Buitenland.
Gemengde berichten.
Telegrafische berichten.
iFgezonden stukken.
Zondagavond bij gelegenheid van de kermis
op het gehucht Boerenhol zijn de schippersjongens
van Philippine slaags geweest met een troep Boek-
houtenaren. Naar men verneemt was het gevecht
nog al ernstig.
St. Jansteon. Zondag werd alhier in eene
druk bezochte vergadering besloten in verband
met de inhuldiging van H. M. Koningin Wil-
helmina een volksfeest te geven, op Zondag 11
September 1898.
De feestcommissie is als volgt samengesteld
C. Ysebaert, burgemeester, eerevoorzitterA. v. d.
Pluijm, wethouder, voorzitter; Joseph Vael,
raadslid, ondervoorzitterA. T. Rottier, gemeente-
secretaris, secret.-penn. W. P. Schets, pastoor,
eerelid en zestien gewone leden, welke deze week
eene collecte in de gemeente zullen houden ten
eiude de noodige gelden bijeen te brengen.
Het gemeentebestuur zal eenige prachtige
medailles beschikbaar stellen voor de societeiten
die op dezen dag wedstrijden geven.
Het laat zich aanzien, dat er weer een scboone
dag voor onze gemeente op handen is.
IJzendijke, 1 Aug. De premieleening, groot
2300, door deze gemeente uitgeschreven voor de
te bouwen muziektempel, is voor 3900 iuge-
teekend.
's Graveuhage, 1 Aug. Bij het heden ge-
hotiden examen voor de Engelsche taal (L. 0.)
slaagde o. m. de heer G. Jurrij, hoofd van school
C alhier.
Vorst Von Bismarck is Zaterdagavond te 11 uur
overleden.
Het Handelsblad voegt aan dit bericht het
volgende
De kluizenaar van het Sachsenwald is heengegaan
Slechts korten tijd overleefde hij zijn grooten
Britschen ambtgenoot Gladstone, naast wien hij
gestaan heeft de jaren door. De derde van het
drieinanschap van Duitschland's eenheid heeft zijn
plaats ingenomen in de geschiedenis der wereld.
Wilhelm, de Keizer, ging voor, Moltke, de veldheer,
volgde, Bismarck, de staatsman, bleef toezien op
het werk, dat hij had helpen tot stand brengen,
al had hij geen deel meer in den gang van zaken.
Bismarck behoorde reeds aan de geschiedenis
sedert de jonge Keizer, sedert de kleinzoon van
den eersten monarch van Duitschland opnieuw
vereenigd, hem dwong tot heengaan. Zijn ver-
diensten stonden bij zijn leven gegrift in monumenten
van brons en steen, langer dan die gedenkteekenen
zal zijn naam blijven geeerd in het Duitsche rijk,
blijven geroemd in de gedachtenis aller volken.
Bismarck zelf heeft eenmaal, onder treffende
omstandigheden, het standpunt aangegeven, waaruit
hij wenscht beschouwd te worden. Het was op
den 2en September 1870, na den slag bij Sedan.
Den geheelen dag had het kanon gebulderd en
ten slotte bleef er voor het Fransche leger niets
over dan zich binnen de wallen van Sedan terug
te trekken. En om 7 uur kwam de commandant
der vesting, met een eigenhandigen brief van Napo
leon III, waarin de Keizer zijd degen aan den
Koning van Pruisen aanbood. De Pransche
opperbevelhebber, generaal Wimpffen, gaf het
geheele leger, nog 80,000 man, op genade en
ongenade over.
Terwijl de muziekkorpsen der overwinnende
legers de plechtige tonen hunner zegeliederen
terstukken, die alle andere fietsers, niet zoo bekend
met het ingewikkelde organismus van de fiets, in
bewondering brengen. Eene schoone mensche-
lijke trek bij hem is zijn hulpvaardigheid tegenover
ieder, die maar een fiets bezit.
Geholpen door een volledige smederij, die hij
in zijn zadeltasch meedraagt, is hij dadelijk bereid
om elke schade aan een wiel te repareeren. 1 ren
lang, in 't zweet van zijn aangezicht, met opoffe-
ring van zijn eigen belangen, beijvert hij zich om
een rijwiel van een collega te herstellen, door te
draaien, te schroeven, te kloppen, te smeren, ter
wijl de eigenaar van het wiel zijn best doet om
een deelnemend gezicht te zetten of ook wel om
onderwijl een kwast te drinken. Veel fietsers re-
kenen op hem en nemen nooit een pomp ofzelfs
een oliekannetje mede.
De gezondheids-Jietser. Deze bespeurt dadelijk
na de eerste rit een groote verbetering in zijn
toestand. Hij is zeer nauwgezet in 't innemen
van kwasten, spuitwater en glazen melk, kijkt
nauwkeurig op zijn kilometer-afgelegden afstand.
De Zondag srij der. Men ziet hem alleen Zon-
dagsmiddags, maar dan ook altijd, of het stort-
regent of waait of stuift.
Hij komt Zondags-avonds laat doodmoe en
bestoft thuis, heeft altijd eenige merkwanrdigheden
van de stadjes of de dorpjes in den omtrek bezocht
en zijn grootste vermaak is, om als hij zich met
stijve beenen, afgemat te bed heeft gelegd uit te
rekenen, hoeveel dat uu wel met de spoor zou
gekost hebben.
Er zijn ook, maar dit type treft men heel zelden
aan, wielrijders, die alleen fietsen om een kalm,
-echt, rustig en gezond genot te hebben. Dit soort
is echter aan 't uitsterven.
(Heinrich Lee in de Frankf. Zeitung).
deden hooren, was er geen einde aan de geluk-
wenschen die den Koning en zijne omgeving ten
deel vielen, en Bismarck vooral was de man op
wien aller oogen zich richtten. Maar hij wees
deze hulde af. //Ik ben geen krijgskundige,"
zeide hij. //Ik heb heden slechts toegezien.
Maar waar ik trotsch op ben, dat is op het feit,
dat aan de Beieren, Saksen en Wurtembergers het
grootste deel /an de roem van dezen dag toekomt.
Prankrijk zal nu niet meer zeggen dat zij niet
tot het Duitsche Vaderland behoorenDat zij
vandaag naast ons en niet tegenover ons gestaan
hebben, dat is mijn werk
Dat dit zijn werk was is later onder schitterende
omstandigheden erkend in den Reichsanzeiger van
1 April 1895, Bismarck's tachtigsten geboortedag.
Daar stond
,/Prins Bismarck volbrengt heden zijn 80,te jaar.
De ontelbare bewijzen van oprechte liefde en ver-
eering, die hij bij deze gelegenheid van ver en
nabij, van hoog en laag ontvangen heeft, leggen
getuigenis af van het feit, dat de dankbaarheid
van de onsterfelijke dieusten door hem in het
belang van Duitschlands macht en aanzien bewezen,
onuitwischbaar geprent is in de harten van het
Duitsche volk. Mogen de innigste wenschen voor
zijn welzijn die heden in alle plaatsen waar
Duitschers wonen ten hemel stijgen, vervuld
worden, en moge Duitschlands groote zoon nog
menig jaar de vreugde smaken den groei en bloei
te aanschouwen van het werk der Duitsche eenheid,
dat hij in dienst van zijn heldenkeizer tot stand
bracht."
Otto Eduard Leopold von Bismarck werd op
1 April 1815 te Schonhausen geboren. Hij werd
dus 83 jaar oud. Zijn dood komt onverwacht
blijkbaar uit de telegrammen heeft men geen
gedachte gehad dat een zoo plotselinge omkeer
zou plaats vinden.
Voor de Rotterdamsche schoolkinderen, die op
31 Aug. door de gemeente onthaald worden, zijn
behalve de 80.000 taartjes nog besteld 17000
liter limonade.
In het oude mannen- en vrouwenhuis te
Zierikzee moeten een paar verpleegden, 86 en
79 jaren oud, het verlangen te kennen hebben
gegeven om met elkaar in den echt te worden
verbonden.
De veehouder D. te Loosdrecht is op ongewone
wijze in het bezit gekomen van acht eendekuikens.
Bij het maaien van gras n. 1. werd van een wilde
eeud, die zat te broeden, de kop afgemaaid. Hij
nam daarna de eieren mede naar huis, legde ze
onder een broedsche kip, met dezen gunstigen
uitslag, dat hij zich thans in het bezit verheugt
van acht mooie kuikens.
Zaterdag 23 Juli gingen drie personen uit
Termunterzijl (Gr.) in een bootje visschen op de
Eems. Daar zij tot heden nog niet zijn terug-
gekeerd, vermoedt men dat zij verdronken zijn.
Van Urk wordt van 29 Juli gemeld
Een drietal knapen van 7 en 8 jaar waagden
het Vrijdagmiddag met een bootje de haven uit
te roeien, om zich op zee door het uitwerpen
van hoekwant bezig te houden met het vangen
van botjes. Na een tijdlang hiermee bezig geweest
te zijn, zouden ze terug gaan, doch dat gelukte
hun niet. Door den sterken stroom was het hun
onmogelijk de haven te bereiken en nitgeput door
het vele roeien dreven ze zeewaarts. Gelukkig
werden ze opgemerkt door een oude vrouw, die
den visscher H. Post op den toestand der jongens
opmerkzaam maakte. Deze begaf zich dadelijk naar
sijn schuit, heesch de zeilen, verliet de haven, en
hoewel er zeer weinig wind was, mocht het hem
toch gelukken de kleine visschers te bereiken.
Het bootje werd op sleeptouw genomen en met
de opvarenden des avonds veilig in de haven ge-
bracht.
De pogingen, aangewend om het verschieten
van oude patronen op het fort de Wierickerschans,
waartegen wegeus gegronde redenen zeer veel be-
zwaar bij de inwoners van Bodegraven bestond,
niet te laten geschieden, zijn met succes bekroond.
Vanwege het ministerie van oorlog is nl. bericht
ontvangen, dat het schieten niet zal plaats hebben
en de patronen op andere wijze dan door verschieten
zullen vernietigd worden.
Bij een barbier te Leiden bleef Woensdag-
avond plotseling onder het scheren een oude man,
Jansen genaamd, dood op den stoel zitteu.
Als bewijs van de onrustbarende toeneming
van het aantal krankzinnigen moge dienen, dat
de burgemeester van Koudekerk a/d Rijn dezer
dagen successievelijk aan veertien krankzinnigen-
gestichten telegrapheerde of schreef om plaats
voor een patient, en van de besturen van al die
gestichten ten antwoord ontving, dat er wegeus
overbevolking geen plaats meer was.
Salomo heeft wel gelijk gehad toen hij uit-
riep, dat er niets nieuws onder de zon was. Onze
herfstachtige zomer heeft ook reeds een voorganger
gehad en misschien wel meer dan een. In het
jaar 1856 begon het 31 Maart te regenen en bijna
zonder tusschenpoozen hield de regen tot Petrus
en Paulus (29 Juni) aan. Den 136" Juni viel
er sneeuw, die de opgeschoten halmen van het
koren geheel bedekte. Den 24 Juni sneeuwde
het eveneens. Het spreekt vanzelf, dat door het
een en ander brood en aardappelen geweldig in
prijs stegen. Gelukkig heeft toen het volgende
jaar zich als een zeer vruchtbaar gekenmerkt. Moge
1899 dit voorbeeld volgen.
Te Nijensleek had een boer een buitenlandsch
lot genomen van een loten-colporteur voor een
Amsterdamsche firma, die loten verkoopt op
maandelijksche afbetaling, om het den lieden ge-
makkelijk te maken.
De vorige week kwam de colporteur met een
brief van de firma uit Amsterdam en las den boer
voor, dat er f 800 gevallen was op zijn nummer
en dat die som, tegen vergoeding bij vooruitbetaling
van f 24,96, te innen was. De boer was daartoe
echter niet terstond geneigd, maar over een paar
dagen moest mijnheer eens terugkomen. Toen
werd echter ontdekt dat er geen prijs was uit-
gekomen op het nummer en dat de brief ver-
moedelijk valsch was.
De politie heeft den brief en het lot in beslag
genomen en proces-verbaal opgemaakt.
Een hoofdconducteur der Belgische spoorwegen
trachtte te Esschen 400 sigaren te smokkelen,
doch werd door de douanen aangehouden. De
man is in zijn ambt geschorst.
Omtrent den brand aan boord van het stoom-
schip Ardandhu, wordt uit New-York gemeld, onder
het opschrift //Een aanval op de booten"
De brand in het ruim outstond in den avond
van 25 Juli. Er waren slechts een kleiu aantal
passagiers aan boord, namelijk vier in de kajuit,
en zeven in de derde klasse. Deze laatste trachtte
zich met geweld van een der sloepen meester te
maken, waarop een der officieren hen de revolver
voorhield met de bedreiging, den eersten die zich
in de sloep begaf, te zullen neerschieten, zoo
dreef hij hen naar een plaats op het voorschip.
Daar men bang was dat het schip niet meer te
redden zou zijn en de hitte aan dek ondragelijk
werd, werden vrouwen en kinderen in eene sloep,
en de rest der passagiers in eene andere geplaatst,
waarop beide sloepen, bemand met eenigen der
bemanning op een afstand van het schip, op de
riemen bleven. De overige bemanning slaagde
er in zooveel water in het ruim te pompen, tot
men den brand, die niet voor aankomst te New-York
geheel gebluscht werd, meester was. Daarop werden
de sloepen met de passagiers weder aan boord
genomen, en bereikte men de haven van New-York.
Het optreden van dien officier tegenover de
derde-klasse passagiers werd te New-York zeer
geroemd.
Te Madrid is een man ingerekend, die aan
werklui 3 peseta's aanbood, als zij zich bij een
Carlistischen opstand wilden aansluiten.
Met den grooten sterrekijker welke op de
wereldtentoonstelling van 1900 te Parijs zal staan,
en waarmee men de maan veel dichter bij dan
ooit op een afstand van 65 kilometer zal
kunnen zien, vordert men goed.
Het polijsten van den grooten spiegel is bijna
afgedaan. De straalbreker van dien kijker is 1,50
in middellijn, die der kijkers van Lick en Yerkes
tot dusverre de grootste zijn 96 en 107
centimeter.
De kijker, onder leiding van Gautier gemaakt,
zal 60 meter lang zijn en uit 24 stukken bestaan,
Hij zal op pilaren rusten, en men zal er den hemel
door zien in een spiegel, naar het stelsel Fourcault.
Die spiegel is Seweegbaar en kan het firmament
in alle richtingen weerkaatsen. Want het zou
erg moeilijk gaan, een kijker van 60 meter naar
alle kanten te brengen.
De vergrooting is 6000 maal.
Al wat op de maan een lengte heeft van 130
meter zal men door den kijker zien ter grootte
van x/10 millimeter.
Men zou de vergrooting kunnen brengen tot op
10,000 maal.
Het reusachtige instrument zal naar schatting
1,400,000 francs kosten. Alleen de objectieven
kosten 600,000 fr.
Over de uitvinding van Juitenant Zalinski
is al heel wat geeproken in militaire kringen.
Men beweert zelfs, dat ze niet nieuw is. Het
werktuig, dat in vorm met een kanon overeenkomt,
maar eigenlijk een torpedo-werper is, waarbij de
voortstuwende kracht door samengeperste lucht
wordt ontwikkeld, zou in den burgeroorlog in Chili
(1891) reeds zijn gebruikt. Men verhaalt, dat in
een groot slagschip door de vernielende kracht van
deze helsche machine een gat is geslagen van 15 voet
lang en 7 voet breed. In de zee zou ze eene
ware warterhoos, eene soort geyser tengevolge
hebben. Ook bij Santiago zou er eene ontzettende
vernieling door zijn aangericht. Daar waren drie
torpedo's afgeschoten, kort achter elkaar. De
uitwerking volgens de Amerikanen was
ontzettend. Stukken rotsige aarde werden in de
lucht geslingerdde grond dreunde als bij een
aardbeving; verschrikkelijke echo's rolden langs
bergen en dalende zee beefde, groote stofwolken
vlogen op. Dan kwam er stilte, even. Direct
daarop volgde een andere uitbarsting en daarna nog
een, zoodat de echo's zich vermengden als bij een
hevig onweer.
Heel leuk merkt een deskundige hierbij op dat
er wel wat overdrijving in deze voorstelling wezen
zal. Een pneumatisch kanon ontwikkeld niet zoo'n
groote snelheid. Om dergelijke torpedo's doel te
doen trefFen, moet men het object zeer dicht na-
deren. Het gevaar, dat er deswege voor het schip
zelf ontstaat, is niet gering. Daarom vorderen
deze torpedo-kanonnen een speciaal ervoor ingericht
schip.
Te Manchester heeft een deurwaarder, die
door de rechtbank wegens vervalsching veroordeeld
was, drie revolverschoten op den president der
rechtbank gelost. Twee kogels troffen den
magistraat, wiens toestand hopeloos is. De
moordenaar werd gearresteerd.
Uit Oost-Vlaanderen. Zekere Rulfus ging
zijn zoon bezoeken, die bij't achtste linie-regiment
lag. Pas van 't station komende, ontmoet hij een
infanterist van het zevende. //He, kameraed",
zegt hij, //hoe est mee Gust Wa, Gust
z/Eiwel, onze Gust, kende gy hem nie dan
z/Hoe es zyne achtername?"//Gust Rulfus"
zz'k En hem niet?" //Hoe, ge kent hem niet?
He moe pertan nevens ui in den rang staen, want
he hde numro acht, en gij het numro zeven."
In 1893 werden twee jonge werklieden van
Courbevoie tot levenslangen dwangarbeid ver
oordeeld wegens een aanslag op een meisje. Sedert
dien is hun onschuld gebleken en het Hof van
Rouaan heeft hun elk 30,000 frs. schadeloosstelling
ten koste van den Staat toegestaau.
Te Neurenberg is heel wat opsehudding gewekt
door het volgende voorval. In den nacht van
Zondag op Maandag, der vorige week, tegen 12
uur, reden drie officieren van het te Fiirth in
garnizoen liggende 21e regiment infanterie in
politiek met hunne fietsen van Neurenberg naar
Piirth. De officieren schijnen zonder licht gereden
te hebbeneen van de officieren reed op den
straatweg dientengevolge een soldaat aan, maar
hield niet stil. De soldaten wierpen zich nu op
de twee na hem komende officieren en sleurden
hen van hun wieleen van de soldaten moet toen
den le luitenant Yon Passevant herkend en dit
ook gezegd hebben. Daarna takelden de soldaten
de officieren deerlijk toe. Luitenant Von Passavant
kreeg een messteek in zijn hals en schijnt nog
niet gehoord te kunnen worden. De andere officieren
kwamen met lichtere kwetsuren vrij. Twee soldaten
zijn reeds in voorloopige hechtenis gezet.
Te Puteaux, in Prankrijk, zijn in eene
caoutchouc-fabriek, drie mannen gedood door de
electrische geleidingen van het licht, die naar
beneden waren gevallen. Een electrisch ingenieur
kwam voorbij de fabriek en zag er rook uit op-
stijgen. Met een voorbijganger drong hij de fabriek
binnen. Daar zag hij een man bewegenloos op
den grond liggen, en een andere arbeider kwam
aanloopen en wilde hem oplichten, maar hij viel
ook. De voorbijganger, die met den ingenieur
was binnengekomen, spoedde zich hun ter liulp
en sloeg ook tegen den grond. Toen eerst begreep
de ingenieur dat de electrische geleidingen de
oorzaak waren. Hij waarschuwde de andere
menscheu, die mede in de fabriek waren, weg te
gaan, sloot de deuren en fietste naar het station
van de electrische inrichting, waar hij den stroom
liet afsluiten. Toen eerst konden de drie mannen
aangevat worden. Zij waren alle drie dood. In
de fabriek was brand ontstaan.
Een tragi-comische scene is dezer dagen in
een woning in de rue de Plandre te Brussel
voorgevaflen. De eigenaar van dit huis had des
avonds in gezelschap van vrienden te veel aan
Bacchus geofferd en was, in een der cafe's, vol
zoeten wijns ingesluimerd. Daarvan maakt.en zijn
vrienden gebruik om den beschonkene half te
ontkleeden en hem een papiereu kroon met twee
horens op het hoofd te zetten. Toen de man,
aldus uitgedost, ontwaakte, slingerde hij naar huis,
waar hij in zijn dronkenschap natuurlijk een helsch
spektakel maakte. Toen zijn vrouw door het
geraas ontwaakte en den half ontkleeden man met
de horens op het hoofd zag, stiet zij een gil uit,
greep haar beide kinderen en rende als een bezetene
de trap af. De man, die zich de vlucht van zijn
vrouw niet kon verklaren, liep haar achterna. De
angstige vrouw, die zich reeds in de klauwen
des duivels waande, sprong van de trap der eerste
verdieping naar beneden, waarbij zij zelf en haar
kinderen ernstig gewond werden. Op het tumult
schoten eindelijk buren toe en brachten den man
naar het politiebureau.
Mijnheer de Redacteur
Hunne strenge opvatting van de Zondagsviering
lang niet deelende, zou ik zeker het adres van de
18 ingezetenen op en nabij //Het Zwaantje" niet
gaarne onderteekenen. En aangezien de smaken
verschillen, moet ik het natuurlijk ook aan het
oordeel der lezers overlaten, of hetgeen ik van des
heeren Van den Hoek muzikale opvatting heb
gezegd, wel eene hatelijkheid verdiend te heeten
bij vergelijking met zijne opmerking, dat concerten
en godsdienstoefeningen voor hem gelijk zijn, dat
beide leven maken en het gelijk is of men dat nu
doet in den dienst des Heeren of der vreugd.
Men behoeft geen geloovige te wezeD om soort-
gelijke aanstellerige uitingen in eene gemeente-
raadsvergadering niet slechts hatelijk, maar ook
onkiesch te vinden tegenover anderen als de
adressanten. Doch ook //dat doet er nu niet toe."
De letterzetter liet mij //iemand" zeggen, waar
ik van den heer Van dee, Moer in mijn stukje
geschreven had //een zoo scherpzinnig mensch."
Ik schrijf nu uit zijn repliek blijkt alweer, dat
de beste breier soms een steek vallen laat. Want