Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Viaandere No. 3678 Donderdag 20 October 1898 38e Jaargang. Binnenland. G O U D Inzending van advertentiSn v6or 3 uren_opdendag^■uitgave. POLITiEK OVERZICHT. FEU i LLETON Op liot oorlogspad. ABONNEMENT: Voor Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,-. Franco per post f 1 1 0 Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f Men abonne'ertzich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven- oushouders. mi ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pnjs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. n i .1K:< .1 on n UiTMVKF P. J* 1 AH inzenamg vaden ottge^eTJ. Tew ^,en. eo Wf.J„a.avoo.t, - bes GEDEPUTEERDE STATEN van M, Zeeland maken bekend, dat het bestek voor het herstellen of vernieuwen van eemge Provinciale waterstaatswerken en wegen met hun onderhoud gedurende drie jaren, ingaaude 1 Janu- ari 1899, waarvan de aanbesteding 28 October a. s. zal plaats hebben, voor wat het l3o perceel betreft, wordt aangevuld zooals blij- ken zal uit eene mededeeling, welke nederge- legd is op de plaatsen, waar het bestek ter inzage ligt, en op die, waar inlichtiDgen te bekomeu zijn. Middelburg, 15 October 1898. ROEST, Voorzitter. W. POLMAN KRUSEMAN, Gnffier. Er vallen de laatste dagen nog al eens gebeur- tenissen voor, die de aandacht van de Dreyfuszaak een beetje afwenden. Eerst had men de werk- stakingen, toen het groote geheime komplot en nu weer de gespannen verhouding tusschen Engeland en Frankrijk. Die verhouding liet vooral in de pers nogal te wenschen overin Engeland een toon van niet toegeven en op zijn stuk staan in Frankrijk een nog opwindender berusten in onmacht. Tusschen de regeeringen scheen een schikking in zake Fashoda niet onmogelijk en er werd al een modus vivendi bekend gemaakt. Maar nu zijn er plotseling te Toulon vier pantser- schepen uitgerust en men heeft dit dadelijk in verband gebracht met het Engelsche geschil. De schepen worden naar Brest gedirigeerd, volgens den een op oorlogsvoet uitgerust, volgens den ander niet, volgens derden zijn verscheiden schepen met oorlogstuig bewapend. Admiraal Fournier is te Toulon teruggeroepen. Wat moet dit beduiden Een dreigement tegen Engeland, een manoeuvre om de openbare meening in Frankrijk aaugenaam te zijn, of zou de republiek heusch in oorlog alleiding zoeken voor wanhopige toestanden binnenslands Het is haast niet te gelooven. De tegenstanders in de Dreyfus-beweging hebben zich er uiterst over geergerd, dat de heer Bard, van het hof van cassatie, het dossier-Dreyfus in handen heeft gegeven van den heer Mornard, advocaat van Dreyfus. Mornard is dadelijk geintervieuwd door een redacteur van de //Liberte' en heeft ver- klaard, dat Bard hem het eerste gedeelte van het dossier-Dreyfus heeft ter hand gesteld, waarmee Bard zelf juist gereed was. Het dossier is van zeer grooten omvang en de advocaat kon niet- zeggen lioeveel tijd hij noodig zou hebben om er keunis van te nemen. Het bestaat grootendeels uit stukken van de procedure. De befaamde bescheiden, waar van de bekendwordicg zulke groote gevolgen zou kunnen hebben, had de advocaat nog met gezien. Hij achtte het onmoglijk, dat het hof van cassatie voor het einde van de maand een beslissing nam. De zaak zal ongetwijfeld meer tijd vorderen dan het publiek gelooft. De Libertebesluit me te zeggen, dat Mornard tot nu kenuis heeft ge kregen van het gerechtelijk dossier, maar nog met van het „diplomatiek". Mevrouw Zola verklaarde aan een medewerker van hetzelfde blad, dat haar man niet voor de revisie zou terugkeeren, ten einde geen nieuwe verwikkelingen te doen ontstaan. Zij wist met waar hij zich thans bevindteen geregelde brief- wisseling te onderhouden is niet mogelijk, wan alle brieven worden opengemaakt. Op de boulevards wordt de eerste aflevering verkocht van Esterhazy's geschrift over de zaak Dreyfus. Hij belooft de geheele waarheid. e eerste hoofdstuk handelt over de spionnage. Nog een derde persoon heeft zich laten interviewen en wel generaal de Pellieux. Hij meende echler, dat hij de valsche geruchten over een reisje naar Brussel niet hoefde tegen te spreken. „Tlet is zei hij aan den Minister van oorlog, die weet, dat ik niet naar Brussel ben geweest, om zijn ondergeschikten te verdedigen, als hij dit nuttig en gepast acht." Men zegt, dat generaal Gonse gouverneur van Nizza zal worden. Gistermorgen om 9 uur moet Keizer Wilhelm te Konstantinopel zijn aaugekomen. De belangrijkheid van de ontdekking van het anarchisten-complot te Alexandria stijgt met den dag, daar iedere arrestatie nieuwe onthullingen medebrengt, die weder tot nieuwe arrestatien aan- leiding geven. In het geheel zijn 16 personen, alien Italianen, in hechtenis genomen. Het oor- spronkelijke plan der samenzweerders was, in een nauwe straat te Kairo, waardoor de Duitsclie Keizer zou rijden, een kamer te huren, om vandaar uit een met schietkatoen en kwikzilver-fulminaat gevulde bom in het rijtuig te werpen. Toen de Keizer zijn reis naar Egypte opgaf, werd het plan veranderd en werd besloten, de bommen naar Syrie over te brengen. Op een stoomboot van de Khedivial Line, die Zaterdag van Alexandne naar Jaffa vertrok, nam een der anarchisten dienst als steward. Te Jaffa zou hij de bommen, na omkooping van een ambtenaar, aan land smokkeien en dan zou een ander ze meenemen naar Jeruzalem en ze in het Bristol-hotel aldaar verbergen. De aanslag zou bij de inwijding van de Duitsche kerk plaats hebben. t De inbeslaggenomen bommen zijn tien dunn lang en twee duim dik en van ijzer vervaardigd. In het geheel zijn 19 personen bij het complot betrokken. De gearresteerden moeten in andere steden, met name te Londen en te Madrid, handlangers gehad hebben. Uit de papieren, die de politie vond, moet gebleken zijn, dat het voornemen bestond, Koning Humbert en alle leden der Italiaansche koningsfamilie te vermoorden. Bij de behandeling van het wetsontwerp in de zitting van gister der Tweede Kamer, houdende nadere bepalingen omtrent den accijns op ge- distilleerd, verscherping van de controle in de branderijen der 3e en 4° klasse in Noord-Brabant en Limburg, betoogt de heer De Ras uitvoerig, dat door het ontwerp zonder noodzaak dezen tak van indrustrie wordt ten gronde gericht, omdat op andere wijze fraude is te bestrijden, b. v. door toepassing van het Belgische stelsel: accijnsheffing van het product-ruwstoking. De heer Truyen, er op wijzende, dat de wetgever van 1862 zelf oorzaak is geweest van den tegen- woordigen toestand, meent dat de klachten van de branders ernstige overweging verdienen. Met 's Ministers doel, niet met diens middelen, kan hij zich vereenigeu. De heer Nolens vraagt bestaat er geen ander middel en kan de schatkist niet geleidelijkeu weg krijgen wat haar toekomt? De heeren De Boer en Troelstra verklaren zich voor het ontwerp. De Minister van financien protesteert tegen de vergoelijking, waarmede over smokkelarij is ge- sproken. Het ontwerp zal de industrie niet zoo zwaar trefFen en gingen de branderijen ten onder ze zijn van zeer kleinen omvang zou ook voor den landbouw het nadeel niet groot zijn. 't Is nooit de bedoeling geweest de bedoelde branderijen te bevoordeelende tijd van beraad is voor de branders lang genoeg geweest. Het Belgische stelsel is hier niet toe te passen en dat stelsel werkt daar te lande zoo, dat men er ernstig over denkt 't af te schaffen. Ieder, die hart heeft voor de stoffelijke en zedelijke belangen van zijn land, kan slechts wenschen, beeindiging van den bestaanden toestand. Aangenomen wordt een amendement van de heeren De Ras en Loeff (waarover de Minister de beslissing aan de Kamer had overgelaten) strekkende om de wet niet 1 Juli a. s., maar 1 Juli 1900 in werking te doen treden. Het wetsontwerp is daarna zonder stemming goedgekeurd. Daarna wordt behandeld de dekking van het tekort van 14 ton op de oorlogsbegrooting en de regeling der comptabiliteit van de korpsen en de kleeding- magazijnen. In een uitvoerige rede begroet de heer lijde- man de regeling als een gelukkige aanleiding tot verbetering der gebrekkige comptabiliteit en een beeindiging der gevaarlijke speciale credieteu, maar dan moet de in te stellen enquete-commissie bevoegd zijn zich in loco te overtuigen van de hoegrootheid van het voorschot aan de korpkassen. Hij vraagt inlichtingen naar de beweerde onregel- matigheden bij de uitbetaling van het jaarlijksch tegoed op de zakboekjes der militairen. De heer De Ras critiseert zeer de onwettige voorschotten en de overschrijding, zijns inziens wortelende in de fondsen, die reeds in 1869 moeten zijn opgeheven. De Kamer kan op de schaars toegelichte cijfers moeielijk ingaan, daaren- tegen is zij over tal van militaire uitgaven niet geraadpleegd. Noodig is de administratie-corpsen te stellen onder de controle der Rekenkamer. In de aanstaande uajaarszitting der Provinciale Staten van Zeeland, die geopend zal worden op op Dinsdag 1 November, zal onder meer aan de orde komen Stemming over het amendement van den heer Hammacher en over het voorstel van Ged. Staten betreffende de subsidising van de Maatschappij tot bevordering van Ooft- en Tuinbouw in Zeeuwsch- Vlaanderen Westelijk deel voor een snoeicursus. Het advies van Ged. Staten omtrent het voorstel van den heer Heijse tot wijziging van art. 102 van het algemeen reglement voor de polders of waterschappen. Het college kan zich in het algemeen met het voorstel van den heer Heijse vereenigen. Voorstel van Ged. Staten tot vrijverklaring van den calamiteuzen Stad-Philippinepolder. Idem tot het pensionneeren van W. F. Harte, agent van den Provincialen stoombootdienst op de Wester-Schelde te Ter Neuzen. Idem tot het verleenen van een renteloos voor schot voor wegsverbetering aan de gemeente Westdorpe. Een roman uit Klondyke. Naar het Engelsch VAN H E A D O N HILL. 29) Hij had Dick willen gebruiken als een gids naar de bergplaats van het good, dit door een of andere list willen machtig worden en dan vluchten naar een vreemd land, waar hij onder een valschen naam van zijn rijkdom kon genieten. Doch nu 't zoo geloopen was, bezat hij niet de middelen om te ontsnappen aan den man, wiens lange arm hem voor levenslang in de gevangenis kon brengen als valschen munter. Hij kon niets anders doen dan terugkeeren, om van Malahide zijn loon te ontvangen dat zeker nooit zou worden uit- betaald, als het niet werkelijk was verdiend. Hoe zou hij dat verdienen Over die vraag zat Jake te peinzen, ongeveer drie mijlen van het kamp, waar hij even uitrustte en wat nuttigde van den voorraad levensmiddelen, die hij op de vlucht had meegenomen. Hij had heel goed ge- merkt, dat Bliksemstraal hem als een schaduw volgde, en toen het oude opperhoofd zijn spoor had verlaten, was hij op zijn schreden teruggekeerd, tot op een korten afstand van zijn prooi. Jake Mursell was een man, die niet hield van drukte en erg bang was voor zijn dierbaar corpus. Hij stond nu voor een moeilijk probleem doch hij kwam tot een oplossing en ging op zijn gemak in 'tmos liggen, om eens goed na te denken. De nacht was in deze streek niets meer dan een lange schemering, met slechts een uur wer- kelijke diusternis. In dit uur sloop een zwaite gedaante door de wilgenboomen, die het kamp omgaven, en achter de ruwe tent, waar Ster-oogen sliep, bewoog die gedaante zich naar het vlot. In de meening verkeerende, dat geen seherpe wacht nu noodig was, en vermoeid door dewerk- zaamheden van den afgeloopen dag, was het ge heele gezelschap in diepen slaap, om vroeg in den morgen, behoorlijk uitgerust, het nieuwe cachet te gaan zoeken. Het oude opperhoofd lag dwars voor de tent en Joey lag dicht bij het uitgebrande vuur. Twintig minuten gingen voorbij, zonder dat iets anders werd gehoord dan het bruisen van de rivierdaar klonk plotseling een kreet van het vlot, een kreet van angst en vertwijfeling, zoo verschrikkelijk, dat Bliksemstraal's vingers beefden, toen hij overeind rees en dadelijk naar zijn geweer greep. De k~eet was onheilspellend in de ooren van den ouden Indiaan. Misschien maakte de schrik, wat anders niet gebeurd zou zijn, dat de twee schoten, welke hij snel op elkaar loste, misten, terwijl de zwarte gedaante, die slechts een oogen- blik zichtbaar was, verdween tusschen de boomen. HOOFDSTUK XIV. Tot in de vroege morgenuren van hun eersten nacht te Skagway was 't tante Rebecca en Beryl Asquith onmogelijk, te slapen. 't Rumoer in de naburige drankwinkels en speelholen was reeds zeer verontrustend, en toen kort na middernacht een woesteling op weg naar huis zijn revolver loste, zoodat zes schoten achter elkaar door de lucht knalden, werd het de oude dame te machtig; zij barstte in tranen uit. 't Was verkeerd van mij, snikte zij, jou te vergunnen, hierheen te gaan. Ik ben op heel wat rare plaatsen in de wereld geweestmaar zoo iets als hier heb ik nog niet beleefd. Ik had moeten vasthouden aan mijn eerste plan alleen hierheen te gaan. Maar Beryl, bleek en verschrikt als ze was, troostte haar en herinerde, hoe groot de kwelling zou geweest zijn, alleen thuis te moeten wachten in alle onzekerheid over Dick's lot. Kort daarna kwam Hank Devine bij de deur I van de loods en stelde de vrouwen gerust hij had zijn tent opgeslagen vlak tegenover haar nachtverblijf en eindelijk sliepen de vermoeide reizigsters in. 's Morgens bij 'topstaan was tante Rebecca flink en beslist als gewoonlijkzij had zich vast voor- genomeu, geen blijken van zwakheid meer te geven, zooals in den afgeloopen nacht. 't Hinderde haar bepaald, dat er niet onmiddelijk een aanleiding was, om hare vastberadenheid ten toon te spreiden. Haar doel met 't aanvaarden van deze reis was geweestten eerste een eind te maken aan Beryl's onzekerheid, en ten tweede, zoo t ontdekt werd, dat Malahide te Skagway bezig was, booze plannen ten uitvoer te brengen, Dick te waarschuwen of op andere wijze te helpen, als hij veilig uit den strijd was gekomen. Dat 't noodig was, iets van dieu aard te doen, werd bewezen door't postmerk op 't couvert van Malahide, dat Beryl had gevon- den, en 'twelk hetzelfde was van den brief, ge- schreven door Hank Devine aan den ouden heer Osborne. Malahide moest dus een correspondent hebben in de streek, waar Dick zoo onverwacht hevige vijanden had ontmoet. Kon 't zijn, dat de ongewasschen vreemdeliug, dien zij gister had weggejaagd, een werktuig was van Malahide? dacht ze, terwijl ze haar toiht maakte met behulp van zeer primitieve middelen. 't Was een Engelschman, had Devine gezegd, en bekend als niet veel bijzonders. Dit bevestigde althans ten deele hare onderstelling, en ze kreeg er berouw van, dat ze den man dadelijk had afge- schrikt. 't Zou verstandiger geweest zijn, hem te laten praten, om iets te weten te komen van zijn plannen, misschien iets te vernemen van zijn geheim. Tante Rebecca was met haar toilet gereed Beryl sliep nog rustig op den stapel dierenvellen de oude dame wekte 't meisje niet, maar opende behoedzaam de buitendeur en sloot die weer achter zich. Haar kritisch oog had op al haar reizen nooit iets treurigers gezien dan den aanblik van Skagway in den vroegen morgen. Behalve een paar sluikharige Indianen of halfbloeds, die naar hun werk aan de ladingsplaats gingen, was er geen menschelijk wezen te zien. Eenige hon- gerige honden snuffelden in den afval, die uit de hutten op straat was geworpen. Van het Lynn Channel was een vrij dikke mist landwaarts komen trekken, die alles in een floers liuldeslechts de naakte gebouwtjes waren duidelijk te onderschei- den. Gebroken flesschen lagen overal gestrooid deze sporen van drinkgelagen en de diepe stilte, welke overal heerschte, waren in zonderlinge te- genstelling met het nachtelijke rumoer, dat haar

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1898 | | pagina 1