BIJVOEGSEL Tor Neuzensche Courant Zaterdag 7 Januari 1899. No. 3711. Gemengde berichten. Gemeenteraad van Ter Neuzen. VAN DE VAN Te Stiens (Fr.) is de putgraver Dijkstra bij de uitoefenirig van zijn beroep om het leven gekomen. Bezig zijnde met het graven van een put bemerkte hij scheuren, die hij als niet ge- vaarlijk beschouwdede zoogenaamde ,/kuip", die veiligheidshalve bij dergelijke werkzaamheden wordt gebezigd gebruikte hij echter niet, ten einde gemakkelijker en sneller te werken. Toen echter het oogenblik gekomen was om de //kuip" te plaatsen en men hem naar boven zou halen, viel eensklaps een aardmassa op hem, die belette D. naar boven te werken. Een der arbeiders, G. v. d. Woude, werkte veel aarde rondom hem weg, maar een tweede instorting dreigde en noodzaakte v. d. W. den kuil te verlaten. Hartverscheurend moet het geweest zijn Dijkstra te hooren zeggen „nu ben je aan mijn hoofd toe." Nadat v. d. W. den put verlaten had, volgde eene instorting. Met alle kracht werd er toen rondom den put onder doodsche stilte gegraven het gold hier de redding van het leven van een mensch en mede-arbeider. Dr. De Jager was vroegtijdig ter plaatse aanwezig, en de politie zorgde voor maatregelen van veiligheid. 't Werd duister en bij schemerende lampjes werd in halfdonker gegraven en gezocht, met het gevolg dat het lijk van Dijkstra werd opgehaald. Een weduwe met een groot gezin blijft onverzorgd achter. Is het tegenwoordig reeds lastig om aan de eischen te voldoen, die voor eene Staats-, pro- vinciale- of gemeentelijke betrekkinggesteld worden, nog moeilijker zal het worden, als het voorbeeld, dat in een groot Drentsch dorp gegeven wordt, navolging mocht vinden. Daar heerscht tusschen den burgemeester en den notaris een minder aan- gename verstandhouding. Een ambtenaar op de secretarie kwam dikwijls bij den notaris aan huis, hetgeen den burgemeester zeer verdroot. Deze stelde zijnen ondergeschikte nu den eisch om of voor de betrekking te bedanken of zijne be- zoeken te staken. Dit wilde de ambtenaar niet doen en daarom werd hij ontslagen, hoewel de notaris een zeer geacht persoon is. Toen nu een nieuwe ambtenaar werd aangesteld, werd hem bij contract door den burgemeester de verplichting opgelegd den notaris en diens huis te schuwen als een verpeste plaats, daar hij anders onmiddellijk ook zijn ontslag zou krijgen. Het valt moeilijk aan dergelijke staaltjes van despotisme te gelooven, maar het geval is helaas maar al te waar. Te Leiden brak eergisternacht brand uit in de benedenverdieping van een perceel in de Haarlemmerstraat, waarin gevestigd is het magazijn van naaimachines van de firma Blom. Het ma gazijn brandde uit, waarbij een groot aantal ma chines verloren ging. De aangrenzende woningen bekwamen belangrijke waterschade. Iu verschillende bladen is medegedeeld, dat S. Bos, koopman te Ambt-Ameloo, zich tot den minister van justitie had gewend, omtrent eene door hem ondervonden ernstige mishandeling in de kazerne der marechaussee te Almeloo. Bij onderzoek dezer klacht door den officier van jus titie aldaar, is evenwel gebleken, dat adressant niet mishandeld is. Dit verklaren ook de door adressant genoemde getuigen. Wei is gebleken, dat Bos door den wachtmeester der marechaussee in de kazerne werd ontboden, ten einde hem te hooren over eene beleediging der marechaussee, waarop dofc genoemde wachtmeester proces-verbaal tegen hem is opgemaakt. In het Weekbl. van het Tijdschr. voor Ge- neeskunde hangt een geneesheer een treurig tafereel op van een gezin, waarin een leider aan tuberculose wordt verpleegd door een sigarenmaker, die dit handwerk in de ziekenkamer uitoefent. In dezelfde bedstede stierf onlangs de moeder van den patient aan bloedspuwing, na maandenlang lijden, o. a. aan (niet behandelt wordende) suppu- reerende lymphklieren. Evenals toen zijn vrouw, moet de sigarenmaker nu zijn zoon in alles helpen, en gaat dan tusschentijds weer voort zijn fijne panatella's te fabriceeren (voor een der grootste fabrieken van ons land). Af en toe veegt gij den vloer eens op, waarbij hij dan ook de tabak, die als dekblad, enz. moet dienen en heel gewoon op den vloer ligt, gaat opruimen. Zouden, vraagt de schrijver, de tuberkel-bacillen en hun sporen wel alle onschadelijk gemaakt worden door hun ver- blijf in de droogkamers der fabriek, waarvoor deze man werkt Massa's sigaren worden onder dergelijke omstandigheden gemaakt. Te Rozendaal leeft sedert drie jaar een jonkman, die in al dien tijd geen nat of droog door de keel heeft gekregen. Het is de 18jarige Henri van Reuzel. Iu 1895, als metselaarsjongen in een in aanbouw zijnd huis werkzaam, dronk hij bij vergissing uit eene kruik met karbol. De keel verbrandde, en de slokdarm groeide dicht. Daar de jongen van honger had moeten sterven, werd door den dokter ter hoogte der maagstreek eene opening van een vingerdikte in het lichaam gesneden, waardoor voedsel in de maag werd ge- poten. Als de andere huisgenooten nu het mid- dagmaal gebruiken, bedient deze wonderbare huis- genoot zich zelf met eene spuit, waardoor hij vloeibaar voedsel in de maag brengt. Alles be- komt hem goed en Henri is even gezond als de anderen. Een weduwe in Borgerhout, bij Antwerpen, had een hondje, een leeuwtje waarvan zij veel hield. Het was anders een goed lief dier, maar in den laatsten tijd was hij onvriendelijk en bijt- achtig. Maandag wilde hij niet vreten, zoodat de vrouw ongerust werd en den veearts liet halen. Deze aarzelde niet, maakte het dier af en sneed het lijkje open. Hij bevond dat de hond in hoogen graad dol was geweest. Groote ontsteltenis, want zestien groote menschen en kiuderen, meest familieleden, en tenminste vijf honden waren door het dier gebeten. Bij al de gebeten menschen waren de wonden al met roven bedekt en dus niet meer uit te branden. Er werd daarom gelast, alle zestien naar het Instituut van Pasteur te brengen ze zouden zoo mogelijk gis- teravond nog naar Parijs vertrekken. De vijf gebeten honden zijn afgemaakt; maar het plan om alle honden in het dorp af te maken heeft men spoedig laten vareu. Maandagnamiddag heeft over een groot deel van Zwitserland een geweldige storm gewoed, vergezeld van hevigen donder en wolkbreuken, die eerst in hagelslag, toen in sneeuwstorm over- gingen. Er is zeer veel materieele schade aange- richt. Tal van bergwegen zijn door de sneeuw versperd, en het verkeer met het buitenland, ook per post en per telegraaf, is ten deele verbroken. Ook het gevaar voor nieuwe afschuivingen van den Sasso Rosso op het dorp Airolo is door den sneeuwval vergroot. Op het dreigende deel van den berg ligt de sneeuw twee tot drie meters dik. De aanleg van mijnen, om de steenmassa in gedeelten door dynamiet en kruit te laten springen, moest gestaakt worden. De bewoners van het dorp durven er nog niet terug te keeren. De gemeenteraad heeft besloten, dat de kerkklok- ken niet geluid mogen worden, om doorbeweging van de lucht het gevaar niet te vergrooten. De Zwitsersche bladen hebbeu inschrijvingen geopend voor de menscheD, die hun huis, hun vruchtbaar land en hun vee hebben verloren. De Bondsregeering zal waarschijnlijk een sub- sidie geven, en tevens een nationale inschrijving verordenen de Zwitsersche consuls zouden uit- genoodigd worden, hun landgenooten in het bui tenland daartoe op te wekken. Dinsdagochtend had een nieuwe, tamelijk sterke afschuiving plaats. De steenmassa kwam echter op 500 meters boven het dorp tot stilstand. Vergadering van Donderdag 5 Jarinari 1899. Voorzitter de heer J. C. Harte, oudste Wethouder. Verder aanwezig alle leden. Na opening der vergadering leest de secretaris de notulen der voorgaande. De heer Van der Moer merkt op dat genotuleerd is dat besloten is tot wijziging van de brandweerverordening en tot die tegen brandgevaar, naar aanleiding van ontdekte fouten. Dat is niet jnist, nn heeft het den sehijn, alsof hij, als voor- steller, fonten gemaakt heeft, terwijl de Raad de verorde- ningen heeft aangenomen zooals ze nu, na wijziging, luiden en men op de secretarie verzuimd heeft't goed te veran- deren. Er was dus geen nieuw besluit noodig, het was vast- gesteld, en de Raad had alleen eene verklaring behoeven te geven dat de fouten lagen aan een verzuim op de secretarie. De heer Grenu zou dit nog al ingrijpend vindenhet is een abuis geweest en dat kan toeh den beste gebeuren. De Secretaris merkt op dat er met het oog op de admi- nistratieve bepalingeu een besluit, als is genotuleerd, noodig was, en dat hij in de notulen heeft vermeld dat bij de om- vraag de heer Van der Moer op de fouten heeft gewezen. De notulen worden hierna goedgekeurd. De openbare vergadering wordt geschorst en gaat over in eene met gesloten deuren. Nadat de zitting weder openbaar is geworden komt aan de orde 1. Voorstel Dees regeling schoolgelden. Dit voorstel luidt Voor het ontvangen van openbaar lager onderwijs zal wor den geheven van ieder die in den hoofdelijken omslag dezer gemeente is aangeslagen voor het onderwijs op de dagschool (voor- en namiddag) naar een inkomen van 1100 en daarboven voor ieder schoolgaand kind een gulden per maand naar een inkomen van 700 tot 1000 gulden voor een kind een gulden per maand voor twee of meer kinderen uit ddn gezin gelijktijdig schoolgaunde voor het eerste kind een gulden en voor elk volgend kind 50 cent per maand naar een inkomen van minder dan 700 gulden voor edn kind 60 cent per maand voor twee of meer kinderen uit een gezin gelijktijdig schoolgaande voor het eerste kind 60 cent en voor elk tweede en derde volgende kind 30 cent per maand, meerdere volgende kinderen kosteloos. Uitzonderingen voor deze laatste bepalingen worden aan Burg, en Weth. overgelaten. De heer Dees Sinds de indiening van dit voorstel is al een heelen tijd verloopen en ik wil daarin eenige wijziging aanbrengen, n.l. f 1100 voor het vervallen der reductie veranderen in f 1200 en de vrijstelling van meerdere kinderen dan 4 ook voor de hoogste klassen toelaten. De heer Van der MoerEr is door het Dag. Best, een advies over uw voorstel en daarin isS er ook op gewezen dat art. 48 der wet op het lager onderwijs niet toestaat om voor de eerste kinderen te laten betalen en meerdere vrij te stellen wel mag men reductie toestaan, maar als de ouders voor het eerste kind worden aangeslagen, dan moeten ze ook voor alle kinderen betalen. De Voorzitter verzoekt den Secretaris lezing te geven van het volgende advies »Met het oog op het voorstel tot wijziging der school geldheffing, ingediend door den heer Dees, hebben Burge meester en Wethouders de eer het volgende onder de aan- dacht van den Gemeenteraad te brengen. Ten Eerste. Blijkens de hierbij overgelegd wordende be rekening zouden de financieele gevolgen van de voorgestelde wijziging in het kort zijn als volgt Er zou meer moeten worden opgebrachtdoor de vol be- talenden f 15,90 per maand of f 190,80 per jaar en door de half betalenden 18,25 per maand of 219 per jaar. terwijl door thans vrijgestelden zou moeten worden bijge- dragen 50,90 per maand of f 610,80 per jaar. Deze laatste personen zijn menschen met inkomens van 400 tot 600 gulden, behalve twee die zijn aangeslagen naar 700. Ten Tweede. Wijziging op de wijze als wordt voorgesteld zou dus, althans voorloopig eene grootere opbrengst van schoolgeld verzekeren. Maar zooals uit het bovenstaande blijkt zou het grootste deel dier vermeerdering komen ten laste van minder gegoeden. Dit nu is zooal niet in strijd met, dan toch zeker tegen den geest der wet, welke in art. 47 voorschrijft dat de gemeentebesturen zooveel mogelijk moeten bevorderen het choolgaan der kinderen van bedeelden. onvermogenden en minvermogenden. Ten Derde. In strijd met de wet zou zijn eene bepaling als in het voorstel, dat voor sommige kinderen van betalende ouders niets zal verschuldigd zijn, omdat art. 48 der wet in dergelijk geval, alleen toestaat eene lagere heffing, waarmede zeker niet is bedoeld eene geheele vrijstelling. Ten Vierde. Herhaaldelijk is reeds voorgeschreven dat de hoofdelijken omslag geen basis kan zijn bij de beoordeeling van het on- en minvermogen, Zoo kan bij v. een vader met 6 kinderen en een inkomen van f 600 in sommige gevallen minder missen dan een vader met 1 kind en een inkomen van 400. Elk geval dient op zichzelf te worden beschouwd en be- oordeeld, hetzij door Burg, en Weth. hetzij door den gemeenteraad. Ook in dit opzicht zou dus het voorstel in strijd zijn met de bedoeling der wet. Ten Vijfde. Evenredige schoolgeldheffing en het daarbij tot basis nemen van den hoofdelijken omslag is niet ver- boden ofschoon het in de toepassing, indien men niet al te willekeurig wil te werk gaan, nog al moeilijkheden kan opleveren. Willekeur ligt in de aanneming van eene bepaalde klasse als beginpnnt van afschaffing der reductie. Men kan evengoed beweren dat moet worden begonnen met 800,— of f 3000,— als met 1100 als wordt voorge steld. Hoe hooger men het cijfer stelt, hoe minder kans men heeft om mis te tasten. Ten Zesde. Als de wet zelf niet van uitzonderingen sprak, dan zou, strikt genomen, van elk kind hetzelfde schoolgeld moeten worden gevorderd, omdat dan alleen naar de geldelijke waarde van het onderwijs zou worden gevraagd. De vraag wie het beste kan betalen zou, indien de heffing op die geldelijke waarde was gebaseerd niet te pas komen. Dat is echter niet het geval. De wet zelf beschouwt het schoolgeld als een tegemoet- koming in de kosten, zonder op de voor ieder kind gelijke geldelijke waarde van het genoten onderwijs te letten. Vandaar dat de wet ook weer zelf rekening houdt met de gegoedheid der onderwijs genietenden door bedeelden en onvermogenden vrij te stellen, door voor minvermogenden eene lagere heffing voor te schrijven, door toe te staan dat van twee of meer kinderen uit een gezin het bedrag van het schoolgeld lager kan niet moet gesteld worden dan het berekend voor ieder kind afzonderlijk, wezeD zon. Uit al die voorschriften blijkt duidelijk en het is wel niet anders mogelijk dat de wetgever heeft bedoeld het schoolbezoek zooveel mogelijk te bevorderen en het zal dan ook zeker wel de bedoeling zijn, dat de gemeentebesturen bij hunne voorschriften omtrent schoolgeldheffing zoo min moge lijk zullen medewerken om ouders er toe te brengen'hunne kinderen van de openbare school af te nemen of en ook hierop komt het aan er niet heen te zenden. Dit nu zou door de wijziging voorgesteld door den heer Dees vermoedelijk het geval worden. De reductie toch zou worden afgeschaft voor aange- slagenen in den hoofdelijken omslag naar^een minimum- inkomen van 1100 en hooger. Elke wijziging, die bedoeld gevolg kan hebben zal moeten geacht worden in strijd te zijn met den geest der wet, met de bedoeling des wetgevers. Ofschoon aan de tegenwoordige regeling zeker ook ge- breken kleven, zal zij dienen te worden behouden, zoolang er geen betere kan worden aangenomen. Dat de regeling door den heer Dees voorgesteld beter zou zijn, moet worden ontkend. Men kan eene andere regeling voorstellen 1. om de opbrengst der schoolgelden te vermeerderen 3. om billijke heffing te verkrijgen. 3. om beide redenen tegelijk. Wat de meerdere opbrengst betreft aan de verwachting daaromtrent zal worden voldaan, ofschoon Tiet geen motief des voorstellers is geweestechter het is te voorzien dat binnen niet te langen tijd, omdat verscheidene ouders genoopt zonilen worden, ter wille van het geld hunne kinderen van de school te nemen of er niet heen te zenden, de opbrengst weer zou dalen en wij weer ten opzichte van die opbrengst in denzelfden toestand zouden geraken. Jin hierom en omdat dan verscheidene kinderen de open- bare school zouden hebben verlaten of er in 't geheel niet zijn gebracht, zou de toestand minder goed zijn dan nu. Wat de billykheid betreft dat de regeling in dat opzicht zou winnen moet worden ontkend. Op grond van het bovenstaande zijn Burg, en Weth. tot de conclusie gekomen niet te kunnen adviseeren het voorstel van den heer Dees aan te nemen. Hierna wordt lezing gegeven van het volgende adres Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, het bestuur van de Lib. dem. kiesvereeniging De Vrijheid", dat in de vergadering van genoemde vereeniging, gehouden 19 Dec. 1.1. de volgende motie is aangenomen de vergadering, gehoord de besprekingen betreffende het openbaar onderwijs in deze gemeente, verzoekt dringend aan den Gemeenteraad de verordening tot het heffen van schoolgelden voorgesteld door het raads- lid den heer Dees te verwerpenals zijnde die voorgestelde heffing in strijd met de belangen van het openbaar onder wijs. wordende daardoor nbch de gemeentebelangen, nbch dat der ingezetenen gebaat, terwijl zij daarentegen zwaar zou drukken op een gering aantal ingezetenen drukt het vertrouwen uit dat steeds ten zeerste de aandacht van den Raad zal gevestigd zijn op de bevordering van de belangen van het openbaar onderwijs, een der meest belangrijke instellingen der gemeente, en dat waar noodig doortastend zal worden opgetreden, om alles wat zou kunnen schaden aan den goeden naam van dat onderwijs, te verbeteren, opdat geen gegronde klachten aanleiding kunnen geven tot bestrijding. 'tWelk doende, enz. De heer Dees wil eerst iets opmerken naar aanleiding van het adres der kiesvereeniging. Hij weerspreekt dat het voor stel is ten nadeele van het openbaar onderwijs, zooals daarin wordt gezegd. En wat betreft of de gemeentebelangen er mede worden gebaat, direct wellicht niet, maar dan toch in direct, daar bij het ontstaan van eenige concurrentie op onderwijsgebied, de belangstelling voor het openbaar onder wijs misschien grooter zou worden. Yerder acht hij de aansporing om voor de belangen van het onderwijs doortastend op te treden onnoodig, daar naar hij vermeent het openbaar onderwijs zich steeds in de belang stelling van den Raad heeft mogen verheugen. Wat het advies van het Dag. Best, betreft, hij heeft dit niet op den voet kunnen volgen, maar hij meent dat daarin gezegd wordt, dat vooral de mindere klassen't zwaarst zouden getroffen worden. Dit is volgens hem onwaar. Nu betalen onder de bestaande regeling 42 personen, aangeslagen naar een inkomen van f 600 of minder, f 34,50 per maand of f 414,per jaar. Dan blijven er nog over 55 personen die nu niets betalen, doch die wel in de termen zouden vallen volgens zijn voorstel. Door de vrijheid aan Burg, en Weth. gegeven om uitzondering toe te staan, zouden er daar nog afvallen, hoeveel is niet te zeggen, daar dit zou liggen aan de toepassing door Burg, en Weth, maar veronderstelt dat er dan 15 afvallen, dan blijven er nog 40 over die nu zijn vrijgesteld. Waarom moeten nu die 42 eerstgenoemden be talen en die 40 anderen, die in dezelfde conditio verkeeren, niet Daaronder zijn er twee aangeslagen naar een inkomen van 700, 10 naar 600 en 20 naar 500. De thans bestaande verordening is onrechtvaardiger is een persoon die is aangeslagen naar een inkomen van f 600 en voor 4 kinderen f 2,50 per maand betaaltdit zou olgens het voorstel f 1,30 worden. Spreker zou niet meer weten hoe het zat als er werkelijk geen betere regeling dan de bestaande, - die toch een mis- gedrocht is zou kunnen worden gemaakt, waar er zooveel knappe mannen in den Raad zitten. De lagere klassen zouden niet worden getroffen, die zouden ongeveer 't zelfde betalen als thans. Ofschoon de thans door hem in zijn voorstel aangebrachte wijziging eenige verande- ring zou teweegbrengen, zouden de gevolgen aldus zijn Volgens de bestaande heffing betalen 121 personen school geld. Volgens 't voorstel zouden 36 personen hetzelfde betalen, negen f 4,55 minder, zestien 10 cent meer, veertien 15 cent meer, vijf 20 cent meer en eindelijk de 16 personen uit de hoogste klasse waarvan 6 uit andere gemeenten, voor wie de verhooging van meer beteekenis zou zijn. De hoogste klasse zou dus 't meest worden getroffen. Terwijl door 't voorstel aan Burg, en Weth. voor de laagste klasse vrijheid wordt gegeven afwijkingen toe te staan. De heer Van der Moer spreekt dit laatste tegen, wanneer men eene heffing invoert, gebaseerd op den hoofd. omslag dan wordt door die basis uitgemaakt wie al of niet onver- mogend is, en als men dan inkomens van f 400 er in op- neerat, maakt men uit dat die niet onvermogend zijn. De heer WielandMaar laat die er geheel afvan zulke menschen wil ik niets vorderen, maar menschen met een hoog inkomen, die wil ik laten betalen. Op de lijst die hier voor mij ligt zie ik 2 personen met een inkomen van 2400, die nog reductie genieten, en dat zou ik willen veranderen. De heer Van den Hoek verklaart de gevolgen van het voorstel ook eens te hebben nagegaan en dan is hij tot de conclussie gekomen dat de hoogere opbrengst 80,50 per maand zou bedragen, n.l. 2,50 voor inkomens boven 1800; f 12 voor inkomens van 11001650; 16,75 voor inkomens van 700—1000 voor de thans betalenden beneden een inkomen van f 700 zou de vermeerdering 4,50 bedragen en voor de niet betalenden 48,90 per maand. Juist de mingegoeden zouden dus de grootste som moeten opbrengen. De heer Wieland betoogt dat er dan een billijke regeling zal komen maar hoe gaat het nu Er staat b. v. iemand op de lijst met 2 kinderen waarvoor hij half betaald en die aangeslagen is naar een inkomen van 1000; daarentegen is er een auder aangeslagen op f 800, die voor 4 kinderen vol betaalt, dat druischt toch geheel tegen elkaar in. De heer Van der Moer Strikt genomen zou de beslis- sing wie al of niet onvermogend is ook aan den Raad be- hooren. De heer WielandDaarom willen we ook den hoofde lijken omslag als basis aanuemen, die wordt door den Raad vastgesteld. De heer Van der MoerMen kan voor het schoolgeld geen vaste regel zetten, maar moet ieder geval op zichzelf beoordeelen. Er kleven aan de thans bestaande regeling voorzeker gebreken, maar het is niet gemakkelijk er iets anders en beters voor in de plaats te stellen, De heer Wieland wijst er op dat het onderwijs zooveel aan de gemeente kostdaarvoor moeten hij en een ander bijdragen. Hij heeft er niets op tegen om voor mindere menschen te betalen, maar hij vermeent dat lieden met inkomens van f 2000 en meer geen cadeau van de gemeente noodig hebben, wat ze nu door de reductie krijgen. De heer Moes herinnert dat in de laatste jaren herhaalde lijk door hem en anderen is aangedrongen op wijziging in de heffing, daar de opbrengst zoo gering was en als men dan ziet dat iemand met f 1000 inkomen voor 2 kinderen half en iemand met f 800 voor 1 kind eveneens half betaalt, dan is wijziging toch wel noodig. De heer De Koeijer kent iemand op Sluiskil met misschien f 450 inkomen die voor 4 kinderen vol betaalt. De heer Van der Moer: Die aangevoerde feilen vinden niet hun oorzaak in de regeling, maar wel in de toepassing, dan deugt de toepassing niet. De heer Moes In de Ter Neuzensche Courant is ook nog geschreven van menschen met inkomentjes van f 400f 450 daarvan wil hij volstrekt niets vorderen. Hij heeft de zaak niet in zijn geheel kunnen nagaan, omdat de stukken niet te verkrijgen waren, als op een tijdstip dat het hem aan de gelegenheid ontbrak om alles nog in zijn geheel te overzien. Maar zoo'n voorbeeld zegt spreker dat iemand met f 1000 inkomen maar 75 cent schoolgeld per maand betaalt, is toch sprekend genoeg, wat flrommel, we zitten toch ook niet te slapen. De heer Wieland sprak iemand, bepaald een voorstander van de openbare school, die f 800 inkomen heeft. Deze had echter geen zin om evenveel te betalen als iemand met een inkomen van wel 7000 en zond daarom zijn kinderen naar de bijzohdere school. Het is ook een verkeerde toe stand, de menschen met zulke groote inkomens zou ik wel f 50 willen laten betalen, als ik maar kon. De heer MoesWaarom maakt men geen heffing geba seerd op den kosteuden prijs. De heer Dees dacht dat die door den heer Van IJsselsteijn nu zou worden voorgesteld, met 't oog daarop is zijn voorstel ook zoolang aangehouden. De heer Van IJsselsteijn verklaart van zyn toegezegd voorstel te hebben moeten atzien, daar het resultaat der berekeningen hem niet voldeed. De heer Van den Hoek: Van kostende prijs gesproken, ik weet niet hoe de heer Dees aan f 1,28 per kind komt, maar volgens mijne berekening is het maar 94 cent per kind, zoodat we dan al te veel heffen. De heer Van der MoerDe kostende prijsberekening is niet gemakkelijk juist aan te geven men moet dan ook alle klassen vol rekenen, onverschillig of het aantal kinderen er is of niet. De heer DeesWe kunnen er niet over blijven praten. De gronden waarop ik mijn voorstel indiende warenten eerste het verkrijgen eener hoogere opbrengst der schoolgelden en in de tweede plaats verkeerde ik in de stellige meening, dat het openbaar onderwijs rijp was voor een billijke con currentie. Nu blijkt dit laatste niet 't geval te zijn, welnu, dat de heeren 't voorstel dan verwerpen. De heer Van den Hoek kan niet toestemmen dat het bij- zonder onderwijs beter zou zijn dan het openbaar. De heer Dees Welnu welk gevaar zit er dan in't voor stel 7 Dan behoeft men ook niet bang te zijn, dat er kin deren zullen weggaan. Dan zal het meer belangstelling voor het onderwijs wekken als er wat meer voor betaald wordt. De heer Wieland komt nogmaals terug op het feit dat gegoeden thans reductie krijgen, die genieten geld van de gemeente. En waar men van te zwaar belasten spreekt wijst hij op het voorbeeld van den voor f 1000 en dien voor f 800 aangeslagen personen. Zijn die dan billijk aan geslagen De heer Visser: Waar er ieder jaar gelegenheid was om de lijsten na te zien, verwondert het mij dat men met die onbillijkheden niet eerder voor den dag is gekomen. De heer Dees kan niet begrijpen, dat, waar op feiten ge wezen wordt waarnit het gebrekkige der tegenwoordige regeling blijkt, Burg, en Weth. kunnen zeggen dat er geen betere regeling is te maken. De heer Van der MoerPardon, dat hebben we niet gezegd. Maar we achten de voorgestelde niet beter dan do bestaande. De heer Van den Hoek geeft aan het Dag. Best, in over- weging de lijsten tegen Februari eens te herzien. Dc heer Wieland vindt dat ook goed en vraagt of dan nu meteen niet zou kunnen besloten worden om de reductie voor de hoogere klassen te laten vervallen. De heer Van den HoekDe wet op't onderwijs verbiedt om dit alleen voor de hoogere klassen te laten vervallen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1899 | | pagina 5