A 1 g e m e e d
Meows- en Advertentiebl&d
voor
Zeeawseh-Vlaaoderen.
M
No. 3727.
Dinsdag 14 Februari 1899.
39e Jaargang.
&1M11ITBBAAD.
aanbesteden:
!L ~D vD 3 j
Binnenland.
ABONNEMENT:
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
Het van keibestrating voorzien van
de losplaats bij de haven aan den
Kleine Kuissenspolder.
Begrooting /4604,—
POLITIEK OVERZICHT.
FEUILLETOJS
NEHZENSCHE (OIRAVT.
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Eranco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
busbouders.
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slecbts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte bereken^.
nit l.lart ver.cl.un* Si Woentdag. en VriJ.lngnvond. op Feestdagen, bij den nitgever P. J. ViW OE 8ASBE te Ter V,nz,n.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat Openbare Yergadermg van den
Gemeenteraad is belegd tegen W nensdag, 15 e-
bruuri 1SOO, nainiddags half 2 uren.
Ter Neuzen, 11 Febrnari 1899.
De L°. Burgemeester voornoemd,
J. C. HAKTE.
p De waarneniende Burgemeester der gemeente
TER NEUZEN brengt ter kennis van belang-
hebbenden, dat door den benoemden Burge
meester, de heer J. A. I". 6E1LL, receptie zal worden
verleend op Woensdag 15 Februari a. a.,
"snamiddags 3 uren, in de raadzaal.
Ter Neuzen, 13 Februari 1899.
De fd. Burgemeester voornoemd,
J. C. HARTE.
Burgemeester en Wethouders van ZAAMSLAG
zullen op Yrijdag 10 Maart 1899, des namiddags
te 2 uren, in het gemeentehuis, in het openbaar
en bij enkele inschrijving
Plaatselijke aanwijs op den dag der besteding
vooriniddag 10 uur.
Inlevering der biljetten lot op het oogenblik
der besteding.
Bestekken tegen betaling van 25 cent of, bij
franco toezending, ad 20 cent per exemplaar,
verkrijgbaar bij den Secretaris van Zaamslag.
Zaamslag, 10 Eebruari 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. BARENDREGT Az., Voorzitter.
P. J. WORTMAN, Secretaris.
Aan den vooravond van de behandeling van
het beruclite wetsontwerp in de kamer, is nog
een stem opgegaan om te protesteeren. Het was
een verzet van eenige republikeinen, veertien in
getal, waaronder zeven oud-miuisters. De onder-
Naar 11. WILD.
Mijn levenslot zal u mijn handelwijze verklaren.
Ik ben de zoon van een blanke en een zijner
slavinnen. Mijn vader had mij lief; doch zijn
broeder had daarentegen des te grooter afkeer van mij
Hij hield niet van een halfbloed neef, en vele
straffen en vernederingen mijner jeugd heb ik
hem te danken. Hij deed nog meer, die ootn
(de oogen van den mulat schoten vonken en hij
balde de vuisten) na mijn vaders dood heeft hij mijn
moeder ver weg naar de Unie verkocht en ons
beider vrijbrief, die zich in de nalatenschap bevond,
verbrand. Hij was immers voogd over mijn mooien
halfbroeder, wien de erfenis ten deel vie]en dat
broertje ha, ha dat broertje was de trouwe
copie van mijn oom. Ik was voor hem slechts
„een ellendige slaaf". Terwijl mijn oom zich in
Europe vermaakte, hield zijn neef hier plotseling
op te leven ik had toevallig een strop gevonden,
die hem paste. Sedert heb ik in de bosschen op de
terugkomst van oom gewacht; en ik moest lang
wachten tot de „oorlog uitbrak. Toen kwam
hij hierheen en begon jacht op mij te maken.
De mulat zweeg een oogenblik en lachte heesch,
als viel hem iets te binnen.
Voor twee maanden, vervolgde hij eindelijk,
heb ik hem en al de zijnen omgebracht, uit
gezonderd het meisje, dat gij moet trouwen,
en een nacht heb ik mij aan den brand van zijn
teekenaars van dit protest waren Bourgeois, Brisson,
Barthou, Jonnart, Poincare, Mesureur, Sarrieu, de
oud-gezant Decrais, Isambert, voorzitter der pro-
gessistische groep, Pelletan, Millirand, Viviani,
Henry Blanc en La Porte.
Waartoe, vragen zij, aan de strafkamer, die een
uitvoerig onderzoek, waaraan zij drie maanden
bezig geweest is, gesloten heeft, het recht te
ontnemen, door een uitspraak de uitkomsten van
dat onderzoek, in welken geest die dan ook uit-
vallen, te bevestigen Zijn er in de strafkamer
onwaardige magistraten De wet heeft in dat
geval voorzien, de minister van justitie heeft het
wapen in zijn hand Als hij er geen gebruik
van maakt dan is, volgens zijn eigen verklaring,
de reden daarvan, dat er geen schuldigen zijn.
Maar dit heeft niet mogen baten. De Fransche
kamer heeft na een levendige discussie zonder
eenig incident tusschen den rapporteur Renault-
Morliere, de afgevaardigden Millerand en Camille
Pelletan, die tegen het regeeringsvoorstel spraken
en den afgevaardigde Rose, de ministers Lebret
en Dupuy, die het ontwerp zonder nieuwe argu-
menten aan te voeren, verdedigden, het voorstel
tot onttrekking van revisie-zaken aan de straf
kamer van het Hof van cassatie aangenomen met
332 tegen 216 stemmen. Het ministerie behaalde
dus een volslagen overwinning.
Na deze beslissing kuunen wij de hoop wel
laten varen, Dreyfus ooit terug te zien in Frankrijk.
Het is nu zoo duidelijk mogelijk gebleken, dat
,/men" d. w. z., dat de gezaghebbenden de rivisie
van Dreyfus' vonnis, tenminste de verklaring, dat
hij onschuldig is, willen beletten. Reeds nu,
Millerand vestigde er de aandacht op, reeds nu
maakt men een nieuwe lijst van verdachten (lees
Dreyfusards) van de leden, die in de twee andere
kamers van het Hof van cassatie zitting hebben.
Dreigt dus het geheele Hof met een revisie van
het Dreyfus-proces, dan zal er wel weer een soort
van de Beaurepaire zijn, of hij zelf misschien,
die een besluit in dien zin weet te voorkomeri.
Dreyfus zal zijn land nooit terugzien
Het is afschuwelijk, een natie met zooveel
voortreffelijke eigenschappen, zooveel onrecht te
zien plegen. Alle zaken, die wachten op den
afloop van het onderzoek van de strafkamer,
blijven nu wachten, en allereerst denken we aan
Picquart, den tweeden martelaar van het Dreyfus-
onrecht. Hoe lang zal het Hof in zijn geheel nn
nog noodig hebben, om tot een conclusie te
komen
Koningin Victoria zal in 't begin van Maart
huis gewarmd. 't Meisje vonden mijne lieden in
den wijnkelder, bewusteloos in de armen eener
negerin, die haar daarheen had gebracht. Zij
beviel mij en ik liet haar in leven eigenlijk
voor mij zelven, zooals ik u heb gezegd. En de
duivel mag weten hoe het komt, ik heb nu een-
maal een zwak voor haar, zelfs nu ze mij niet wil
hebben. Ze mag dus naar elders verdwijnen, als
ze mij hier maar niet hindert. Gij zijt de eenige
man, die dat mogelijk kunt maken. Zij moet
naar Europa. De oorlog hier kau uiteenspatten
als een zeepbel dan is 't hier vrede, en wordt
de zoogenaamde //orde" hersteld, dan* mag er
niemand hier zijn, die met onaangename reclames
tegen mij optreedt.
Nu, dan zal ik haar meenemen naar Europa
en haar toevertrouwen aan een beschaafde familie,
tot een geschikte plaats voor haar gevonden wordt
Melazzo schudde het hoofd.
Ik moet een waarborg hebben, dat haar
leven mij geen last meer veroorzaakt. Misschien
wil zij van een geschikte plaats daarginds niet
weten en duikt op een goeden dag hier weer op
Als gij haar trouwt, is zij voor mij zoo goed als
dood. De Duitschers dat weet ieder zijn
een vreedzaam volk en gij geleerden zijt al blij
als gij uw neus in de boeken kunt steken, in
plaats van in anderinans zaken. Dat gij in't ver
volg thuis blijft weet ik, ook zonder dat gij
't vooraf belooft, en is zij eenmaal uw vrouw
dan moet zij bij haar man blijven daar helpt
niets aan. Dusneem een besluit want zij
moet weg, op welke manier ookook haar leven
ligt in uw hand.
Walter wist niet meer, wat hij zeggen zou.
naar Frankrijk gaan, om te Nice haar gewoon
roorjaarsverblijf te betrekken. Dit bericht betee-
tent iets meer dan getvone hofberichtjes, want als
de Engelsche regeering nog ernstige verwikkelin-
gen met Frankrijk voorzag, dan zou hare majesteit
wel niet naar een gebied gaan, dat misschien tijdens
haar verblijf vijandelijk gebiedt wordt. De on-
derhandelingen met de Republiek, die tegenwoordig
alleen op het Bahr-el-Ghasal- gebied betrekking
lebben, schijnen goed op te schieten, en de re-
geling van de andere hangende kwesties zal blijk
baar volgens de officieele opvatting in Engeland
ook geen moeilijkheden opleveren.
Het publiek en de pers zijn blijkbaar nog niet
gerustgesteld. De toenadering van Frankrijk tot
Duitschland, die men bevestigt acht door de vrien-
delijke ontvangst van twee Duitsche oorlogschepen
te Oran, wordt in Engeland met eenige zorg
waargenomen. Het was voor de Engelsche diplo-
matie zoo gemakkelijk, om bij verschillen met
Duitschland, de Eranschen te herinneren aan Elzas-
otharingen. Men moet nu Duitschland op een
andere manier hinderen, en al doet de regeering
hieraan niet mee, de organen, die gaarne der re
geering een dienst bewijzen, laten niet na, allerlei
kwesties tegen Duitschland uit te spelen. Het be
gon al tijdens den Spaansch-Amerikaanschen oorlog;
toen volgde het gehaspel om de Eilippijnen en
het jongste voorwendsel is de Samoa-kwestie.
Op die wijze wordt verbittering gezaaid tusschen
Amerika en Duitschland, en al zal de eorrecte
houding van Berlijn ten slotte alle geschillen wel
voorkomen, er blijft toch altijd iets zitten.
Met begrijpelijke voldoening meldt de Nord-
Deutsche Allg. Zeitung, dat op de nieuwe drie per-
cenls rijksleening van 75 en op de Pruisische van 125
millioen mark voor niet minder dan vier milliard
in binnen- en buitenland is geteekend, meest voor
geldbelegging. Het blad ziet daarin zeker niet ten
onrechte een bewijs van vertrouwen, zoowel in
Duitschland's en Pruiseu's financieele soliditeit
als ook in de welgemeendheid zijner vredelievende
staatkunde.
Bij den Duitschen bondsraad is een nieuw wets
ontwerp op de telephoon ingekomen. Het abon-
uementensysteem is behouden, doch de kosten
worden in verhouding gebracht tot het gebruik,
dat de abonnent van de telephoon maakt. Wie
zich in het geheel niet willen abouneeren, kunnen
een toestel thuis krijgen en voor elk gesprek
betalen.
De provinciale landdag in Westfalen bewilligde
150,000 mark voor heide-ontginning, 2 millioen
mark voor bevordering van den aanleg van locaal-
spoorwcgen en 1,800,000 mark voor den West-
faalschen noordspoorweg.
Thans is aan de Tweede Kamer ingediend
een wetsontwerp tot afschaffing van de rechten
die de staat heft, voor het gebruik van wegen,
kanalen, havens, sluizeu en bruggen, onder welke
benaming die ook bekend zijn.
De afschaffing gaat in met I Mei 1900.
In de memorie van toelichting zegt de Minister,
dat de bezwaren, die de indiening van het wets
ontwerp, waarvan reeds vele jaren de wenschelijk-
heid door de Regeering is erkend, hebben tegen-
gehouden, thans genoegzaam zijn opgeheven.
De middelen tot dekking der schade hiervan
door het Rijk te lijden uit het verlies van inkom-
sten, werden door het votum der Tweede Kamer
i 6 April 1897, betreffende de inwerkingtreding
der wet tot nadere regeling van het zegelrecht
van effecten, als met den vinger aangewezen.
Nu derhalve geen onoverkomelijke bedenking de
afschaffing meer behoeft tegen te houden, is de
regeering van oordeel dat het oogenblik om daartoe
over te gaan, gekomen is.
Het offer, dat de staatskas jaarlijks zal hebben
te brengen voor de afschaffing der Rijkstollen,
met inbegrip van de thans nog voor geldleening
verbondene, bedraagt f 608,050, waarbij nog komt,
gedurende ongeveer 8 jaren, de uitkeering voor
leeningen, gesloten voor enkele wegen tot een
bedrag van ongeveer f 50,000.
Hiertegenover staat dat 264 tolhuizen met
tolboomeu en bijboomen niet langer behoeven te
worden onderhouden, hetgeen eene jaarlijksche
besparing geeft van f 32,672.
Aan een particulier schrijven van een officier,
die voor de derde maal den toestand in Atjeh
met eigen oogen heeft kunnen waarnemen, is het
volgeude ontleend
Wat vind ik het hier in Atjeh veranderd, sedert
ik het in '96 verliet.
Ik meen u wel eens geschreven of gezegd te
hebben, dat ik in Van Heutsz den eenigen persoon
zag, die den Atjeh-oorlog tot een goed einde zou
kunnen brengen, en ik geloof mij niet vergist te
hebben. Wat is die toestand in twee jaar tijds
veranderd Geheel Groot-Atjeh benevens Noord-
en Oostkust (bijna geheel) liggen aan onze voeten
en zullen op het einde van het jaar in bedwang
Maar voelt ge dan niet, riep hij uit, dat
zoo te huwen een verschrikkelijkheid is
Dus gij wilt liever hangen Of misschien geeft
gij er de voorkeur aan, dat ik u overlever aan
mijne lieden? Er zijn Indianen bij, die meesterlijk
de kunst verstaan, ook den geduldigsten martelaar
ten laatste nog een kreet van pijn te ontlokken.
Neen, neen riep Walter, wien de gedachte,
in de handen van Indianen te vallen, half krank-
zinnig van angst inaakte.
Dus ge stemt toe
De dood is een machtig bekeerder. Nog voor
enkele minuten had de jonge man zich zoo zeker
gevoeld in het bewustzijn zijner onwrikbare geest-
kracht en nu nu was het toch anders. Hij
leed duldelooze pijn in 't gevoel zijner hulpeloos-
heid, en daarbij fluisterde de hoop hem in van
duizend toevalligheden, welke het huwelijk nog
in 'l laatste oogenblik verhinderen konden. Waren
van dergelijke merkwaardige uitreddingen geen
honderden voorbeelden in de geschiedenis bekend
En al gebeurde dat niet, dan waren er mogelijk
toch nog middelen om den lastigen band later
te slakeu. En zoo redeneerde de zelfzucht
heel logisch was het niet plicht, tegenover zijn
moeder, zijne rrienden, zijn vaderland, zijn leveu
te sparen, zoo lang daartoe nog mogelijkheid bestond
In een laatste opwelling van nauwgezette eer-
lijkheid riep hij uit Hoe kan ik trouwen
zonder papieren, zonder eenige legitimatie
ik heb een pas voor u en een licentie.
Dat is genoeg.
Maar de Duitsche wetten
Gij wordt naar Amerikaansche wetten ge-
trouwd. Dat is geldig in de geheele wereld.
Maar een huwelijk zonder kerkelijke in-
zegening
Ook daarvoor wordt gezorgd. Stel uw ge-
weten maar gerust. Gij zult zoo goed en secuur
getrouwd worden, dat de slimste advokaat er later
geen speld tusschen kau steken.
Walter wist niets meer te bedenken om te ont-
snappen aan 't hem toegedachte huwelijksgeluk.
De neger was weer gekomen en had zijn boeien
doorgesuedenmen hielp hem overeind, en hij
was nu besloten, zijn lot te dragen. Hij was
zoo ontsteld, dat hij zou ge vallen zijn, als Melazzo
hem niet had ondersteund.
Nu snel, sneldrong de mulat; of
wij krijgen de Zuidelijke aan den hals Hij
trok zijn slachtoffer naar deur van het loodsje.
Walter deed nog een zwakke poging tot verzet.
Maar het meisje kent mij nietAls zij mij
nu ook niet wil
Zij kent u en ze wil u wel hebben. Ze
heeft mij heden nog verklaard, dat ze alles aan-
vaardt, om maar van mijn gehaat gezelschap
verlost te worden. Maar vlug, of het is te
last
Ongeduldig trok hij zijn gevangene mee naar
buiten.
Daar heerschte diepe duisternis; alleen de
naaste omgeving der loods was door een paar
harsfakkels flauw verlicht. De spookachtige roode
gloed bescheen eenige wilde gedaanten, zeker de
gunstelingen van den mulat. Tusschen hen in
stonden twee blanke mannen, beiden geboeid,
sidderend en bleek. De eene had het uiterlijk
van een priester, met zachte, vriendelijke trekken
de andere was blijkbaar een magistraatspersoon-