A1 g em e en Nieuws- en Advertentiebl&d voor Zeenwsch-Vlaanderea. No. 3698. Dinsdag 6 December 1898. Personeele Belasting. NATiONALE MILITIE. BE SPIOH YAH HEOQHSTABT. 38e Jaar«-ang;. Bedrijfsbelasting. Binnenland. ABONNEMENT: Yoor Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per post Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32J. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven- bushouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecbts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Inzending van advertentiSn v6or 3 uren op den dag der uitgave. FEUILLETON POLITIEK OVERZICHT. Het fameuse geheime dossier, door de tegen- standers van een nienw onderzoek in de Dreyfus- zaak te pas en te onpas gebezigd om de massa schrik aan te jagen en de eventueele liieuwe rechters te intimideeren, schijnt toch heusch te bestaan De crimineele Kamer van het Hof van cassatie heeft althans het besluit genomen bij de Regeenng aan te houden om mededeeling van het geheime dossier der Dreyfus-zaak en voor enkele dagen is dit verlangen mondeling of schriftelijk ter kennis gebracht van den minister van oorlog De Freycinet, door den president van de Crimineele Kamer mr. Loew. Dit is dan feitelijk de eerste stap op den weg, welke, iudien de aanhangers en verdedigers van den generalen staf het met hun bangmakerij bij het rechte eind hebben gehad, zou moeten leiden tot niets minder dan een Europeeschen oorlog Dat zou waarlijk al erg genoeg zijn, maar er moet ook nog bestaan een //ultra-geheim dossier," dat in den laatsten tijd //diplomatiek dossier" is genoemd. Wat daarin staat zal misscbien wel eeuwig verborgen blijven voor de niet-ingewijden De inboud van het dusgenaamde //geheime dossier" moet evenwel lang niet beantwoorden aan de hooggespannen verwachtingen. Het moet bevatten twee of drie stukken, die slechts onder het zegel van de diepste geheimhouding aan de Crimineele Kamer kunnen worden medegedeeld. De inhoud ervan zou evenwel niet de minste be- trekking hebben op de Dreyfus-zaak (feitelijk zou geen enkel document uit dit dossier recbtstreeks in verband staau met deze aangelegenheid) docli er moeten personen en praktijken in aangeduid worden, welke Frankrijk ten gerieve van den spionnagedienst heeft gebruikt. Volgens deGaulois, de vertrouwde van den generalen staf, zou Cuignet opdracbt hebben gekregen de acten persoonlijk over te brengen naar het Hof van cassatie en alle hem gevraagde inlichtingen te verscbaffeu over den inhoud en de beteekenis der documenten. Op een vroeger bericht van de Gaulois, dat de generale staf de geheime documenten des avonds weder zou opeischen, wordt niet nader terug- gekomen. Het is evenwel de vraag of het Hof van cassatie zich daartoe zon willen leenen. Genoemd blad verzekert nu, dat in het geheime dossier de eigenbandig geschreven brief van den Duitschen keizer nimmer is voorgekomen (het betreft den brief, die reeds lang voor dezen als een vervalscht stuk is aangemerkt Wat moet men hier nu van denken Wil de Gaulois aanduiden, dat een dergelijk schrijven wel voorkomt in een ander dossier, of heeft men bet verstandig geoordeeld de z.g. brieven van Wilhelm II maar liever te doen ver- dwijnen Men zou het bijna gaan gelooven in verband met een nieuwe verzekering van de Gaulois, dat er, alien loocheningeu van het buitenland uit ten spijt in het dossier een brief voorkomt van den Oostenrijksch-Hongaarschen militairen attache Schneider, waarin duidelijke toespelingen voor- komen op de praktijken van Dreyfus. Het zal met dit overtuigend stuk wel niet anders gaan dan met het dusgenaamde schrijven van Duitsch- land's keizereerst wordt het bestaan ervan gemeld om Dreyfus scbuld te bewijzen en dan oordeelt men het beter er hocus spocus mee te spelen Zooals men weet was de ministerraad, eigenlijk nog voor het kabinet-Charles Dupuy formeel gevormd kon worden geheeten, reeds in beginsel besloten tot uitlevering van het geheime dossier onder uitnoodiging evenwel aan de Crimineele Kamer tot het nemen van die maatregelen, welke de strikste geheimhouding van den inhoud van het dossier waarborgen en de meest mogelijke garantie geven, dat er niets van tot opeubaarheid komt. Op last van Keizer Wilhelm is eergisteren in de versierde //Hedwigskirche" een plechtige dienst met Te Deum gehouden, ter gelegenheid van het vijftigjarig regeerings-jubileum van Keizer Frans Jozef. De Keizer en de Keizerin woonden die zelven bij. In den loop van den middag bracht de Keizer, in Oostenrijksche huzarenuniform gekleed, een be- zoek aan den Oostenrijkschen gezant. De zoon van den regent van Lippe is door den Keizer van luitenant tot escadrons-chef benoemd, waarin men eene aan den regent geschonkene vol- doening zien wil wegens het onlangs voorgevallene. Morgen de plechtige opening van den Rijksdag. Yolgens de ,/Norddeutsche Allg Zeitung" zijn tusschen de verschillende Duitsche Staten onderling maatregelen beraamd tegen het anarchisme, die met 1 December in kracht zijn getreden. De Duitsche veldpolitie ziet in dezen tijd van 't jaar streng toe op de vogelvangers, waarbij de paarden der bereden politie goede diensten bewijzen. Met den verrekijker gewapend tracbt de veldpolitie de overtreders der vogelenwet te ontdekken en is dit geschied, dan springt dadelijk een bereden veldwachter te paard en vat de daders. Naar aanleiding van de opmerking da t naar veler oordeel het gebrek aan vrijwilligers gedeel- telijk te wijten zou zijn aan den militairen Pen- sioenraad, wordt van andere zijde er op gewezen, dat genoemde Raad bij het uitbrengen zijner ad- viezen gebondeu is aan de vaak harde en weinig gelukkig geformuleerde bepalingen der pensioen- welten en zich niet kan laten leiden door billijk- heidsoverwegingen welke daarmede in strijd zijn. Het centraalbestuur van den Nederl. Boe- renbond, zeer betreurende de beperkende voor- waarden waaronder de Belgiscbe regeering het Nederlaudsche vee wil toelaten, voorwaarden die Naar MAX PEMBERTON. 13) Ze gingen in een cafe en de kolonel bestelde bourgogne. 't Was er vol en roengt groen en goud der uniformen scbitterde er in 't electrisch licht. Ze vonden nog een tafeltje voor hun tweeen, en Paul haastte zich een glas wijn te drinken, om zijn nieuwsgierigheid wat te verbergen voor iemand, die uit 't geringste gebaar van vriend of vijand hunne gedachlen kon lezen. Heeft u nieuws uit Londen, kolonel; vroeg bij eindelijk. Bonzo knikte met 't boofd en hield zich druit bezig met 't aansteken van een sigaar, onderwijl het gezicht van zijn jongen wapenbroeder be- studeerend. ffJa, zei hij uit Londen. ,/Natuurlijk is gebleken, dat de gescbiedenis, waarover we laatst spraken, een belachelijk ver- zinsel was Bonzo boog zich over de tafel naar hem toe en antwoordde fluisterend 't Is in 't gebeel niet om te lacben 't is waar. De kaart, die gezonden werd is nauwkeurig elk kanon is er op aangeduidde diepte der doorvaarten en grachten nauwkeurig opgegeven. Ook de namen der regimenten van het garnizoen zijn correct. Wij zelven hadden geen beter kaart kunnen maken. Paul was heel bleek en stil. Hij overlegde, of bij verrassing of twijfel moest veinzen. Bij eenig nadenken kwam bij tot 't besluit, dat twijfel hem meer zon dienen dan verrassing. Wat 'n dwaasheid zei hij, achteloos in zijn stoel leunend, snelle trekjes doende aan zijn si gaar. U gelooft die geschiedenis toch met, kolonel Bonzo nam zijn glas op. Ik geloof er elk woord van, zij bij meer nog ik weet, dat ze waar is Weet u dat Zeker. Dan is er een spion in de stad. Mijn hemel wat 'n verschrikkelijke toestand Bonzo ledigde met 6en teug zijn glas. Och, sprak hij onverschillig, we zullen wel gauw weten, hoe we de zaak moeten aanpak- ken.' 't Zou heel wat anders wezen, beste jongen, als de man die de kaart maakte, buiten Kroonstadt was. Juist omdat we hem bier gevangen tusschen bet ijs hebben, kan ik een glas wijn met je drinken, in plaats van dadelijk naar den generaal te hollen met het nieuws. Morgen gaan we misscbien naar dien man zoeken we behoeven ons niet ongerust te maken. Geen brieven kunnen de stad verlaten geen kaarten kunnen er meer naar Londen worden gezonden op dit oogenblik. Waarom zouden we ons overhaasten Er is tijd genoeg, en we zien niet elken dag een man doodschieten. Paul maakte een verschrikte beweging, ondanks zijn vasle voornemen, zich niet te verraden. Spionnen worden toch niet doodgeschoten in vredestijd riep hij haastig uit. 'I Is maar bij manier van spreken, vriend. Ik voor mij zou uiemand doodschieten, zoolang we de zweep hebben zoolang we maar een vinger hebben te verroeren, en de vijand is geen vijand meer. En is u zeker, dat de man nog in de stad is Ik weet hetriep Bonzo, terwijl hij met kracht zijn vuist op de tafel deed neerkomen. Je zult 't ook spoedig weten. Je zult den man zelf zien. Wie weetmisschien sturen we hem naar jou toe op fort Alexander. Morgen moetje de eel geveegd, de boeien klaar en de knoet ge reed hebben. We zullen wel weten, hoe we met hem moeten doen. Maar met de lui in de hoofd- stad is 't wat anders. Zie-je, wij kunnen niet langer zeggen, dat 't een grapje wasdat er geen spion te Kroonstadt is. Als wij van de arrestatie kennis geven, dan moet er een instructie zijn dan krijgen wij verwijten, strafMaar als wij er geen melding van maken Bonzo liet zijn stem weer dalen tot een fluistering en de man die de kaart maakte, kwam mogelijk te sterven in de eel van fort Alexander nu, hoe zou men ons dan kunnen beschuldigen Je begrijpt mij wel? Paul's hart klopte snellerwant hij begreep 't heel goed. Ze zouden den spion dood geeselen in de kelders van fort Alexander, opdat geen verwijt wegens onachtzaamheid hen zelven kon treffen. Hij merkte op, dat zijn vriend telkens sprak van //den man." Marian's geheim was dus voor 't oogenblik nog veilig. 't Is een goed idee, kolonelhaastte bij zich te antwoorden. Waarom zouden wij ons verwijten laten doen door de lui te St. Petersburg, die niets weten van de moeilijkheden, welke wij bier ondervinden Als ik de generaal was, zou ik niets rapporteeren. Maar hij moet zeker zijn, dat hij den man heeft. Is hij zeker? U zegt het, en ik geloof u. Maar ik zou den spion toch wel graag zelf willen zien. Je zult hem morgen zien, zei Bonzo, op- staande en zijn grooten mantel vastknoopende intusschen, kapitein, mogen wij onze verantwoor- delijkheid niet vergeten. Er is hier geen enkele officier, die zich niet schaamt, dat dit werk is kunnen geschiedener is niemand hier, die niet tot zich-zelven zegt: //mijn plicht moet ik doen." Dat hebt gij natuurlijk ook gezegd. Ook gij zult uw plicht doen, en er zal niets staan tusschen u en den Czaar, dien ge dient. Hij legde vriendschappelijk de baud op den schouder van den jongen man. Paul sidderde bij die aanraking en bij die woorden, waarin hij een verborgen zin meende te lezen. Hij zei tegen zich-zelven, dat hij reeds een verrader in zijn hart waswant hij had het groote geheim voor zich gehouden, al had het hem een grooten strijd, doodsangst gekost. Toen hij afscheid nam van den kolonel bij de deur van het cafe, dansten de lichten voor zijtie oogeneen koortsaandoening van zelfverwijt en twijfel verhitte zijn bloed en dreef hem tot sneller gang. Ze zullen 't morgen weten, herhaalde hij telkens ze zullen het weten en dan begint voor haar het lijden. En hij was niet bij inachte, haar te helpen, niet bij machte, iets te doen behalve te denken aan hun liefde en te treuren om het onheil, dat zij zelve over hen had gebracht. TER \EIZE\SCHE (OIRAVT V CLXJ. CAVA- v w* WW- bij den -itgever P. J. TAB 1»E IAIDE te Ter Menxen. Hiit bind venehyiit nu«,n..l.tK-. Woensdng- en Vr.JJaija.ooJ, u.tgeaoim De Burgemeester van TER NEUZEN brengt bij deze ter kermis van de daarbij belanghebbenden, dat het door den heer Directeur der Directe Belastingen enz. te Middelburg, den 1 December J 898 invorderbaar verklaard kohier van de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten n°. 3 dezer gemeente, over den jare 1898/9, op heden aan den On tv anger der Directe B e 1 a s t i n g e n, ter invordering is ter hand gesteld en dat ieder verplicht is zijnen aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen. Ter Neuzen, den 3 December 1898. De Burgemeester voornoemd, J. C. HARTE, L° Burgemeester. De Burgemeester van TER NEUZEN brengt bij deze ter kennis van de daarbij belanghebbenden, dat de door den lieer Directeur der Directe Belastingen enz. te Middelburg, den 1 December 1898 invorderbaar verklaarde kohieren n° 4 der personeele belasting voor de kom en voor het overige deel dezer gemeente, over den jare 1898, op heden aan den O n t v a n g e r der Directe B e 1 a s- t i n g e n, ter invordering, zijn ter hand gesteld en dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen. Ter Neuzen, den 3 December 1898. De Burgemeester voornoemd, J. C. HARTE, L° Burgemeester. Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN, gelet hebbende op de bestaande wettelijke bepalingen be- trekkelijk de Nationale Militie in a k e n bekendi dat het register tot inschrijving van alle manneltjke inge zetenen, die op den l"e11 Januari aanstaande hun 13d* jaar zullen zijn ingetreden, dat zijn diegenen, welke in 1880 zijn geboren, zal gereed liggen op de gemeente-secretane alle werkdagen, van den 1"«° tot en met den 31'"" Januari 1899, van des voormiddags 10 tot des liamiddags 4 uren dat voor ingezeten wordt gehouden 1». hij. wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of. zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet van den 28"«» Juli 1850 (Staatsblad no. 44;) 2o. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de laatste achttien maanden, voorafgaande aan den Janu ari van het jaar, waarin hij zich moet laten inschnjven, in Nederland verblijf hield 3°. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het Ryk verblijf houdt dat niet voor ingezetenen wordt gehouden de vreemiie ling behoorende tot een Staat, waar de Nederlander niet aan de verplichten krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplichtigheid het beginsel van wederkeeng- heid is aangenoraen (art. 15 der wet van 19 Augustus 1861, Staatsblad no. 72); dat hij, die eerst na het intreden van zyn 19d« jaar, doch vdor het volbrengen van zijn 20»« ingezeten wordt, verplicht is zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar de inschrijving volgens art. 16 moet geschieden (art. 20 der wet) dat voor de militie niet wordt ingeschreven 1°. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een inge zeten, die geen Nederlander is 2°. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten; 3°. de zoon van den NederLanderdie ter zake van s lands dienst in 's Rijks overzeescbe bezittingen of kolonien woont (art. 17 der wet) dat de inschrijving geschiedt 1°. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, or, is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd woont; 2°. van een gehuwde en van een weduwnaar, in de gemeente, waar hij woont 3®. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft, of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in de gemeente waar hij woont 4o. van den buiten 's lands wonenden zoon van een I e er- lander, die ter zake van 'a lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoont heeft (art. 16 der wet), dat ieder, die volgens art. 15 behoort te worden inge schreven, verplicht is zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders ter boven aangegeven plaatse en binnen den daar bepaalden tijd aan te geven, en dat. bij diens ongeste heid, afwezigheid of ontstentenis, zijn vader, of is deze ®ver' leden, zijn moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd to het doen van die aangifte verplicht is (art. 18 der wet). Belanghebbende worden mitsdien dringend aangemaaoa aan de op hen rustende verplichting te voldoen, terwij un nog onder de aandacht wordt gebracht, dat bij bovengeme e wet, onder meer, is bepaald dat met boete van 0,50 tot 100 wordt gestraft de overtreding van art. 18 en dat bij elke veroordeeling tot boete tevens door den rechter wordt bepaald, dat, in ion daaraan niet is voldaan binnen twee maanden nauat e ver oordeelde is aangemaand, de boete door hechtenis van en hoogste tien maanden zal worden vervangen. Ter Neuzen, den 5 December 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. C. HARTE, L° Burgemeester. J. WISKERKE, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1898 | | pagina 1