis. Te circa half 8 uur zouden H.H. M.M. weder- om naar het Loo vertrekken. Op deze rijtoeren ontbrak het niet aan ovatie en werd een rijtuig vol bouquetten in ontvangst genomen. Ondanks het eerwaardige uiterlijk, voelde Hau decoeur een instinctmatigen argwaau. Hij liep een eindje terug, de stad in maar de oude man volgde hem niet. Haudecoeur kwam terug en nam aan het bureau een kaartje voor Havre. Toen keerde hij zich plotseling om. De grijsaard stond vlak achter hem, met geld in de hand om ook een kaartje te koopen. Hau decoeur keek hem scherp aan, of hij onder den bril de oogen van Collivet kon ontdekken. Men ging aan boord't was tijdde matrozen wilden reeds de loopplank innemen de bel luidde. Op dat oogenblik stond Haudecoeur vlak achter den ouden heer in de grijze jas. Hij boog zich naar hem toe en zei Meneer Collivet 1 De andere sidderde en keek sue! om. Hij was'tdie beweging had hem verraden. Haudecoeur zag naar Collivet, die als vastge- nageld aan het dek, op dezelfde plaats was blijven staan. En de spotlust van den Parijschen man uit 't voik kwam een oogenblik bij hem boven, ondanks al zijn lijden, al zijne doorstane ellende. Hij wuifde met zijn zakdoek en riep Tot ziens, Collivetvergeet niet mij te schrijven En hij schaterde het uit. Maar eer de boot de haven uit was, kwam ook zijn ernstige stemming weer boven, en hij overwoog, wat hem te doen stond. Hij had in Engeland kunnen blijven en vrouw en kinderen tot zich roependoch dat kwam niet in hem op. Hij had slechts edn doelzich wreken, zijn vrijheid. en zijn eer terugkrijgen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1899 | | pagina 1