i
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch- Via an dor e
No. 3702.
Donderdag 15 December 1898.
Hoofdeli^ks Omslag.
SB SHOP
38e .Jaarffa'ig.
feuillkton
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,-. Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven-
bushouders.
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgaye
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
zullen op Dinsdag, 20 December a. s., a na-
middags 7 uren, op het gemeenteraadhuis in het
openbaar, bij enkele inschrijving, aanbesteden
Het uitbreken van oucle eu het maken
van nieuwe KEIBESTRATINGEN en
daarmede in verband staande werken.
Het bestek ligt ter inzage op de gemeente-
secretane.
Plaatselijke aanwijzing zal geschieden op Donder
dag, 15 dezer, 's voormiddags 10 uren, te beginnen
bij het gemeenteraadhuis.
Inlichtingen kunnen worden verkregen bij den
gemeente-bou w meeester
Ter Neuzen, 8 December 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. C. HARTE, L° Burgemeester.
J. WISKERKE, Secretaris.
POLITIEK OVERZICHT.
In den Duitschen Rijksdag heeft eergisteren
Minister Thielmann een overzicht gegeven van
den financieelen toestand. Hij schetste dien als
over het geheel gunstig.
Allereerst kwam toen de begrooting van buiten-
landsche zaken aan de orde.
De afgevferdigde Fritzen, van het Gen-rum,
prees de buitenlandsche staatkunde der regeering
en gewaagde met ingenomenheid van des Keizers
reis naar het Oosten. m
Namens de vrijzinnige volkspartij verklaarde
Eugen Richter zich tegen de staatkunde van uit-
zetting van vreemdelingen, als een groot volk
onwaardig. Voorts wees hij op de tegenspraak,
die er was tusschen de in de troonrede betuigde
Naar MAX PEMBERTON.
1?)
HOOFDISTUK VIII.
Twintig dageu later,
De ijzeren vuist van den winter liet Kroonstadt
los toen de eerste booze Maartsche buien liadden
uitgeraasd. Zachte briesjes volgden op de verwoes-
tende stormen boomen begonnen te bloeien, toen
de sneeuw wegzonk, als opgeslurpt door de aarde,
en het gras weder hoofd opsiak. Niet 1 anger
was de zee geboeid noch de schepen gebannen
in de haven. Marian, de lange nachten doorwa-
kende in de kille eel van fort Alexander, kon
de golven hooren stoeien in de nieuw verworven
vrijbeid of zwaar opklotsen tegen de muren van
graniet, welke het fort beschermden. Er waren
zelfs dagen, dat vriendelijke zonnestralen door de
getraliede vensters kwamen en het heiligenbeeldje
in den boek der eel beschenen. Marian begroette
deze dagen met blijdscbap. Die blijdschap was
»emengd met bitter heimwee naar haar land, naar
Devonshire, waar 't nu lente was en waar het
kind haar wachtte, alleen. Een wild verlangen
naar vrijbeid en naar buitenlucht en bloemen
bezielde haar.
De ontberingen van de gevangenis kwelden
haar niet meerzij was gewend geraakt aan
't lijdenze droeg gelaten de straf voor haar
onbedachtzaamheid. Maar de gedachte, dat ze
sympathie met de vredelievende voorstellen van
den Russischen Czaar en de aanvrage van weer
nieuwe legercredieten.
Minister Von Posadowsky autwoordde hierop,
dat de uitzettingen niet het Rijk, maar de Bon -
staten aangingen. Wat de quaestie met Lippe
betreft, ook door den heer Richter aangeroerd,
die behoorde bij den Bondsraad.
De Minister van binuenlandsche zaken, de heer
Von Biilow, gaf nu een uitvoerig overzicht van
den toestand, in de eerste plaats daarbij te kennen
gevend, dat gegronde hoop bestond, dat de vrede
vooreerst niet zou worden verstoord.
Uitvoerig besprak de Minister verder's Keizers
reis naar het Oosten, waarbij evenzeer met de
wenschen der Evaugelische als der Katholieke
onderdanen van Z. M. rekening was gehouden.
Zij heeft ook gestrekt om het uitsluitend Duitsch
beschermheerschap over de Duitsche onderdanen
en instellingen aldaar aan het licht te doen komen.
De betrekkingen tot den Sultan ziju door deze
reis nog hartelijker geworden.
De uitzettingen van vreemdelingen waren eene
zaak van Pruisen, niet van het Rijk. De inter-
nationale betrekkingen waren drardoor niet ver
stoord, wijl het bier betrof daden van eigene
souvereiniteit, waartegen niets valt in te brengen.
Over enkele gevallen zijn met Oostenrijk vertrou-
welijke besprekingen gewisseld, geheel in overeen-
stemming met het vriendschappelijk karakter der
wederzijdsche verhoudingen. Meer wilde de Minister
liever niet zeggen, daar hij het beter achtte derge-
iijke kleine verschillen van gevoelen van zakelijken
aard met bevriende en verbondeu Staten in ver-
zoenlijken en gematigden geest uit te maken. Met
de belangen van het Drievoudig Verbond hadden
dergelijke dingen niets te maken.
Tot de betrekkingen met Engelard overgaand,
zeide Von Biilow, dat men op verscheidene punten
met deze Mogendheid kon samengaan zonder scbade
voor andere, zeer op prijs gestelde betrekkingen.
In den Spaansch-Amerikaanschen oorlog had
men zorgvuldiglijk de onzijdigheid betracht. De
tusschen Amerika en Duitschland bestaande ge-
scbillen op het gebied der handelsstaatkunde zullen
eerlang bet onderwerp van nieuwe onderhaudelingen
uitmaken.
Overal, besloot Von Billow, is het streven merk-
baar om den vrede te bewaren. Duitschland zal,
steunende op zijn macht, die berust in de scherpte
zijns zwaards, uooit in gebreke blijven, waar bet
geldt voor de handhaviug van den wereidvrede
op te komen.
nooit weer de stem van den kleinen Dick zou
hooren dat bij nu geheel afhing van de weldadig-
heid van vreemden, dreef haar bijna tot krank-
zinnigheid. Ze was nu twintig dagen in de ge
vangenis geweest; ze vroeg angstig, hoe t zou
zijn, als die twintig dagen twintig jaren waren
geworden.
Weinigen bezochten haar in die eerste dagen
van stilte. Er was een vrouwelijke dienstbode
uit het huis van den gouverneur gezonden, om
haar te bewaken, en ze had den sergeant een
paar keer gezien doch hij had niet tot haar ge-
sproken. Maar de oude Bonzo kwam bijna elken
dag en hij bracbt steeds dezelfde belofte mee.
Zeg ons de waarbeid, juffrouw, placht hij te
zeggen; dat is 't beste voor u. Er is een kamer
in fort Katharina, waar gij de zon kunt zien en
de schepen op zee. Daar gaat ge heen, als gij
verstandig zijt. Maar eerst moeten wij de namen
weten van hen, die u helpen hier, en uwe vrien-
den te Louden. Gij kunt hen niet redden door
uw stilzwijgen. Wij krijgen hen toch, nu o
lateren we zullen u weten te beloonen, als ge
ons een handje helpt.
Ik heb geen helpers, autwoordde ze dan;
ik heb u de waarbeid gezegd. Ik was arm en
men heeft mij verlokt om het te doen. Meer kan
ik n niet zeggen.
Bonzo werd dan boos en begon te dreigen, maar
dat kon haar moed niet breken.
We zullen den knoet eens gebruiken, om
de waarheid er uit te krijgen riep hij dan.
Denkt ge ons te trotseeren, juffrouw Sapristi
Ik zou u kunnen fijnwrijven tusschen mijne
vingers.
In de Fransche Kamer heeft nu inderdaad de
afgevaardigde Pascal Grousset de Regeering ge-
interpelleerd over de handelingen van ambtenaren
aan het Ministerie van Oorlog, waardoor het
mogelijk is geweest, dat in de zaak-Dreyfus aan
dagbladen allerlei mededeelingen zijn gedaan
omtrent stukken, die geheim badden moeten blijven.
Ook is de zitting inderdaad zoo rumoerig geworden
als men verwacht had. Herhaaldelijk zijn leden
tot de orde geroepen, en er werden zelfs vuist-
slagen gewisseld.
Maar zakelijk belangrijks is er niets voorgevallen.
Alleen verklaarde de Minister van oorlog, De
Freycinet, dat vergrijpen tegen de tucht bij de
militaire ambtenaren door hem zullen worden ge-
straft, maar dat het niet aangaat. het geheele
personeel der administratie van oorlog gelijkelijk
over een kam te scberen.
Daarin heeft de Minister zeker groot gelijk, en
groot gelijk had ook de officier, die met een
redacteur van Le Figaro over de zaak een onder-
houd had en die hetzelfde beweerde, maar die
daarbij zeer bepaaldelijk een bureau als ,/het
verrotte" aanwees. Wij hebben daar trouwens al
staaltjes genoeg uit gehad. Als de Minister dat
nu ook maar weet, zal het hem niet moeilijk
vallen te doen naar zijne woorden.
Met 465 tegen 75 stemmen besloot de Kamer,
met goedvinden der regeering, ten aanzien der
interpellate over te gaan tot de eenvoudige orde
van den dag.
Toen Grousset in den loop zijner redevoering
het befaamde woord van Meline in herinnering
bracht„Er bestaat geen zaak Dreyfus riep De
Cassagnac, te midden van algemeene hilanteit
„De zaak was eigenlijk, dat er geen heer Meline
bestond
De tweede Parijsche krijgsraad is niet bijeen-
gekomen. De leden waren dus blijkbaar door den
gouverneur van Parijs afgeschreven, onder ver-
wittiging van het arrest van het Cassatie-Hof.
De strafkamer vergaderde in raadkamer zonder
verdere getuigen te hooren, dus waarschijnlijk om
te overwegen wat bet langdurig verhoor van overste
Picquart heeft aan het licht gebracht.
Picquart's mededeelingen moeten op de straf
kamer eenen overweldigenden indruk hebben ge-
maakt en de nog twijfelenden geheel overtuigd
hebben. Hij heeft verzocht met de Generaals
Boisdeffre, Gonse, De Pellieux en Mercier te
worden geconfronteerd.
In de zitting der Tweede Kamer van gisteren
heeft de heer De Beaufort, afgevaardigde uit
Deventer, als lid zitting genomen.
Bij hoofdstuk Binnenlandsche zaken, waarbij het
debat werd voortgezet over onderwijs, bestreden
de Minister en de heer De Savornin Lohman den
aandrang van den heer Hartogb, oudersteund door
de heeren Fokker, Kerdijk en Tydeman, om de
subsidie-voorwaarden der gymnasia zoo te wijzigen,
dat meisjes worden toegelaten.
De Minister vond evenmin termen voor subsidien
aan de gymnasia te Amsterdam, Rotterdam en
's Gravenhage, mede door den heer Hartogb
gewenscht.
De heer De Savornin Lohman vroeg de gemeente-
lijke hoogere-burgerschool te Goes te maken tot
eene Rijks-burgerschool en juichte de beuoeming
van een inspecteur voor ambachtsonderwijs toe.
Over Middelbaar onderwijs spraken de heeren
Verheij, Van Bijlandt (Gouda), Kerdijk, lokker
en Everts.
Naar aanleiding van hunne verzoeken verklaarde
j de Minister zich voor onthefdng van Gouda van
de Rijksschoolbijdrage, voor plaatsing van meisjes
op middelbare scholen, en voor wijziging van de
wet op het Middelbaar Onderwijs ten opzichte
van de eindexamens en de opleiding van leeraren.
De Minister beloofde den heer Lohman uitbrei-
ding van de lesuren voor mijnwezeu aandePoly-
tecbnische school.
De heer Van Alpben bestreed de subsidie-
verbooging aan de burgerschool te Lnkhuizen, en
de beer Lohman de subsidie aan de Kookschool
te Alkmaar, met voorstel de 3000 voor laatst-
genoemde instelling te schrappen.
De heer Fokker bestreed krachtig dit amendement.
De heer Kool verdedigde de Enkhuizer subsidie.
Onlangs zond bet bestuur eener vereenigmg
te Amsterdam naar 's Gravenhage de noodige be-
scheiden, ten einde op de statuten de koninklijke
goedkeuring te verwerven. Op advies van een
recbtsgeleerde adresseerde men deze stukken aan
het Kabinet der Koningin. Een paar dagen later
ontving de afzender de stukken terug met een
gedrukt schrijven door den secretaris bij het
Kabinet, waarin werd gemeld ,/Aangezien het de
wensch is van Hare Majesteit de Koningin, dat
alle aan Hoogst Dezelve gericbte brieven of re-
questen rechtstreeks aan Hare Majesteit worden
toegezonden, geef ik u in overweging het hier-
Die zijn groot genoeg, meneer, antwoordde
ze kalm.
Na zulk een tooneel verliet Bonzo nijdig de
eel en wierp de deur achter zicb toe. Hij had tot
dusver echter geaarzeld, een der bedreigingen,
waarmee hij zoo mild was, ten uitvoer te brengen.
Hij vergat niet, dat Marian Best een Engelsche
was en dat de dag kon komen, waarop hare ge-
schiedenis openbaar werd gemaakt. Doch hij liet
niets ongedaan, wat van invloed kon zijn op de
natuurlijke zwakheid der vrouw. Op zekeren
morgen werd zij gehaald om er getuige van te
zijn, hoe een man werd gegeeseld op de binnenplaats
van het fort. De zweep, die suizend neerkwam
op het naakte vleesch, scheen hare eigene schou-
ders te striemende jammerklachten van het
ongelukkige slachtoffer schenen haar zooveele
scneekbeden om hulp en tusschenkomstzij verloor
bijna haar bewustzijn, toen ze het bloed zag
vloeien, maar haar antwoord aan Bonzo bleef
't zelfde.
Gij zijt lafaards hier, zei ze, en ge zijt
niet slim bij al uw lafheid Gij kent de waarbeid
nog niet, als die u gezegd wordt. En gij hebt
geen manieren, meneer. O, ge maakt mij in
't geheel niet bang met uw boos gezicht. Als
ge u zelf kondt zien, zoudt ge er om moeten
lachen.
I Ja, ze hield zich dapper; maar toen de ijzeren
dear in de hengsels knarste en zij weer alleen
was in de eel, waar geen geluid doordrong behalve
het klotsen van het water, zonk ze als gebroken
neer op haar bed tranen stroomden en een gevoel
van namelooze ellende kwam over haar.
Zij had geen enkelen vriend meer in de heele
wereld Haar liefde voor Paul worstelde een tijd
lang tegen het vernietigend getuigenis, dat bij
had gegeven.
Zij was slim genoeg om te bedenken, dat
misschien een diepe, verborgen bedoeling school
achter zijne woordenmaar toen de dagen voorbij
gingen zonder dat hij verscheen, zonder dat een
boodschap, een woord van hem haar bereikte,
droogde de bron der liefde op zij telde hem
niet meer als haar vriendzij was vernietigd,
zonder eenige hoop.
De morgen van den twintigsten dag kwam en
bracht een weldadig zonnestraaltje, dat de kille,
grauwe wanden der eel een weinig verwarmde.
Marian ontwaakte bij 't aaubreken van den dag,
en daar zij verlof had, een uur te wandelen op
de wallen, een gunst, welke haar slechts drie
maal in die drie weken was toegestaan, zag
zij de stad weer en verbaasde zich, dat de leutezon
die zoo bad kunnen veranderen. Zelfs de plompe,
sombere vormen der kazernes werden zachter in
den schitterglans van 't morgenlicht. Zij kon de
vergulde koepels en torentjes der kerken onder-
scheiden, evenals de vreeemde gevels der hooge
huizen langs de haven, de masten der schepen in
de dokken, de statige omtrekken der pantserschepen
en kruisers zij boorde hoornsignalen en de schelle
fluitjes der bootslieden, het gedruisch der hamer-
slagen ginds in het arsenaal.
De zonnestralen raakten elk voorwerp aan cn
gaven aan alles een andere gedaante. De monden
der groote kanonnen, die uit de schietgaten te
voorschijn kwamen, schenen verguldbet metaal
aan de schepen was als met licht bespatde zee
schuimde en rolde vroolijk naar bet zilverig zand
&JL9
HMvavPP B*.1 VA
nifrp.,.niirril on Feestdagen, bij den nltgever
Olt blad verscliijn* aaanday, WoensdaB- en Vr.JdaWav«nrt, g
J. VAW HE IAHDE te Ter Weazen.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter tennis, dat het snppletoir kohier
Hoofdeliiken Omslag, no. 3, in deze gemeente, voor 1898, in
af3chrift, gedurende vijf maandenop de secretane der ge
meente, voor een ieder ter lezing is nedergelegd.
Ter Neuzen, den 13 December 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. C. HARTE, L° Burgemeester.
De Secretaris,
J. WISKERKE.