Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeenwsch- Via andere a. No. 3716. Donderdag 19 Januari 1899. 39e Jaargang. SI SPI0H VAH IBOQISTADT. Binnenland. ABONNEMENT: Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. POLITIEK OVERZICHT. FEUILLETON NEUZENSCHE C0IH4VT Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tw eemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit blatl verschijnt tIItmiilHi;-, Wvensdag- en Vrijdagavoad, uilgeionderd Keestdugen, bij den Kitgever P. J. ¥11 DE I1KDE te Ter lemen. De eerste zitting der beide Huizen van den Pruisischen Landdag na de opening daarvan door den Keizer-Koning werd eergisteren gehouden in het prachtige nieuwe gebouw, voor eene meer waardige herberging der vertegenwoordiging inge- richt. In het Huis van afgevaardigden wees de heer Von Voss, die als oudste lid presideerde, met een paar woorden op deze verandering, haar eene verbetering noemende, hoewel daarbij ronduit erkennende, dat al die glans en pracht en ruimte de leden, aan bescheiden behuisd zijn gewend, in het eerst wel wat overstelpte, ja benauwde. Maar het zon wel wennen, hoopte spreker, en de groote ruimte, verwachtte hij ook, zou de leden niet van elkander verwijderen, maar hen zich doen aaneen- sluilen tot heil van het vaderland. Minister-president Von Hohenlohe sprak daarna ook, namens de regeering, een woord van verwel- koming in de nieuwe woning. In het Heerenhuis sprak de voorzitter, de Vorst Von Wied, een hartelijk woord van herdenking en huldiging, dat door de leden staande werd aangehoord, van het overleden lid van het huis Otto von Bismarck, een lid, dat den aardbol van zijn roem heeft vervuld en die als de eerste der Paladijnen van Keizer Wilhelm I den droom des Duitschen Rijks heeft weten te verwezenlijken en een eenig machtig, den vrede gebiedend Duitschland heeft geschapen. Het is voor het Heerenhuis een roem tot het einde onder zijne leden geteld te hebben eenen man, die in de geschiedenis te alien tijde als een der eerste zonen van Pruiseu en Duitschland zal worden genoemd en als een der grootste Staatslieden van alle tijden en volken zal worden vereerd. Het beste bewijs van instemming met deze woorden gaf het Huis, door den Vorst Von Wied bij toejuiching als voorzitter te herkiezen. De opening van den Landdag door den Keizer- Koning, boven vermeld, geschiedde met veel pracht en in tegenwoordigheid van wel 500 leden der beide Huizen in de //Witte Zaal" van het Paleis te Berlijn. De Fransehe Kamer is eergisteren eens braaf geweest en, zonder zich met andere zaken op te houden, tot de inderdaad dringend geworden be- grooting overgegaan. Gepoogd heeft men wel echter allotria te doen voorgaan. Maar de interpellate van den heer De Mun over de algemeene politiek werd tot Naar MAX PEMBERTON. De man uit de boot die ook de ruwe, bruine pij droeg had kort, kroezend haarzijn gezicht getuigde van intelligentie. Het leed bij haar geen twijfel, of hij was met de geheele geschiedenis op de hoogte. Hij wees herhaaldelijk in de richting van de golf, met een gebaar, waaruit zij meende te lezen, dat hij vertelde van de vlucht uit Kroon- stadt en de vervolging in den nacbt. Zij week verder achteruit tusschen de rotsen en beefde, in vage vrees voor die twee mannen. Het daglicht verdween, zoodat de mannen op het schip, verder van haar, schimmen werden de sluier van den nacht spreidde zich over de wateren. 't Was of zij in een geestenwereld ver- keerde. Zij knielde op de rots en riep wanhopig om haar geliefde, alsof een wonder hem tot haar kon brengen, over de zee. Paul kom tocliIk kan niet leven zonder jou Ik heb niemand in de geheele wereld Stemmen antwoordden haar, maar niet de stem van hem, dien zij aanriep. Ze verhief het hoofd om te luisteren, en ze hoorde zoete, zachte muziek, die tot haar kwam van het schip. 't Was een welluidend, veelstemmig gezang, dat de rotsen weerkaatsten in menigen galm. Toen de laatste noot was weggestorven, ver- langde zij nog naar meer van dat heerlijke, troostende geluid. Maar andere zangers verhieven 10 Februari en eene van den heer Firmin Faure over de Picquart-zaak, op verzoek van Minister President Dupuy, met 422 tegen 74 stemmen, voor eene maand uitgesteld. Het algemeen debat over de begrooting is in- geleid door den afgevaardigde Aymon. Hij be- klaagde er zich over, dat die zoo weinig hervor- mingen aanwees, en achtte het ambtenaars-personeei veel te talrijk. Andere sprekers volgden in dien geest. De straf kamer van het Parijsche hof van cassatie heeft, haar nader onderzoek in de zaak Dreyfus voortzettend, eergisteren den senator en oud- Minister van justitie Trarieux, een intiemen vriend van Picquart, vernomen. Van Esterhazy, die heden zou moeten verschijnen, is nog niets vernomen. De gewezen militaire attache der Duitsche ambassade te Parijs, majoor Von Schwarzkoppen, moet nu zoowel zelf bereid als door den Keizer daartoe gemachtigd wezen, in geval van oproeping als getuige in de zaak Dreyfus, te verschijnen. Wat den dunr van het onderzoek betreft, zou president Loew hebben te kennen gegeven, dat men nog wel drie weken noodig zal hebben. Naar door den Spaanschen generaal Rios over Hongkong uit Manilla de hoofdstad der Philip- pijnsche eilanden, naar Madrid is gemeld, zouden de Amerikanen feitelijk reeds belegerd worden door de insurgenten en zou de stad Manilla van de landzijde reeds geheel zijn ingesloten, terwijl hij zijn telegrammen met een pakketboot naar Hongkong heeft moeten brengen, vanwaar zij wer den overgeseind. Hieruit valt dus af te leiden, dat de Amerikanen werkelijk geen enkel cijfer- telegram doorlaten een besluit, dat nu juist niet tot de gevolgtrekking leidt, dat de ongun- stige mededeelingen uit Spaansche bron geheel gelogen of althans schromelijk overdreven zijn. Het kan heel wel, dat de Amerikaansche regee ring van „verbetering van den toestand op de Philippijnen" 'tgewaagt, alleen om de ratificatie van het vredesverdrag door den Senaat te Washington, nog in deze week te kunnen doorzetten. De president der republiek zou dan onmiddellijk na die ratificatie een gansch anderen toon aanslaan en niet langer de officieele bevestiging van den ernstigen toestand tegenhouden evenmin als een bevel aan de Amerikaansche troepen om het ver- zet der insurgenten met kracht te keer te gaan Nu wordt uit Hongkon gemeld door oogge- tuige dat tien Amerikaansche vrijwilligers op reis van Manilla naar llo-Ilo van de transportschepen nu bun stem en zongen een sombere litanei, "als een lied der duisternis, droevig, vol van gedachten aan dood en graf. Dit nieuwe gezang deed haar beven want't voerde haar terug tot de treurige werkelijkheid. Al luiste- rend, bemerkte zij, dat de toon voller, dieper werd. 't Scheen dat de zangers het schip hadden verlaten en nu naar. de kust kwamen. Lantarens wierpen een fantastisch licht over de zee en't leek of een vreemde schaar kwam aangetogen uit een klooster, ver weg over de zee. Drie booten raakten nu het strand, en een aantal mannen, alien in pelgrimsgewaad, verzamelden zich rondom een donker voorwerp, dat zij niet kon onderscheiden. Een man in priesterkleed droeg een groot koperen crucifix rond toortsdragers gingsn r.aast hem, en uit wierookvaten steeg een dunne rook in de lucht. Een processie werd gevormd en kronkelde omhoog langs het steile pad naar het rotsige deel van het eilaud. De litanei werd weder opgevat, en Marian zag nu, wat de mapnen droegen. Was een doodkist. De monniken waren aan land ge- komen om een doode te begraven. Langzaam naderde de processie bet grasvlak bij de bron, waar Marian vroeg in den morgen had gedronken. Bleek en bevend stond zij_ in de schaduw. Hoewel ze nu begreep, dat de mannen niet naar het eiland waren gekomen om haar, vreesde zij hun bezoek als zij uooit van te voren iets had gevreesd. 't Nachtelijk uur, de sombere stoet prikkelden haar verbeelding. Haar eenige gedachte was, dien mannen ontkomen. Doch ontsnappen was onmogelijk. De stoet ging zoo dicht langs haar heen, dat ze den drager van het kruis met in zee zijn gesprongen omdat zij zich wel vrij- willig hadden verbonden tegen de Spanjaarden te strijden, doch niet een slachting aan te richten onder de Philippino's. Na dit incident zouden vijf transportschepen van Mariveles teruggeroepen zijn. De Minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat op 1 Mei bij de rijkskweekscholen voor onderwijzers te Nijmegen, Haarlem, Middelburg, Deventer, Gro- ningen en Maastricht, en bij de rijkskweekschool voor onderwijzeressen te Apeldoorn, kweekelingen kunnen worden geplaatst. Bij gelijke bekwaamheid en aanleg genieten diegenen de voorkeur, die in de gemeente wonen waar de kweekschool geves- tigd is, of die, elders wonende, zelf in de kosten van huisvesting en verpleging voorzien. Bij de aangifte moet daarvan door de ouders of voogden der adspiranten worden melding gemaakt. Zij die voor plaatsing in aanmerking willen komen, moeten zich vodr 1 Maart aanmelden bij den directeur of directrice der rijkskweekschool die zij wenschen te bezoeken. Men zie verder de Staatsct. van 18 Januari 1899, (n°. 15), en die van 2/3 October 1898, n°. 230. Dinsdagnamiddag is te Ylissingen met gunstig gevolg te water gelaten de op de werf der ko- ninklijke maatschappij „De Schelde" aldaar in aanbouw zijnde kruiser ,/Noord-Brabant." TER NEUZEN, 18 Januari 1899. De redactie van het /Journal des interets maritimes" heeft aan den heer E. Verstraete, een deskundige, zooals Belgie er weinig bezit, dions oordeel gevraagd over het plan van baron Van Loo, tot graving van een kanaal van Heyst naar Temsche, ten einde niet meer af te liangen van den onwil van Holland. Uitvoerig heeft de heer V. hierop geantwoord hij heeft er op gewezen wat noodig is voor een kanaal, dienstig voor scheepvaart, vooral voor schroefbooten, hoe een kanaal een voldoende breedte en diepte moet hebben, hoe goed de boorden moeten voorzien zijn. Het kanaal van Ter Neuzen is hiervan een voorbeeld. Niettegenstaande de belangrijke sommen die men geofferd heeft tot zijn verbreeding, tot het op diepte houden en tot onderhoud der boorden, is de tegenwoordige toestand haar hand had kunnen aanraken. Ze zag de bleeke, door vasten en strenge oefeningen magere gelaats- trekken der monniken, hier een oude man, ge- bukt onder den last der jaren, daar een jongeling met dwepend vuur in de oogen. Achter de mon niken volgden anderen oude mannen, weenende vrouwen, kinderen zelfs. Zij begreep nu alles en haar hart stond stil. Dat zijn de melaatschen fluisterde zij, en trachtte terug te wijken van hen, als zouden de rotsen zich achter haar openen, om haar te ver- bergen en de akelige gezichten te onttrekken aan hare ontstelde oogen. HOOFDSTUK XXI. De redder. De stoet trok langzaam voorbij, en de onge- lukkige vrouw doorstond eeuwen van angst. Soms viel het licht der lantaai-ns op haar gelaat, en was 't haar, of de handen der lepra-lijders haar zouden aanraken. Vanwaar ze kwamen, wiens schip het was, wist zij niet. De geschiedenis der monniken in de noordelijke zeeen en hun zending onder de melaatschen was haar onbekend. 't Was voor haar als een spokenoptocht, verrezen uit de duisternis van het graf. En terwijl alles in haar drong tot vluchten, hield de treurige stoet haar gebannen op de plaats. Boven op de hoogte dolven de monniken een graf voor hem, die op zee was gestorven. Hun grafgezang trof haar als een troostende melodie bij de akelige kreten der kranken en waanziunigen in den stoet bcneden. Ze dacht niet meer aan de gevaren der eenzaam- onvoldoende. Alle Gentenaren weten dit, maar ook dat eeu kanaal SelzaeteBruggeHeyst hen 38ys kilometer verder van de zee zou voeren dan nu. (Misschien ook is het voorstel van den heer Van Loo slechts een middel om bij de Nederlandsche en Belgische regeeringen tot spoed aan te dringen in zake verbetering van't kanaal GentTer Neuzen op Nederlandsch gebied). De Gentenaren moeten wel bedenken dat het hun haven voorspoedig ging, niettegenstaande het onzinnig plan dat men in 't belang van Autwerpen voorstelt, een kanaal geheel op Belgisch grondgebied ter lengte van 71£ kilometer op zijn minst Deze waterweg zou geheel afhangen van de wisselvallige diepte der reede van Heyst, terwijl men bij laag water te Ter Neuzen nog 31 meter peilt. Men zou zich verder moeten ontdoen van de afwateringskanalen van de polders (de Lijs, Leopold- kanaal). Het kanaal zou doorsneden worden door wegen, kunstwegen en spoorwegen in een streek die zoo buitengewoon bevolkt is. Onder de tegenwoordige omstandigheid, ieder practisch mensch zal het moeten erkennen, zou het graven van zoo'n kanaal zoo niet onmogelijk, een dwaasheid zijn. Voor de spoorwegen er waren, voor die groote vermeerdering van bevolking heeft men het kanaal van Ter Neuzen gegraven, nadat men bedacht dat dit beter voor de belangen van Gent was dan de bestaande GentBrugge en BruggeOstende. Sedert den afkoop der tolgelden op de Schelde, is rnijn overtuiging dat deze kwestie afgedaan is en de vraag of het plau Vau Lou goed is, leveilS- vatbaarheid bezit beslist ontkennend moet worden beantwoord. Het belang van Gent is het kanaal van Ter Neuzen te blijven exploiteeren, mits dit zooveel mogelijk verbeterd worde door verdieping (8 M.), versterking der boorden en wijdere, diepere toegang (sluizen). Door den heer K. de Vos alhier is aange- nomen het lichten en alhier aanbrengen der lading planken van de aan den Eendragtpolder gestrande Noorsche bark Daphne. Het schip zal later als wrak worden verkocht. In de tweede helft der maand December is door het postkantoor alhier de volgende onbe- stelbare briefkaart verzonden, aan het adres van J. de Mey, Oostburg. Door het hulpkantoor Axel de volgende onbe- stelbare brief, aan het adres van V. Daale, Zuiddorpe. heid op dit eilandze smeekte, dat de zieken spoedig mochten terugkeeren naar hun schip en haar alleen laten in de stilte van den nacht. Doch 't scheen uren te duren, eer de monniken van de hoogte afdaalden. Ze volgde het dansende licht hunner lantaarns, zooals de schepeling staart naar den vuurtoren aan de kust. Telkens dacht zij //Nu komen zeik lioor ze Maaropnieuw begon dan de litaneien 't akelig geklaag of de schorre lach vau een lepra-lijder vlak bij haar deed alle hoop verdwijnen. Ze begon te tellen, zich-zelven wijs makende, dat als ze duizend had bereikt, 't schip zou vertrekken. Maar dat ver- moeide haar spoedig, en een oogenblik kroop zij een weinig van achter het rotsblok, opdat de frissche zeewind haar verhit gelaat mocht koelen. Maar een melaatsche werd haar gewaar en sprong op met een luiden kreet, om haar te grijpen en naar het strand te sleuren. 't Was ofdeuiterste verschrikking uit de duisternis te voorschijn was getreden om haar te omvatten in een walgelijke omhelzing. Ze durfde den man niet in het gelaat zien, maar als door nevelen heen zag zij, dat hij een ge- scheurde groene uniform droeg en een mes had in een versleten gordel. Zij hoorde een vloed van woorden, die in haar oor drongen maar zij was het Russisch niet genoeg machtig om het te be- grijpen. Eens meende zij, dat de man haar in zijne armen wilde drukken, en ze hoorde dat hij zei //Jij bent als die ik verloren heb." Toen ze haar tong ontboeid voelde, verhief zij haar stem in kreten van ongebreidelde vrees; en op haar geschreeuw kwamen andere melaatschen toeschieten en men drong om haar heen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1899 | | pagina 1