Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Ylaanderen,
No. 3767.
Zaterdag 20 Mei 1899.
6EMSIITIBAAB.
Hoofdefijksn Omslag.
Osfsning ErandwGGr.
OSSeSHULBIS vsboosdssld.
39e Jaargang;.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
BU deze courant behoort een bijvoogsel.
Wegens het Pinksterfeest
zal a. s. Maandag geen
nummer van dit blad verschijnen.
POLITIEK OVERZICHT.
FEUILLETON
Naar het Franscli van JULES MARY.
27)
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postVoor
Nederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32}.
Men abonneert zich bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pry a
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit blad verschijnl t!aand>»«-, IVoenen VriJduu»voii<l, uitpezonderd op Feestdagen, bij den ailgever I". J. VAK OK MSDK te Ter Meaien.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat Openbare Vergadering van den
Gemeenteraad is belegd tegen Ilnnderdag, 3 a Mei
voormiddags 10 uren.
Ter Neuzen, 19 Mei 1899.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen
ter kennis, dat het primitief kohier van den Hoofdelijken Om
slag, no. 1, in deze gemeente voor 1899, in afschrift, gedurende
vijf maanden op de secretarie der gemeente voor een ieder
ter lezing is nedergelegd.
Ter Nenzen, den 19 Mei 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A P. GEILL, Burgemeester.
J. WISKERKE, Secretaris.
De Opperbrandmeester van TER NEUZEN maakt bekend
dat eene oefening voor het geheele personeel der Brandweer
in die gemeente zal plaats hebben op Unnderdag, 3a
Mei aanvangende 'snamiddags 6J ure.
Ter Neuzen, 19 Mei 1899.
De Opperbrandmeester,
S. VAN REES.
Te Johannesburg zijn Dinsdag in den vroegen
morgen in hechtenis genomen, op beschuldiging
van hoogverraad, zeven mannen, wier namen
in een officieel bericht van Dr. Lejds, te Brussel
genoemd worden. Het zijn Richard Nicholls,
zich noemende kolonel, George Patterson, zich
noemende kapitein, Edward John Tremlett, Charles
Edgar Ellis eu John Allen Mitchell, zich voor
luitenants uitgevend, benevens zekere Hooper en
een Deen, James Fries geheeten. Geen enkel
hunner evenwel is oflicier in actieven Britschen
dienstmaar de meeste hunner schijnen inderdaad
vroeger wel in het Britsche leger gediend te hebben,
gelijk veel van het jonge rapalje van dikwijls
goeden Britschen huize, dat voor Zuid-Afrika
dienst nam en sedert te Johannesburg bleef hangen.
Hij achtte zich reeds veilig en tegen twee uur
in den middag strekte hij zich uit op zijn leger
van droge bladeren, om als gewoonlijk een slaapje
te doen.
Hij sliep wel twee of drie uren achtereen.
Wakker wordende zag hij tot zijn verbazing een
der opzieners voor zich zitten op een krukje. De
man heette Jacquemin hij was pas veertien dagen
op het schiereiland, maar had zich reeds algemeen
gehaat gemaakt onder de bannelingen door zijn
buitengewonen ijver.
Jacquemin was ongeveer dertig jaar, mager, doch
sterk. Zijne bleekblauwe oogen hadden een valsche
uitdrukkinghij lachte altijd.
j Hij had daar al een uur gezeten, cigaretten
rookend en naar den slapenden Haudecoeur kijkend,
die zich nu en dan omkeerde in den slaap en
pijnlijk kreunde, als hij op den gewonden boven-
•rm kwam te liggen.
Ontwakende en Jacquemin ziende, vermoedde
hij gevaar. Een snelle blik op zijn arm over-
uigde hem, dat de wond niet had gebloed en dat
ri-een roode vlek in de mouw hem verried.
Dag meneer Jacquemin, zei hij was u
al lang hier?
Een uurtje.
Waarom maakt u mij niet wakker
De beschuldiging luidt dan op hoogverraad,
hierin bestaande, dat pogingeu werden aangewend
om een zeker aantal lieden aan te werven met
het doel om oproer te maken. Door zich mede
te laten aanwerven bracht een detective, in dienst
der Transvaalsche regeeriug, de zaak aan het
licht. In het telegram, dat Dr. Leyds uit Brussel
aan enkele Nederlandsche bladen zond, wordt ge-
zegd, dat de arrestatie gescliiedde op de beeedigde
verklaring van drie Engelschen.
Naar verzekerd wordt, zijn papieren in beslag
genomen, die waarschijnlijk tot verdere inhech-
tenisnemingen zullen leiden.
Het zevental is met een extra-trein van Johannes
burg naar Pretoria gebracht en daar gevangen
gezet in den bekenden ,/tronk." Daar bracht hun
ook aanstouds de Britsche diplomatieke agent een
bezoek, en daarna maakte deze zijne opwachting
hij President Kruger, om hem zijn leedwezen er
over te betuigen, dat mannen, die de uniform der
Koningin hadden gedragen, betrokken waren in
deze samenspanning.
Kruger antwoordde hierop met de verklaring,
dat hij hoopte, dat het voorgevallene geen beletsel
zou wezen voor zijne voorgenomen samenkomst
met den gouverneur der Kaap-kolonie, den heer
Milner, tevens H. M.'s High Commissioner voor
de Zuid-Afrikaansche aangelegenheden.
Later meldt men Er hebben geen verdere ar-
restaties plaats gehad. De gevangen genomen Deen
Fries verscheen niet voor het Hof te Pretoria. De
straten waren dicht bezet, toen de gevangenen,
onder sterk geleide, van de gevangenis naar het Hof
werden overgebracht. In goed onderrichte kringen
te Kaapstad en Johannesburg heerscht de meening,
dat het beweerde complot niet alleen gekend werd,
doch ook is aagestookt door agenten van den ge-
heimen politiedienst der Z.-A. Republiek.
Volgens de laatste berichten worden de arrestaties
niet beschouwd als van staatkundig belang, of zelfs
in staat om de betrekkingen tusschen Engeland en
de Republiek te verstoren.
Naar gemeld wordt heeft het transportschip
uAvoca", dat heden van Simonstown naar Engeland
zou zijn vertrokken, rechtstreeks van het departe-
meut van marine bevel ontvangen, om in die haven
te blijven, naar men hier meent ten gevolge van
de overdreven beteekenis, die aan de arrestaties
worden gehecht. Men verwacht dan ook dat de
z/Avoca" weldra bevel zal ontvangen, om te ver-
trekken.
Le Figaro, de mededeeling van Le Temps
omtrent het geheime dossier in het Dreyfus-
Dat had ik bijna gedaan. Je sliep zoo on-
rustig en ik hoorde je klagen, alsof je pijn had.
Ik ben van nacht zoo nat geworden door
den stortregen, dat ik er wat koorts van heb
gekregen.
Ja, we hebben allemaal van 't water gelust.
Haudecoeur, die was opgestaan, kreeg zijn ge-
reedsehapmaar zijn arm, stijf geworden door
't liggen, weigerde nu bijna geheel den dienst.
Hij kon beitel noch hamer vasthouden.
Ik zal beter doen, vandaag rust te houden
zei hij, flauw glimlachend. Wil u mij als't u
belieft wat chinine sturen Dan zal 't morgen
wel beter zijn.
Zeker; met plezier.
Maar mijnheer Jacquemin, 't is de eerste
keer, dat u mij met een bezoek vereert. Hadt u
mij bij geval iets te vragen
Och, 'n kleine inlichting maar.
En dat is P
Haudecoeur was op zijn hoedeal sprekend had
hij een paar stukjes hout op zijn haard geworpen,
die aangestoken en bukte zich er nu over heen,
om de vlam aan te blazen. Hij nam een pan
met eten, dat hij den vorigen dag had klaar ge
maakt en nu op 't vuur zette om te warmen,
onderwijl babbelende over zijn kostje, wat hij 't
liefst lustte enz.
Jacquemin antwoordde niet veel.
Nu en dan heerschte er een angstige pauze.
Eindelijk zei de opziener
Dus je bent van nacht ook nat geworden,
Haudecoeur
Zooals iedereen, h£ Niet meer en niet
minder.
proces van 1894 bevestigd vult die aan met de
mededeeling, dat het zeven stukken heeft bevat,
onder welke, naast de in Le Temps genoemde,
ook wel degelijk de brieven van Keizer Wilhelm.
Dat een drietal Ministers van Buitenlandsche Zaken,
Hanotaux, Develle en Delcasse, achtereenvolgens
het bestaan dier brieven hebben ontkend, is te be-
grijpen, want men wist toen, dat zij vervalscht
waren, en welke Regeering, vraagt Le Figaro, zou
dergelijke vervalschingen durven bekennen, te
minder daar van Duitsche zijde de vermelding
van die brieven in het bekende artikel van L'ln-
transigeant reeds tot een nieuw, zeer ernstig
diplomatiek incident van Duitsche zijde had aan-
leiding gegeven.
Dat ook van deze vervalschingen Henry de be-
drijver was, wordt door Le Figaro als natuurlijk
aangenomen.
//Men zoekt naar de beweegredenen," zegt
Comely, *in een artikel, waarin hij den volslagen
ommekeer in de openbare meening ten deze con-
stateert, //men zoekt naar de beweegredenen, waar-
door deze beulen zich hebben laten drijven, en
men siddert er te gelijk voor, dat men ze ont-
dekken zal
Eene kleine vergoeding gewerd aan den Paus
voor zijn niet genoodigd worden ter Yredes Con
ference.
Naar uit Parijs geseind wordt hebben de Keizer
en de Keizerin Tante van China vrijwillig, den
Paus erkend als Kiao Hoang (Keizer van den
godsdienst) en tegelijkertijd het katholicisme als
een in geheel China wettelijk beschermden gods
dienst. De bisschoppen zullen in verkeer met de
autoriteiten bijzondere voorrechten genieten.
De stadhouders en de Fransche Minister resident
is gemachtigd voor de uitvoering der tusschen
de bisschoppen en de Chineesche overheidspersonen
getroffen overeenkomsten te waken.
Gisterenmiddag 2 uur is de Yredesconfereutie
geopend in het //Huis ten Bosch".
De Minister van Buitenlandsche Zaken hield
een openingsrede.
Uit naam van Hare Majesteit de Koningin de
afgevaardigden welkotn heetende, voegde hij daar-
aan toe zijne gevoelens van diepe eerbied en leven-
dige erkentelijkheid ten opzichte van Z. M. den
keizer aller Russen voor de eer der aanwijzing van
's Gravenhage als zetel der Vredesconferentie.
In het edel initiatief van den czaar dat door
Je hut ziet er anders nogal solide uit.
't Dak is niet stuk gewaaid, zooals van de meeste
andere.
t Is waar maar ik had 't nog onlangs eens
goed vastgemaakt.maar 't water dringt door
de beste rietdaken heen.
Ja; ik was ook doornat. Mijn jas en pan-
talon kon ik wel uitwringen.
Och ik wist niet, dat u dienst had.
Jaop den weg der patrouilles.
Haudecoeur beefde even. Hij kreeg voorgevoel
van gevaar.
Jacquemin vervolgde
Ja; ik was ouderweg tegen tien uur, in
't feist van den storm.
Dit was het uur geweest, toen Haudecoeur de
vlucht ondernam.
Hij antwoordde niet, nu druk bezig met zijn
maaltje.
Waar ging jij heen, in 't onweer, Haude
coeur? Ik herkende je bij 't licht van een blik-
semtraal.
Weer huiverde de banneling.
U heeft goede oogen, zei hij, met een luiden
lach. Ik profiteerde van't mooie weer om een
luchje te scheppen.
Ja, dat kan ik begrijpen. En ik geloof,
dat je er een verkoudheid aan hebt gewaagd want
je bent den halven nacht blijven wandelen.
Hoe weet u dat
Dat zal ik je dadelijk zeggen.
Heb ik soms geen recht, te wandelen als ik
wil?
"fa» ja maak je maar niet boos Ik werd
'n beetje nieuwsgierig, en ik ging eens naar je
de geheele heschaafde were'd is toegejuicht, lag de
verwezenlijking van den wensch eenmaal door
keizer Alexander I uilgesproken, dat alle vorsten
en volkeren van Europa als broeder zullen samen-
leven en elkander in hunne wederzijdsche behoef-
ten bijstaan.
Bezield door die edele traditie van zijn voor-
vader, stelde Z. M. deze samenkost voor, die tot
roeping heeft de middelen op te sporen om een
einde te maken aan de voortdurende wapeningen
en om onheilen te voorkomen die de gansche wereld
bedreigen.
Na te hebben gewezen op het samenvallen van
dezen beteekenisvollen dag met het verjaarfeest
van den keizer, zich daarbij aansluitende aan de
wenschen voor het geluk van den machtigen sou-
verein, sprak de minister de hoop uit dat Z. M.,
dank de pogingen dezer Conferentie, in de toekomst
als den schoonste van zijn leven zal mogen be-
schouwen.
H. M. de Koningin, bezield met dezelfde ge
voelens als de keizer aller Russen, had het schoonste
monument dat Zij bezit ter beschikking van deze
conferentie gesteld.
De Minister hoopte dat deze vrede-verheerlijking
een goed voorteeken mocht zijn voor de werkzaam-
heden en dat de afgevaardigden, na hun arbeid,
zouden kunnen zeggen dat de vrede de zaal ver-
laten heeft om zijne weldaden over de geheele
menschheid te verspreiden.
Door den Minister van Buitenlandsche Zaken
werd liet voorstel gedaan op dezen feestdae van
den czaar aan Z. M. telegrafisch een adres van
hulde en gelukwensch aan te bieden.
Dit voorstel werd met levendige sympathie en
algemeene instemming ontvangen.
Door den heer De Staal werd het voorzitter-
schap, hem door de Conferentie aangeboden, aan-
vaard met een dankbetuiging voor de welwillendheid
tegenover zijn souvereien en erkentelijkheidsbetui-
ging aan H. M. de Koningin voor de gastvrijheid
hier aan de Conferentie verleend. Tot onder-
voorzitters worden benoemd graaf Yon Miinster,
gedelegeerde van Duitschland en jhr. mr. Van
Karnebeek, gedelegeerde van Nederland.
Nadat de secretarissen waren aangewezen, werd
besloten in drie afdeelingen saam te komen (ver-
mindering der wapeningen, regeling van oorlogs-
gebruiken en uitbreiding van het internationaal
arbitragestelsel) wier samenstelling tot den volgen-
den dag werd verdaagd.
No. 33 van den Soldatenkrant metbijvoegse^
is geheel gewijd aan den edelen mensch, den
verdienstelijken Pastoor H. C. Verbraak.
Alle daarin voorkomende bijdragen getuigen
van de groote vereering, die men dezen moedigen
en menschlievenden man toedraagt.
Aan eene levensbeschrijving, daarin voorkomende,
ontleenen wij het volgende:
HenricusChristianus Verbraak, zoon van Johannes
Jacobus Cornelis Verbraak en Antonia Josina Bax,
werd den 24 Maart 1835 te Rotterdam geboren.
Aanvankelijk voor den handelsstand bestemd, ge-
voelde hij eerst op lateren leeftijd de roeping, om
zich als priester geheel aan het heil van zijn even-
menschen te wijden. Op 27jarigen leeftijd, dus
als volwassene, begon hij 2 October 1862 de
voorbereidende studien voor het priesterschap, welke
hij volbracht te Ravenstein, Kuilenburg en Maas
tricht, en die hij gedurende een jaar onderbrak
om in het collegie van Sittard bij het ouderwijs
werkzaam te zijn.
Den 19 September 1869 werd Verbraak te
Maastricht lot priester gewijd door den Bisschop
Missionnaris Mgr. Leo Meurin, Bisschop van
Ascalon en Apostolisch Vicaris van Bombay.
Voor zijn vertrek naar Indie was Pastoor Verbraak
hut, om te kijken, of je al terug was. Ik vond
je niet thuis.
Omdat het binnen veel angstiger was met
dat weer dan buiten, bleef ik maar buiten.
Dat kan. Zonder ander motief?
Ja. Wat dacht u dan
O, niets 1Toen ik een lucifertje aan-
stak om hier eens rond te kijken, ontdekte ik op
de tafel een papier, met een sleen er op, om
't wegwaaien te beletten.
(Wordt vervolgd.)