A1 g em e e d
Nieuws- en Advertentieblad
Zeenwsch- Viaandera
No. 3696.
voor
BKK2NEMAKIMG.
g CP
BE SH0I
Donderdag 1 December 1898.
38e Jaar»;ang.
-r..i r
Binnenland.
ABONNEMENT:
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per post
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,824-
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven-
bushouders.
advertentiEn
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slecbts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van. adverteirtien v6or 3 u.ren op den dag der uitgave.
POLITIEK OVERZICHT.
De zaak, die volgens Meline niet bestaat, heeft
de Frausche kamer eergister weer bezig gehouden,
d. w. z. afgehouden van het werk eener volksver-
tegenwoordiging. Indien het ooit kornt tot af-
doening van deze kwesties, zal de kamer vreemd
zijn geworden aan wezenlijk parlementairen arbeid.
Door de linkerzijde was besloten, dat Millerand
een motie zou voorstellen, waarbij de minister van
oorlog werd uitgenoodigd, bet bijeenroepen van
den krijgsraad, die met de zaak-Picquart belast is,
uit te stellen.
Aan zijn interpellate gingen echter vooraf die
van een zekeren Bos en Massabuau.
De heer Bos betoogde, dat in de zaak-Picquart
tot nu niets dan kwade trouw was ontwikkeld
alleen het Hof ven cassatie wilde volkomen licht.
Spreker gaf een overzicht van de geschiedenis der
zaak-Picquart, waarbij hij generaal Gonse aanviel
en zeide, dat minister Freycinet het recht had, zicli
tegen het bijeenroepen van den krijgsraad op 12
December te verzetten. Het was noodig, den
krijgsraad te beletten, uitspraak te doen voordat
het Hof van cassatie arrest heeft gewezen. Generaal
Znrlinden, die beloofd had de revisie te zullen
doen plaats hebben, had zijn woord gebroken. De
spreker werd hier in de rede gevallen met het
FEUILLETON
Naar MAX PEMBERTON.
11)
waar
t Was negen uur, toen zij de salon binnentrad,
de kinderen als stommen zaten voor een
prentenboek en de oude Stefanovic zachtjes dutte
in zijn stoel. Zij kende dat huiselijk tafereel.
't Gaf haar nieuwen moedze verbeeldde zich,
dat er niets was gebeurd dat Paul niet tot haar
gesproken had dat het tooneel in de studeerkamer
van den generaal en dat andere met haar minnaar
droomgezichten waren. Ze besloot, dapper de rol
voort te spelen, die ze eenmaal op zich had ge-
nomen. Toen de generaal met een schrikje ont-
waakte en haar dwaas aankeek met de oogen nog
vol slaap, had ze een innemend lachje en een
vriendelijk woord gereed.
Hoe dom van mij riep ze uit, met ge-
veinsde verbazingik zag niet, dat u bezig
was, uit te rusten.
Ze deed, of ze weer wilde heengaan maar de
generaal maakte een galante handbeweging.
Stil, stilzei hij, zich oprichtende en
zoekend naar zijn monocle hoe kan ik wakker
blijven, als u niet hier is? Vertel mij dat eens
juffrouw
Maar ik behoef u toch niet vooraf te laten
weten, dat ik hier kom, generaalom dezen
tijd
Hij draaide zich om in zijn stoel, om haar met
Re oogen te volgen, terwijl zij door de kamer liep
geroep van »tot de orde," waarna hij betoogde,
dat het eindelijk komen moet tot kalmeeringtot
die maatregelen, waardoor de hartstoehtelijke strijd
in den boezem der natie wordt gestuit. De regeering
noodige dus den krijgsraad uit, te wachten.
Massabuau kreeg hierna het woord voor een
interpellate, die de tegenovergesteldu strekking
lad van die van Bos. De Minister van Oorlog
letoogde hij kon en mocht niet tusschenbeide
romen.
Terwijl de uiterste linkerzijde hem herhaalde-
ijk in de rede viel, werd er van de rechterzijde
geroepen „Het land wil rust en vrede Het
einde der interpellate ging verloren in het rumoer,
en de spreker verliet het spreekgestoelte, spotten-
derwijs toegejuicht door de linkerzijde.
Toen kwarn de beurt aan Millerand.
De krijgsraad zeide deze moet tot het
uitstel besluitende regeering is tot het bevelen
hiervan de aangewezen macht. De Minister van
Oorlog, de Freycinet, kon, als hoogste chef,
staande dus boven den gouverneur van Parijs,
ZurlindeD, den datum voor het bijeenroepen van
den krijgsraad wijzigen.
De oud-Minister Poincare volgde op Millerand.
Men moet, zeide hij, het leger toch niet verwarreu
met zekere onvoorzichtige personen. De vervolging
tegen Picquart heeft het karakter van een vijandigen
maatregel van wraakueming (represaille)al die
onrechtvaardigheden prikkelen ten slotte tot ver-
bittering. Er zijn immers nog andere vervalschers
dan Picquart, indien deze er een isdie anderen
echter worden niet vervolgd. Het eenig bewijs
der schuld van Dreyfus in '94 was het borderel.
Geen enkel Minister, geen voorzitter van den
Ministerraad heeft hooren spreken van Dreyfus
bekentenis, door Lebrun Renaud ontvaugen. Door
den president van den Ministerraad ondervraagd,
heeft Lebrun Renaud niet van Dreyfus bekentenis
gerept. (Toejuiching op alle banken.)
Bathou verklaarde zich bereid, de verklaring
van Poincare te ondersteunen zij zegt de waarheid.
Al die vervalschingen zijn verschrikkelijk.
Thans beproefde Cavaignac te sprekenMaar
hij werd ontvangen met een veelzijdig gekrijsch
en hij werd zoo uitgejouwd, dat hij maar vau het
woord afzag.
Hoe overigens de stemming in den lande is,
blijkt uit hetgeen Gerault-Richard, de hoofd-
redacteur van de „Petite Republique" heeft
gedaan. Bovenaan zijn blad heeft hij onder het
geschrift „De misdaad" het volgende opgenomen
„Tavernier, kapitein Eoulon, luitenant-kolonel
Zeker niet, zeker niet antwoordde hij
vriendelijk. Maar nu zingt u iets voor mij
nietwaar Een van die Engelsche liederen, „ma
petite"een klein liefdeslied, nietwaar,
juffrouw
Zij zag hem schalks aan, over haar schouder
de beide meisjes rezen werktuigelijk op, om elk
aan een kant van de piano te gaau staan, en zij begon
de ballade van den „Koning van Thule" te zingen.
Ze had een mooie, vteeke stem, en ze zong als
een kunstenares. De opwinding en hartstocht van
het pas doorleefde uur mengden zich in de
harmonie van de fijne teere muziek der ballade.
Zelfs Stefanovic, die meende, dat de engelen op
een schuiftrompet bliezen, raakte in geestdriftige
bewondering.
Magnifiek magnifiek riep hij telkens en
telkens weeru zingt als een genie Heel
Rusland zal nog over uw stem spreken, en u
zult voor den tsaar zingen. Wei, kinderen, jelui
zoudt ook wel willen zingen als de juffrouw, he?
Is 't mooi Is 't niet superbe
Hij babbelde en applaudisseerde onophoudelijk,
terwijl de kinderen hem de woorden nazegden,
hoewel hare houten gezichten zonder uitdrukking
verrieden dat de muziek haar niets te zeggen had.
Wat een heerlijk gezang
O, juffrouw, als ik a was
't Is het lied van Marguerite.
Zeker het lied van Marguerite.
Ik wou ik Margueritte had gekend
Onzindie is doodnietwaar, juffrouw,
Marguerite is dood
De oude Nikoli luisterde naar 't domme ge
babbel en lachte er om.
Zurlinden, geDeraalDe Freycinet, Minister van
oorlog, hebben, op stukken die zij weten dat
valsch zijn, overste Picquart aan den krijgsraad
overgeleverd, hem beschuldigend van misdrijven,
die zij weten dat hij niet begaan heeft. Aldus
hebben zij zich tot medeplichtigen en wrekers
gemaakt van de verraders en falsarisseu Esterhazy,
Du Paty de Clam en Henry."
Volgens de „Siecle" heeft mevrouw Dreyfus
van haar man het volgende telegram ontvangen,
waaruit men niet zou opmaken, dat hij de hoofd-
persoon is in de aauhangige zaak
,/Ik verheug mij met u alien. Gezondheid
goed, geestelijk en lichamelijk."
Ook in Duitschland heeft men eene rechtszaak
waarin velen een tegenhanger van de Dreyfuszaak
willen zien, de zaak namelijk van zekeren Ziethen
een kapper, die vijftien jaren geleden te Elberfeld
tot levenslange tuchthuisstraf werd veroordeeld
wegens moord op zijn vrouw.
Ziethen, die steeds zijn onschuld volhield en
lerziening van zijn proces aanvroeg, heeft een
verdediger gevouden in een vermaard romanschrijver,
namelijk in Paul Lindau. Ook andere rnaunen
van naam en gezag kwamen te zijnen behoeve
tusschenbeide. Maar de aanvragen om herziening
werden steeds afgewezen, niettegenstaande, naar
de vrienden van den veroordeelde beweren, de
ware moordenaar, een bediende van Ziethen, thans
naar Amerika gegaan, zijn misdaad bekend heeft.
De Regeering heeft reeds herhaalde malen, om
een eind te maken aan de beweging, den ver
oordeelde gratie willen verleenen. Maar Ziethen
weigert het verzoek daartoe te teekenen. Hij
wil geen genade, maar volledig herstel van eer.
De Commissaris der Koningin in Zeeland
heeft aan alle burgemeesters, namens den Minister
van Jusfitie inlichtingen gevraagd omtrent de
arrestanten-lokalende klachten over deze, vooral
in kleine gemeenten zijn groot, zoodat eene ver-
andering te dien opzichte wenschelijk is. De
ruimten of de hokjes „onder den toren" zonder
zit- of ligplaats, zullen wellicht weldra tot het
verledan behooren. Vooral voor menig ten on-
rechte verdachte is een nachtelijk verblijf van
eenige uren in een kil, somber torengewelf
eene bittere beproeving geweest. In enkele ge
meenten wordt „onder den toren" 's zomers en
het ziekenlokaal 's winters gebruikt. De meeste
verdachten werden echter zoo spoedig mogelijk
Kom, kom, wou jelui, dat de juffrouw je
vertelde van Marguerite? Op een anderen keer
kinderen, op een anderen keer. Juffrouw Marian zal
die geschiedenis eerst vertellen aan mij, he Niet
waar, juffrouw u wilt mij de geschiedenis van
Marguerite wel eens vertellen, als we alleen zijn
Marian stond op van de piano en dacht bij
zich-zelve, dat 't een genot moest zijn, den ouden
Nikoli Stefanovic eens goed om de ooren te slaan.
Maar ze bleef genoegelijk kijkenwant de ge-
dachte, dat de vriendschap van den beheerscher
der vesting Kroonstadt haar van nut kon zijn,
zegepraalde over elke andere gewaarwording.
Ik kan u dat niet vertellen, generaal
ik zou er den moed niet toe hebben, zei ze.
Den moed den moed niet hebben
tegenover mij O, maar ik zal u wel moed
inspreken, juffrouw; ge kunt u op mij verlaten
U zult 't lied nog wel eens voor mij zingen.
Marian haalde coquet de schouders op. De
kinderen staarden haar vader aan met wijd ge-
opende oogen. Ze begrepen niet, hoe 't kwam,
dat hij sliep, als zij bij hem waren, of korte,
grimmige antwoorden gaf, als ze iets zeiden, ter
wijl hij allerlei grimassen begon te maken, zoodra
de gouvernante binnenkwam, en dan een geheel
ander man werd. Ook heriunerden zij zich niet,
dat ooit te voren miss Marian zoo willig had
geantwoord op zijn dwaasheid. De rol van de
verlegen en onderdanige gouvernante was opge-
gevenzij was een volmaakte coquette geworden.
Waarschijnlijk waren jongejuffrouw Rina en
jongejuffrouw Varia heel blij, toen kolonel Bonzo
binnenkwam, waardoor vanzelf een einde werd
gemaakt aan het vreemde tafereel.
naar de naastbijzijnde stad gebracht, waar hun
beter logies kan verschaft worden dan in de
meeste dorpen.
De voorloopige uitslag der verkiezing voor
een lid der Tweede Kamer in het kiesdistrict
Deventer is dat eene herstemming moet plaats
lebben tusschen de heeren Jhr. Mr. W. H. de
Beaufort (lib.) met 2091 en J. van Loenen Mar
tinet (rad.) met 1209 stemmen.
Verder verkregen de heeren Jhr. Mr. R. E. W.
Weede (anti-rev.) 411, W. H. Vliegen (soc.-dem.)
376 en G. J. Bieleman (lib.) 107 stemmen.
In zijn Memorie van antwoord op het voor-
oopig verslag verdedigt de Minister van binnen-
andsche zaken zich tegenover de zeer vele leden,
die het eindcijfer zijner begrooting te hoog von-
den. Van opdrijven der jaarwedden was bij deze
begrooting geen sprake. De meest mogelijke
zuinigheid mag niet weerhouden bijtijds de doo-
dige voorstellen te doen.
Wat het kiesrecht betreft, verklaart de Minister
dat het aangegeven denkbeeld om burgemeesters
aan te schrijver, aan belastingschuldigen eene
circulaire te zenden ter herinnering aan de bepalingen
omtrent de kieswet, nader zal worden overwogen.
De vraag of een mechanische stemming de voor-
keur verdient zal bij de aangekondigde technische
lerziening der kieswet een punt van overweging
uitmaken.
De herziening der Armenwet behoort tot de
andere gewichtige ontwerpen, die blijkens de Troon-
rede in staat van voorbereiding zijn.
Een wetsontwerp op de banken van leening is
in bewerking.
Het tijdstip, waarop een wetsontwerp tot wet-
telijke regeling van het toezicht op levensver-
zekering-maatschappijen en begrafenisfondsen de
Kamer zal bereiken, kan de Minister nog niet
mededeelen.
Te zijner tijd zal de Minister blijk geven dat
het hem ernst is met de wijziging van eenige
bepalingen, betreffende de wetgeving op de krank-
zinnigen.
Het toegezegde ontwerp betreffende de Drankwet
zal zijn eene herziening van beperkte strekking,
met eene verandering van stelsel.
De Regeering is aanvankelijk overtuigd van de
noodzakelijkheid van het nemen van maatregelen
tegen de verontreiniging van openbare wateren en
met belangstelling worden dienaangaande de voor
stellen van de daarvoor ingestelde Staatscommissie
tegemoet gezien. Wanneer het gevraagde rapport
Heeft u verhindering, generaal vroeg hij,
aan de deur blijvende staan.
Stefanovic was dadelijk de oude soldaat weer.
Al schaamde hij zich, dat hij bij 't hofmaken
werd verrast, hij liet hierover niets blij ken.
Wachtte u mij, kolonel
Als 't u belieft, generaal.
Is er dan nieuws
Er is gewichtig nieuws, Nikoli.
Marian, die schijnbaar verdiept was in een
boek, zag vlug op. De toon, waarop die man
van ijzer sprak, terwijl hij niet de moeite deed,
een woord tot haar te richten, deed haar instinct-
matig op haar hoede zijn. Zij voelde, dat 't bloed
naar hare wangen steeghare handen beefden op
de bladen van het boeken een inwendige stem
fluisterde haar toe „Paul heeft hem alles gezegd
dat is het nieuws."
De opwinding had haar kracht gegeven, zich
goed te houden, tegenover den generaal en de
kinderen. Zij had zichzelve bijna in slaap gesnst
met het voorwendsel, dat alles slecbts een spei
harer verbeelding wasmaar thans, nu ze Bonzo
in het gezicht zag, was 't, of de hand van den
aanklager reeds haar schouder beroerde. Grimmig
en onheilspellend ernstig hield de man van ijzer
den blik op haar gericht, doordringend, als trachtte
hij te lezen in haar binnenste. De woorden ver-
stijfden op hare lippen de vrees hield haar geboeid.
,/Hij weet het," dacht zij„hij weet het en is
hier gekomen, om het den ander te vertellen.
Paul heeft gesproken, en dit is het einde.
Juffrouw, wil u naar boven gaan
Juffrouw, ik wensch te gaan slapen.
Zoo spraken de kinderen, en Marian rees met
TEB NEMSCHE COIIMNT.
T*
&2U
Burgemeester en Wethouders van TEB NELZEN maken
bekend, dat door Raad in zijne vergadenng van liedeui is
benoemd tot tijdelijk Wethouder de heer L. J. VAN DEB
MOER
Ter Neuzen, 28 November 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. C. HARTE, L° Burgemeester.
J. WISKERKE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NELZEN
brengen ter kennis, dat het Suppletoir kohier der Belasting
op de Honden, voor het dienstjaar 1898, zooals het door den
Gemeenteraad is vastgesteldheden gedurende 8 dagen op e
gemeente-sec.retarie ter inzage wordt nedergelegd en dat bmnen
dien tijd ieder aangeslagene tegen zijn aanslag bij de Geaeputeerde
Staten bezwaren kan inbrengen, bij verzoekschrift op onge-
zegeld papier.
Ter Neuzen, den 29 November 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. C. HARTE, L°. Burgemeester.
De Secretaris,
J. WISKERKE.
i