Vtlt
V L A S.
Genien^de berichten.
Hoogwatergetij te Ter Neuzen.
Advertentien.
P. J. WORTMAN, Zaamslag.
DAGEN.
Voorm.
Nam.
Zaterdag 6 Aug.
4.26
4.47
Zondag 7
5.5
5.25
Maandag 8
5.47
6.8
Dinsdag 9
6.30
6.56
W oensdag 10 H
7.23
7.55
Donderdag 11 v
8.33
9.16
Vrijdag 12
10.1
10.45
IP. LAMAITEjEI,
DP. ITRB,
W. vanTATENHOVE Pz.,Ter Neuzen.
den kroonprins meekwamen. Het zijn Amidin
Pangeran Mangko Negoro en Hassin Oedin Pange-
ran Sosro Negoro. Beiden tellen te Amsterdam
vele sport-vTienden en vriendinnen, die zeker met
ongeduld hun komst tegemoet zien.
TER NEUZEN, 5 Augustus 1898.
Gisteren overleed de oudste ingezetene dezer
gemeente, de heer P. Lamaitre, in den ouderdom
van bijna 98 jaren13 Augustus was het zijn
jaardag. Langen tijd in het gebruik van al zijn
geestvermogens geweest zijnde, waren deze de
laatste twee jaren sterk verminderd.
In de vergadering van den Raad van State,
afdeeling voor de geschillen van Bestuur, te houden
op Woensdag 10 Augustus a. s., zal verslag
worden uitgebracht in zake van het beroep, inge-
steld door P. A. van de Yelde te Ter Neuzen
tegen het besluit van Gedep. Staten van Zeeland
dd. 4 Juni jl. n°. Ill), 3e afd., waarbij het besluit
van den Raad dier gemeente, om hem als raadslid
toe te laten, is vernietigd.
Bij het gisteren te 's Gravenhage gehouden
examen voor de Engelsche taal slaagde o. m. de
heer J. L. Boon van Zaamslag.
Yoor het mede aldaar gehouden examen voor
de Pransche taal slaagde de heer J. A. Tavenier
van Biervlietl
Door eeu jongen van 9 en een meisje van 8
jaar is Woensdagmiddag te Schoondijke ingebroken
in het armhuis der Ned. Herv. gemeente, en in
een der vertrekken van een 85jarigen bewoner
uifc een bureau een bedrag van ongeveer f 7,50
ontvreemd.
Naar van daar aan de Midd. Ct. geschreven
wordt, ware het te wenschen dat de kinderen in
een opvoedingsgesticht konden worden geplaatst,
daar er, wanneer zij thuis blijven, veel kans be-
staat dat zij meermalen met de gevangenis zullen
kennis maken.
De Amersf. Ct. bevatte dezer dagen de vol-
gende advertentie
//Een tienjarige, vroolijke knaap uit een provincie-
stad, die twee maanden vacantie heeft, zou zoo
gaarne in een andere plaats gaan logeeren in een
gezin, waar jongens zijn, liefst in het bezit van
fietsen.
Zij, die hem inviteeren willen, worden vriendelijk
verzocht brieven te zenden, enz."
In een drankslijterij in Den Bosch kwam
Woensdag eene dienstbode van een gezin uit de
buurt te winkel. //Och," zeide zij aan de juffrouw
uit de slijterij, //zoudt u niet een bankje van 25
kunnen wisselen
De juffrouw haalde geld, waarop de meid zei
,/Ouze juffrouw was in gesprek en zal u dadelijk
het bankbiljet sturen. Ik zal het aanstonds
brengen." Met een streek de meid de specie op
en zij ging naar huis.
Een oogenblik later vroeg zij hare meesteres
om in een winkel in de buurt zout te halen wat
haar werd toegestaan. De meid is met haar zout
op 't oogenblik nog niet teruggekeerd.
De wissel-geschiedenis -bleek later geheel ver-
zonnen, zoodat de oplichtster met de 25 aan
zilver //er van door" is.
Door de politie te Ylissingen is aangehouden
een 40jarige gehuwde vrouw, te Middelburg
woonachtig, die in de laatste maanden bij verschil-
lende goudsmeden in eerstgenoemde gemeente
gouden ringen verkocht. Bij onderzoek is het de
politie gebleken dat die vrouw de gouden ringen
Dagen gingen voorbij. Ik zag niets van
Laurette en wilde haar ook niet zien. Zij zelve
ging mij blijkbaar ook uit den weg, waarover ik
mij in stilte verheugde, want ik zou den aanblik
van dat door smart verteerde gezichtje niet hebben
kunnen verdrageu.
Hoe haatte ik dien Caron Hij scheen zoo
koud en onverschillig alsof hij zich volstrekt niet
herinnerde een armen drommel te hebben laten
doodschieten.
Te Cayenne aangekomen, legde ik het commando
over mijn schip neer, ging de stad in om eenige
dienstzaken te regelen en vertrok, zoodra ik daar-
mede gereee was, naar New-York. In handen
van een vertrouwd vriend liet ik eene groote som
gelds achter en droeg hem op Laurette eerst zes
maanden later naar mij toe te zenden. Ik wilde
haar niet ontmoeten voor de eerste smart voorbij was.
Ziek en levensmoede kwam ik te New-York
aan, ging aan land en kocht buiten de stad een
klein landgoed, waarop ik mijne laatste levensjaren
hoopte te slijten. Toen schreef ik aan Laurette.
Het arme kind ik moest haar zien.
Op een mooien zomeravond zat ik voor mijn
huis, rookte eene pijp en keek langs den weg,
toen opeens het geratel van wielen zich liet hooren
en eenige oogenblikken later een rijtuig voor mijne
deur stilhield. In het volgend oogenblik werden
er een paar zachte armen om mijn hals geslagen
en hoorde ik de stem van Laurette, die tusschen
hare tranen door riep
uO, mijn lieve, beste kapitein
z/Lieve hemelriep ik, mij omwendende en
met verbazing nog een tweede persoon ontdek-
kende //wie staat daar nog meer En mijn
op verschillende lijden bij een goudsmid te Mid
delburg ontvreemd had. Tegen haar is proces-
verbaal opgemaakt.
De nestor der Nederlanders is de heer G. A.
Boomgaard, oud-zeevaarder te Groningen, die
21 Sept. zijn lllden geboortedag hoopt te vieren.
De lichamelijke, zoowel als de geestelijke toestand
van den oud-strijder van 1812 en '15 gaat achteruit.
Het gezicht is bijna verloren, het verstand werkt
nitet meer en van loopen kan ook geen sprake
meer zijn. Zelfs de pijp, die hem ettelijke jaren
getrouw gezelschap hield, blijft onaangeroerd. De
oude heer wordt in zijn gasthuis-kamer uitstekend
verzorgd. Een oppasser en eene oppasseres zijn
steeds te zijner beschikking.
In de buurt van Wezel heeft een vrouw
zich met haar drie kinderen in den Rijn gestort.
De lijkjes der kleinen werden op verschillende
plaatsen opgevischt. Dat der moeder, die waar-
schijnlijk krankzinnig was, werd niet gevonden.
Door het schrikken van een hond geraakte
Dinsdagmiddag te Elst (Betuwe) het bijna 5jarig
zoontje van den heer P., onder een der wielen
van een zwaar geladen meubelwagen. Het kind
werd er levenloos onderuit gehaald.
In een herberg te Haarlem zat een aller-
gezelligste prater met een boertje uit Schalkwijk,
die daar een glas bier kwam drinken en zoozeer
ingenomen bleek met zijn gezel, dat hij dezen
tracteerde. Bij het betalen bleek, dat het boertje
een goedgevulde beurs bij zich had en toen hij
vertrokken was volgde de getracteerde hem. Buiten
de stad gekomen, greep hij den man aan, en
takelde hem zoo toe, dat hij bewusteloos neerviel.
Bijgekomen miste de boer zijn portemonnaie. On-
middellijk gaf hij de politie kennis vau een en
ander, die spoedig de hand legde op den dader.
Te Amsterdam waren Dinsdagochtend eenige
werklieden aan het cokes hijschen en hadden daartoe
een takel bevestigd aan het windas op den zolder
van het huis. Plotseling brak het touw en het
hijschblok viel neer op het hoofd van een der
werklieden, die beneden stonden. De man zakte
onmiddellijk ineen met een levensgevaarlijke
wonde aan het hoofd, en overleed spoedig daarop.
Een jonge boer, Bautan geheeten, woonde
een godsdienstoefening bij, die gehouden werd in
een tent te Cornistwille (Kentucky). Bautan, die
onder den invloed van sterken drank verkeerde,
stond midden onder de preek op en gebood den
predikant zijn mond te houden. Zooals te begrijpen
is kwamen er aanstonds eenige personen toeschieten,
die hem verwijderen wilden, doch de dronkaard
was daar volstrekt niet van gediend, haalde een
revolver uit zijn zak en voor iemand het hem
verhinderen kon, schoot hij een man neer die hem
vasthield. Een twaalftal mannen wierpen zich op
den moordenaar om hem te ontwapenen, maar met
de revolver in de vuist, riep hij hun toe, hem van
het lijf te blijven, daar hij er anders nog meer
zou neerschieten, en de daad bij het woord voegende,
loste hij een schot op ,een der mannen. Daarna
schoot hij ook nog een jonge dame neer en het
laatste schot doodde een andere jonge vrouw. Nu
maakte hij van den algemeenen schrik gebruik,
om te ontvluchten, voordat het bij iemand opkwam
den vierdubbelen moordenaar achterna te gaan.
Toen een vijftigtal landlieden hem wilden opzoeken,
was hij nergens meer te vinden.
Bij Lancut in Galicie overreed Dinsdag
ochtend een sneltrein een boorenwagen, waarop
vijf vrouwen en twee mannen zaten. Een vrouw
bleef op de plek dood, twee andere en een man
bezweken terwijl zij naar het ziekenhuis werden
gebracht de overige zijn ook ernstig gekwetst.
Met den trein zelf gebeurde niets. De wegwachter
had verzuimd de hekken te sluiten.
Eenige dagen geleden zagen de wandelaars
in de straten van Madrid een oud heer loopen,
die een bordje op de borst droeg, waarop het
volgende geschreven stond /,Commaudant-kapitein
op non-activiteit, tien jaren in de Cubaansche
binnenlanden geweest. Men is mij tien termijnen
soldij scbuldig, ik heb vier zieke kinderen, een is
oog bedroog zich niet, het was de schoone,
mannelijke gestalte van Antoine Sinclair, den
gedeporteerde.
,/Wat beteekent dat, hoe is dat mogelijk
vroeg ik, zonder te weten of ik waakte of droomde.
z/Doet het u genoegen, mij te zien P"
z/De hemel zij dank was alles wat ik kon
antwoorden.
Haastig vertelden ze mij daarop hoe alles zich
had toegedragen. Mijn eerste officier had beter
in mijn hart weten te lezen dan ik zelf. Nadat
de boot in zee was gestoken, werd het zaakje in
orde gebrachthet salvo was wel gegeven, maar
geen kogel trof Antoine Sinclair. Na de schijn-
vertooning, die mij moest doen gelooven dat het
bevel volbracht was, had men hem heimelijk in
zijne kajuit teruggebracht en had hij zorgvuldig
gezorgd voor mij verborgen te blijven. Al mijne
manschappen waren in het complot geweest, alleen
ik was er onkundig van gebleven.
Aan Caron zond ik eene belooning van duizend
dollars.
Ik ben thans een oud man, maar hoogst geluk-
kig, want mijne kinderen en kleinkinderen ik
noem ze niet anders schijnen te meenen, dat
de oude kapitein Lafontaine, ondanks alles wat er
gebeurd is, nog zoo'n kwade man niet is.
E I N D E.
ernstig ziek, en wij bezitten geneesmiddelen noch
voedsel." Het bordje droeg het onderschrift
kapitein Juan Verdich Escalera. Menigeen wierp
een aalmoes in den hoed van den veteraan, die
het land tien moeitevolle jaren diende en nu door
den staat vergeten schijnt te worden.
De vorige week werd te Riby Grove, En-
geland, eene verkooping van Lincolnschapen ge
houden, die in menig opzicht merkwaardig was.
52 Rammen brachten gezamenlijk 4554.18.
op, of gemiddeld 87.12. 1061.20) per
stuk. Een jaarling ram bracht 100 guinea's
(/1260) op en werd voor Beunos Aires gekocht.
Een ander ram bracht het tot 250 guinea's 3150)
en twee anderen besomden f 3528 en 3906.
Het waren alle schapen gefokt door den be-
kenden fokker Henry Dudding.
Zooals men weet worden de Lincoln-schapen
ook voor ons land zeer gezocht, doch in Nederland
is men weinig geneigd zulke prijzen te besteden
en neemt men derhalve met mindere soorten ge
noegen.
Op dezelfde verkooping werden schorthorns ge-
veild. Een paar stieren besomden 200 guinea's
[f 2520) elk, en de koeien en vaarzen werden
voor ongeveer f 625 per stuk van de hand gezet.
De Amerikaansche vrouwen hebben weder
een nieuwe bron vau bestaan gevonden en wel
het beroep om kinderen in slaap te zingen. School-
meisjes, wier orgaan zich daartoe bizonder leent,
ontvangen in inrichtingen voor zangonderwijs op
het conservatorium daarvoor haar speciale opleiding.
De dames, die van de diensten van deze jonge
zangeressen gebruik willen maken, huren haar
voor een vrij goede belooning, waarvoor zij dan
op bepaalde uren en voornamelijk des avonds de
kinderen moeten bezoeken, om hen in slaap te
zingen door eigenaardige sluimerliedjes. Dit eerst
sedert kort ontstane beroep vindt overal reeds
veel beoefenaarsters, daar er veel vraag naar de
zangeressen is.
Men maakt zich ernstig ongerust over de
Belgische Zuidpool-expeditie onder luitenant De
Gerlache. Daar sinds langen tijd van deze expeditie
geen enkele tijding is ontvangen, vreest men dat
zij in het ijs is opgesloten en misschien gebrek
lijdt. Er worden pogingen aangewend om de
Engelsche antarctische expeditie onder Borchgrevin,
die op het punt staat te vertrekken, te bewegen
naar de expeditie-De Gerlache en haar schip de
z/Belgica" te zoeken.
Blanke slaven. Russische bladen melden,
dat een landedelman het volgende bepaalde, toen
er een werkman bij hem in dienst trad
Eerbiedig groeten op twintig pas afstand, voor
mijnheer en mevrouw en voor de kinderen, die
nog door de min worden gedragen Zelfs groeten
bij het voorbijgaan van het huis van den landheer,
al waren ook de bewoners afwezig, en nog tal
van andere stipt voorgeschreven eerbewijzen,
alles op straffe van boete of opsluiting in den
kelderDeze arme man heeft laatst /12 boete
gehad en is zes dagen in den kelder opgesloten
geweest omdat hij zonder voorkennis van zijn
heer en meester was getrouwd
INGEZONDEN STUKKEN.
Ter Neuzen, 5 Aug. 1898.
Mijnheer de Redacteur
Yergun mij dat ik het in uw blad van 30 Juli j.l.
voorkomende stuk, geteekend Alphons Begheijn,
met een enkel woord beantwoord.
Wat toch is het geval. De inspecteur Klaassen
is twee of driemaal bij den heer Begheijn geweest
om hem er opmerkzaam op te maken, dat hij
geene kennisgeving van de verbcuwing had gedaan,
en kreeg daarop ten antwoord dat hij geen
kennisgeving wilde zenden. Is dit een onwaarheid
Ik moet het betwijfelen. Van daar mijn antwoord
aan den heer De Koeijer. Had de heer Begheijn
dadelijk acht geslagen op de waarschuwing van
den inspecteur Klaassen, er ware natuurlijk geen
proces-verbaal opgemaakt en de heer Begheijn
had zich veel last en onaangenaamheden kunnen
besparen.
Waar blijkbaar onwil is, moet toch immers het
Dagelijksch Bestuur handelend optreden.
Wat verder de insinuatie over de Donze-
Visserstraat betreft, kan ik u mededeelen, dat deze
door de Gemeente nog niet is overgenomen. De
bewering is dus om de in het boven aangehaalde
stuk voorkomende woorden te gebruikengewoon
weg in slrijd met de waarheid.
Onder dankzegging voor de mij verleende
plaatsruimte.
Achtend,
Uw dw. dn.
H. C. E. van IJsselsteijn,
Wethouder.
Mijnheer de Redacteur
Naar aanleiding van een berichtje in Uw blad
over de verdronken koe, verzoek ik U beleefd om
plaatsing van 't onderstaande.
Na lezing van gemeld schrijven zou 't publiek
wellicht in den waan komen, dat ik plan heb gehad,
om de ingezetenen aan een gevaar bloot te stellen,
dat nu gelukkig door de waakzame politie is voor-
komen. Maar laat ons de toedracht der zaak
nader beschouwen.
De koe, waarvan in het bericht sprake is, werd
Zondagmorgen op de klavers geweid en kreeg
tengevolge daarvan de z. g. kwade dikte, waardoor
het dier het erg benauwd kreeg en door de
onoplettendheid van den koewachter te water ge
raakte. Een persoon in de nabijheid ziet het
gevaar voor verdrinken en zend spoedig om hulp,
doch tracht inmiddels het dier boven water te
houden. Doordien hij alleen was, kon hij het niet
lang volhouden en toen de hulp kwam, was de
koe gestorven of door verdrinken of door'oenauwd-
heid. Het dier werd onmiddelijk op den wal
gehaald, den hals afgesneden, naar huis gevoerd
en in de schuur gevild en geslacht.
Aangezien dit ongeluk op Zondag voorviel en de
rijks-ontvanger verplaatst was, kon men geen aan-
gifte op het kantoor doen. Ik vroeg daarom om
inlichting aan den inspecteur van politie, die mij
dadelijk, nadat hij de toedracht der zaak vernomen
had, verbood, de geslachte koe uit te verkoopen.
De heer Klaassen deelde mij n. 1. mede, dat een
art. der wet zegteen dier, dat zijn natuurlijken
dood, of met andere woorden, tengevolge van
ouderdom of ziekte is gestorven, mag niet als<epijs
in den handel gebracht wordenzoodat de koe
moest begraven worden. Nu vraag ik Was die
koe een natuurlijken dood gestorven en had de
heer Klaassen alleen het recht, om de koe te doen
begraven. Kon goedkeuring van den rijks-veearts
of van den keurmeester niet baten P of is misschien
hier wel een beetje naar willekeur gehandeld
Indien de inspecteur, die zijn verwondering en
goedkeuring over het vleesch gaf, dan werkelijk
zooveel gevaar zag, waarom dan het vleesch voor
't begraven nietonbruikbaargemaakt met pretroleum
of carbol, zooals toch in zulke gevallen altijd
gedaan wordt, opdat de bewoners in de omgeving
het vleesch er des nachts niet meer zouden uithalen.
Wetten zijn noodig en nuttig, vooral op de
levensmiddelen, maar of in dit geval de letter der
wet zoo nauwkeurig kan toegepast worden, be-
twijfel ik.
De politie moet voor gevaren waken, maar die
ook niet zoeken, daar, waar ze werkelijk niet bestaan.
Ware het niet te wenschen, dat zulke gevallen
eens nauwkeuriger onderzocht werden, voor't bevel
tot begraving werd uitgevaardigd of dat men dan
toch in elk geval recht op schadevergoeding had
U dankend voor de plaatsing,
Hoogachtend,
Sluiskil, 3 Aug. 1898. C. Kielman.
Gisterenmorgen omstreeks 5 uur overleed
zacht en kalm tot mijne diepe droefheid mijne
geliefde echtgenoot
in den gezegenden ouderdom van bijna 98 jaar,
na eene gelukkige echtverbintenis van bijna 37 jaar.
Ter Neuzen, den 5 Augustus 1898.
Wed. P. LAMAITREMeertens.
*x* Tot onze diepe droefheid overleed gisteren
morgen onze zeer geliefde oom, behuwd- en oud-oom
in den hoogen ouderdom van bijna 98 jaren.
Ter Neuzen, 5 Augustus 1898.
J. J. DEKKER, vrouw en kinderen.
Hartelijk dank betuigen wij bij
dezen, ook namens wederzijdsche familie,
aan alien, die ons blijken gaven van belangstelling
op Dinsdag 19 Juli, den dag van ons huwelijk.
J. ROTTIER.
M. ROTTIERIJsebaert.
St. Jansteen, 5 Augustus 1898.
ffiSfR** 0nzen liartelijken dank voor de
belangstelling der bekenden ter ge-
legenheid van onzen zilveren bruiloft.
H. TRAPMAN, Echtgenoote
en Kinderen.
Ylissingen, 5 Aug. 1898.
Gelegenheid tot assurantie van Y L A S tegen
brandschade, op vaste premie.
Gelegenheid tot VLAS ASSUREEREN, onder-
ling of tegen vaste premie, bij