ZEET1JUIWGEN.
Van 15 tot en met 16 Mei.
a
3 1
1
Van 17 tot en met 18 Mei werden
Oostsluizen alhier 16 binnenvaartuigen
afgescliut.
angs de
op- en 21
achriften wordt niet verplichtend gesteld. Ilet Dug. Best.
»telt daarom voor het artikel te wijzigen en de eerste zin-
snede te eindigen bij "Burgemeester." En als nieuwe zin-
snede toe te voegen»De voorschriften in die vergunning
gegeven of te geven in het belang der openbare orde en
veiligheid, moeten in acht gen omen warden.
De heer De KoeijerEen paardenspel of zoo iets, hangt
dat dan ook van n af, mijnheer de voorzitter
De Voorzitter Oiu te spelen, jaom op gemeentegrond
op te siaan van Burg, en Weth. Slaat men echter op par-
tieulier terrein op, dan moet om te spelen, toch aan my
vergunning worden gevraagd en bij roorkomende gelegenheden,
zal daaromtrent gehandeld worden naar den door den Road
uitgesproken wensch, dat mon er in gewone tijden tegen is.
Daarop kan ik mij eenvoudig beroepen en ben er dan gauw
van af.
Het art. wordt met de wijziging aangenomen.
Art. 3.
De vergunning tot het geven en houden van een openbare
vermakelijkheid of van eene bijeenkomst tot ontspanning of
vermaak kan. wanneer daartoe kinderen op eene voor hen
levensgevaarlijke wijze medewerken of wanneer dit in het
belang der openbare orde of zedelijkheid wenschelijk is, door
den Burgemeester worden ingetrokken.
De Voorzitter nu komt in aanmerking het schrijven van
uen heer Van der Moer, die aangeeft te bepaien dat de
vergunning kan worden ingetrokken, ook al is met de ver
makelijkheid een aanvang gemaakt.
De heer Van IJsselsteijn Dat staat er eigenlijk in.
De Voorzitter: Ja, 't vloeit er uit voort, maar om zuiver
te staan zou ik het wenschelijk achten het er ter verduidelijk
nog in op te neman, en achter "Burgemeester" in inlasschen
ten alien tijde".
Met algemeene stemmen aldus besloten.
Art. 4.
Ieder, die deelneemt aan eene openbare vermakelijkheid
of bijeenkomst tot ontspanning of vermaak, welke gegeven
wordt zonder vergunning van den Burgemeester of nadat de
vergunning door den Burgemeester is ingetrokken, moet
daarmede ophouden op eerste aanzegging door de politie.
De Voorzitter: Hierin wordt alleen gesproken van hen
die aan de vertooning een werkzaam aandeel hebben, maar
'I dieust ook op de toeschouwers van toepassing te zijn,
waarom het Dag. Best, voorstelt, te lezen achter het woord
vermaak": »hetzij als medewerker, hetzij als bezoeker,
kijker of hoorder als anderszins," welke enz.
Met algemeene stemmen goedgekeurd.
Art. 5.
Muziekanten, liedjeszangers, goochelaars, springers, vertooners
van kijkkasten, orgeldraaiers en dergelijke meer, mogen dit
bedrijf langs den openbaren weg niet uitoefenen, dan na be-
komen vergunning van den Burgemeester en tot wederop-
zegging toe.
Wordt zonder opmerkingen goedgekeurd.
Afdeeling II.
Van Logementen, Herbergen, Slaapsteden enz.
Art. 6.
Hij, die een logement, herberg, slaapstede, koffiehuis, bier-
huis, restauratie, schaftkelder, eier-, visch- of zuurhuis, tap-
perij, siijterijkroeg of eenig huis, waar men gelagen zet,
overneemt, opricht of verplaatst, of die ophoudt zoodanige
affaire uit te oefenen, is verplicht daarvan schriftelijk kennis
te geven aan den Burgemeester, binnen acht dagen na de
overneming, oprichting, verplaatsing of het ophouden der affaire.
De heer Visser, ofschoon geen bezwaar hebbende 't er in
op te nemen, meent dat het voor Ter Neuzen onnoodig is
om te spreken van »eier-, visch of zuurhuis."
De Voorzitter: Wat niet is kan komen. Er zou zeer goed
een inrichting kunnen ontstaan waar men, zooals in Am
sterdam. een hard eitje kan gaan gebruiken, waar dan
gewoonlijk een potje bier op volgt zoodat men er gelagen
zet, en ds ojn van die inriehtingen ook hier dient gesproken
te worden.
De heer Moes We kunnen 't wel opnemen, Ter Neuzen
is toch wel eens klein Amsterdam genoemd.
Art. 7.
Het is aan vrouwen verboden
1°. op de stoepen of in de deuren van tapperijen, bier-
huizen of andere voor het publiek toegangkelyke huizen, waar
men gelagen zet, post te vatten of zich binnen die inriehtingen
bevindende door eenigerlei handeling of vertooning de aandacht
der voorbijgangers tot zich te trekken
2*. op den openbaren weg v<5dr of in de nabijheid der
onder 1° genoemde inriehtingen of op de hoeken van
straten of stegen, waarin dergelijke inriehtingen zijn ge-
vestigd, stil te staan of zich aldaar heen en weer te bewegen,
nadat haar door een ambtenaar of beambte der politie gelast
is zich te verwijderen.
De heer Visser stelt voor het heele art. te laten vervallen,
waarmede de heer Van den Hoek instemt.
De Voorzitter wijst er op dat er door raadsleden al eens
is geklaagd over vrouwen als waarop dit artikel spreekt, en
dat daartegen maatregelen werden verzocht. Hoe kan men
nu maatregelen nemen als men er geen macht over heeft,
en die wordt door dit artikel gegeven Het slaat natuurlijk
op hen, die door hunne handeling porsonen tot zich trachten
te lokken, het bedoelt tegengaan der prostitutie, maar niet
om fatsoenlijke vrouwen te bemoeilijken. Spreker kan de
verzekering geven dat hij, als hoofd van de politte, dat laatste
ten strengste zal tegengaan. Ter anderen zijde echter moet
het publiek gevrijwaard worden om ongestoord over straat
te kunnen gaan en niet door vrouwen te worden aangehouden.
De heer Moes: Het is voorgekomen dat personen door
die luidjes werden meegetroond, en daarom ben ik niet tegen
de bepaling, als die overigens gematigd wordt uitgevoerd.
De VoorzitterHet is natuurlijk niet de bedoeling om
tegen een lachend vrouwtje dadelijk zoo maar op te treden.
De heer Visser wijst er op dat volgens het artikel, bij
muziekuitvoeringen op de Markt geen vrouwen op de stoepen
of in de nabijheid van de cafe's van Keersemaker of Michielsen
zich zouden mogen ophouden.
De heer MoesDat is minder ook, want ik heb al eens
gehoord dat 't bij die concerten juist door die meiden zoo
rumoerig is.
De heer VisserEn de vrouwen van evengenoemde heeren
of mej. Susijn en Standaert zouden dan niet eens op hun
eigen stoep mogen vertoeven. Ik weet niet of Ged. Staten
het wel zouden goedkeuren.
De VoorzitterHet is volstrekt niet in mij opgekomen
om eenige fatsoenlijke vrouw te bemoeilijken.
De heer Van IJsselsteijnAlleen de lokduiven.
De heer VisserMaar op grond van de voorgestelde be
paling kan men toch iedere vrouw van de stoepen verwijderen
en de straat opzenden.
De VoorzitterHet is moeilijk omdat hier geen geregelde
prostitutie is.
De heer Moes Geen openbare
De heer VisserDe bepaling is misschien goed voor
Amsterdam, maar voor Ter Neuzen acht ik ze ongeschikt.
De heer Wieland Dat dacht ik in 't eerste ook, maar
bij lezing en herlezing is het artikel mij hoe langer hoe meer
verzacht voorgekomen.
De Voorzitter wijst er op, dat er aan de weegbrug aan
de Axelsche brug veelal een drietal vrouwen te vinden zijn,
Waartegen optredi n noodzakelijk is, maar waartegenover men
machteloos is; deze verordening zal de macht geven. Van
publieke vrouwen kan men in de verordening niet spreken,
maar vraagt hij kunnen de heeren soms een bevredi-
gende wijziging aangeven.
De heer WielandHet betreft hier ook weer maar de
kwaden, en hoe langer men 't leest, hoe zachter het wordt.
De heer Van den Hoek: Zou de bepaling wettig zijn?
De Voorzitter twijfelt er niet aan. Aan den Raad behoort
volgens de gemeentewet het maken van verordeningen in het
belang der openbare orde, zedelijkheid en gezondheid.
De heer Visser: Maar die mogen toch niet in strijd zijn
met de grondwet.
De VoorzitterDe Amsterdamsche verordening, waaruit
deze bepaling genomen is, is in 1897 goedgekeurd, terwijl
ook de adviseur voor verordeningen ter i'rovinciale griffie te
Middelburg, op het artikel geen aanmerkingen heeft gemaakt.
In ieder geval kan ik de heeren verzekeren, te zullen zorgen
dat niemand onnoodig getroffen wordt.
In stemming gebracht wordt het artikel goedgekeurd met
8 tegen 2 stemmen. Voor de heeren Dees, Harte, Van
IJsselsteijn, De Feijter, Moes, Wieland, Van der Hooft en
De Koeijer; tegen de heeren Visser en Van den Hoek.
Art. 8.
Logementhotiders, herbergiers, houders van slaapsteden en
in het algemeen alien, die er hun bedrijf van maken aan
personen nachtverblijf te verschaffen, zijn verplicht, onver-
minderd de verplichting tot het houden van het Register bij
het wetboek van strafrecht voorgeschreven, dagelijks voor
tien uur des voormiddags, aan het bureau van politie, in te
leveren eene door hen onderteekende nachtlijst, volgens een
bij de politie verkrijgbaar model, houdende opgave van alle
personen, die tot het houden van nachtverblijf ten hunnent
zijn aangekomen.
De heer Van den Hoek acht de bepaling omtrent het in-
leveren der nachtlijsten 'smorgenS voor tien uur aan't bureau,
overdreven en een last voor de logementhouders deze moeten
een naehtregister bijhouden uithoofde der rijkswet en die
registers te controleeren is ook rijkszaak.
De heer Van IJsselsteijn gelooft ook dat het wel wat be-
zwarend is.
De heer Wieland vraagt of men de politie niet eens even
zou kunnen laten aanloopen in de logementen.
De heer Van IJsselsteijn deelt mede dat er plaatsen zijn
waar de politie rondgaat en de nachtlijsten voor gezien teekent.
De Voorzitter Dat rondgaan om de nachtlijst na te zien,
is hier destijds afgeschaft met het oog op drankgebruik door
de politie. En het nut van het bekend zijn der nachtlijsten
is nog niet lang geleden gebleken, om omtrent een verloren
persoon dadelijk inlichtingen te kunnen geven. Ter Neuzen
is een plaats van veel vertier en waar zoo gewaarschuwd
wordt acht te geven op het binnendringen in ons land van
Italiaansche anarchistenis 't ook wenschelijk dat de politie
controle kan houden. Die personen zouden wel niet hun
juisten naam opgeven, maar men zou dan toch weten dat er
vreemde personen waren en onmiddellijk hunne handelingen
kunnen nagaan. Het is echter ondoenlijk de logementen door
de politie te laten afloopen om de nachtlijsten na te zien,
daarvoor is er hier te veel te doen, of men zou wel driemaal
meer agenten moeten aanstellen en dat zal toch wel in het
geheel niet in de bedoeling van den Raad liggen.
De heer Van IJsselsteijn Maar als er geregeld tot 10
uur een op het bureau moet zijn om de lijsten in ontvangst
te nemen, zou ook wel uitbreiding van't personeel noodig zijn.
De Voorzitter Meent de Raad dat de bepaling overbodig
is, dan meen ik dat er bij het Dag. Best, wel geen bezwaar
zal zijn om 't artikel te laten vervallen.
De heer MoesWe moeten toch een beetje controle
houden het is hier een plaats waar veel doorgaat.
De heer Wieland is het daarmee eens.
De heer Van IJsselsteijn meent, dat het nazien der nacht-
registers wel aan den inspecteur zou kunnen worden opge-
dragen, bij hem behoeft men voor dranktnisbruik niet te
vreezen. Dat daarover vroeger gesproken is, gold een bepaald
persoon.
In stemming gebracht, wordt het artikel met alg. stemmen
geschrapt, daar men het inleveren der lijsten onnoodig acht
en het houden van een naehtregister bij rijkswet is voor
geschreven.
Art. 9.
De houders van de in art. 6 genoemde huizen zijn verplicht
te zorgen, dat de daarin voor het publiek toegankelijke lokalen,
welke niet uitsluitend voor logement of slaapstede zijn be-
stemd, te elf ure des avonds of op zoodanig later uur als hun
door den Burgemeester schriftelijk is toegestaan, gesloten en
door de bezoekers ontruimd zijn.
Bij weigering van de bezoekers om die lokalen op het voor
de sluiting bepaalde tijdstip te ontruimen zijn zij verplicht,
daarvan terstond kennis te geven aan een beambte van politie.
De heer Van IJsselsteijn geeft in overweging geen slui-
tiDgsuur te bepaien. We hebben 't nu al zoo lang zonder
sluitingsuur gedaan. en daarvan werd geen last onder vonden,
dat hij vermeent dat men 'twel kan weglaten, de menschen
gaan uit zichzelt naar bed.
Verschillende leden verklaren 't aangeven van een sluitings
uur noodig te achten.
De heer Moes De herbergiers wenschen zelf een slui
tingsuur.
De heer De Koeijer beaamt dit. Zelfs met kermis heeft
al eens een herbergier tegen hem gezegd «ik wou dat'torn
12 uur maar sluiten was."
De heer Van den Hoek betwijfelt of dat met alle her
bergiers en voor alle avonden wel 't geval zou zijn.
De Voorzitter antwoordt op een vraag van den heer Van
IJsselsteijn dat hij nog geen klachten, in verband met het
ontbreken van een sluitingsuur heeft ontvangen, maar als
maatregel van orde, acht hij de vaststelling toch noodig. Er
behoort een tijd te zijn dat de gemeente tot rust komt en
dat is niet het geval, zoolang de herbergen open zijn.
Een lid oppert het idee om 't sluitingsuur 1 uur later te
stellen, waartegen de heer De Koeijer aanvoert zelf een
herbergier te hebben hooren zeggen»'kwou dat 'torn 10 uur
maar sluiten was."
Dit artikel wordt met algemeene stemmen goedgekeurd.
Art. 10
Het is aan den houder van de in art. 6 genoemde huizen
verboden de in art. 9 bedoelde lokaliteilen zonder schrifte-
lijke vergunning van den Burgemeester voor het publiek ge-
opend te hebben of daarin andere bezoekers, dan die in het 2"
lid van artikel 11 zijn genoemd, te ontvangen of te hebben,
gedurende den tijd tusschen het voor de sluiting bepaalde
uur en vijf uur des morgens.
De Voorzitter acht het noodzakelijk dat 5 nur 'smorgens
voor openstelling behouden blijft, met 't oog op het vertrek-
uur der boot.
De heer Van den Hoek stelt voor met het oog daarop te
bepaien half vijf. Menschen die van buiten komen om met
de boot te vertrekken zijn soms om dien tijd al hier.
De heer Van IJsselsteijn steunt het denkbeeld.
De heeren Moes en De Koeijer maken er bezwaar tegen
wanneer een herbergier, aan de boot wonende, voor zoo'n
vroeg aankomende de deur opent, zal de politie daarop wel
geen aanmerking maken en stelt men 't uur vroeger, dan
kunnen ze het overal doen.
De heer Van den Hoek zou de menschen niet van wel-
willendheid willen laten afhangen, maar hun 't recht geven
tot openstelling hunner herberg en, dat anderen het zullen
doen, daarvoor behoeft men niet bevreesd te zijn, want dan
is er nog niets te verdienen, en zijn ze zelf niet op.
Met 7 tegen 3 stemmen, die van de heeren Moes, Van
der Hooft en De Koeijer, wordt het artikel zooals het is
voorgesteld verworpen en daarna met algemeene etemmen
het artikel aangenomen, aangevende voor openstelling der
herbergen half vijf uur 's morgens.
De heer Van den Hoek Dat is juist 't omgekeerde van
wat de heer Van der Moer aangaf, vervroegen instede van
verlaten, maar ik zou er ook geen bezwaar in zien om 't op
6 uur te stellen, als men niet met de reizigers voor de boot
zat.
Art. 11.
De bezoekers, die zich na het bepaalde tijdstip van sluiting
in de in art. 9 bedoelde lokalen ophouden, zijn verplicht op
de eerste aanmaning der politie te vertrekken.
Als bezoekers, in dit en in de artikels 9 en 10 bedoeld,
worden niet beschouwd de leden des hnisgezins noch de
buitenshuis wonende ouders of kinderen van den houder van
het huis, noch zij wier tegenwoordigheid wegens dringende
omstandigheden vereischt wordt, of die in het huis nacht
verblijf houden, hetzij dit al dan niet aan de bepalingen van
art. 8 onderworpen zij.
De heer Van den HoekHierin wordt gesproken van
ouders of kinderen, waarom ook niet van broeders of zusters
De Voorzitter Als een broer door omstandigheden daar
zijn wil, kan hij er ook na sluitingsuur vertoeven in de huis-
kamer, maar niet in de gelagkamer.
De heer VaiT IJsselsteijn Als iemand nog zaken te doen
heeft met een reiziger die in een logement logeert, is dat
toch een dringende omstandigheid.
De VoorzitterDan kan men naar de kamer gaan waar
de reiziger logeert, maar de gelagkamer moet om 11 uur
gesloten zijn.
De heer Van den Hoek Maar waarom worden hier wel
ouders genoemd en niet broers en zusters, wat toch ook naaste
familie is. Veronderstel dat er een familiebijeenkomst is, uit
hoofde van verjaring of anderszins.
De heer Moes: Dan zou men 'tals dringende omstandig
heid kunnen beschouwen.
De Voorzitter Als een herbergier voor een familiefeestje
zijn gelagkamer wil gebruiken en later openblijven, kan hij
vergunning komen vragen, die hem dan zeker niet geweigerd
zal worden. En overigens bezit iedere herbergier of tapper toch
wel een huiskamer, om familie in te ontvangen.
De heer Van den Hoek Dat zit nog. Maar waar ouders
en kinderen worden genoemd, zou ik ook broeders, zwagers
en zusters wenschen genoemd te zien.
De heer Visser vraagt of het de bedoeling van dit art. is
dat de bezoekers zich eerst behoeven te verwijderen op aan
maning der politiewanneer de politie de herbergen komt
sluiten zou toch overbodig zijn het in het voorgaande artikel
bepaalde, dat de herbergiers de politie moeten waarsehuwen.
De Voorzitter antwoordt dat de herbergiers zelf behooren te
sluiten. Het is steeds een onjuist denkbeeld, dat de politie
moet komen sluiten, deze moet wel controleeren of het ge-
schied is. Iedere herbergier bezit wel eeD klok, die dagelijks
naar de stadhuisklok geregeld kan worden. Als het elf uur is
behooren de herbergiers zelf te sluiten, en moeten de bezoekers
zich op hunne aanzegging verwijderen. Weigeren deze, dan
moeten de herbergiers de politie waarsehuwen en wanneer zij
bewyzen kunnen dit te hebben gedaan zijn zij voor straf ge
vrijwaard. De bezoekers die door de politie moeten verwijderd
worden hebben zich dan echter reeds aan overtreding schuldig
gemaakt en kunnen dan zelfs vervolgd worden wegens huis-
vredebreuk, als hebbende niet voldaan aan het verzoek van den
huisheer om de woning te verlaten.
De heer Van den Hoek 't Is maar de vraag of de her
bergiers de politie dan wel altijd zullen kunnen vinden.
De Voorzitter 't Is voor den herbergier een waarborg van
vrijwaring voor straf, als hij de politie waarschuwt. De her
bergier zendt maar iemand op straat of naar het bureau ten
tijde van 't sluitingsuur is de politie altijd op de been.
De heer Visser dacht dat met 't sluiten kon gewacht worden
tot de politie kwam.
De Voorzitter: Neen, dat is een verkeerd idee. Dat moeten,
zooals gezegd de herbergiers zelf doen. Als de politie dat
overal moest doen, zou er natuurlijk heel wat tijd verloopen
eer ze overal geweest waren en dan zou de een veel later
sluiten dan de ander, zoodat men nog geen vast sluitingsuur
zou hebbeu.
De heer Van den Hoek stelt voor in 't artikel benevens
ouders en kinderen in te lasschenbroeders, zwagers en
zusters."
De heer Wieland voelt daar ook wel iets voor. Bij
Keersemaker o. a. is steeds een zuster der vrouw, die evenwel
niet tot het gezin behoort.
Naar aanleiding daarvan wordt opgemerkt, dat het verleenen
van hulp als eene dringende omstandigheid kan beschouwd
worden.
Het artikel zooals het is voorgesteld, wordt goedgekeurd
met 7 tegen 3 stemmen, die der heeren Van IJsselsteijn,
Visser en Van den Hoek.
Het voorstel-Van den Hoek, inlassching broeders enz.,
wordt hierdoor als verworpen beschouwd.
Art. 12.
In geval van brand, zijn de houders van de in art. 6 be
doelde huizen verplicht hunne huizen op de eerste aanzegging
der politie voor het publiek te sluiten en gesloten te houden
totdat de last tot sluiting is opgeheven.
De bezoekers zijn in dat geval verplicht onmiddellijk deze
huizen te verlaten.
Bij weigering wordt gehandeld als is voorgeschreven in de
slotalinea van art. 9.
De heer VisserWat is de bedoeling van dit artikel
De VoorzitterDat de herbergen in den omtrek van
een brand niet als rustpunt zouden kunnen dienen voor spuit-
gasten, die zich, door daar te verblijven, aan het blusschings-
werk onttrekken, terwijl men dan ook gevaar loopt, dat er
drank in 't spel komt, wat dan allicht aanleiding tot moei-
lijkheden zou geven.
De heer Van den Hoek zou willen bepaien dat de aan
zegging tot sluiting moet geschieden namens den burgemeester.
De Voorzitter ziet de wenschelijkheid dier wijziging niet
in. Hij kan ten alien tijde de herbergen doen sluiten. En
wanneer de burgemeester nu eens niet bij een brand is,
kan de politie dan zelfstandig optreden.
De heer De Koeijer acht het noodig dat de herbergen bij
een brand gesloten worden en de herbergiers zullen dat
zeker wel uit zichzelf willen.
De heer Moes stemt daarmeS in is 't ooit zaak herbergen
te sluiten, dan voorzeker bij brand. De vorige burgemeester
zag daarop ook zeer nauwlettend toe.
De heer Visser Men zou misschien ook wel een sluiting
kunnen bevelen zonder dat deze noodzakelijk was.
De Voorzitter merkt op dat volgens het artikel de nood-
zakelijkheid niet behoeft te worden aangetoond, doch dat de
sluiting eenvoudig op aanzegging moet geschiedeu.
De heer Visser Maar zooals 't nu staat kunnen dc
agenten 'top eigen initiatief doen.
De Voorzitter WanDeer men schrijft »namens den bur
gemeester", dan wordt het eeD ongeoorloofde delegatie van
macht.
De heer WielandZouden we niet kunnen schrijven
op aanzegging van den burgemeester of die hem vervangt
De Voorzitter Dan zou de burgemeester of zijn vervanger
't persoonlijk moeten doen, en dat gaat ook moeilijk, want
diens plaats is bij den brand. Ik zal zooveel mogelijk tegen
misbruik waken en geloof dat het voorgestelde eene nuttige
maatregel is.
De heer Visser: 'tis-maar de vraag of iedere agent zal
kunnen beoordeelen of sluiten eener herberg noodzakelijk is,
wat hij bij aanneming van dit artikel kan gelasten.
De VoorzitterAls een herbergier meent dat buiten
noodzaak bevel tot sluiting zijner herberg is gegeven kan hij
toch nog altijd bij mij komen om daarover te spreken.
De heer Dees: Ja, maar men zal toch alleen de herbergen
sluiten die nabij den brand gelegen zijn Als er in 't Noorden
brand is, zal men toch in 't Zuiden niet gaan sluiten Men
kan nu zeer willekeurig te werk gaan.
De heer MoesOch, we weten nu toch allemaal wat de
bedoeling is.
De Voorzitter Het gaat moeilijk daarvoor vaste regelen
te stellen en te omsebrijven waar men inoet sluiten, men zou
dan wel een cordon moeten trekken. Voor dit geval moet
vrijheid bestaan om naar omstandigheden te kunnen handelen.
Mij wordt daar meegedeeld dat bij den brand aan de meestoof
een 60tal spuitgasten bij Goethals zaten en bij een brand aan
't spoor verbleven velen bij Koevoets. Het is dus noodig om
daartegen algemeene maatregelen te stellen en het aan het
beleid der politie over te laten deze uit te voeren.
Het art. wordt aangenomen met 10 tegen 2 stemmen, die
der heeren Visser en Van den Hoek.
Art. 13.
Onverminderd de voorafgaande bepalingen zijn dc houders
der in art. 6 genoemde huizen verplicht, zoo bij nacht als bij
dag, drenkelingen of verwonde personen in te nemen en toe
te laten dat aan de zoodanigen de vereischte kunstbewerking
of eerste heelkundige behandeling verricht worde en zulks
tegen latere vergoeding der daarop vallende kosten.
De heer Visser is het in deze eens met den heer Van der
Moer, dat men dezen last niet onnoodig aan de herbergiers
behoeft op te leggen. Deze zijn al aan zooveel bepalingen
en lasten onderworpen, dat men er dit nog niet aan behoeft toe
te voegen.
De heer MoesZe krijgen toch vergoeding
De Voorzitter weet niek bepaald wat tot het voorschriiven
van dit artikel heeft geleid, maar acht het toch een nuttig
voorschrift, daar bij ongevallen herbergen het gemakkeliikst
te vinden zijn en ook het beste plaats aanbieden
De heer Dees Het is voor die menschen toch een zware last.
De heer Wieland geeft in overweging om voor die gevallen
gemeentelokalen beschikbaar te stellen, zooals het ziekenhuis
en schoolgebouwen. Een burger zou er ook niet op gesteld
zyn, om b. v een lijk als daar te Sas van Gent onlangs
opgenaald werd, in huis te krijgen.
De heer Moes Dat was een ander geval, zoo'n lijk brengt
men niet meer in een huis binnen.
De heer WielandEn dan, wie heeft in zulke gevallen
de leiding Wie moet dat opnemen weer gelastenOok
weer de politie?
De VoorzitterAls ik de discussie naga, schijnt het mij
der' Sir" h'er V6eI 1<lSt he6ft Van ee" willekeurlg optreden
Verschillende leden geven teekenen van ontkenning.
De Voorzitter: Het doet mij genoegen dit te hooren,
waaruit ook blijkt dat ik mij vergis.
De heer Wieland Jamaar. Ik zou het artikel
maar weglaten.
De heeren Van IJsselsteijn en Moes zijn daar tegen.
De Voorzitter: Welke huizen zijn nu gemakkelijker te
vinden Buitendien is het voor het verleenen van eerste
hulp, wat soms van hoog belang is. Met een drenkeling zou
men niet kunnen wachten om pogingen aan te wenden tot
opwekking der levensgeesten, tot hij naar 't ziekenhuis was
gebracht. dan kon hij ondertusschen al lang dood zijn. En
op Driewegen b. v. is geen gemeentelokaal.
De heer Wieland We moeten geen misbruik maken van
macht. Ik houdt evengoed winkel als een herbergier, maar
zou voor mij zelt niet aan zoo'n willekeur willen bloot staan.
De VoorzitterMaar het is een geregelde willekeur.
De heer WielandZouden we niet kunnen schrijven
indien zij zulka willen toelaten."
Verschillende leden en de Voorzitter merken op dat dan
de bepaling niet helpt, want dat de herbergiers 't dan niet
verplicht zijn.
De heer Wieland Ik ben er ook juist tegen om 't hen
te verplichten.
Met 8 tegen 2 stemmen, die der heeren Harte en Moes,
wordt het artikel verworpen.
Op de vraag van den Voorzitter of een der leden een
ander artikel er voor in de plaats wenscht te stellen wordt
geen voorstel gedaan.
De heer De Koeijer merkt op dat men toch op de parti-
culiere barmhartigheid voor het verleenen van hulp, ook wel
eenigszins mag rekenen.
Met 8 tegen 2 (dezelfde voor- en tegenstemmers) wordt
daarna besloten het artikel geheel te laten vervallen.
Afdeeling III.
Van de markten en andere openbare plaatsen
tot het doen van uitstallingeu.
Art. 14.
Het is verboden, goederen, waarvoor eene bepaalde markt-
plaats is aangewezen, zonder vergunning, door Burgemeester
en Wethouders verleend, op eene andere openbare plaats of
op een anderen dan den voor de markt bestemden tijd ten
verkoop uit te stallen.
De heer De Eeijter: Mogen dan winkeliers op hunne
stoepen niet uitstallen
De Voorzitter: Op die zaak heeft deze verordening geene
betrekking, als geldende voor openbare plaatsen, maar dat
punt zal later bij de straatpolitie geregeld worden.
Naar aanleiding eener opmerking dat hier met den markt-
dag geregeld kooplieden komen om uit te stallen, zegt de
Voorzitter dat dezen doorloopend of telkens voor een jaar
vergunning kan verleend worden.
De heer Van den Hoek oppert het bezwaar dat aan B.
en W. vergunning moet gevraagd worden en dit college
slechts eens per week vergadert. Dit zou voor tusschentijds
komende vreemde kooplui moeilijkheden kunnen baren.
De Voorzitter zegt dat Burg, en Weth. den burgemeester
kunnen machtigen bij voorkomende gevallen te beslissen, of
wel kan door den bode het gevoelen der wethouders gevraagd
worden, dan zijn ze er in gekend, buitendien 's Wounsdags
is 't de marktdag en Dinsdag vergaderen Burg, en Weth.
zoodat in de meeste gevallen in de vergadering over verzoeken
zal kunnen worden beslist.
Het artikel wordt goedgekeurd.
Verder wordt in de artt. 18 en 15 waarbij verboden wordt
op markten een andere plaats in te nemen dan door den markt-
meester is aangewezen, en waarbij opslaan van kramen enz.
of uitstallen verboden wordt anders dan overeenkomstig de aan-
wijzing van den marktmeester. op voorstel van het Dag. Best,
met algemeene stemmen besloten .marktmeester" te vervangen
door .Burgemeester en Wethouders."
In art. 16 wordt nog bepaald dat een ieder de door hem op
een openbare markt g"bruikte plaats niet alleen na gebruik
moet reinigen, maar ook tijdens het gebruik zindelijk moet
houden.
De verdere artikelen ook Afdeeling IV, .Van h t houden
van verlotingen enz. en Afdeeling V, .Strafbepalingen", worden
na enkele opmerkingen met algemeene stemmen ongewijzigd
goedgekeurd, behoudens de wijzigingen noodig geworden door
schrapping van twee artikels.
De heer Visser wil alvorens de geheele verordening in stem-
wordt gebracht zijn stem motiveeren, die hij er tegen zal uit-
brengen, naar aanleiding der opneming van art. 7. Hij doet
dit niet omdat hij wil optreden als beschermer van vrouwen
van lichte zeden, maar omdat hij in dat artikel zict een onge-
motiveerde handeling tegenover nette dames of vrouwen.
De verordening, in stemming gebracht wordt aanzeuomen
met 8 tegen 2 stemmen. Voor stemden de heeren Dees. Harte,
Van IJsselsteijn, De Feijter, Moes, Wieland, Van der Hooft en
De Koeijer; tegen de heeren Visser en Van den Hoek.
(S. Omvraag.
De heer Visser vraagt of niet spoedig zou knnnen begonnen
worden met het bestek voor de verdere verbetering der Noord-
straat, waarvoor een post op de begrooting is uitgetrokken.
De Voorzitter antwoordt dat, nu de begrooting is goedge
keurd, de zaak spoedig in de Comtniseie van Fabricage aan-
hangig zal worden gemaakt.
Hierna is de zitting gesloten.
S VLAG.
NAAM.
M1Van en naar.
Lading.
17
18
Voor Ter lenien I
John Watte rs
Astrologer
Hailing
Talisma
Vtsu Ter
Ann Webster
Agenda
Voor
Eng. s.s. Ptarmigan
idem Sabrina
Eng. s.s. Spindrift
Era. s. jacht Eros
Eng. s.s. Truro
Eng. sell.
Eng. s.s.
idem
Ned. s.s.
Eng. s.s.
Noor. brik
Van
17 Eng. s.s. Achilles
Duits. s.s. Jacoba
Eng. s.s. Sea Serpent
idem Ouse
459 Plymouth
2580 Leith
2199 Londen
2025 I Leith
I'euzen
2241 Londen
641 |Sunderham
Gent i
3492 Manchester
1052 Vlissingen
2003 Londen
Havre
2366 Hull
laeilt t
1281 |Goole
1304 Hamburg
2553 Londen
2158 Goole
pijpaarde
stukg.
idem
ijzer
stukg.
ballast
stukg.
ledig
stukg.
ledig
stukg.
ledig
idem
stukg.
idem