Algemeen
Nienws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderes.
bi 8pm vah mmmmm
No. 3704.
Dinsdag 20 December 1898.
38e Jaar^ana:.
NATIONALS MILITIS.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—Franco per post: Yoor
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,82J.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
advertentiE n
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave.
FEUILLETON
POLITIEK OVERZICHT.
Keizer Wilhelm was Vrijdag weer eens te
Hannover, waar hij de Konings-Ulanen inspec-
teerde en met de officieren ontbeet. Op Z. M.'s
bevel kregen de scholen 's middags vacantie.
Tegen vieren spoorde de Keizer weder naar Post-
dam terug.
In de Duitsche pers openbaart zich zeker ver-
zet tegen de voor dit jaar aangevraagde koloniale
credieten, ten bedrage van 20 millioen Mark.
Vooral de 6 millioen voor Zuid-West-Afrika acht
de Freisinnige Zeitung eene onverstandige uitgaaf,
omdat wat die kolonie opbrengt nooit die kosten
zal goedmaken. Het is eene uitsluitend militaire
kolonie, die meer kost dan zij waard is.
In dat laatste opzicht is lezenswaard een artikel
in No. 49 van het weekblad Die Gegenwart,
waarin het geheele Duitsche koloniale stelsel ver-
oordeeld wordt, vooral omdat het, in plaats van,
naar Engelsch voorbeeld, den koopman voren te
schuiven, dadelijk met militairen en ambtenaren
en reglementen aankomt, zoodat een Duitscher,
die wat heeft en wat wagen wil, het liever elders
beproefd, dau onder Duitsche vlag.
De zijde-fabrikanten te Crefeld hebben eene
loonsverhooging bewilligd, waarmede, naar alle
waarschijnlijkheid, de werkstaking zal afgeloopen
wezen.
Het heeft de aandacht getrokken, dat in den
rijksdag van de tafel van den bondsraid geen enkel
woord gezegd is tot de verdediging van de uit-
zettings-politiek, voor zoover die voor rekening
komt van den Oberpraesident van Sleeswijk-Holstein
Von Roller. De Vossische Ztg. maakt dan ook
melding van een gerucht in parlementaire kringen,
dat de heer Von Roller geenszins verzekerd is
van steun van hoogerhand en dat overwogen wordt
of zijn aftreden noodzakelijk is.
De Nordd. Alg. Zeitung is intusschen onmid-
dellijk bij de hand met de tegenspraak van dit
gerucht. Zij bericht, dat er in regeeringskriugen
niet het minste bekend is van een strijd tusschen
You Roller en het ministerie. De Pruisische
Naar MAX PEMBERTON.
19)
Zij begreep niet wat 't waszij wist niet,
waartoe zij de hand leende, generaal. Zij maakte
de kaart, omdat hare vrienden te Louden haar
geld boden. Zij dacht niet, dat het een misdaad
was. Ik heb haar ondervraagd, eD ik weet nu,
dat ze u de voile waarheid heeft gezegd. De
schuldige, die gestraft moet worden, is de man,
die een vrouw drong, zulk werk te doeu. Als
hij in Rusland was.
Stefanovic lachte, hard en koud. De instinct-
matige beweging van den jongen officier naar
't gevest van zijn degen was zijn kommandant
niet ontgaan.
Maar hij is niet in Rusland, en hij zal
wel zoo slim zijn, niet hier te komen. Als je
hem den hals wilt afsnijden, moet je naar Londen
gaan om daarna te werden opgehangen door
een rechter. Zoo belonen ze iemand, die zijn eer
verdedigtdaar ginds. En ons noemen ze
barbarenDoch ik verlang meer te vernemen
van het bezoek op fort Alexander. Heeft de
vrouw gesproken Heeft ze mogelijk een be-
kentenis gedaan
Ze heeft niets meer gezegd, dan wat ze bij
het verhoor heeft bekend, generaal. Een kind
ziet in, dat zij de waarheid spreekt. Ik zou er
mijn leven op durven verpanden.
Stefanovic
hem met zekere vroolijkheid
aan. Hij wist heel goed, vanwaar die erust kwam,
welke de ernst van een advocaat nog overtrof.
Uit principe hield Nikoli Stefanovic van alle
vrouwen, maar hij begreep niet de vereering voor
eene. Marian had hem geinteresseerd, toen ze in
zijn huis woonde. Een andere gouvernante zou
over een paar dagen haar plaats innemen en hem
ook interesseeren. Maar dat hij zich van die
persoonsverwisseling iets zou aantrekken, was te
gek om te veronderstellen.
Je schat je leven niet hoog, als je het
waagt voor een vrouwenwoord, zei de oude heer.
Dat moge voor sommige vrouwen gelden,
generaal, maar niet voor mejuffrouw Best, 'tis
een dwaas man, die niet weet te onderscheiden,
of een vrouw hem uitlacht of 't eerlijk meent.
Deze heeft nooit gelogen de waarheid is te lezen
in hare oogen.
En jij hebt die daar gelezen Ho, ho
Dat leesboek moet ik eens naar de censuur sturen.
Die zal mij zeggen, of't goed is voor mijne officieren
zulke boeken te lezen.
Hij trok een grappig gezicht, zich vermakende
met de verlegenheid van den jongen man. Hij
had geen bepaald doel met zijne vragen en zijn
vertoon van nieuwsgierigheid. Allen te Kroonstadt
wisten nn de geheele geschiedenis van Marian Best
hun grootste zorg was de moeilijkheid, die weten-
schap verborgen te houden voor de lui te St.
Petersburg en ziehzelven te vrijwaren voor de be-
schuldiging, dat ze niet genoeg waakzaamheid
hadden ontwikkeld. Die zorg werd vermeerderd
door de aanwezigheid der gevangene op fort
Alexander. Ze aarzelden, haar naar de hoofdstad
te zenden en vreesden, dat de geschiedenis zou
regeering zal in den landdag onverbloemd opkomen
voor de door den heer Von Roller in noordelijk
Sleeswijk gevolgde uitzettings-politiek.
De dd. I December door den Keizer bekrachtigde
wet op de militaire strafrechtsvordering, benevens
de wet tot invoering van die nieuwe regeling, is
den 15en December in het Reichs-Gesetzblatt af-
gekondigd.
Wederom uiterst rumoerig was de zitting der
Fransche Kamer. Ditmaal echter niet in verband
met #de zaak", of met de Picqnart-geschiedenis,
maar naar aanleidir.g van ander //oud zeer" nog
uit den tijd van het kabinet Meline.
De afgevaardigde Viviani interpelleerde namelijk
de Regeering over de wijze, waarop, onder het
kabinet Meline, eene verkiezing te Narbonne had
plaats gevonden, toonde aan, dat de overheid zich
daar op onwettige wijze in had gemengd, en besloot
met eene motie voor te stellen ter veroordeeling
van het stelsel der officieeJe candidaturen.
Toen Minister-president Dupuy verklaard had
zich met deze motie te vereenigen, werd zij met
algemeene stemmen aangenomen.
Alsnu evenwel achten de H.H. Krantz, Minister
van openbare werken, en Legrand, onder-secretaris
bij binnenlandsche zaken, die deel hebben uitge-
maakt van Meline's kabinet, zich getroffen en
verlieten met veel vertoon van portefeuilles mede-
nemen de zaal.
Daarbuiten moet hun evenwel zijn beduid, dat
zij zich de zaak niet hadden aan te trekken, en
zoo verneemt men dan ook, dat zij zullen aanblijven.
Een voorstel tot afschaffing der doodstraf is door
de kamer in overweging genomen.
Door den afgevaardigde Cere is een voorstel
ingediend, strekkende om de bepaling weder in
te voeren (onder het tweede Keizerrijk geschiedde
nooit anders), dat dagbladartikelen door hunnen
schrijver onderteekend moeten worden op boete
van 16 h 100 francs. In den laatsten tijd namelijk
is het vaak gebeurd, dat een journalist aangezien
werd op en handtastelijkheden te verduren had
wegens een artikel van een medewerker aan het-
zelfde blad, waaraan hij part noch deel had, als
onlangs nog bij het gebeurde op het bureau van
de Lanterne.
Naar zich laat aanzien, zal de Regeering, daar
nog niets door de Kamer aan de begrooting ge
daan is, weer vvoorloopige twaalfden" moeten
aanvragen. Zaterdag a. s. 24 December begint de
Kerst-vacantie.
De Minister van oorlog De Freycinet benoemde
eene commissie om, onder voorzitterschap van den
openbaar gemaakt worden door den een of anderen
snuffelenden Engelschman, en dat onaangename
onlhullingen zouden volgen. Deze gedachte be-
heerschte Stefanovic, toen hij vroeg
Heb je aan Bonzo gezegd, wat je mij
nu zegt
Ik heb hem niets gezegd, generaal.
Waarom niet?
Omdat ik eerst met u wilde spreken ik
wilde u meedeelen, dat de gevangene ziek is. Ze
hebben haar in de zuidelijke eel gebracht en geven
haar zwartbrood te eten. Ik deed, of ik het niet
zag, tewijl ik met haar sprak. Zij verstopte haar
brood achtcr haar theekop, generaal. Ze klaagde
niet, maar ik zag vele dingen. Men laat haar
gebrek lijden en ze zal niet lang meer leven. Ach,
zij is zoo zacht en onschuldigzij heeft geen
oogenblik de bedoeling gehad, ons nadeel aan te
brengen. Ik beloofde haar, met u te spreken,
omdat ik begreep, dat u niets wist van al wat
ze haar hebben aangedaan. Ik zei, dat u mij
zou aanhooren, u herinneren, dat zij een Engelsche
onderdane is en haar naar fort Katharina laten
komen. De kolonel begrijpt zulke dingen niet;
met hem kan ik er niet over spreken, maar met
u is dat wat anders. U zult naar mij luisteren
en niet vergeten, dat zij de vriendin uwer kinde-
ren is geweest. Kroonstadt zal niet winnen bij
den dood van die vrouw. 't Zou een eeuwige
schande zijn, als de geschiedenis in Engeland
bekend werd. En dat zal gebeuren, daar kunt
u op rekenen. Engelsche spionnen zijn overal
De een of ander zal vertellen, dat wij op fort
Alexander een vrouwelijke gevangene hebben, die
stervende is. Ze zullen zeggen, dat het uw werk
chef van den staf, eene wijziging van het militaire
strafwetboek te ontwerpen.
Bij de voortgezette beraadslagingen over de
Marinebegrooting (afdeeling personeel) in de zitting
der Tweede Kamer van Zaterdag, sloot de heer
Troelstra zich aan bij Staalman's klachten over te
strenge en willekeurige straffen aan boord en hij
vroeg onbevangen onderzoek van de feiten zonder
consideratie, om recht te doen wedervaren tegen-
over hen, aan wie onrecht is gepleegd. Wijzende
op het dezer dagen gepubliceerd feit, dat een
zee-officier, die als atheist bezwaar maakte den
kerkdienst aan boord van een Hr. Ms. schepen
bij te wonen, daartoe door den bevelvoerenden
officier verplicht was, vroeg spreker 's Ministers
standpunt in deze. Voorts vroeg hij gelijkheid
voor alle bladen van verschillende politieke partijen,
om aan boord gelezen te worden, omdat onlangs
de Sociaal-Democraat is onderschept en den abonne-
schepeling het verder lezen daarvan verboden is.
De heer Kerdijk bestreedt de dagelijksche
jeneververstrekking aan boord. Vooral aan jongelui
beneden de 20 jaren wenschte hij geen jenever
verstrekt te zien. Ook spreker drong aan op
vrijheid in het bij wonen van de godsdienstoefeningen
aan boord.
De Minister merkt den heer Staalman, die een
afdoend antwoord had verzocht omtrent slechte
behandelingen en willekeurige straffen aan boord
van een schip in Indie, op, dat uit de rapporten
van de commandanten van scheeps- en zeemacht
blijkt, dat niets van de gewraakte feiten gebleken
is. En aan deze rapporten hecht hij de meeste
waarde. De Zondagsinspectie, waarover de heer
Staalman klaagde, houdt verband met den inwen-
digen dienst, en is in 10 minuten afgeloopen.
De Minister weerspreekt 't dat de schepelingen
over 't algemeen door de officieren slecht hejegend
worden. Het verloop onder de schepelingen heeft
andere oorzaken.
Afschaffen van het oorlam gaat niet. Soldij-
verhooging bij niet-gebruik kan misschien helpen.
Niet-verstrekken van jenever zou schade doen aan
den dienst en de gewilligheid aan boord.
Dat een atheist verplicht werd tot het bijwonen
van den kerkdienst, berustte op verkeerde uitleg-
ging van een voorschrift van den Minister. Zij
die niet tot een bepaald kerkgenootschap behooren,
of wier godsdienstige overtuiging door het bijwonen
geweld wordt aangedaan, hehoeven niet bij den
1S u, die de vader der stad is en wien de
liefde uwer onderhoorigen is verzekerd. O, gene
raal, stuur haar naar fort Katharinau moogt
dat niet weigeren.
Zijn ernst verbaasde nu zelfs Stefanovic, die
altijd voor den jongen man een groote genegenheid
had getoond, welke niet leed onder de onver-
mijdelijke formaliteiten, door rang en dienstplichteu
hun opgelegd. In al de jaren, dat de generaal
Paul kende, had hij hem nooit zoo bewogen en
welsprekend gezien. Hij zelf hield niet vail mooie
woorden, evenmin als van alle andere zaken, die
de gemakkelijke sleur van zijn leven verstoorden
maar zijn genegenheid voor den jougen man kwam
dezen nu te hulp, en daarbij nog de kracht van
het waarschuwende woord, dat Bonzo had vergeten
uit te spreken. Stefanovic zei bij zich-zelven,
dat Paul gelijk had. Ze hadden te doen met een
Engelsche vrouw, en de vrienden van een Engel
sche vrouw konden lastig worden.
Kom, zei hij, je spreekt als een broer
vau dat meisje, of een minnaar, vriend Paul.
Paul kreeg een hoogroode kleur.
Ik vraag niets voor mij zelven, generaal,
zei hijdie tijd is voorbij. Maar ik spreek,
zooals een eerlijk man spreekt, als hij een vrouw
ziet lijden.
En je denkt, dat haar lijden zal ophouden,
als ze op fort Katharina is
Haar lijden zal dan niet gedaan zijn, maar
ze zal niet langer in duisternis levenze zal
geen zwartbrood eten ze zal de schepen kunnen
zien ze zal menschenstemmen hooren. Zal Kroon
stadt daardoor nadeel hebben, generaal O ueen,
jat weet u wel
TER NEIIZENSCHE (MEANT
»it Woensdag- en bij den »ttgever J. VAM 1»K I1MI1E «e Ter Meuxen.
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN,
gelet liebbende op de bestaande wettelijke bepalingen e-
trekkelijk de Nationale Militie;
■nnken beUendi
dat het register tot inschrijving van alle mannelijke inge-
zctenen, die op den l,ten Januari aanstaande hnn 19'k jaar
zullen zijn ingetreden, dat zijn diegenen, welke in 1880 zijn
geboren, zal gereed liggen op de gemeente-secretane alle
werkdagen, van den l"e° tot en met den 31""1 Januari
1899, van des voormiddags 10 tot des namiddags 4 nren j
dat voor ingezeten wordt gehonden
1°. hij. wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of.
zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens
de wet van den 28"«u Juli 1850 (Staatsblad no. 44;)
2o. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de
laatste achttien maanden, voorafgaande aan den l,,en Janu
ari van het jaar, waarin hij zich moet laten inschrijven,
in Nederland verblijf hield
3°. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al
is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het Rijk
verblijf houdt
dat niet voor ingezetenen wordt gehouden de vreemue-
ling, behoorende tot een Staat, waar de Nederlander niet aan
de verplichten krijgsdienst is onderworpen, of waar ten
aanzien der dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerig-
heid is aangenomen (art. 15 der wet van 19 Angustus 1861,
Staatsblad no. 72);
dat hij, die eerst na het intreden van zijn 19d- jaar, doch
vddr het volbrengen van zijn 20"" ingezeten wordt, verplicht
is zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven
bij Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar de
inschrijving volgens art. 16 moet geschieden (art. 20 der wet)
dat voor de militie niet wordt ingeschreven
1°. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een inge
zeten, die geen Nederlander is
2°. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon
van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten;
3">. de zoon van den Nederlanderdie ter zake van 's lands
dienst in 'a Rijks overzeesche bezittingen of kolonien
woont (art. 17 der wet)
dat de inschrijving geschiedt
1«. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of,
is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden,
de voogd woont;
2». van een gehuwde en van een weduwnaar, in de gemeente,
waar hij woont
3o. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft, of door
dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands
gevestigd is, in de gemeente waar hij woont;
4». van den buiten lands wonenden zoon van een Neder
lander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd
land woont, in de gemeente, waar zijn vader of voogd
het laatst in Nederland gewoont heeft (art. 16 der wet).
dat ieder, die volgens art. 15 hehoort te worden inge-
schreven, verplicht is zich daartoe bij Burgemeester en
Wethouders ter boven aangegeven plaatse en binnen den
daar bepaalden tijd aan te geven, en dat. bij diens ongesteld-
hcid, afwezigheid of ontstentenis, zijn vader, of is deze over
leden, zijn moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd tot
het doen van die aangifte verplicht is (art. 18 der wet).
Belanghebbende worden mitsdien dringend aangemaand
aan de op hen rustende verplichting te voldoen, terwijl hun
nog onder de aandacht wordt gebracht, dat bij bovengemelde
wet, onder meer, is bepaald
dat met boete van f 0,50 tot f 100 wordt gestraft de
overtreding van art. 18 en dat bij elke veroordeeling tot
boete tevens door den rechter wordt bepaald, dat, indien
daaraan niet is voldaan binnen twee maanden nadat de ver-
oordeelde is aangemaand, de boete door hechtenis van ten
hoogste tien maanden zal worden vervangen.
Ter Neuzen, den 17 December 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. C. HARTE, L° Burgemeester.
J. WISKERKE, Secretaris.