i A lgemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeowsch-Vlaanderen. K E R MIS. JAARMARKT No. 3740. Donderdag 16 Maart 1899. 39e Jaargang Herverpacliting van staanplaatsen. op Woeasdag 5 April 1091. Binnenland ABONNEMENT: Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. KOEWACHT, - Begin 9 ure voormiddag. Eindigende 1 ure POLITIEK OVERZICHT. FKIIJILLETON l) Naar het Fransch van JULES MARY. EERSTE GEDEELTE. I. Ze was een vrouw in den vollen bloei der schoouheid, wier donker uiterlijk een buitenland- Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82$. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. AD VEBTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer y0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijr slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. ltit blad verscfiijnt .Tlaandai;-^ Woensdaj- en l'rijda^avondi uitgezonderd op Fee»itda(;en« bij tien nKgever I". J. B19* 9.4\I1K te Ter 4pnzen< Burgemeester en Wethouders van TEB NEUZEN maken bekend, dat bij de aanstaande kermis, welke gehouden aal worden van 1§ lot en met S3 September a. s., aldaar op het Marktplein beschikbare ruimte zal zijn (ongeveer 300 vierkante meters) uitsluitend voor het plaatsen van een stoomcarotissel of andere inrirlitiiifr van groote afmeting, zoomede ruimte voor 2 gewone earoussels en dat hen gelegenheid wordt gegeven voor 1 April aanstaande sehriftelijk op gezegeld papier te doen blijken voor welken prijs, boven de versehuldigde belasting op staan plaatsen, zij tot het aangegeven einde over het betrokken terrein wenschen te beschikken. Grootte en vorm van de inrichting moeten daarbij nauw- keurig worden opgegeven. Door hem aan wien de plaats wordt toegewezen moet het ingeschreven bedrag, met inbegrip van de daarboven ver sehuldigde belasting op staanplaatsen ad 40 cent per vierkante meterworden gestort ten kantore van den Gemeente Ontvanger, bij niet voldoening waaraan hij aan- sprakelijk zal worden gesteld voor de daaruit voortvloeiende kosten, schaden en intressen. Ter Neuzen, 15 Maart 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Burgemeester. J. WISKERKE, Secretaris. TE namiddag. De Burgemeester, C. DIERICK. Gisteren is voor het Hof van assisen te Parijs de aanklacht wegens laster behandeld tegen Urbain Gohier, den schrijver van het boek ,/L' Armee contre la Nation" (Het leger tegen het volk). Gohier werd verdedigd door Albert Clemenceau. De door Gohier in zijn boek genoemde feiten, betreffende misbruiken in het leger, werden door een groot aantal officieren, die hij als getuigen had doen dagvaarden, bevestigd. Heden zal uit- spraak worden gedaanmen verwacht Gohier's vrijspraak. De minister van marine Lockroy heeft gisteren in de Kamer in antwoord op een interpellate over de ramp bij Toulon verklaard, dat het on- De gordijnen waren gesloten, en hoewel de zon reeds schitterde en alle geluiden van het ontwaakte Parijs de naburige straten vulden, bleef het stil in de kamer van een rijk appartement der rue Daunou. Alleen 't nachtlicht bestraalde flauw het bed, waarin een jonge vrouw sliep. Een pendule sloeg negen en de schoone slaap- ster maakte een beweging. Zij draaide zich om, richtte zich half op, leunende op haar elleboog, met de hand onder het hoofd. Lang bleef zij in die nadenkende houding, en daar ze de oogen gesloten had, was't, of ze weer ingeslapen was. Maar nauw hoorde ze een lichten tred in het aangrenzeude kleine salon, of ze riep Josette Een jonge kamenier trad binnen. Doe de gordijnen open 't Meisje gehoorzaamde, en een stroom van licht goot zich uit over de elegante meubelen, kostbare stoffeering en sierlijke snuisterijen en over de schoone eigenares van al die weelde. he afkomst verried en wier gelaat vastberaden ckken vertoonde. derzoek tot nog toe geen positieve resultaten heeft opgeleverd, daar geen enkel spoor op de plaats des onheils is achtergebleven en bijna alle getuigen dood of te zwaar gewond zijn, om eenige aanwijzing te kunnen geven. Lockroy gelooft niet, dat broeiing in het kruit de ont- ploffing heeft veroorzaakt, hoewel hij ook geen groote beteekenis hecht aan het vinden van dy- namietpatronen nabij het meliniet-magazijn te Montety en het lossen van revolverschoten op een schildwacht bij dat magazijn. De mogelijkheid van een misdaad blijft echter bestaan. De reden, waarom de Fransche overste Picquart nog steeds in de Cherche-Midi-gevangenis blijft vertoeven en nog niet aan de burgerlijke justitie is overgeleverd blijkt hierin gelegen te zijn, dat zijn mede-beschuldigde, advocaat Keblois, verzet heeft aangeteekend tegen het vonnis tot regeling van rechtsgebied, door de Strafkamer van het Cassatie-hof gewezen. Op welke gronden blijkt niet duidelijk, maar het is met het doel waar- schijnlijk om zekerheid te hebben, dat de behande- ling van Picquart's zaak eerst na de uitspraak van het Hof van cassatie in de herzicnings-kwestie zal plaats hebben. Picquart blijft dus voorloopig waar hij is nu al ruim acht maanden en waar hij trouwens reeds herhaaldelijk verklaarde niet te klagen te hebben. Omtrent de audientie, door Keizer Wilhelm aan Cecil Rhodes verleend, wordt vernomen, dat zij drie kwartier geduurd heeft. De heer Rhodes bracht den Keizer de persoonlijke groeten zijner grootmoeder, Koningin Victoria, over, die hij voor zijn vertrek had gesproken. Hij verklaarde het voor zeer gewenscht, dat ook het Duitsche kapitaal zich zou interesseeren voor de spoorweg- ondernemingen in Zuid-Afrika en dat de reeds bestaande Duitsche ondernemingen zich met de Engelsche in verbinding zouden stellen. Nog eene tweede audientie zal volgen. In de Duitsche koloniale kringen beschouwt men het bezoek van den Kaapschen Napoleon met eenig wantrouwen. Keizer Wilhelm daarentegen zou, volgens Daily News, geheel door Rhodes gewonnen zijn en aan zijne Ministers hebben opgedragen aanstopds een ontwerp-overeenkomst met hem op te stellen. Het blijkt onjuist te wezen, dat Yon Bismarck's stoffelijk overschot eerst 1 April in het mausoleum op Friedrichsruhe zal worden bijgezet. Het zal reeds morgen (Donderdag 16 Maart), des voor- middags, geschieden. Tegelijk zal ook het nog steeds op Yarsin boven aarde staande overschot Ze was drie-en-dertig jaar en heette mevrouw de Beaupreault. Josette vroeg Wil mevrouw opstaan, en zal ik u helpen aan uw toilet Zij schudde het hoofd, tot eenig antwoord maar toen de kamenier wilde heengaan, riep ze haar lerug, eenigszins aarzelend. 't Was of ze beschroomd was, te zeggen, wat haar naar de lippen kwam. Eindelijk vroeg ze Josette, is meneer thuisgekomen Neen mevrouw. Eeu diepe zucht, die sprak van een geheimen angst. Josette verdween. Mevrouw de Beaupreault bleef alleen, droomecde. In hare oogen parelden tranen. Sedert acht dagen zei ze halfluid. Acht dagen Maar hoewel ze alleen was, bedwong ze die aandoening, en haar blik richtte zich op twee schilderijen aan den wand tegenover haar, welke haar schenen toe te lachen. 't Een stelde het portret voor van George de Beaupreault, haar echtgenoot, in jachtcostuum, met twee groote honden aan zijne voeten. 't Was een knap man, een jaar of tien ouder dan zijn vrouw, met grdistingeerd voorkomen, de oogen 'n weinig vermoeid, de baard blond en kort, met opgestreken knevel. 't Andere was een kinderportretGerard, de eenige zoon van Marguerite de Beaupreault. Hij was heel mooi, vrouwelijk bijna, en geleek op zijn moeder. Marguerite's blik ging van 't eene beeld naar het andere. En telkens wisselde de uitdrukking van Von Bismarck's gemalin, zijne trouwe Johanna, daar naast dat van den grooten Kanselier, neer- gelegd worden. Het is der familie blijkbaar te doen om grooten toeloop en praalvertoon bij de plechiigheid te vermijden, geheel trouwens in overeenstemming met de laatste wilsbeschikkingen van den overledene. De Gouverneur van Finland heeft aan den Senaat de nieuwe eedsformule voor de troepen gezonden. Aan den kant heeft de Czaar eigenhandig aange teekend //De in de wet voorgesehreven eeds formule voor het geheele Russische leger, zal ook verplichtend zijn voor dat gedeelte, dat uit Finsche troepen bestaat." Een correspondent uit Helsingfors spreekt over verontrustende geruchten van o.a. manifestation tegen de verandering bij munt- en postwezen. Eene zuster van den overleden Russischen Staatssecretaris Stjernwall Wallin heeft aan de Keizerin-weduwe geschreven om hulp voor Finland, in dien zin, dat zij den Keizer zou bewegen, het manifest terug te nemen. De Keizerin-weduwe schreef een brief terug met betuigingen van warme sympathie voor Finland en het bericht, dat zij den brief zelf aan den Czaar had overhandigd. Een adres van sympathie, onderteekend door verscheidene Russische officieren, leeraren aan de universiteit en burgers, is naar Finland gezonden. De toestand is zoo gespannen, dat, toen een voornaam Esthlander, die voor een spion van Rusland wordt gehouden, dezer dagen de grootste restauratie van Helsingfors binnenkwam, de gasten den kellner verzochten hem de deur te wijzen. Toen deze verklaarde daartoe het recht niet te hebben, verlieten alle gasten de zaal en lieten den Esthlander met zijn gezelschap alleen. Met zekerheid kan het Dagblad mededeelen, dat de gouverneur-generaal van Nederlandsch- Indie, Jhr. C. H. A. van der Wijck, in de maand October van dit jaar naar Nederland zal terug- keeren. De Tweede Kamer heeft de adressen betref fende de Ongevallenwet verzonden aan de Regeering om inlichtingen. Het adres van den heer Bogaerts, te Boxtel, om vergoeding van schade geleden door de uitgifte van portretten der Koningin door het Departement van Binnenlandsche zaken, tegenover soortgelijke portretten naar peinture-Bogaeris, werd, wegens van haar gezichtteeder, droevig bijna, als ze Gerard's portret aanzag, somber, ongerust, boos bijna, als ze den ander beschouwde, den correcten man van de wereld. Acht dagen al mompelde zij nog eens. Waar heeft hij zijn hoofd Hij snelt den ondergang tegemoet. Wij zijn verloren Wat doet hij toch Waar brengt hij zijne dagen door en zijne nachten Die ongelukkige Op zestienjarigen leeftijd was zij getrouwd te Batavia, waar haar vader beheerder was van het handelshuis Beaupreault. Ze had een weinig Ma- leisch bloed in de aderen. Eenige weken na hun huwelijk waren ze in Frankrijk aangekomen, en de eerste jaren van dien echt waren zeer gelukkig, althans en dit is voldoende voor het oog der wereld ze hadden gelukkig geschenen. De Beaupreault was, door den dood zijns vaders, vroeg aau 't hoofd gekomeu van het groote handelshuis, dat zijn relaties had over de geheele beschaafde wereld. Hij had Marguerite getrouwd uit liefde, en een jaar of drie scheen die machtig genoeg om hun geluk duurzaam te doen zijn. Maar hij was jong, zwak van karakter, ijdel en genotziek. Streng opgevoed en nu plotseling mcester over een groot fortuin, had hij zich laten meeslepen door een leventje van eeuwig pretmakeu hij verwaarloosde zijne zaken en gaf geld uit tegen de rijksteu opspeelde, verloor, wikkelde zich in allerlei avonturen, verloor groote sommen en snelde eindelijk blindelings, als een hollend paard, zijn ondergang en schande legemoet. 't Was een groot fortuin, en hij had tien jaar er over gedaanmaar nu was 't opdoch de afwezigheid van gronden van recht en billijkheid neergelegd ter griffie. Aan de orde is de motie-Ketelaar, de wensche- lijkheid uitsprekende tot vaststelling van het tracte- ment voor volgende Gouverneurs-Generaal van Ned.-Indie op 100,000, alzoo te verminderen met f 32,000, De heer Ketelaar verdedigt zijne motie, vooral om tegen te gaan dat Gouverneurs-Generaal boven hun pensioen zich nog een fortuin verwerven en om een onschadelijke bezuiniging in te voeren. Ook op andere tractementen en pensioenen valt te korten. De Minister van Kolonien ontkent, dat bij eene behoorlijke vervulling van de waardigheid de Gouverneur-Generaal een fortuin overhoudt, en bestrijdt deze vermindering wegens de uitbreiding van de bestuurstaak van den Gouverneur-Gene raal. Men beperke de keuze niet verder. De Gouveneurs moeten ook zorgen voor hunne betrek- kingen bij hun overlijden. De Minister wil echter voor de toekomst met den wensch rekenen. Nadat de heer Ketelaar het denkbeeld had geopperd om den diensttijd der Gouverneurs des- noods te verdubbelen, werd de motie verworpen met 40 tegen 21 stemmen. In behandeling kwam daarna de motieRink, wenschende een verbod door het openbaar gezag van de jacht op waterwild met kanongeweer. De heer Rink betoogt, dat het gebruik van moorddadige jachttuigen strijdt tegen den geest der jachtwet, welke de eendenkooien beschermt. Evenals de moordvisscherij worde ook deze vernie- tigend voor de jacht verboden. De motie werd ondersteund door den heer Van den Berch van Heemstede, in het belang van de bescherming van de eendvogels. De heer Lucasse bestreed haar, als nadeelig voor de schatkist en de eendekooieu zelf. Hij weersprak, dat het kanongeweer het gevogelte uitroeit, of verminkt. Een verbod te alien tijde gaat te ver en zou broodjagerij uitlokken. De Minister van financien (de heer Pierson) kreeg den indruk, dat de jacht met kanongeweer niet schadelijk is, mits gedreven op bepaalden afstand van de eendenkooien, waarin de ambtelijke rapporten hem bevestigden, zoomede de door den Minister geraadpleegde directeur der Rotterdamsche Diergaarde, Dr. Buttekofer. Echter zal de Minister in overleg treden met den Minister van justitie over verscherping van de bepalingen tegen bet jagen met kanon-geweer in verboden kringen. Beaupreault scheen daarvan niets te bemerken. Niet de armoede maakte Marguerite beangst. Zij had een edel karakter en bijna mannelijke geestkracht, waarvan ze reeds blijk gaf in de wijze, waarop zij haar lot van veronachtzaamde vrouw droeg. Hare tranen bewaarde ze voor de oogenblikken als ze alleen en onbespied was. Gerard, die op school was en nagenoeg den geheelen dag van huis, had, dank zij de zorg zijner moeder, nooit iets genierkt van de uitspat- tingen zijns vaders. Den vader ontheiligen in de oogen van den zoon scheen haar misdadigen onder de wakende oogen der moeder bleef de knaap den man vereeren, dien hij misschien zou hebben geminacht, zoo de waarheid hem bekend ware geweest. Zij was een vrouw, in de heerlijksle beteekenis van 't woord. Neen, de armoede maakte haar niet beangst. Een toekomst van arbeid en moeite van onlbe- ringen misschien, was voor haar een gelegenheid te meer, om te toonen, hoe zij beproefd en ge- hard was. Maar de toekomst van haar kind Hoe diep zou de vader dalen op den weg, die hem eerst tot allerlei ondeugden had gevoerd, en hem nu misschien tot misdaad zou leiden Zij vroeg van hem slechts een diugdat hij de eer bewaardedat hij voor erfdeel, bij gebrek aan fortuin, aan zijn zoon althans een onbevlekte naam liet. Zij had hem in alles laten begaan maar waar 't de eer van haar kind gold, zou de Beaupreault zijn vrouw tegenover zich vinden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1899 | | pagina 1