ingenier van de S. S. Mij., de heer Buis, de di- recteuren der Rotterd, Lloyd en Holland-Amerika- Lijn e. a. waren ter plaatse aanwezig. De schade wordt op 50.000 gld. geraamd. Het zal niet velen bekend zijn, dat de Baarnsche bosschen tegenwoordig verscheidene herten herbergen. Eergisteren werd o. a. door den burgemeester van Eemnes jhr. C. Roell, aan de Lage Vuursche een ree geschoten. Indertijd, kort na den dood van Prins Hendrik, werden de herten uit het kamp achter Soestdijk naar elders overgebracht. Bij die gelegenheid ontsnapten er een paar, welke zich thans vrij sterk vermenigvuldigd hebben. Te Balk (Eriesland) is in den ouderdom van 99 en een half jaar overleden de heer B. W. Zuiderveld. De verhouding tusschen den burgemeester en de overige leden van het gemeentebestuur van Mijnsheerenland is zoo gespannen, dat bij de laatst gehouden geineenteraadsvergadering de briga- dier-majoor der rijksveldwacht te Oud-Beierland, op uitnoodiging, de zitting als rustbewaarder bijwoonde. In het ziekenhuis te Utrecht is Vrijdag weer een patient, lijdende aan miltvuur, overleden. De man, slager van beroep, heeft zich waarschijnlijk, bij het slachten van eene aan miltvuur lijdende koe, geinfecteerd aan de hand, waaraan hij een wondje had. De gelegenheid door eenige Bossche dames voor dienst- en fabrieksmeisjes aldaar opengesteld om zich in de avonduren te bekwamen in het leeren verstellen en maken van kleeding- en ligging- stukken, blijkt in een bepaalde behoefte te voorzien reeds een 7Otal meisjes maken er van gebruik, en dai het met haar handigheid op het gebied van vrouwenarbeid allesbehalve zoo is als men dit van de aanstaande werkmansvrouw zou mogen ver- wachten, kan o. a. hieruit blijken, dat ongeveer de helft harer zelfs niet in staat werden bevonden een gaat in een kous te stoppen. Opmerking verdient dat onder het damespersoneel, dat zich deze zaak aantrekt, geen enkele ijveraarster voor de tentoonstelling van vrouwenarbeid te vinden is Aan het station te Rozendaal is een postzak gevonden waaruit pakketten werden vermist. Men beweerde zelfs, dat pakketten met eene waarde van 60,000 ontvreemd waren. Naar nader gemeldt wordt is de bedoelde postzak 's avonds aan het postrijtuig bij het inladen tusschen den loopplank gevallen. Uit het rapport der politie, die de zaak in onderzoek heeft, blijkt, dat de zak is open geweest en alleen een pakket, inhoudende monsterstofifen wordt vermist. In het Noord-Hollandsche dorp Rijp hebben zich in de laatste weken telkens gevallen van typhus voorgedaan, waarvan twee met doodelijken afioopen het getal gevallen neemt in de laatste dagen weer toe. De hoofdoorzaak is, dat de bewoners over het algemeen weinig eerbied hebben, voor de voor- schriften der gezondheidsleer en het zeer veront- reinigde water van sloten en vaarten drinken, dat grootvader en grootmoeder immers ook altijd ge- dronken hebben, en er toch oud bij werden. Bestuurders van de afdeeling van ,/het Witte Kruis" achten zelfs het in ruime mate verspreiden van goede raadgevingen onder deze gevaarlijke omstandigheden overbodig, ,/omdat het toch niets goven zou". ,/De menschen zouden toch hun melk niet koken en evengoed voortgaan met hunue vaten te wasschen in water, dat de kiemen van besmetting bevat," zeggen zij, met een moede- loosheid, die, hoezeer ook verklaarbaar, toch niet past aan hen, die den harden strijd voor het ver- beteren der gezondheidstoestanden ondernamen en vooruit wisten, dat nergens de domheid des voks (tot in hooge kringen) zoo groot en koppig is als op dit gebied. Als een vervolg op het verhaal van den brutalen nverval, waaraan de vrouw van den land- bouwer F. van Gils te Molenaarsgraaf, voor ongeveer 3 weken blootstond, en waarbij door de dieven circa 300 gulden uit hare woning werd meegenomen, kan worden meegedeeld, dat verleden week de dienstbode op een ochtend bij de klompen, die, zooals gewoonlijk bij de boeren, voor de deur worden uitgetrokken, en die ze op last van de vrouw moest binnenhalen, een gesloten enveloppe ontdekte, welke, daarna, door de vrouw des huizes geopend, de som van 300 bleek te bevatten, die op 6 dezer uit de kast ontvreemd was. dra de zee 't veroorlooft, en dat zal 't eind zijn der geschiedenis. Paul zal vergeten en ik. Zij keerde zich van 't vuur af met een zucht en begon haar toilet weer in orde te brengen. Een zenuwachtige opgewondenheid had zich nu van haar meester gem„akt, zoodat ze in de kamer heen en weer liep, nu eens door het gordijn turende naar de bevroren zee, dan weer voor den spiegel staande, om te ontdekken, dat haar gelaat bleek en betrokken was, of naar de deur gaande om te luisteren naar de stemmen van de ,/poppen." (Wordt vervolgd.) Te Poortvliet stak onlangs uit een stroo- klamp een hooivork met zijn tanden naar buiten. Een 25jarige jonge man liep met zijn oog in een der punten, met het noodlottig gevolg, dat hij na een lijden van eenige weken, deze week aan de gevolgen bezweek. Men schrijft uit Enschedd Yoor ongeveer 6 weken begaf zich de 25jarige H. A. van hier naar Duitschland om daar werk te zoeken en vond dit te Osnabriick. Deze is in Pruisen geboren en woonde reeds 20 jaren hier ter plaatse. Daar hij hier aan zijne militieplichten had voldaan, verwachtte hij niet in het minst, dat men van hem in Duitschland nog eens hetzelfde zou kunnen vorderen. Het bleek, dat men hem daar nog als Duitscher beschouwde, althans Vrijdag 18 November werd hij in arrest genomen en den volgenden dag gekeurd en direct daarna ingedeeld bij het 74e regiment infanterie te Hannover. Zijne hier wonende ouders hebben onmiddellijk een adres verzonden aan den Minister van buitenlandsche zaken om te bewerkstelligen dat hun zoon werd vrijgesteld, daar het toch niet aangaat in twee verschillende landen militieplichten te vervullen. Bovendien is de vader in 't bezit van een Auswanderungschein, hem in 1878 door de Pruisische autoriteiten verleend, waarbij uitdrukke- lijk wordt vermeld, dat hij met de zijnen van de Pruisische Staatsangehorigkeit en daaraan verbonden rechten en plichten vervallen is verklaard. Op initiatief van pastoor Zinnicq-Bergmann werd te Tilburg Vrijdagavond door een vijftigtal heeren eene vereeniging tot bestrijding van drank- misbruik opgericht, onder den naam van St. Paulus- vereeniging. De leden leggen op hun eerewoord de belofte af, steeds matig in het gebruik van drank te zijn en zich na den middag geheel van sterken drank te onthonden. Een artillerist, in garnizoen te 's Gravenhage, die voor eenig misdrijf in het cachot was opgesloten, heeft daaruit weten te ontsnappen en is thans zoek. Uit een onderzoek, door de politie ingesteld, is gebleken, dat hij korten tijd heeft vertoefd in de woning van een bewaarder van de cellulaire gevangenis te Scheveningen en daar zijn militaire kleedingstukken heeft achtergelaten. Waarschijnlijk heeft hij voor geruimen tijd afscheid genomen van de dochter des huizes, met wie hij verkeering had en is naar het buitenland gevlucht. Aan een der stations te Antwerpen werd bij herhaling melding gemaakt van diefstal doch van dieven was geen spoor te vinden. Vrijdag nu trok het de aandacht der politie, dat twee personen op een afgelegen plaats aan het graven waren. Zij werden omsingeld en gearresteerd en nu bleek men de spoordieven te hebben. Althans in den kuil hadden zij voorloopig geborgen, om bij betere gelegenheid te vervoeren, 9 ribben ossevleesch, 2 vaten olie, 2 balen koffie, benevens eenig gereed- schap. Op het eiland Sachalin, waar zich een Russische strafkolonie bevindt moeten zeer slechte toestanden heerschen. De nieuwe gouverneur Ljapuwof heeft bij de aanvaarding van zijn ambt volgeus de Petersburger //Wjedsmostie", tot zijne ambtenaren deze toespraak gehouden ,/Twintig jaren lang heb ik over de wet ge- waakt en het zou mij dus niet passen, in het 21® jaar tegeu de wet te handelen. In de audientie bij Z. M. den Keizervoor mijn vertrek uit St. Petersburg, werd mij voorgeschreven, op Sachalin orde in te voeren. De vorst is zeer ontevreden over de geruchten, in het leven geroepen door de daden der administratie vtn het eiland. Ook de naar de wet gestrafte misdadiger heeft aanspraak op gerechtigheid en barmhartigheid. Mijn bestuur moet worden gevoerd in een geest van strenge wettigheid, gerechtigheid en barmhartigheid. Allen, die mij in zulk een bestuur willen steunen, zullen in mij een beschermer vinden; tegenover de schenders der wet zal ik onverbiddelijk zijn." Volgens den reiziger Eagen Wolf, die onlangs een bezoek heeft gebracht aan Sachalin, zijn de Russische ambtenaren daar niet alleen in hooge mate omkoopbaar, maar maken zij zich ook nog aan andere misbruiken schuldig, zoo moeten bij de ontscheping niet alleen alle gestraften, maar ook vrije kolonisten door het quarantaine-station gaan, waar de ambtenaren bij gesloten deuren zich de vrouwen en meisjes uitzoeken, die zij als ,/dienst- boden" wenschen te nemen. Toen een bode van het belastingkantoor te Dortmund op 25 Augustus wegens dienstzaken naar het kantoor van de firrna Rose en Emanuel wilde gaan en bij de plaats kwam, waar twee kwaadaardige waakhonden waren, vond hij de deur, die op dien tijd gesloten had moeten wezen omdat de honden losliepen, open staan. Dadelijk vielen de honden op den man aan en beten hem zoo vreeselijk, dat hij uit 30 wonden bloedde. Kiene stierf na een paar dagen. De achtergebleven familie van Kiene diende tegen de firma een eisch tot schadevergoeding in, waarover het proces nog hangende is. Donderdag heeft echter de rechtbank te Dordmund een jongste bediende van de firma, die de deur van de plaats open had gelaten, wegens het ,/veroorzaken van den dood door schuld" veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf. De te Elburg gestationneerde commiezen der directe belastingen Hovingh en Janknegt zijn, vermoedelijk naar aanleiding eener benadering van een te laag aangegeven stier, en dien zij per kar en paard van Doornspijk naar Elburg lieten ver voeren, met steenen enz. gegooid en daarna door van achter het houtgewas te voorschijn getreden personen met stokken en andere voorwerpen mis- handeld, waardoor de eerste zoodauig aan het hoofd verwond werd, dat geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. De politie doet onderzoek. De Engelschen hebben ten proefje van den naderenden winter gehad. Over Schotland, Engeland en Wales hebben een paar dagen hevige sneeuw- stormen gewoed. In Pertshire (Schotland) ligt de sneeuw op sommige plaatsen voeten hoog. De wegen zijn niet meer te gebruiken, terwijl ook hier en daar de spoorlijnen onder ware sneeuw- bergen bedolven zijn. Te Bognor zijn acht visschersschuiten gezonken en de gansche baai ligt vol wrakhout. In Leicestershire (Midden-Engeland) heerscht sedert Dinsdag een bijtende koude, gepaard met een scherpen Oostenwind. Ook daar viel Dinsdag- morgen een groote hoeveelheid sneeuw. Ook sneeuw, volgens een telegram uit Kirkby Stephen, in het Noordelijker gelegen graafschap Westmoreland, welke de heuvels met een dikke laag bedekt. Op de hooglanden van Derbyshire ligt de sneeuw 10 inches hoog; en nog altijd blijft het doorsneeuwen, zoodat de communicatie tusschen de verschillende dorpen geheel verbroken is. Het slechte weer heeft de boeren zoo over- vallen, dat zij geen tijd hebben gehad hun schapen in veiligheid te brengen. Groote kudden worden vermist en zullen waarschijnlijk onder de sneeuw bedolven zijn. Uit Warwichshire gelijkluidende berichten. Ook daar ligt de sneeuw duimen dik en van een spoedig einde der sneeuwjacht valt niets te bespeuren, tot groot verdriet van de jagers, die voorloopig het geweer in het rek mogen plaatsen. Te Brimingham kunnen alleen de trams, die van sneeuwploegen voorzien zijn, het verkeer voortzetten het gewone rijtuigverkeer is daar geheel gestremd. Te Bolton is van tramverkeer geen sprake meer, terwijl in het district Man chester Woensdagmorgen bij het aanbreken van den dag de sneeuw een voet hoog lag. In Cumberland en Westmoreland is in jarqp niet zooveel sneeuw gevallen als gedurende de laatste twee dagen. Te Penrith ligt zij hier en daar vier voet hoog, terwijl op het platte land alle wegen onbegaanbaar zijn. Te Lancaster heeft men de scholen moeten sluitende treinen die uit het Zuiden komen, zijn alle twee uur te laat, en de Noordelijke geven hierin den Zuide- lijken niets toe. Het postverkeer met Brimingham, Manchester, Liverpool met Schotland en ferland ondervindt groote vertraging, evenals, volgens de Globe, dat met Nederland en Duitschland. Gemeenteraad van Ter Neuzen. Vergadering van Maandag 28 Nov. 1898. Voorzitter de heer J. C. Harte, Wethouder. Aanwezig alle leden. Na opening der vergadering leest de secretaris de notnlen der 2 voorgaande, die worden goedgekenrd. Daar het reeds zoolang geleden is van de eerst gelezen vergadering zegt de heer Van der Moer zich niet alles meer te kunnen herinneren. en vraagt of de notulen niet vooruit door de leden zouden knnnen gelezen worden, om er beter over te knnnen oordeelen. De heer Van IJsselsteijnPan zou men een officieel verslag moeten uitgeven. De heer De Koeijer vindt het te lastig om voor het lezen der notulen expres naar Ter Neuzen te komen. De Voorzitter merkt op dat ze toch niet altijd zoo lang zijn. Alsnn komt achtereenvolgens aan de orde I. Benoeming leden Commissie van Fabricage. Met Januari aanstaande treden af de heeren A. Visser, C. van der Hooft en M. van den Hoek, terwijl het vierde lid aan het college ontbreekt sedert het overlijden van den heer Tazelaar. Herbenoemd worden de heeren: Visser met 12, Van der Hooft met 12 en Van den Hoek met 11 steinmen. Verder verkrijgen de heeren Van de Velde 6, Moea 5, Wieland 2 en Dees 2. Bij vrije stemming voor het vierde lid verkrijgen de heeren Van de Velde 7 en Moes 5 stemmen, terwijl een briefje in bianco was. Benoemd is dus de heer Van de Velde. Be benoemden verklaren alien de benoeming te aanvaarden. S. Idem leden Burgerlijk Armbestuur. Aan de beurt van aftreding is de heer J. van de Ree de plaats van het tweede aan de beurt van aftreding zijnde lid, is reeds sedert geruimen tijd vacant. Door het college worden aanbevolen de volgende dubbeltallen J. van de Ree en G. J. BalkensteinP. van Wijck en S. van Rees. Benoemd worden de heeren Van de Ree en Van Rees met 12 stemmen. De heer Van Wijck verkreeg 1 stem. Aan de benoemden zal daarvan worden kennis gegeven. 3. Idem Voorzitter Nieutojaars-commissie. De Voorzitter noodigt den heer Dees nit zich evenals het vorig jaar met het vormen eener commissie te willen belasten. De heer Dees neemt dit onder applaus der vergadering aan. 4. Idem stembureau verkiezing leden Kamer van Koop- handel en Fabrieken. Benoemd worden de heeren Van den Hoek en Grenu, die deze aannemen. •1. Idem Commissarissen en Secretaris brandweer. Deze benoeming is noodig ingevolge art. 52 3 der nieuwe verordening, bepalende dat het bestaande bestuur der brand weer, bij de inwerkingtreding der verordening 1 Dec. a. s. aftreedt. Door het college worden aanbevolen de aftredenden, voor commissarissen de heeren G. J. Balkenstein en A. J. Tazelaar, en voor secretaris de heer A. van den Oever. Herbenoemd worden de aftredenden, de heeren Balkenstein, Tazelaar en Van den Oever met algemeene stemmen, ieder in hunne hiervoren gonoemde functie. De heer Van IJsselsteijn vraagt den heer Van der Moer, nu men toch aan 't benoemen is, of ook geen leden der schoolcommissie zouden kunnen benoemd worden. De heer Van der Moer: Het spijt mij, maar ik heb nog niet kunnen slagen, ik zal er echter eens met de Wethouders over spreken, misschien dat het tot beter gevolg leidt als er een oflic/eel schrijven van het Dag. Best uitgaat; buitendien hij heeft dit ook met het Burg. Armbestuur al bemerkt, dat openbare besprekingen aan die benoemingen geen voordeel doen. Schrijven A. C. N. Grenu overnemen straten. Wordt mededeeling gedaan van het volgende ingekomen schrijven Aan den Gemeenteraad van Ter Neuzen. Mijne Heeren In antwoord op het mij bij brief van 18 Oct. jl door Burg, en Weth. medegedeelde rapport van de commissie tot onderzoek der over te nemen straten en van de beslissing uwer vergadering daaromtrent, alles voor zoover dit de door mij aangelegde straten betreft, neem ik de vrijheid onder de aandacht uwer vergadering te brengen 1°. dat door mij bij schrijven van 28 Mei 1894, voorstellen werden gedaan tot het rioleeren en bestraten (bekeien) van de bedoelde straten en bij besluit van 31 Juli d. a. v. n°. 17, aan den inhoud waarvan ik kortheidshalve refereer, door uwe vergadering eene beslissing werd genomen 2°. dat op 6 September 1894 door mij de rioleering en bestrating met den aankleve van dien werd besteed en de minste inschrijver daarvoor was M. D. de Pntter 3°. dat op 4 Dec. d. a. v. als wanneer het werk was vol- tooid door den bouwkundige J. Scheele daaromtrent een verklaring werd afgegeven waaruit blijkt dat hn volgens het zeggen van den r/em.v?:.'--bouwmeester in tegenwoordigheid van den aannemer en genoemde bouwkundige, hn volgens verklaring van laatstbedoelde het werk goed was uitgevoerd, terwijl de gemeente-bouwmeester (de heer Bertel) verder had gezegd dat de gemeente heden de bestratingen en rioleering in onderhou nam. Van deze verklaring ben ik zoo vrij een afschrift aan te bieden. 4°. dat op denzelfden 4 Dec. '94 door ondergeteekende aan het Dag. Best, van die voltooiing werd kennis gegeven, met beleefd verzoek de straten in beheer over te nemen, met bereidverklaring zijnerzijds de terreinen aan de gemeente gratis af te staan 5°. dat blijkens verslag van de raadszitting, in de courant van 22 Dec. 1894 no. .3091. v/aarvan ik een uittreksel hierbjj voeg, naar aanleiding van mijn sub 4 vermeld verzoek, werd beslolen overeenkomstig art. 16 der bouwverordening de straten in onderhoud over te nemen met ingang van 1 Jan. 1895 Ik meen hiermede genoegzaam de gegrondheid van mijn beweren in de vergadering van 13 Oct. te hebben aange- toond, en vertronw dat uwe vergadering van zijn beslnit, op laatstgenoemden datura genomen, zal terugkomen. Ware de gelegenheid om voorlezing te doen van de in mijn bezit zijnde stukken, in gezegde vergadering mij niet benomen geworden, dan had de onderwerpelijke zaak toen reeds tot meerdere klaarheid geleid en was alle misverstand voorkomen. De betaling der grondlasten van af 1 Januari 1895 tot heden gaan ik stilzwijgend voorbij. Hoogachtend, Uw Dienstw. Dienaar, GRENU. Hierbij wordt overgelegd a. een afschrift der verklaring van den bouwkundige J. Scheele Dz., dat de bedoelde bestratingwerken zijn vol- bracht. Volgens zeggen van den gemeente-bouwmeester in tegenwoordigheid van den aannemer en hem (Scheele) is het werk goed uitgevoerd. De gemeente-bouwmeester verklaarde verder dat de gemeente van af heden de bestrating en rioleering in onderhoud nam, met verzoek dat de heer Grenu aan Burg, en Weth. een kennisgeving zou inzenden dat het werk is afgeloopen en door den gemeente-bouwmeester is in orde bevonden b. een uittreksel uit het raadsverslag voorkomende in het bij voegsel der Ter Neuzensche Courant van 22 Dec. 1894, van de zitting van 20 Dec. vermeldende het volgende 5. Overnemen in beheer en onderhoud straten. Van den heer A. C. N. Grenu is een schrijven ingekomen, dd. 4 Dec waarin hij meedeelt, dat zijne straten thans in orde 2'jn gebracht en hij aan de gemeente verzoekt deze in onder houd over te nemen. Hij is verder bereid om deze straten aan de gemeente in eigendom over te geven. Overeenkomstig art 16 der bouwverordening wordt z. h. s. besloten de strat tn in onderhoud over te nemen, met ingaoir van 1 Jan. a. s. Wat het aan de gemeente in eigendom overgeven dier straten betreft, zegt de Voorzitter dat het wenschelijk zou zijn om nu te informeeren of er ook nog andere eigenaren zijn die hunne straten aan de gemeente willen overdragen, daar dit dan tegelijk op een acte zou knnnen gesohieden'. Het is zeer wel mogelijk, dat zulks het geval is, want de eigenaren moeten er nu grondlasten voor betalen de gemeente bij overname niet. Besloten wordt dit punt nog aan te honden, tot een onder zoek in den geest van het door den Voorzitter gesprokene, zal zijn ingesteld." De heer Van IJsselsteijn verzoekt alsnu den secretaris lezing te geven van de notulen dier vergadering, waar die over deze zaak handelen. Uit de notulen biijkt dat met algemeene stemmen besloten werd de straten over te nemen met 1 Januari 1895. De heer Van der Moer: Daaruit blijkt dus dat de heer Grenu gelijk heeft en dat de gemeente wel degelijk de straten heeft overgenomen. De heer Van den Hoek noemt het trenrig dat het Dag. Best, aan de commissie heeft opgedragen straten te onder- zoeken die reeds overgenomen zijn. Er blijkt dan evenwel toch uit dat het toezicht toen treurig was, want er zijn in ieder geval te weinig syphons in die straten. Dit valt niet te ontkennen, aan wie dan ook in deze de schuld ligt. De heer Grenn wil den heer Vau den Hoek inlichten dat in 93 en 94 nog kwestie over de bouwverordening bestond. Die kon toen niet juist uitgevoerd worden, omdat ze een tijd geschorst was. Spreker heeft toen den gemeentebouw- meester Bertel gevraagd hoe 't gemaakt moest worden en die heeft 't aangewezen zooals 't is uitgevoerd. Er is toen ook beweerd dat syphons op een afstand van 15 M. een overtollige eisch was. De Slijkstraat is door de gemeente zelf gemaakt en daarin ligt geen een syphon. In plaats van de syphons heeft spreker twee flinke putte'n laten maken, aan het eind der straat waarmee hij nog meer deed, dan men toen van hem vorderde, En wat nu het laatste eindje straat betreft, dat nog niet is overgenomen. daarin liggen ook geen syphons, maar ook hier heeft de gemeente-bouwmeester Bertel gezegd dat het volstrekt onnoodig was, en deze heeft ook zelf het bestek voor het uitvoeren van die bestrating en rioleering gemaakt. De heer Van den Hoek merkt op dat de heer Grenu zich op de woorden en verklaringen van de heeren Bertel en Scheele beroept, maar dit zijn geen oflicieele verklaringen die heeren stonden in zijn dienst. De commissie heeft met haar rapport over de straten ook niets persoonlijks tegen den heer Grenn, maar heeft eenvoudig daarin hare bevindingen weergegeven en wat er volgens de bouwverordening ontbrak zij heeft echter niet beweerd dat dit de schuld van den heer Grenu is. De heer Grenu verklaart ook niet te denken dat de com missie persoonlijk tegen hem handelde. De heer Van den Hoek meent, naar aanleiding van gehoorde uitdrukkingen, dat dit wel het geval is. Ook de heer Van IJsselsteijn meende dat dit het geval was. Verder merkt hij op de nog eenig overgeblevene te zijn vau het Da:.. Best, onder wiens beheer het thans besprokene is uitgevoerd. Hij erkent dat er een fout gemaakt is, maar meent dat er wel termen voor vergeving bestaan, daar men met de overname op andere straten gewacht heeft cn zoodoende is het in het vergeetboek geraakt. De heer Van den Hoek komt er nogmaals op terug dat de bouwkundigen waarop de heer Grenu zich beroept in zijn dienst stonden. Met Scheele had de gemeente in het geheel niets te maken, en Bertel handelde in die zaak niet met een opdracht van het Dag. Best. Verder heeft de commissie van onderzoek alleen de haar opgedragen taak volbracht en enkel de feiten geconstateerd, waarom er niet mag worden geklaagd dat zij persoonlijk handelde.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1898 | | pagina 2