BIJVOEGSEL
Tor Hsazensohe Courant
Zaterdag 27 Mei 1899. No. 3769.
(jementrde berichten.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
VAN DE
VAN
Een stout stuk is Woensdagnacht te Amster
dam weder door inbrekers uitgehaald. Een win-
kelier in schoeuen, wonende in de 2° Angeliers-
dwarsstraat, begaf zich Dinsdagavond omstreeks
halfeen ter ruste. Drie uren later werd hij wakker
en, de oogen wrijvende, meende hij te droomen,
doch het bleek hem al spoedig dat, wat hij meende
te zien, werkelijkheid was. Een stoel lag dwars
voor zijn bed en de linnenkast stond open. Spoedig
was hij uit zijn bed en viel bijna over den stoel,
die zeker voor dat doel daar was neergelegd. Bij
de linnenkast gekomen, waarin de sleutels staken, die
in zijn broekzak op den stoel voor het bed wareu
geborgen geweest, bemerkte hij tot zijn schrik dat
een som van 120 was verdwenen. Men was
zelfs lioo brutaal geweest, met de sleutels ook de
portemonuaie uit den zak te haleu. De dieven
hadden bij het verlaten van den winkel zich ook
van nieuw schoeisel voorzien.
Het is later gebleken dat men zich met een val-
schen sleutel toegang tot de woning had verschaft.
Men schrijft uit Delft aan het Vaderland
Een onaangenaam geval doet zich sedert eenigen
tijd alhier voor. In het koffiehuis Lowenbrau,
huurder Schmidt, uit Rotterdam, was sedert een
jaar de heer Biihler de koffiehuishouder, die door
zijn aangenamen omgang en voorkomendheid steeds
geroemd werd. Schmidt scheen van een ander
gevoelen en zegde den heet B. aan, dat hij binnen
veertien dagen die zaak moest verlaten. B. deelde
zijn gevoelen niet, bleef en zag op een goeden
dag een schuit met een verhuisboedel arriveeren,
toebehoorende aan den nieuwen koffiehuishouder.
Thans waren er twee kasteleins en moest de zaak
wel floreeren. Beiden weigerden te vertrekken.
Schmidt leverde geen bier meer en daar in het
cafe slechts Lowenbrau mag geschonken worden,
verrezen voor de ramen groote borden, met het
opschrift vtijdelijk gesloten," wat een uatuurlijk
gevolg zal hebben dat de zaak verloopt en geen
cent meer waard is.
Door bfeide partijen werd er een gerechtszaak
van gemaakt en werden advocaten aangenomen
om dat zaakje tot een goed eind te brengen. Door
den advocaat van S. is thans B. in zijn woning
opgesloten, om zoodoende B. te noodzaken het
huis te verlaten. Dit duurt nu reeds veertien
dagen en beide kasteleins zijn nog aanwezing in
hetzelfde gesloten cafd. Iederen dag ziet men
thans een ladder tegen de woning aanbrengen en
wordt de bovenbewoner B. van de noodige proviand
voorzien.
De tapper de L. aan den Vleutenschen weg
te Utrecht, kreeg Woeusdagmiddag bezoek van drie
als heer gekleede personen. Nadat zij ieder een
borrel hadden besteld, haalde een hunner een spel
kaarten te voorschijn en stelde voor een spelletje
te doen, tot het tijd werd voor den trein. Dit
werd door beide audere aangenomen. De tapper,
aanvankelijk toeschouwer, waagde ook eens een
kansje.
Eerst nadat hij ongeveer f 50 had verloren,
scheen hij te bemerken, dat de heeren tot de
zoogenaamde kwartjesvinders behoorden en vor-
derde zijn geld terng. In antwoord daarop ging
een hunner de man met de dubbeltjes er
van door en wist te ontkomen. De anderen be-
proefden het voorbeeld te volgen, maar werden
gegrepen en aan de politie overgeleverd, die hen
naar de Ganzenmarkt overbracht.
Vergadering van Donderdag 25 Mei 1899.
Voorzitter de heer J. A. P. Geill, burgemeester.
Aanwezig alle leden met uitzondering der heeren De Peijter
en Grenu.
Na opening der vergadering worden gelezen de notnlen
der voorgaande.
De heer Van den Hoek merkt op dat hij niet heeft ge-
sproken van syphons van 10 en 16, maar van 10 50
en 16,50.
Hiema worden de notnlen goedgekeurd.
Aan de orde komt
1. Ingekomen stukken.
a. Een voorstel van Burg, en Weth. om in de begroo-
ting voor 1898 uit den post voor haven- en kanaalwerken
over te schrijven f 153,42j op den post overbrenging en ver-
pleging van krankzinnigen.
Met algemeene stemmen aldus besloten.
to. Een schrijven van A. C. Risseeuw, die tegen eene
vergoeding van f 75 'sjaars op zich genomen had het be-
aienen van een telefoon te Sluiskil, het beschikbaar stellen
vertrek daarvoor in zijne woning en het bezorgen
crichten. Deze is daarop reeds teruggekomen en geeft
Tr- Fnoemd 8alaris zich tevens met het
de tdefoo/tow'l'l 'r kunnen belasten, maar wel daarvoor
als kantoor reservecrem k '-Una woning
volIt°willen^Sdenziedne: telegrammen hiJ da **ak
nfZTt be3tf°0n berichte" geadresseerden van paal
Z kanaal; WB We8td°^
overzijde van het kanaal tot grens Axel
nodi-lk457K06g0r8 6D KleiDe ZevenaarP°,der' tot aan sectie G
10 cent bestelloon voor al wat buiten bovenbedoelde grens
hgt en begrensd wordt door de Korte Blikstraat, Lange
iJlikstraat tot aan de Koegorspolderstraat, de Koegorspolder-
straat tot aan de grens van Axel, verder die grenslyn tot
aan de grens van Westdorpe, tot aan de Pierssenspolderstraat
III benevens die straat.
Telegraaftarief voor al wat daarbuiten ligt.
De VoorzitterHet is vanzelf eene teleurstelling, dat
Risseeuw nu reeds op de eerst vastgestelde regeling terugkomt
en ik had liever gezien dat hij eerst de kat eens uit den
boom gekeken had, maar nu het zoo is, moet loch weer
eerst die zaak geregeld worden, eer er van vestiging van
een telefoon te Sluiskil sprake kan zijn. Het Dag. Best,
heeft hieromtrent geen voorstel, maar ik meen dat het aan-
beveling verdient de door Risseeuw voorgestelde regeling aan
te nemen, en zal dit dus in omvraag brengen.
De heer Van IJssel9teijn Hoe is het in andere plaatsen,
b. v. in Hoek Dat is zoo wat dezelfde toestand.
De VoorzitterDaar van is mij niets bekend, doch hij
haalt andere plaatsen aan, waar een gelijke regeling bestaat
en ook nog een gemeente waar voor elk bericht minstens
een bestelloon van 5 cent geheven wordt, ook al is de woning
van den geadresseerde naast het kantoor gelegen.
De heer Van der MoerDe hoofdzaak van vestiging van
het telefoonkantoor te Sluiskil is toch voor de kom, en daar
wil hij immers gratis bestellen
De Voorzitter gelooft dat het een onjuist denkbeeld is om
de vestiging van een kantoor te beschouwen als zijnde voor
de kom van Sluiskilhet kantoor is natuurlijk voor de om-
streken in 't algemeen.
De heer Van der Moer: Jawel, maar er zijn toch ook
weer polders die beter van uit Ter Neuzen kunnen bediend
worden.
De Voorzitter Maar daarentegen andere, b. v. de Koegors-
polder, weer niet. Sluiskil is van de omstreken natuurlijk
het centrum.
Naar aanleiding eener opmerking dat de ambtenaar ter
secretarie Dieleman voorheen secretaris te Hoek omtrent
de regeling aldaar wel inlichtingen zou kunnen verschaffen,
wordt deze ter vergadering ontboden en deelt mede dat aldaar
10 cent bestelloon voor ieder telegram moet worden betaald
wanneer de geadresseerde op een kwartier afstand of minder
van het kantoor woont en dat voor de verdere afstanden
geldt het tarief van de rijkstelegraaf.
De VoorzitterDan hangt het er nog van af of die
afstand wordt berekend volgens hemelsbreedte of naar den
af te leggen weg, dat kan nogal wat uiteenloopen. Voor het
bereiken van Sluiskil—station zou men van af Risseeuw, wan
neer van de spoorbrug gebruik gemaakt mag worden, onge
veer een kwartier noodig hebben, maar wanneer de bode die
brug niet mag gebruiken, of wanneer deze open staat, moet
men een zeer grooten omweg maken.
Waar te Hoek voor ieder bericht betaald, wordt, maar
hier eerst buiten een aangegeven afstand, verdient het m. i.
overweging de condition van Risseeuw aan te nemen.
De heer Moes Maar welk salaris wordt te Hoek gegeven
De ambtenaar Dieleman deelt mede dat dit f 75 bedraagt.
De Voorzitter Dus evenveel als hier.
De heer De Koeijer zou het salaris een beetje willen
verhoogen, als bij iedereen gratis besteld werd, b. v. met
f 25 daarvoor zal Risseeuw het wel willen doen en dan is
het voor alien gelijkiemand die ver van 't kantoor woont
betaalt evengoed z'n lasten als nabijwonenden. En doet hij
't er niet voor dan zal er toch wel een ander te Tin den zijn.
De heer Moes moet tegen zoo'n regeling bezwaar maken;
er is volgens hem niets tegen dat zij, die buiten een zeker
rayon wonen meer betalen dan nabijwonenden, dat is met
de telegraafdienst ook zoo.
De heer Van den HoekAls men bij alien gratis wil
laten bestellen en naar gelang daarvan wil salarieeren, dan
zou men wel een afzonderlijke besteller mogen aanstellen,
want anders staat het kantoor, als Risseeuw b. v. eens naar
een verafgelegen plaats moest, ondertusschen onbediend.
Naar aanleiding hiervan wordt opgemerkt dat dit bij den
nu voorgestelden regel ook zoo is, maar dat Risseeuw moet
zorgen voor een geregelde bediening in zijne kantooruren
De heer Van den Hoek brengt nog in herinnering dat het
van eerst af in de bedoeling van den Raad heeft gelegen een
bestelloon te heffen ten bate der gemeentekas.
Waar de heer Moes zegt dat bij de telegrafie buiten een
zekeren afstand ook bestelloon betaald wordt, zegt de heer
De Koeijer dat de Raad over de telegraaf geen baas is, maar
hierover wel, waarom hij ook alle ingezetenen gelijk zou
willen stellen.
De VoorzitterWat is de bedoeling van de telefoon Om
van 'teen of ander snel op de hoogte te kunnen zijn. Dat
is een algemeen belang en daarvoor dient de inrichting en
bediening van het toestel, wat uit de algemeene kas beko^tigd
wordt, het ontvangen van een bericht is evenwel een persoon-
lijk belang, waarom er ook niets tegen kan zijn om daarvoor
een bestelloon te vorderen.
De heer De KoeijerMaar als iemand die veel zaken
doet, en even buiten den kring woont, veel berichten ont-
vangt, moet hij ook veel betalen, hoewel hij ook reeds het
meeste in den hoofdelijken omslag betaalt.
De Voorzitter zou die meening niet durven onderschrijven.
Wat nu salarieering, gebaseerd op kostelooze bestelling onver-
schillig op welken afstand betrcft, er is thans nog volstrekt
geen raming te maken van hetgeen er zal omgaan. Bekend
is het, dat er ingezetenen zijn die nogal telegrammen ontvangen,
terwijl voor enkele gevallen ook gebruik gemaakt wordt van
de particuliere telefoon van den waterstaat. Het nut van de
inrichting is dus aangetoond en dat is een algemeen belang,
eveneens de bediening en het kantoor, waar voor dan f 75
wordt betaald, maar de bestelling is een particulier belang.
De heer Visser gaat mee met het denkbeeld van den heer
De Koeijer om b. v. f 100 te bieden zonder het heffen van
bestelloon.
De Voorzitter vermoedt dat, wanneer men eenmaal zal
weten wat er aan verbonden is en hoeveel berichten er
besteld moeten worden, de eischen nog veel hooger zullen
koinen. Hij raadt dringend aan het salaris vast te stellen
onafhankelijk van de bestelling, en de regeling voor 't be
stelloon als is aangegeven goed te keuren.
De heer Moes merkt op dat een handelaar die veel tele
grammen ontvangt drukke zaken doet en dan ook veel
verdient, zoodat deze zonder bezwaar iets betalen kan.
De heer De KoeijerMaar met die verdiensten wordt
ook reeds bij de vaststelling van den hoofdelijken omslag
rekening gehouden.
De heer van IJsselsteijn merkt nu ook op dat er destijds
op gerekend is om 10 cent bestelloon per bericht te heffen,
in mindering van die 75 belooning.
De Voorzitter Pardon, er is f 75 als salaris toegezegd,
maar het bestelloon zou ten bate der gemeentekas komen.
De heeren Van IJsselsteijn en Van den Hoek: Dat is
toch volkomen hetzelfde.
De heer Van den HoekMaar nu wil hij 't bestelloon
zelf houden.
De heer Moes acht het verkeert dat Risseeuw nu reeds is
gekomen met verandering in de pas gemaakte voorwaarden.
Opgemerkt wordt dat nog geen definitieve voorwaarden
waren gemaakt.
De heer Van IJsselsteijn zou de voorwaarden maar willen
aannemen, hij acht die niet onbillijk.
De heer Visser acht het toch bezwarend voor hen die
buiten het rayon der gratis bestelling wonen.
De heer MoesJa, dat is met de telegraaf toch ook.
Toen ik vroeger op m'n hofstede woonde moest ik 40 cent
betalen, nu krijg ik ze ook gratis bezorgd.
De heer De Koeijer't Zou toch niet te veel zijn als
voor de bestelling ineens 25 betaald werd.
De heer MoesMaar later zouden de eischen wel ver
hoogen.
De VoorzitterZou men er wel iemand voor kunnen krijgen.
De heer De Koeijer Ik weet het natuurlijk niet zeker,
maar geloof het toch wel.
De heer MoesDan zou ik er nog tegen zijn.
In stemming gebracht worden de door Risseeuw gestelde
voorwaarden goedgekeurd met 8 tegen 3 stemmen. Voor de
heeren Van IJsselsteijn, Moes, Wieland, Van der Moer,
Van den Hoek, Dees, Van de Velde en Hartetegen do
heeren Visser, Van der Hooft en De Koeijer.
Een brief van den heer L. de Bruyne, bouwkundige,
van den volgenden inhoud
•Naar aanleiding van het raadsverslag van 18 Mei jl. heb
ik de eer UEd. het volgende mede te deelen aangaande het
overnemen der Jozinastraat.
Door den heer Grenu belast zijnde met het uitvoeren der
werken tot verbetering der bovenvermelde straat, heb ik aan
den heer Van den Hoek gevraagd wat er aan die straat
moest verricht worden om door de gemeente te kunnen
worden overgenomen, waarna mij door genoemden heer de
noodige herstellingen der keibestrating zijn aangewezen het
leggen der gresbuizen en het plaatsen van een syphon met
stankscherm, hetgeen alles naar behooren is uitgevoerd, doch
aangaande de syphon heeft de heer Van den Hoek mij niet
bepaa/d gezegd dat zoo'n model syphon moest gtbruikt worden
zooals er in het brandspuithuis aanwezig warenanders had ik
deze zeker in het bestek voorgeschreven.
Mijnheer Van den Hoek zeide o. a. ook dat ik een ge-
metselde syphon moest plaatsen, doch daar die kosten onge
veer gelijk zijn, heb ik een ijzeren laten plaatsen en in de
begrooting is (zooals mijnheer Van den Hoek ook zegt) daar
f 16 voor geraamd, hetgeen waarlijk niet te veel is, als men
weet dat bedoelde syphon f 10,50 inkoopsprijs te Amsterdam
kost, waar derhalve nog de vracht en het plaatsen bijgerekend
moet worden, waarom er dan ook in 't geheel niets van de
aannemingssom is afgetrokken.
Heeft mijnheer Van den Hoek zoo'n model syphon bedoeld
zooals die bij de gemeente worden gebruikt, zoo heeft toch
mijnheer Grenu er in geen geval schuld aan dat die niet is
geplaatst, daar mij belast was, alles uit te voeren zooals het
van gemeentewege belast werd en ik heb eerlijk gehandeld
volgens raijn beste weten.
Hopende dat deze moge leiden tot afdoening der zaak."
De heer Van den Hoek merkt naar aanleiding daarvan op,
dat hij wel degelijk heeft gezegd dat het model der in het
brandspuithuis aanwezige syphons moest worden gebruikt.
Hij zal echter van deze kwestie verder niets meer zeggen.
De Voorzitter stelt voor om, waar nu blijkt dat in elk
geval de heer Grenu aan die zaak geen schuld heeft, de
straat over te nemen en Burg, en Weth. te maehtigon datgene
te doen wat daarvoor noodig is, en voorts te bepalen dat
voortaan in de bestekken het model syphon duidelijk zal
worden omschreven.
Dit voorstel wordt met 10 tegen 1 stem, die van den heer
Van den Hoek aangenomen.
tl* Een schrijven van den volgenden inhoud
Aan den Gemeenteraad van Ter Neuzen.
Naar aanleiding van hetgeen de wethouder Van IJsselsteijn
in de jongste raadsvergadering heeft meenen te moeten zeggen,
omtrent de voordeelan welke de toekomstige ijzersmelterij
en staalfabriek voor werklieden uit deze streek zal brengen,
heb ik, als daartoe oangezocht en gemachtigd door den admi-
nistratieven beheerder der vennootschap, de eer u mede te
deelen
dat het bestuur der vennootschap wel degelijk de bedoeling
heeft, op den duur zooveel mogelijk werkkrachten uit deze
streek te gebruiken, al was het maar alleen, omdat dit in het
financieel voordeel der zaak zou zijn
dat in den aanvang natuurlijk in dergelijke fabrieken moeten
worden genomen werklieden, en op de hoogte van het werk,
en lichamelijk in staat om het werk te verrichten
dat er, zoo er hier werkkrachten zijn te vinden, hetgeen
zonder eenige twijfel het geval is en zal zijn, er geen sprake
van kan zijn, werklieden uit den omtrek van St. Nicolaas of
waar ook te doen komen
dat trouwens noch daarover noch over de loonen, eenige
beslissing is genomen
dat de loonen worden geregeld naar de waarde van den
verrichten arbeid, en kunuen klimmen tot 8 h 9 frs. per dag.
Bovenstaande mededeelingen kunnen worden bevestigd door
het raadslid Van der Moer, in wiens tegenwoordigheid zij aan
mij zijn gedaan.
Mocht de wethouder Van IJsselsteijn alsnog kunnen opgeven
de bron waaruit bij heeft geput, dan zou hij het bestuur der
vennootschap nog beter in staat stellen een eind te maken
aan alle onware verhalen en praatjcs.
Hoogachtend,
L. Schalk.
De heer Van der Moer kan dit schrijven bevestigen, de
heer Pirard heeft de mededeeling in zijne tegenwoordigheid
gedaan.
De Voorzitter noemt het eene voor de gemeente aangename
tijding. Hij vermeent ook dat de heer Van IJsselsteijn dien-
aangaande volstrekt niet apodictisch sprak, maar meer een
algemeen idee weergaf.
De heer Van IJsselsteijn verklaart dat hij bij zijne uiting
volstrekt niet de bedoeling had de inrichting in een ongunstig
daglicht te stellen of om daarvan kwaad te spreken, welke
bedoeling men hem, tusschen de regels doorlezend, schijnt te
willen toeschrijven.
Door zijne langdurige ervaring in zaken van handel weet
hij echter ook wat er in de industrie omgaat, ook in de
ijzer-industrie, en hij kent ook de hier den werklieden betaalde
loonen, die hooger zijn dan in die inrichtingen genoten worden.
Hij heeft daarointrent enkel eene meening uirgesproken, maar
heeft dit volstrekt niet gezegd om ten ongunste der inrichting
te spreken, wier vestiging alhier hij toejuicht, want als er
iemand is, die zich verheugt in den bloei dezer plaats, dan
voorzeker is hij hethij heeft daarvoor moeite en geld genoeg
besteedt.
De heer Van der Moer deelt nog mede dat de directeur
der vennootschap verklaarde dat het in de bedoeling ligt om
hier uit den omtrek voornamelijk jonge krachten te trekken,
teneinde die in de werkzaamheden op te leiden. De werktijd
zal zijn van 66 ure en de loonen voor jongens van 13 h
14 jaar, 75 cent h f 1 per dag, die bij gevorderde bekwaam-
heid opklimmen in verdiensten. Er zal zoowel in den winter
als in den zomer gewerkt worden. Het is volstrekt hunne
bedoeling niet om werkkrachten uit het Noorden van Belgie
te trekken, omdat daar evenmin personen gevonden worden
die kennis van het werk hebben als hier. Het is goed te
begrijpen dat vooreerst vreemde krachten noodig zullen zijn,
maar daarvoor moet de vennootschap Walen hebben, robuste
kerels, die aan het werken voor de ovens gewoon zijn.
Ik meen zegt spreker dat deze mededeeling een ge-
ruststelling zal zijn voor velenwant ik geloof voorzeker
dat hier wel werkkrachten zullen te krijgen zijn, daar het
toch wel zulke personen als hierboven bedoeld naar genoegen
zal zijn, wanneer zij zich voor het begin een vast inkomen
van 300 h f 400 'sjaars kunnen verzekeren.
De heer Van IJsselsteijn herhaalt alleen zijne opinie te
hebben uitgedrukt en voorzeker staat hij in deze niet op zich-
zelf, bij menschen die er ook in 't huis zijn. De omstandig-
heden zullen echter later wel uitwijzen wat er van is.
De heer Wieland gelooft dat het maar 't best is, den brief
voor kennisgeving aan te nemen. Mocht later een9 blijken
dat het niet is of wordt zooals nu geschreven i9, dan kunnen
we daarop altijd wijzen. Dat er niet alleen Ter Neuzenaars
aan zullen werken laat zich begrijpen, er zullen personen
moeten zijn om aanwijzingen te geven.
Opgemerkt wordt dat er toch ook nog vele werkzaamheden
zijn buiten het ijzergieten, die toch door gewone werklui
kunnen verricht worden.
Nadat de heer Van IJsselsteijn nog heeft verklaard, zoo
vrij te zullen zijn aan den heer Pirard, die hem ook per-
soonlijk bekend is, een brief over deze zaak te zullen schrijven,
wordt de brief voor kennisgeving aangenomen.
3. Concessie-voorwaarden electrische verlichting.
De Voorzitter deelt mede dat sedert de vorige vergadering
de definitieve aanvraag van de heeren Hofstede Crull Willi nk
is ingekomentevens is bericht ontvangen dat de heer Hof
stede Crull zou overkomen, om met den Raad te confereeren.
Goedgevonden wordt, dat de Raad alvorens de heer Hofstede
Crull ter vergadering komt, de voorwaarden zal bespreken,
opdat hem daarna kan worden medegedeeld welke verande-
ringen gewenscht worden.
De Voorzitter acht art. 3 eene zeer bezwarende bepaling
voor de gemeente. Zooals uit dat art. blijkt is elke andere
concessie uitgesloten.
De heer Van IJsselsteijn Natuurlijk.
De Voorzitter acht die bepaling onaannemelijk voor de ge
meente Het zou voor de concessionarissen een gunst moeten
zyn dat zy het recht verkrijgen om voor het aanleggen van
geleidingen gebruik te maken van de openbare straten enz.,
maar geen gunst voor de gemeente dat het geb«>urt, hoezecr
men 't ook op prijs moge stellen dat er zoo'n iustallatie komt.
Spreker is er ten zeerste tegen om het uitsluitend recht van
het gebruik der openbare straat aan concessionarissen te geven.
Er moet z. i. gezorgd worden dat een particulier, wanneer hij
voor eigen gebruik electriciteit wil voortbrengen, hij dit zonder
bezwaar doen kan, ook al zijn zijne huizen door de openbare
straat gescheiden en hem dus ook moet vergund kunnen wor
den een draad over de straat te spannen. Voornamelijk is
hierbij het oog gevestigd op de ijzerfabriek. Wanneer deze zelf
electriciteit wil voortbrengen en te bouwen woningen wil ver-
lichten zou ze geen dradeu over de aangelegde straten mogen
spannen.
De heer Van der MoerAltijd wanneer het openbare straten
worden.
Waar de Raad aan anderen niet dan voor eigen gebruik pro-
ductie van electriciteit zou willen toestaan, geeft de Voorzitter
in overweging concessionarissen het uitsluitend recht tot leveren
van stroom te geven.
De heer Visser gelooft dat het geen bezwaar zou opleveren
wanneer de concessie werd bepaald tot de kom, daar de fabriek
buiten de kom valt.
De Voorzitter Maar als dan b. v. de heer Wieland eens
zelf de door hem gebruikte gebouwen door straten ge
scheiden eens wilde gaan verlichten zou het niet mogen.
De heer Van IJsselsteijn merkt op dat aan de concessie na
tuurlijk voordeelen moeten verbonden zijn. De heeren hebben
nu op het oude contract met de Amsterdamsche maatschappij
eene overeenkomst gesloten, maar als men nu de concessie
waardeloos maakt, komt er weer niets van.
De Voorzitter: Liever geen concessie dan met zoo'n bezwa
rende bepaling.
De heer Van der Moer merkt op dat men nu nog vaststellen
kan zooals men wil, maar men later gebonden is. Nu is het
ook weer geheel anders dan vroegertoen zouden ze geld zien
te krijgm en zelf de concessie uitvoeren, maar nu willen ze
die direct aan eene maatschappij overdragen. Zouden we dan
vraagt hij zelf niet met de Amsterdamsche maatschappij
kunuen onderhandelen.
De Voorzitter wijst er op dat de aanvragers daarmede hebben
onderhandeld en nu zelf weer naar hier gekomen zijn.
De heer Van der Moer: Natuurlijk om er hun voordeel
mede te doen.
De Voorzitter meent dat men 't hen niet ten kwade kan
duiden, dat ze trachten schadeloos gesteld te worden voor hunne
moeite, die ze aan gemaakte plannen en onderzockingen hebben
besteed
De heer Van der Moer: Die plannen zouden ze kunnen
verkoopen. We zijn de vorige maal ook wel een beetje gedu-
peerd, daar ze hadden te kennen gegeven de concessie toch te
zullen aunvaarden, ook al was er nog geen kapitaal beschik
baar.
De hejr Van IJsselsteijn bevestigt dit.
De heer Van den Hoek meent dat het bezwaar tegen art. 3
is te ondervangen door er aan toe te voegen „Deze bepaling
is niet van toepassing op inrichtingen die electriciteit produ-
ceeren voor eigen gebruik."
Na nog eenige bespreking wordt art. 3 zoodanig gewijzigd
dat de concessie alleen zou omvatten de kom der gemeente,
zooals die thans bestaat, met dien verstande dat aan particu-
lieren, die voor eigen gebruik gebouwen enz. willen verlichten
ook vergunning tot het leggen van draden kan worden verleend.
In art. 4 wordt ingelaschtdat voor de levering van stroom
aan de gemeente en de ingezetenen contracten moeten worden
afgeslolen.
In art. 5 wordt op voorstel van den Voorzitter geschrapt de
bepaling dat ook wanneer de stroomlevering niet voldoet aan
het met een ingezetene afgesloten contract, een en ander ter
beoordeeliog van Burg, en Weth de concessionarissen daarin
ten spoedigste moeten voorzien.
De Raad acht het voldoende dat dit voor stroomlevering aan
de gemeente wordt voorgeschreven, en is van meening dat de
particulieren bij niet-nakoming van het contract door de maat
schappij, zelf voor hunne belangen moeten optreden.
De heeren Wieland en Dees verlaten de vergadering.
Verder wenschte de Voorzitter in dit art. te laten vervallen
de bepaling dat bij geschillen de arbiters beslissen ten laste
van welke partij de kosten der arbitrage komen. Hij zou een-
voudig willen bepalen dat die kosten komen ten laste der
verliezende partij, daar anders de arbiters, na eerst de zaak te
hebben uitgemaakt, later nog eens over de kosten zouden
moeten beslissen.
De heer Van IJsselsteijn merkt op dat men in een zaak
voor een deel gelijk en voor een ander deel ongelijk kan hebben,
zoodat dun niemand de verliezende partij ishet is dus noodig
dat alsdan kan bepaald worden wat ieders aandeel in de kosten
is, die bepaling komt trouwens bij alle arbitrage zaken voor.
De oorzitter yindt het dan ook goed, maar wenscht dan
de bepaling te lezenDe arbiters zullen tegelijkertijd be
slissen, enz.
Dit wordt goedgevonden.
De 1® alinea van art. 6 wordt op voorstel van den Voor
zitter gelezen, dat de gemeente na verloop van 15 jaren
ten alien tijde daarna" bevoegd is alles wat tot de electrische
stroomlevering behoort tot zich te nemen »en de levering
van electrische stroom te bewerkstelligen."
De Voorzitter vindt het ook bezwarend dat de gemeente
bij overneming buiten het bedrag waarop alles getaxeerd
wordt, nog een premie moet betalen van zooveel maal i /40 der
schattingswaarde, als het aantal jaren beloopt dat de concessie,
ware zij niet ingetrokken nog aan de concessionarissen zoude
gebleven zijn. Er wordt reeds een hoog bedrag voor afschrijving
op de machines gerekend en stel nu dat bij overname de
waarde op f 50,000 wordt geschat en de concessie nog 20
jaren loopt, dan moet de gemeente nog eens 20 maal i/40 of
de helft zz f 25,000 aan premie betalen.
De heer Van den HoekDaar is ook niets tegen, want
als de zaak niet rendeert zal de gemeente ze niet overnemen
en als er aan verdiend wordt kan het geen bezwaar hebben
dat de gemeente voor het voordeel dat ze tot zich neemt,
zich ook eene opoffering getroost.
De Voorzitter geeft dit zoo beschouwd toe.
Bij art. 7 wilde de Voorzitter wijziging gebracht zien in
de bepaling waarbij de gemeente na afloop der concessie nog
gebonden blijft tegenover de concessionarissen. Hij zou
onze nazaten zegt hij niet reeds nu zo<5 willen vast-
leggen, dat b. v. de concessie weer voor 10 jaren voortgaat
wanneer men niet tijdig kennis geeft dat men de zaak wenscht
over te nemen of eene andere concessie wil verleenen. Stel
dat men het eens vergeet, dan is men weer voor 10 jaren
gebonden.
De heer Visser ziet het bezwarende der bepaling niet in.
Onze nazaten zegt hij zullen ons dankbaar zijn dat de
installatie bewerkstelligd werd, en het is eene waarborg voor
de maatschappij.
De Voorzitter: Maar er kunnen nieuwe ontdekkingen op
't gebied van verlichting gedaan worden.
De heer Van den Hoek: In dat geval is bij art. 3 voorzien.
De Voorzitter stemt dat toe, maar dit art. bindt toch.
Verschillende leden merken op dat bij kennisgeving de
zaak ophoudt en men maar moeilijk kan aannemen dat het
te dien tijde fungeerende bestuur daarvoor niet tijdig zal
zorgen, indien het de concessie wenscht te doen eindigen,
natuurlijk zal er dan v<5or dien tijd wel eens over gesproken
worden.
In art. 9, waar den concessionaris verplichtingen worden
opgelegd die hij terstond moet nakomen, binnen een door
Burg, en Weth. aangegeven tijd, stelt de Voorzitter voor
daarbij te bepalen, dat voor iederen dag waarmede het aan
gegeven tijdstip overschreden wordt f 5 boete zal worden
toegepast.
De heer Visser merkt op dat de concessionarissen toch
goede bedoelingen hebben en voor de hier bedoelde gevallen
wel uit zich zelf zullen handelen, daar storing in de geleiding
ook voor hen nadeelig is
De Voorzitter antwoordt dat alle contracten met de beste
bedoelingen worden opgemaakt, de kwestie's komen eerst later.
De heer Van der Meer acht hier opleggen van boete on-
noodig, waar Burg, en Weth. hier het recht hebben om bij
nalatigheid voor rekening der concessionarissen het werk te
laten uitvoeren. Dit is een veel beteren waarborg, want men
heeft de waarborgsom in handen en wanneer men boete toe-