A1 g emeen Fieuws- en Advertentieblad Zeenwsch-Vlaander voor No. 3689. Dinsdag 15 November 1898. BE SPOT YAH KBQQflRAST. e Jaar^a^ia;. Binnenland. ABONNEMENT Yoor Per drie maandfen binnen Ter Neuzen 1,Franco per post Nederland 1,10- ^oor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£. Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven oushouders. wn ADVERTENTIEN Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer _/"0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. POLITIEK OVERZICHT. De Berlijusche bladen bevatten de vorige week mededeelingen uit Konstantinopel, volgens welke de betrekkingen tusschen Frankrijk en Turkije zeer gespaunen zouden zijn. De Fransche gezant bij de Porto, Cambon, zou zich herhaaldelijk er over beklaagd hebben, dat de Fransche belangen, telkenmale als zij in aanraking kwamen met de Duitsche, werden veronachtzaamd ten voordeele van Duitschland. De sultan zou hebben geantwoord, dat dat alles slechts een misverstand was en dat de Fransche belangen in geen enkele omstandigheid waren miskend. Cambon haalde toen als voorbeeld aan, dat de moordenaar van Salvadore, Mussabey, in weerwil van zijn misdaad, benoemd is tot comman dant van een legerafdeeling in Syrie, en zeide, dat Frankrijk aarzelde, om een gezant bij de Pote te laten, waar een eenvoudige attache voldoende zou zijn en dat men er te Parijs niet op staat, dat de Turksche regeering in Frankrijk door een ge zant wordt vertegenwoordigd. Wellicht zijn deze berichten het gevolg van de blijdschap der Duitschers, dat hun keizer zoo goed is ontvangen door sultan Abdul Hamid, maar zeer waarschijnlijk klinken ze niet, als men weet, dat de Fransche regeering aan den sultan goedkeuring heeft gevraagd, om Cambon, die Konstantinopel verlaat, als gezant te vervangen door Patendtre. Een Engelsche journalist, die te Livadia door den czaar van Rusland is ontvangen, deelt mede, hoe groote ernst het den czaar met de ontwapenings- conferentie is, die in het a. s. voorjaar bijeen zal komen. Noch de czaar, noch een zijner Ministers denken aan ontwapening in den eigenlijken zin ontwapening zal ook niet worden voorgesteld. Het practische doel van het congres moet zijn, een stilstand in de voortdurend toenemende eischen voor militaire doeleinden te verkrijgen. Er moet een pauze in de oorlogstoebereidselen ontstaan en daardoor moet het oorlogsgevaar zelf meer en meer naar een verre toekomst verschoven worden. Misschien zal ook beproefd worden, het voorstel, indertijd door czaar Alexander II gedaan, om een internationale beperking in het gebruik van ontplof- bare kogels te verkrijgen, uit te breiden tot de wapenen met klein kaliber. Voorts zal op het congres ook de vraag overwogen worden, of het niet mogelijk is, plotseliuge oorlogsverklaringen te voorkomen, al was het slechts door een uitstel te verkrijgen, waarin de neutrale mogeudheden de FJEUI LLKTON Naar MAX PEMBERTON. 4) 't Was geen geheim voor haar, dat Paul Zassulic haar liefhad 't kon haar niet tot verwijt strekken, dacht zij, dat ze geen antwoord voor hem had. Terwijl ze gelukkig geweest was met zijn vriend- schap en genegenheid, had haar druk leven haar geen tijd gelaten, te onderzoeken, of in haar hart ook de schat eener beantwoorde liefde sluimerde. Zij zweeg, omdat geen zekere overtuiging haar te hulp kwam zij wilde niet kwetsen en wist niet, of ze kon heelen. Een groote ernst maakte zich van haar meester ze gevoelde, dat zulke oogenblikken iemands leven bepalen. Zij had weinig vrienden in de wereldde gedachfe, dat deze vriend haar kon worden ontnomen, was bitter. Paul, zei ze, daar een plotselinge beweging van hem het zegel harer lippen verbrak Paul, wat zal ik u zeggen gij zijt mijn vriendzult gij dat altijd blijven Moet ik u zeggen, dat ik verkeerd gedaan heb, naar u te luisteren Neen want dat ben ik u meer verschuldigd ik ben u meer verschuldigd dan ik ooit kan terugbetalen duizendmaal meer. Misschien ben ik niet als andere vrouwen. Als ik mij zelve afvraag, of ik liefheb, kan ik geen antwoord geven. Ik weet niet, wat liefde is. Ik ben gelukkig, omdat gij mijn vriend zijt. Ik zegen de dagen, die u tot mij brengenmaar een vrouw moet meer kunnen zeggen dan dat. Eens, misschien, zal ik't weten. geschillen zouden kunnen onderzoeken en be- middelend optreden. De czaar schijnt te willen voorstellen, dat alle mogendheden zich volken- rechterlijk verplichten, voor een oorlogsverklaring, eventueele kwestie's aan het oordeel der neutrale mogendheden voor te leggen, die dan, echter niet als scheidsrechters, bemiddeleude voorstellen zullen doen. Twee nieuwe voorvallen in de Dreyfuszaak hebben heden de openbare meening bezig gehou- den en zullen wellicht van eenigen invloed zijn zoo niet op den gerechtelijken afloop der zaak, dan toch op de openbare meening, om haar te stemmen ten gunste van den veroordeelden kapi- tein. Diens tegenstanders hadden namelijk het gerucht verspreid in de dagbladen, dat indertijd brieven waren onderschept, geschreven door de dochter van den Duitschen gezant, graaf Minister, waaruit de schuld van Dreyfus klaar en helder ble.ek/ Het behoeft nauwelijks gezegd te worden, dat het feit een verzinsel was, maar graaf Miinster had met reden zijn ongenoegen te kennen gegeven over de onkieschheid, om zijn dochter ter sprake te brengen. De heer Delcasse, Minister van Buiten- landsche zaken, heeft dientengevolge een bezoek bij den Duitschen gezant afgelegd, en dezen mede- gedeeld, hoezeer de Fransche regeering zelve over de zaak verontwaardigd was. Het andere feit is van meer tragischen aard. Den 24 September is namelijk door Dreyfus een brief geschreven aan den Gouverneur der kolonie Guyana, om hem zijn wanhoop uit te drukken over de afzondering, waarin hij gelaten wordt, en over het ongeloof dat de betuigingen zijner onschuld miskent. Hij heeft alien moed verloren voor de toekomst, hij wil voortaan niet meer schrijven, noch aan de overheden, noch zelfs aan zijne familie- betrekkingen. Dreyfus wel te verstaan is nog niet in kennis gesteld met de beslissing van het Hof van cassatie, dat het proces herzien zal worden. Die brief van 24 September is door het Ministe- rie van kolonien medegedeeld aan mevrouw Dreyfus, die daarop onmiddellijk gevraagd heeft aan den Minister, om de tijding der aanstaande herzieuing te mogen seinen aan haar man, dan wel of de regeering zelve zulks zou willen doen. De Minister- raad heeft over het verzoek beraadslaagd, maar het geweigerd, op grond dat het Hof van cassatie de toepassing der straf niet geschorst heeft. Dit besluit van de regeering is hard, en onnoodig wreedaardig. De straf, welke Dreyfus ondergaat, Als die dag komt, zal ik niet aarzelen te spreken. Ik zal u dan antwoorden wat gij wenschtik zal u dan vertellen, dat ik u heb leeren liefhebben. Dit was niet het antwoord, waarnaar hij ver- langd hadmaar 't woord, dat hij zich altijd mocht rekenen onder hare vrienden, en dat zij gelukkig was in zijn nabijheid, deed zijne polsen sneller kloppen hij trok haar naar zich toe, kuste haar op het voorhoofd en wilde haar niet loslaten uit zijn omarming. God zegene je, lieve Marian God zegene je voor die belofte zei hij. 't Was enkel een belofte, Paul, antwoordde zij. Ik kan je niet meer geven ik kan niet tegen je liegen hoe zou ik dan je vriendschap waardig zijn Geen vrouw ter wereld is die meer waardig Een stem van de wallen herinnerde hem aan uur en plaats. 't Was de oude Ivan, die 't hek van de „enceinte" wilde sluiten. Marian maakte zich snel los uit de omhelzing van haar minnaar en trad het fort binnen. Maar kapitein Paul stond nog lang te kijken naar de lichten in het huis van den gouverneur, en toen hij zich om- keerde, om naar de kazerne te gaan, zag hij, dat 't ijsfeest geeindigd en 't tooverpaleis geheel duister was. 't Is nu nacht, zei hij tot zich-zelven maar morgen schijnt de zon weer en zal ik haar zien. Zij gaat met mij de batterijen bezichtigen. Ik zal haar alles aanwijzenen dat duurt een heelen tijd. God bescherme het lieve schepseltje, dat ik bemiu Maar Marian knielde bij haar bedgroote tranen stonden in hare oogen. Als hij eens wistsnikte ze, als hij eens wist is in geen een welboek geschreven. Deportatie is ditmaal verzwaard met voortdurende eenzame op- sluitiug. Wanneer dat laatste er niet bij was gevoegd, zou Dreyfus reeds lang bekend zijn met de gunstige beschikking der herziening van zijn proces. De advocaten hebben nu besloten deze feiten aan het oordeel van het hof van cassatie te onderwerpen, om te verkrijgen dat aan Dreyfus mededeeling van het besluit van het hof wordt gedaan. Vrijdagavond had te New-York een groot banket plaats ter eere van generaal Miles, den opper- hevelhebber van de troepen der Unie. Generaal Miles beantwoordde, een op hem uitgebrachte dronk. Onder luide toejuiching verklaarde hij, dat de oorlog ons aanleiding en gelegenheid gaf tot erkenning van de dankbaarheid die wij aan ons moederlatid verschuldigd zijn, voor den waardigen en machtigen invloed van het Britsche Rijk, bij de handhaving van onze beginselen en rechten. De voorzitter, de heer Choate, wees ook op de nauwe betrekkingen tusschen Engelaud en de Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Aan de gemeeutebesturen van Zeeland is door Gedeputeerde Staten, ingevolge eene aan dezen door den Minister van Binnenlandsche zaken gestelde vraag, verzocht voor 20 November mede te deelen of er in hunne gemeente verbodsbepalingen bestaan tegen het arbeiden van kinderen beneden den leeftijd van 12 jaren. Is dit het geval, dan wordt opgave verlangd van het aantal malen, dat in de jaren 1895, 1896 en 1897 wegens overtreding van die bepaling straf is opgelegd. De Minister van binnenlandsche zaken heeft door tusschenkomst van de Commissarissen der Koningin, aan de burgemeesters ter invulling gezonden het model van het gemeentelijk land- bouwverslag over 1898. Met nadruk wordt den burgemeester er op ge- wezen, dat het opmaken van dit verslag een deel uitmaakt van hunne taak als ambtemar, en dat de verantwoordelijkheid omtrent de juistheid der verlangde opgaven rust niet op de leden der commissie, die hun ter zijde staan, ook niet op hen en de commissieleden gezamenlijk, maar uit- sluitend op hen alledn, waarom de keuze dier HOOFDSTUK II. „Een spion biimeu de poorten Generaal Stefanovic, de gouverneur van Kroon- stad, trad elken morgen te half negen precies zijn studeerkamer binnen, om zijne dochters op de wangen te kussen en hare gouvernante /goeden morgen" te wenschen. De jaren brachten geen verandering in deze plechtigheid dezelfde woorden werden gesproken, dezelfde complimentjes gewisseld. Als de generaal ongewoon veel vrijen tijd had, wijdde hij daarvan eenige oogenblikken aan een bescheiden hofmakerij jegens de jonge dame, welke zijne kinderen onderwees. Als hij geen tijd had, gaf hij haar slechts een lonkje of een lichte kus- liand, als de meisjes 't niet zagen. Goeden morgen, Varia. Goeden morgen, lieve papa. En jij, Rina Goed, lieve papa. Marian Best, de gouvernante van den generaal in 'tjaar 1895, zei altijd, dat als de oude soldaat lachte, de bovenhelft van zijn hoofd dreigde los te gaan als de helft van een ei. Maar dit optisch bedrog was meer 't gevolg van zijn zwak voor geschilderde wenkbrauwen dan van eenig gebrek aan zijn schedel. Zestig levensjaren hadden zijn ijdelheid niet overwonnen. Een blik uit vrouwen- oogen kon bij hem nog den stroom van compli- menten en kinderachtige aanstellerij doen losbreken. Marian plac'ht te zeggen, dat hij bij zulke gelegen- heden op een gloeiende plaat scheen te staan. Zijn schraal, mager lichaam zette zich dan uit, tot de corsetveters dreigden te brekenhij boog zonder ophouden en legde de knokige, blauw ge- aderde hand op zijn borst. Zij vreesde voor die leden dan ook geheel aan hen wordt overgelaten. De commissieleden kunnen, volgens den Minister, te minder voor den inhoud van het verslag ver- antwoordelijk worden geacht, omdat het meerendeel der voornaamste opgaven behoort te worden ver- kregen door de van gemeentewege van huis aan huis te doen verzamelen. De commissie-leden moeten derhalve door de burgemeester alleen worden beschouwd als adviseurs. Wordt hunne taak aldns opgevat dan zal het naar het gevoelen van den Minister, wel niet moeilijk zijn personen te vinden, die bereid zijn om, zonder daarvoor betaling te ontvangen, den burgemeesters bij het opmaken van het verslag bij te staan. Voorwaardelijke veroordeeling Omtrent dit onderwerp lezen wij in het voor- loopig verslag der Tweede Kamer over de be- grooting van justitie Sommige leden zetten nog eens uitvoerig de bekende gronden uiteen, welke pleiten voor de invoering der voorwaardelijke veroordeeling. Met ingenoraenheid hadden zij uit de Memorie van antwoord betreffende hoofdstuk IV der loopende begrooting gezien, dat deze Minister in beginsel een voorstander is van de voorwaardelijke ver oordeeling, en zeer juichten zij toe, dat in het onlangs ingediende wetsontwerp tot ,/wijziging in de bepalingen betreffende het straffen en de straf- rechtspleging ten aanzien van jeugdige personen" dit instituut wordt aangetroffen. Mag daaruit, zoo vroegen zij, worden opge- maakt, dat de Minister van het onderwerp thans zoodanige studie heeft kunnen maken, dat een voorstel om ook voor volwassenen het instituut in ons strafstelsel op te nemen, spoedig kan worden te gemoet gezien Met belangstelling had men kennis genomen van het door de Regeering aan de Kamer ge zonden exemplaar van het laatst ontvangen rapport, door de Belgische Regeering, over de werking gedurende het jaar 1896 der wet op de voorwaardelijke invrijheidstelling en veroordeeling, uitgebracht, in de vergadering der ,/Chambre des represeutants" van 23 November 1897. Men meende evenwel, dat uit de cijfers in dit stuk vermeldt, zonder nadere toelichting weinig viel af te leiden. Het Tweede Kamerlid Staalman woonde de terechtzitting bij, in zake de beleediging van Allard Dijkstra, voor het gerechtsliof te Leeuwarden. Uit zijn blad Extra Tijding blijkt, dat hij Gatze gUI ochtenden, als hij niets te doen had 't was een opluchting voor haar, als ze zijn sabel hoorde tikken op den steenen vloer van de gang of de oude Ivan met de hooge rijlaarzen kwam aanloopen. O, u moest onze taal leeren, zei hij dikwijls tot haaru moest het werkwoord ,/liefhebben" in 't Russisch kennen. Wij zullen samen die les nog eens leeren, juffrouw. U moet mij het kleine woordje nazeggen, tot u het volmaakt goed kent. Ha, ha, haWil u mij niet voor leermeester hebben, miss Best Zal ik u niet goed onder- wijzen, wat Papa, vroeg dan een der kinderstemmetjes in slecht Fransch, papa, wat zegt u tegen de juffrouw Niets, lieve, niets. Soms, als de //poppen" met verbaasde nieuws- gierige gezichten naar zijne verliefde buigingen keken, gevoelde hij alles behalve een vaderlijke genegenheid voor haar. Zij belemmerden hem in zijn hofmakerijhij moest zich vergenoegen met een droppel, waar hij dorstte naar den vollen beker. 't Viel moeilijk te gelooven, dat die geparfu- meerde oude gek de meester was van Kroonstadt en zijn garnizoen, de schildwacht op den drempel van het machtige Russische rijk, de bewaker der vrijheid van millioenen menschen. Toch had Rus land geen trouwer dienstknechter was geen gehoorzamer soldaat in het geheele tsarenrijk. Altijd was hij op zijn post, en hij was trotsch op de taak, hem toevertrouwd. Generaal Stefanovic leefde voor zijn werkhet eenzame en ongezellige huis op de noordelijke kust van het vestingeiland was voor hem een paleis hij verlangde geen anderen tuin dan dien van fort NEIIZENSCHE C0URA\T. »it blail verschijnt SlaamluK-, Wo«nailav. en Vrijilasavond, nitgezonrtenl op Feestilagen, bij ilea nHyt-ver I". J. VAX HBBE «e Ter bemen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1898 | | pagina 1