Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwscfa-Vla&nder©
keYITs.
No. 3664.
Zaterdag 17 September 1898.
Naar de Revue
Gemengde berichten.
38e Jaargang.
Binnenland.
abonnemen t
Yoor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per post
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32J.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven-
bushouders.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der mtgave.
ADVERTENTIEN;
Van 1 tot 4 regels 0,40. Yoor elken regel meer /0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij deze courant belioort een bijvoegsel.
der Nederlandsche Oorlogsvloot op bet Hol-
landscli Diep op Bonderdag 15 Sept.
Van onzen eigen verslaggever.)
't Is erg onaangenaam als men het voornemen
heeft een watertocht te maken, een tocht die den
geheelen dag in beslag zal nemer;, en men ontdekt
dan 's morgens uit de veeren kruipende, dat er
een dikke nevel hangt, en deze oorzaak kan zijn,
dat uw geheele watertocht in 't water valt. Te
meer is dit teleurstellend ak men in 't minst
daarop bedacht is geweest, omdat en 't weer van
den vorigen avond en de barometer u een prachtigen
dag voorspelden, en als uitstel der reis gelijk
staat met afstel.
Hoewel nu een mistige ochtend meestal gevolgd
wordt door fraai weer op 't verdere van den dag
kwam de nevel Donderdagmorgen erg te onpas,
daar het vertrek der „Excelsior," die ons naar de
revue zou voeren, en die toch al niet te vroeg
vertrok, daardoor zoo vertraagd kon worden, dat
er geen denken aan was om het Hollandsch diep
tijdig te bereiken.
Evenwel begaf ik mij naar de plaats van afvaart,
met het voornemen den loop der zaken af te
wacliten. Er waren uit Ter Neuzen maar een
luttel aantal personen die zich scheep begaven.
Een speciale trein uit Gent voerde evenwel ruim
200 Belgen aan, zoodat de boot goed bezet was.
Niettegenstaande er van optrekken van den
mist geen sprake was, werd den kapitein op
het bepaalde uur last tot afvaren gegeven. Ware
het niet dat zich met ons bekende varenslieden
haddeu ingescheept, we zouden de reis niet hebben
meegemaakt, maar nu stelde hun tegenwoordigheid
eenigzins gerust.
Zij toch, aan wier order de kapitein met af
varen voldeed, missen o.i. alle vertrouwen van beva
ren lieden te zijn, en een vaart over de Schelde
kan niet worden gelijkgesteld met een vaart door
't Gentsch kanaal.
We gelooven echter dat het niet van roekeloos-
heid was vrij te pleiten, dat de kapitein met zijn
boot en talrijke passagiers in zoo'n dichten nevel
afvoer, want eenmaal buiten de haven, kon men
slechts op korteu afstand om zich heen zien en
was er niets te bespeuren dan water en nevel
Na eenigen tijd doken als schimmen een drietal
tjalkschepen in het duister op, kreeg men ook af
en toe de tonnen in 't gezicht, waardoor we wisten
een goeden koers te hebben. 't Was echter bepaald
een verlichtiug toen we na ruim twee uur varens
de haven van Hansweert binnenvoeren. We moeten
bepaald zeggen dat de kapitein Bakker hier blijk
had gegeven van goede zeemanschap, door zonder
ongevallen zijn boot door de duisternis in het
goede spoor te leiden, want zonder ongevallen
waren we daar aangekomen, behoudens dat de
boot een oogenblik schuurde over den berm van
Hansweert, waarbij naar 'tschijnt de schroef het
nog heeft moeten ontgelden.
De reis door het Zuid-Bevelands kanaal was
voorspoedig, en op Hansweert en op Wemeldinge
stonden de sluizen gereed en tot onze voldoening
en geruststelling was gedurende de vaart door 't
kanaal de mist opgeklaard.
't Werd bepaald een aangename vaart toen
we op de Ooster-Schelde kwamen, dichtbij en in
de verte zeil- en stoomschepen ontwarende,
meest alien getooid met vlaggen en wimpels,
welk tafereel werd overgoten met de thans onge
temperde zonnestralen. De Excelsior kon nu ook
ongeboeid hare vleugels uitslaan, en zoo vertoonden
de Zuid-Bevelandsche wal, Tholen, Noord-Beveland,
Schouwen en Duiveland zich achtereenvolgens aan
ons oog. Daarna kwamen we in het Krammer
en het Volkerak, tusschen den Noord-Brabandschen
wal en het eiland Overvlakkee, tot we omstreeks
half twee aan de Willemstad arriveerdeu.
Daar lagen de schepen op den breeden plas
voor ons. In een lange rei de oorlogsschepen
waarover de revue zou gehouden worden en aan
weerszijden een onafzienbaar bosch van masten
der particuliere vaartuigen, die met talrijke pas
sagiers de revue kwamen bijwonen, alle schepen
in feestdos, rijk met vlaggen getooid.
We bleven liggen aan het westelijk eind der
linie, bij Hr. Ms. flottieljevaartuig ,/Koetei."
Daar bulderde aan de oostzijde der linie het
kanon, ons ten teeken dat het Koninklijk jacht
,/Zeehond" met H. M. de Koningin en haar gevolg
boord de linie had bereikt. Ook de vuur-
monden der dichter bij ons liggende schepen paarden
hun dof gebrom aan dat der andere schepen. We
zagen de „jantjes" aan het scheepsboord en in het
want zich gereed maken om H. M. te begroeten
en onderwijl kwam ook het koninklijk jacht in
het gezicht. Op ieder oorlogschip dat het jacht
passeerde, paradeerden de matrozen en weerklonk
hun luid gejuich, terwijl de Koningin buigend
dankte.
Ook op de particuliere vaartuigen met de
talrijke passagiers liet men zich niet onbetuigd,
en het scheen wel dat men er spijt van had zijn
stem niet luider over de wateren te kunnen doen
klinken, om uiting te geven aan hetgeen in de
borst besloten lag.
Toen het Koninklijk jacht, voorafgegaan door
de vischtorpedoboot „Ardjoeno," gevolgd door de
„Empong" en de „Batok", langs de zuidzijde de
linie gepasseerd was, keerde het voorbij de n Koetei'
om en voer langs de noordzijde terug, t.ot voor
het admiraalschip /Zeeland" waar het ankerde.
De met het Koninklijk jacht van Moerdijk
opgevaren schepen het instructieschip ,/Bellona'
aan boord waarvan zich de Indische prinsen be-
vonden, de schoener ,/Dolfijn" met de Ministers
de //Nederland", van de Maatschappij Zeeland,
en
van de
hunne
met de leden van den Raad van State en
Staten-Generaal, hadden daar ter plaatse
ankerplaats reeds ingenomen.
Nadat het Kon. jacht ten anker was gekomen,
werd H. M. met een sloep van het admiraalschip,
alwaar zij een bezoek zou brengen, afgehaald
Zoodra H. M. op de /Zeeland" was aangekomen,
ging er een luid hoera op van de bemanning, aar
wier stemmen zich die van duizenden op de parti
culiere vaartuigen paarden, daarin geholpen door
de fluiten der naar we vernamen ruim 400 stoom
schepen, daar aanwezig. Dit was een machtige,
een grootsche, een overweldigende ovatie, zooals
er wellicht nog zelden gebracht zijn.
Een sleepboot trachtte tusschen al dat onhar-
monieus gebrom, met een sirenefluit zoo goed en
zoo kwaad als't ging het Volkslied en het Wilhelmus
ten gehoore te brengen.
De revue stond nu voor 't oogenblik stil ge
durende welken tijd de Koningin en de Koningin-
Moeder met haar gevolg de lunch gebruikten en
waarin de bevelvoerders der verschillende schepen
aan H. M. werden voorgesteld.
Onze /Excelsior" had ondertusschen plan ge-
maakt voor de terugreis, wat ons niet erg aan
stond, aangezien er nog weiuig van het geheel
was te zien geweest. Een bevriende hand landde
ons daarom met een roeiboot in de nabijheid van
de Willemstad, waar we aan boord van de
,/Thor VII" gingen, om de reis naar Moerdijk
mede te maken. En van dat tochtje hebben we ons
niet beklaagd. We voeren nu ten Zuiden van
de linie. De //Koetei" stevende ons steeds tegemoet
(Dit schip moest na afloop der revue de reis
naar Indie aanvaarden.)
Yerder lagen daar elkaar opvolgend Hr. Ms.
monitors //Cerberus" en //Krododil", de pantser-
dekschepen //Piet Hein", //Evertsen", /Zeeland"
(met de commandovlag), /Holland", ,/Frieslan^l
Hr. Ms. riviervaartuigen //Mosa", ,/Rhenus" en
de kanonneerbooten //Hefriug" en //Hadda".
De Koningin was met haar gevolg intusschen
weer aan boord van de //Zeehond" teruggekeerd
en onder escorte van de torpedobooten was de
terugtocht aanvaard.
Er was nu ook beweging gekomen in de ont-
zaglijke vloot van particuliere vaartuigen, daar de
gelegenheid nu openstond om de linie langs te
varen. De Zeeuwsche booten vingen de een voor,
de ander na den terugtocht aan, doch de Hollandsche
booten stevenden alien den weg van het Kon.
jacht op. Dat was een verrukkelijk schouwspel
Voorop de ,/Ardjoeuo", daarna het Koninklijk
jacht, waarachter de //Empong" en de //Batok"
links en rechts het water doorkliefden, zorg
dragende dat geen der particuliere booten den
stoet kon voorbij varen.
Hierop volgden de andere tot den stoet be-
hoorende schepen en dit alles werd omstuwd door
de honderden stoomschepen rijk met vlaggen ge
tooid, zwart van jubelende menschen. Hier hoorde
men een muziekkorps volkliederen spelen, daar
was men weer op een boot aan het zingen, en
daartusschen het hevig kanongebulder, onzen
bodem doende schudden, zwaar dreunend over het
water, zwakker wegrommelend over het land, terwijl
de kruitdamp de oorlogschepen in een nevel hulde.
Dit was inderdaad ook een schoon overweldigend
oogenblik.
Zoo bereikte men de Moerdijk. Daar lagen het
korvet ,/Alkmaar," kortgeleden uit de West te
ruggekeerd en de instructieschepen /Castor" en
//Nautilus." De ra's dezer schepen stonden vol
met matrozen, wat een fraai gezicht opleverde.
Daar kwam een stoombarkas uit de haven ge-
stoomd, slepende de Koninginnesloep. Dit is
een prachtig vaartuig. Rank ligt het op het
water, de lijnen teekenen zich bevallig af. Op
de voorplecht staat de zeegpd Neptunis met zijne
Engeleu, zijn tritons en de hem dienende zee-
paarden. De achtersteven is op de wijze van een
Chineeschen gordel met een fraai baldakijn uit
gebouwd, twee welgevormde godinnen omkronkelden
den achtersteven.
De sloep legde bij de //Zeehond" aan, en een
oogenhlik daarna verscheen ze weder, met de
Koningin en de Koningin-Moeder en hun gevolg,
die onder het baldakijn hadden plaats genomen.
Statig bewoog de sloep zich door het kalme
water, getrokken door de flinke gelijke slagen
van twintig riemen, waaraan even zoovele krachtige
matrozen 1" klasse, die wel zeker nimmer met
zooveel zelfbewustheid en innerlijk welbehagen
de riemen zullen gehanteerd hebben, dan thans
nu hen de eer te beurt viel H. M. de Koningin
met zich te voeren.
Zoodra H. M. de ,/Zeehond" verlaten had begon
deze met het geven van het Koninklijk saluut
(35 schoten) daarin geholpen door de 3 daar
geankerde voornoemde schepen.
Op den wal te Moerdijk stond het zwart van
menschen. Duizenden waren daar aanw<
om de terugkomst van H. M. te aanschouwen.
Er waren evenwel goede maatregelen genomen
om te voorkomen dat menschen in het water
zouden worden gedrongen en gezorgd dat ieder
zooveel mogelijk alles zien kon.
Van af de aanlegplaats in de haven leidde een
overdekte gang naar het versierde station en ook
op de haven was aangebracht eene versiering van
masten, waaraan Oranjewimpels in het zachte
koeltje lustig wapperden.
Nu was de revue teneinde. H. M. die met
donderende toejuichingen door de op de kade ge-
schaarde massa's bij het binnenkomen der haven
was begroet, vertrok per extra trein eveneens onder
krachtige ovatie's. Verder vertrokken verschillende
extratreineu, om de vele feestgangers terug te voeren
De booten die met autoriteiten de revue hadden
bijgewooud en de plezierbooten voeren nu ook
naar hunne bestemming, de meesten in de richting
van Dordrecht.
Wij landden te Moerdijk, waar het nog feest
was en waar een gezellige levendigheid heerschte.
Het was nu maar de kunst om onder dak te
komen, daar aldaar cn in de plaatsen die nog te
bereiken waren alles overvol was met vreemde-
lingen. Welwillend werd echter door bekenden
van iemand uit ons gezelschap in logies voorzien,
zoodat we nu gerust konden feestvieren. Dit ging
overal geregeld en zonder stoornis en nog lang
nadat we beproefden uit te rusten van de ver
moeienissen van den dag weerklonk gejubel door
de straten, al of niet geaccompagneerd door muziek.
Heden morgen vernamen we op onze terugreis
in den trein dat het in Dordrecht des avonds
ontzachelijk druk is geweest, daar de meeste booten
hunne passagiers daar hadden geland.
We zijn nu weer teruggekeerd na een reisje te
hebben gemaakt dat, hoewel onder minder gunstige
omstandigheden aangevangen,een goed resultaat had.
We hebben naar onze meening een vlootrevue
bijgewoond, gepaard met schitterende huldebe-
tuigingen aan H. M. de Koningin, wat alles te
saam genomen een schouwspel opleverde, dat wel
hoogst zeldzaam of wellicht nimmer meer te
genieten zal zijn en dat een onuitwischbaren
indruk achterlaat.
Zooals nog alle plaats gehad hebbeude inhul-
digingsfeesten is ook dezer revue door aller
prachtigst weer begunstigd.
Ter Neuzen, 16 Sept. 1898.
Het bericht in ons bijvoegsel van heden,
dat de Bredanaar //uit goede brou" verneemt, dat
Dr. Schaepman zich na de inhuldigingsfeesten uit
de Tweede Kamer en uit het politiek leven zou
terugtrekken, is, naar het Centrum van de meest
betrouwbare zijde verneemt, uit de lucht gegrepen.
Ged. Staten van Zeeland hebben art. 94 van
het reglement voor de calamiteuze polders of
waterschappen in die provincien in dien zin ge-
wijzigd dat het voortaan als volgt gelezen wordt
z/Gedeputeerde Staten bevelen in gevallen van
doorbraak van een dijk, zoo belanghebbenden zulks
verzoeken, een nieuwe schatting van gronden,
waarvan de kosten voor rekening van den calami-
teuzen polder komen. Deze nieuwe schatting geldt
voor een nieuwen termijn van tien jaren, ingaande
op 1 Mei van het dienstjaar, volgende op dat,
waarin de schatting plaats vond."
H
Een opzienbarend voorval had eergistermid-
dag omstreeks twaalf uur op den Maliesingel te
Utrecht plaals. Daar waudelde, naar men rnede-
deelt, omstreeks dien tijd een dame met een
vierjarig kind aan den arm. Plotseling kwam van
den Tolsteegsingel een rijtuig aandraven, waarin
een heer gezeten was. Bij de dame gekomen,
hield de koetsier de paarden in, de heer verliet
het rijtuig en trachtte de dame, waarschijnlijk zijn
vrouw, het kind te ontrukken. Daarin werd hij
geholpen door den koetsier die daarbij tegen de
dame de woorden uitte,/Den man behoort het
kind". Nadat heer en kind in het rijtuig hadden
plaats genomen, reed het pijlsnel weg. De dame
scheen erg opgewonden, zij begaf zich echter zonder
alarm te maken in tegenovergestelde richting
huiswaarts.
Dat in korten tijd een menigte nieuwsgierigen
het geval stonden te bepraten laat zich zeer goed
begrijpen.
Op verschillende scholen van Berlijn heeft
men proeven genomen, om na te gaan, hoever de
leerlingen het gebracht hadden in het aanschouwen
van dingen in de natuur, werkzaamheden van
menschen, enz. Het resultaat was bedroevend.
Zoo bleek b.v. dat van alle ondervraagde scholieren
van zes jaar en ouder bijna 70 percent zich geen
voorstelling konden maken van zonsopgang en
54 percent niet van zonsondergang, dat 76 percent
nog geen dauw, 75 percent geen levenden haas,
64 percent geen eekhoorn hadden gezien 60 percent
geen koekoek en 82 percent geen leeuwerik hadden
gehoord 49 percent hadden geen kikvorsch, 53
percent geen slak, 87 percent geen berk, 59
percent geen korenveld, 66 percent geen dorp 67
percent geen berg en 89 percent geen rivier gezien.
Verscheidene schoolkinderen beweerden een
z/meer" te hebben gezien, maar bij nader onder-
zoek bleken zij een vischvijver op de markt te
bedoelen. Dergelijke waarnemingen kan men haast
in elke groote stad doen. Zoo constateerden,
twee jaar geleden, de onderwijzers bij een groot
schoolfeest te Keulen, dat kiuderen van tien en
twaalf jaar, die uit de voorsteden in de oude stad
kwamen, nog nooit den Rijn hadden gezien eu
ook den dom niet van dichtbij kenden.
TER IEMSCHE COIIRANT
F*.
»it tolart verschijnt Woen»d»g- en
VriJ(laKavon<l, nitgeionderd op
Tijdens de aanstaande Kermis alhier mogen de tapperijen
voortdurend open blijven, onder dien verstande evenwel, dat
zij ten alien tijde dadelijk moeten worden gesloten, wanneer
de politie dit mocht bevelen, terwijl op den laatsten Kermis-
dag, des Zaterdags, zoowel de krarnen, tenten enz. als de
tapperijen moeten worden gesloten uiterlijk des naehts te
18 uren.
Ter Neuzen, 16 September 1898.
De Burgemeester,
J. A. VAN BOVEN.