in j N.J h; Van 20 tot en met 2 1 Jul i werden Le ku Le vai va is I ni; m( ste bij he ro he' tei ee ze* ee gr va ve in ve (vi cai Ve Ju eri de ko ha ro< me de Ee 25 tee Ee nit hei sti> sai we mi in{ coi be; de te of be ko vu he m ik on hi mi Hi de de sti in. Si an scl sc! ik ke we tee scl stc bli A1 tei wa g" he on on by mij 200 een kwam, zou ik al gauw zeggen laat die mijn deur maar voorbij gaan. Het is een zeer teer punt en zooals ik de vorige inaal ook zeideik zou liever zien dat er nog eens met een lijst werd rondgegaan. Ik ben geneigd om voor te gaan en een goede bijdrage te geven, veel beter dan die voor 't feest. De heer Van IJsselsteijn ziet in het toestaan van gelden voor de subsidie van wege 't rijk geen bezwaar, daar hem door een Ged. Statenlid is medegedeeld dat op verschiilende begrootingen van noodlijdende gemeenten een po9t voor 't feest was uitgetrokken en deze goedgekeurd zijn. Waar nu de commissie geen voldoende gelden bijeen heeft kunnen brengen en hij het jammer zou vinden dat de kinderen, die aan het feest meedoen, en ook de armen, niets kregen, heeft hij voor- gesteld f 500 beschikbaar te stellen. Verschiilende heeren merken op dat die overweging hen ook geleid heeft om met 't voorstel mee te gaan. De heer Van der Moer: Wat de kwestie der rijks- subsidie betreft, daarvoor ben ik ook niet bang, met het oog daarop ben ik er niet tegen. In principe evenwel ben ik er steeds tegen om aan feest-commissies geld uit de gemeentekas te geven, want dat is uit de kas van alien. De heer Wieland blijft steeds verklaren er voor te zijn dat er nog eens met een lijst werdt rondgegaan. Hij heeft .te weinig gegeven aan de algemeene lijst en heeft toen niet aan de armen en de kinderen gedacht. De Voorzitter heeft zooals hij zeide, eerst verdedigd de subsidie van f 500 uit de gemeentekasHij deed dit toen evenwel ook in de meening dat de collecte niet meer kon opbrengen dan ze heeft opgebracht en dan kon men met het bijeengebrachte kapitaaltje niet veel verrichten. Het doet hem echter genoegen de woorden van den heer Wieland te hooren en hij brengt hulde aan diens houding in dezen. En wanneer de heer Wieland wil voorgaan De heer WielandJa, mijnheer de Voorzitter, maar zdb haastig niet. In galop kunt u mij niet krijgen, wel eens in den draf. De heer Van IJsselsteijn wil dan beginnen met een lijst te laten circuleeren bij den Raad. De heer Wieland vindt dat goed. De heer Visser zal daarop niet teekenen, hij wil vrij blijven. De heer Grenn is het met den heer Visser eens. De heer Moes komt er nog op terug dat het voorstel om f 500 te verleenen zoo rauwelijks in de vergadering is voor- gesteldvandaar dat hij voorstelde de zaak aan te houden. De heer Dees is het daarmede eens een gratiflcatie voor de lantaarnopstekers wordt op de agenda geplaatst en van zoo'n ingrijpend voorstel stond er niets op. De heer Van IJsselsteijn merkt op dat dit ook niet kon, daar er geen voorstel was en het door hem in den loop der discussie is voorgesteld. De heer Van der Moer vindt uitstel voor zoo iets ook onnoodigmen is er voor of men is er tegen, hij is er altijd tegen. De heer Wieland kon, al heeft hij er voor gestemd, er toch niet van harte mee instemmen, om zoo'n som van de gemeente te geven, en heeft dan ook tegen verschiilende per- sonen die er hem over spraken gezegd, dat het een zeer moeilijke dag voor hem was geweest. De heer MoesHet voorstel is er bij verrassing doorgegaan en ik blijf van meening dat de feestcommissie in de eerste plants had moeten zorgen voor het onthaal en armenbedeeling, in plaats dit aan de gemeente te vragen. De heer WielandOm met het verzoek daarvoor bij den Raad te komen heeft de burgerij nog te weinig gedaan. Ik noem mij zelf ook daarbij De heer VisserEr is mij wel eens verweten dat ik een voorstel deed om terug te komen op een pas genomen raads- besluit, maar nu schijnt het dat de heeren zelf zouden wen- schen terug te komen op het in de vorige vergadering genomen besluit. De heer Wieland merkt op dat hij alleen zoo spreekt naar aanleiding van het ingekomen schrijvtnwas dat niet ge- komen, hij aou er niet over gesproken hebben. De heer Van der Moer: Om aan een commissie geld te geven, daar ben ik tegenmaar als de gemeente het zelf doet, is het wat antlers. En als er dan nu van particulieren nog wat bij komt, behoeven we ons besluit niet in te trekken. De heer DeesDe commissie heeft een verkeerden weg ingeslagenze had in de eerste plaats daarvoor moeten zorgen dat is te Sluiskil zoo gedaan, en daar zou men subsidie hebben kunnen missen. De heer Van IJiselstejjnVolgens berekening zijn er 1640 schoolkinderen, zoodat tegen 30 cent per kind daarvoor alleen f 490 noodig is. Dan zou er maar f 10 overschieten voor bedeeling. De heer Wieland protesteert nog tegen het verwijt van den heer Visser, dat hij zou willen trachten het besluit in te trekken. Hij betwijfelt ook nog of het wel verworpen zou wordendie uitdrukking wil zooveel zeggen alsof we hier alleen zitten om, als we ons kansje veilig zien, onzen wil door te drijven. Het spijt hem daarom wel, dat het besluit genomen is, daar hij liever zelf wat zou gegeven hebben. De heeren Van IJsselsteijn en Moes zijn van meening dat ze voor de uitvoering van 't plan nog f 200 meer noodig zouden hebben. De heer Wieland 't Publiek heeft het recht om te zeggen dat er te weinig gegeven is. Ik heb maar f 10 gegeven ik kan dat wel zeggen want de lijst is toch openbaar en dat is ook te weinig. De heer Van der Moer informeert wat de commissie nu met de f 100 doen zal, waarop de heer Visser antwoordt, dat daarvoor misschien wel gedenkpenningen zullen worden uitgereikt. De heer Van der Moer merkt op dat de heer Visser de vorige vergadering van meening was dat de commissie gaarne ontlast zou zijn en dat ze zich nu zoo kitteloorig betoont. De heer Visser Het besluit is genomen met meerderheid van stemmen. De Voorzitter Moeten we dus het genomen besluit handhaven De heer Van IJsselsteijn Ja, maar f 500 is te weinig. De heer Harte stelt voor het genomen besluit te handhaven Wel is de som van f 500 niet voldoende, maar er zal voor dat doel bij deze en gene nog wel een enkele gulden op kunnen overschieten. Wat hem betreft, men kan van hem op f 25 rekenen. De heer WielandHet spijt mij dat het gebeurd iswij hadden er meer aan moeten doen. De heer Harte raadt aanneming van het voorstel aan; het zal het publiek genoegen doen. De heer MoesDaar kan ik niet mee instemmen. De heer Wieland: Ja, ja, dat de kinderen en armen bedeeld worden is goed. Waar gevraagd wordt waar de commisie toch al het geld voor noodig heeft dat ze heeft opgehaald, somt de heer Harte eenige zaken op, er bijvoegende dat feesten veel geld kosten Hij heeft daarmede meermalen de ondervinding opgedaan en voor de besturen loopt het gewoonlijk niet op zijn voor- deeligst af. De heer Wieland Er rust op mij tenmiste dat verbeeld ik me een smet omdat ik heb geholpen zoo'n groot bedrag aan de gemeentekas te onttrekken, en daarom zou ik dat met eigen bijdragen willen verminderen. De heer Moes betreurt dat de commissie zoo kitte loorig is. De heer Van IJsselsteijnEr schuilde volstrekt geen pikanterie in. De heer Van der Moer: Er zou uit kunnen blijken dat de kinderen en de armen niet 'thoofddoel waren, want dan moest het volkomen gelijk zijn hoe die wat ontvingen maar dat het is om te zeggen wij baas. Eenige leden verzoeken aan de discussie een eind te maken. De heer Van IJsselsteijnAls we dan de f 500 hebben en ieder die wil wat doet, geloof ik dat ook de heeren Moes en Grenu geen bezwaar zullen hebben om de zaak uit te voeren. Deze antwoorden toestemmend. De heer Van IJsselsteijn vraagt of de heer Wieland dan bovenaan de Ijjst teekent. De heer Wieland heeft daartegen geen bezwaar als hij tenminste den Voorzitter niet kleineert. De heer Dees is tegen het voorstel, omdat de Raad dan 't werk uit de handen der commissie's neemt. De commissie te Sluiskil heeft 'tzelfde plan. De heer Moes Men had het hier ook op den voorgrond moeten stellen. De heer Wieland licht den heer Dees in, dat de kinderen en armen van Sluiskil er ook in begrepen zijn, waarna nog wordt opgemerkt dat de commissie te Sluiskil dan, wanneer zij wil toch nog extra kan bedeelen. De Voorzitter zal alsnu in omvraag brengen het voorstel- Harte om te handhaven het besluit waarbij 500 vanwege de gemeente wordt beschikbaar gesteld voor onthaal der schoolkinderen en armenbedeeling, en om verder met een lijst particuliere giften in te zamelen. De heer Moes Onder conditie dat de leden van den Raad niet tot teekenen verplicht zijn. De heer Grenu Natuurlijk niet. Het voorstel wordt daarna aangenomen met 11 tegen 1 stem, die van den heer Dees. De heer Visser vindt het goed dat de lijst in de eerste plaats in den Raad circuleert, maar zou hem dan ook nog gaarne buitendien aan enkelen willen gepresenteerd zien. De feestcommissie heeft van buiten maar enkele bijdragen en voor dit doel zullen voorzeker nog verschiilende personen wat over hebben. De heer De Koeijer verklaart van dezelfde meening te zijn. De Voorzitter deelt mede een schrijven van den Commissaris der Koningin in Zeeland, waarbij aan hem van 28 Juli tot 26 Augustus verlof wordt verleend. Thans is de lijst boven bedoeld bij de raadsleden in circu- latie geweest en blijkt te hebben opgebracht een totaal van 212,50. De heer Moes spreekt de hoop uit dat nog zooveel bijdragen zullen komen dat men de f 500 van de gemeente ook niet noodig heeft. De heer Van IJsselsteijn wil de bode verder met de lijst rond laten gaan. De heer Grenu vreest dat er dan niet veel van komen zal, en stelt zich ten slotte disponibel om er eens mede rond te gaan, terwijl de heer Moes verklaart dit ook te willen doen. De heer Wieland meent dat de heeren overal op een goede ontvangst mogen rekenen, wat de heer Grenu zegt te betwijfelen. c. Het volgende adres van P. Huijssen en 17 anderen Geven met verschuldigden eerbied te kennen de onderge- teekenden, alien wonende op of nabij IIet Zwaantje" dat op Zondag 10 Juli 1898, op voornoemd gehucht een concert is gegeven door het muziekgezelschap „De Vereenigde Werklieden" van Ter Neuzen, voor de herberg bewoond door B. J. Goethals dat zij van meening zijn dat genoemd muziekgezelschap dit concert heeft willen geven ten genoege der bewoners van I lot Zwaantje" daar de muzikanten zelf, indien zij er behoefte aan hebben om op Zondag muziek te maken. daarvoor immers ook wel gelegenheid vinden in de kom aer gemeente dat echter het geven van zulk een concert op Zondag naar de meening van ondergeteekenden is„ontheiliging van den Bag dee Heeren dat het voor hen en voor anderen, die evenals zij dien dag in stilte wenschen door te brengen, eene ergernis is. wanneer de rvst wordt verstoord door een muziekgezelschap. dat nood- zakelijk een publiek irekt. hetwelk met alle heiliging van den Das' des Heeren heeft gebroken dat het aantal bewoners van „Het Zwaantje", die op Zondag zulk een concert verlangen niet noemenswaard is; terwijl daaren- tegen zeer veel bewoners er tegen zijn dat het derhalve naar hunne meening niet aangaat, ten gelieve van een paar herbergiers van Het Zwaantje of van het publiek uit de kom der gemeente, aan zooveel bewoners van dit gehucht ergernis te geven, temeer waar deze lautsten reeds zoovele dagen in het jaar last hebben ran drukte, veroorzaakt door allerhande menschen van elders, die hier op vaak onbehoorlijke wijze ontspanning zoeken weshalve zij U. E. A. beleefdeljjk, maar met aandrang ver zoeken, het daurheen te willen leiden dat dergeljjke concerten hier op Zondag niet meer worden gegeven. De Voorzitter zegt dat de verordening in 1878 gemaakt vrijheid heeft gelaten om het maken van muziek toe te laten. Men meende dat niet geheel te moeten verbieden. Wel is ver- boden het dansen met begeleiding van muziek zonder vergunning van den burgeineester. Voor het maken van muziek wordt ver gunning gegeven, behoudens wanneer ongeregeldheden mochten voorkomen. De heer Van der Moer gelooft dat de Raad met dit adres niets te maken heeft, daar die zaak tot regeling aan den burgemeester is opgedragen. De Voorzitter herinnert aan »De Theetuin", waar men het geven van muziek niet wilde verbieden, toen heeft hij gezegd dat hij het dan nergens zou verbieden. De heer Van den Hoek Men moet maar een verordening maken dat het in het geheel niet meer mag. Dan weten we vooruit dat we hier in een dofpot moeten zitten. De Voorzitter wil de zaken vervolgen, doch de heer Wieland wil eerst nog eens over het adres spreken. Hij gelooft dat het meer de bedoeling van adressanten is om het gevoelen van den Raad daarover eens te hooren en dat het dan voor het Dag. Best, een vingerwijzmg kan zijn, als dit weet waar de Raad naar toe wil. De Voorzitter zegt dat vroeger alleen het dansen verboden is. De heer Wieland gelooft niet dat adressanten bezwaar hebben tegen het maken van muziek, als dit maar op andere dagen geschiedde. b. v. op half oogst, als het in de week plaats vond. Maar waarom nu juist op Zondag Opgemerkt wordt dat de wed. A. Dekker, die mede tot de onderteekenaars van het adres behoort, toch onmogelijk last kan hebben van het daar gegeven concert. De heer Van den Hoekja, maar die is misschien met een fonograaf verbonden. De Voorzitter zegt dat het hier ook geldt de toepassing van de Zondagswet, waar zeer verschillend mede gehandeld wordt. De heer Van den Hoek Er is toch geen kwessie van dat de godsdienstoefeningen er door gestoord worden, want het concert is gehouden na 5 uur. Werden de godsdienst oefeningen gestoord, dan was het nog wat anders. De heer Van IJsselsteijn: Het gezelschap der werklieden kan moeilijk op een anderen dag concert geven, daar de leden dau moeten werken. Buitendien het is toch bij geen kerk. De heer de Feijter Ja, maar daarom moet men anderen die er tegen zijn geen overlast aan komen doen. De heer Van den HoekDan zou men nergens muziek kunnen maken want er zullen wel overal menschen wonen die er tegen zijn. De Voorzitter geeft lezing van art. 4 der Zondagswet, luidende Dat geene openbare vcrmakelijkheden, zoo als Schouw- burgen, publieke Danspartijen, Concerten en Harddraverijen, op de Zondagen en algemeene Feestdagen zullen gedoogd worden; zullende het aan de plaatselijke Besturen worden vrijgelaten hieromtrent eene uitzondering toe te staan, mits niet dan na het volkomen eindigen van alle Godsdienst oefeningen." Daaruit blijkt dus dat de uitvoering der wet aan het Dag. Best, is opgedragen en na kerktijd vergunning kan gegeven worden. De heer De Koeijer Dat wil dus zeggen dat de Raad er niets aan doen kan, anders was ik er ook tegen. De heer Van den Hoek herhaalt dat men dan alles zou moeten verbieden. Als 's morgens om 9 ure het klokgelui en het gezang in de kerken, met begeleiding van orgel begint hebben de bnren er ook last van dat is net gelijk. De heer Moes is van meening dat men de godsdienstoefening toch niet met een concert kan vergelijken. De heer Van den Hoek vindt het volkomen gelijk het maakt beide leven en of men dat nu doet in den dienst des Heeren of der vreugd is hem 'tzelfde. Buitendien, muziek is ook godsdienst, dat strekt ook tot veredeling der menschen. d. Door den heer Van der Moer zijn ingezonden twee ontwerp-verordeningen, eene op de brandweer en eene ver ordening tot regeling van bijzondere rechten en verplichtingen bij brand en tot regeling der verplichtingen ter voorkoming van brand- of brandgevaar. De Voorzitter stelt voor deze ter visie te leggen opdat de leden de ontwerpen kunen bestudeeren. De heer Visser zou het beter achten dat ze werden ge- drukt en aan de leden rondgezonden, want het zou voor de leden nogal lastig zijn om hier te komen en die omvang- rijke stukken te bestudeeren. Gemakkelijk kan dit geschieden als men het thuis ontvangt; van opmerkingen kan dan aan- teekening gemaakt worden. De heer Van IJsselsteijn kan met het idee van den heer Visser instemmenhet kost dan wel wat meer, maar het kan beter behandeld worden en is dan ook een appreciatie van het werk van den heer Van der Moer. De heer Van der Moer zal het natuurlijk aangenaam vinden, wanneer de ontwerpen worden gedrukt. Daar ze zoo omvangrijk zijn kon hij ze niet overschrijven en bezit van het eene zelfs geen copie. De heer Wieland is er ook niet tegen om het te laten drukken, maar vraagt of de voorstellen uitvoerbaar zijn. De heer Van den HoekDat zullen ze zeker wel zijn. De heer WielandJa, maar ik kan wel voorstellen om een brug naar Ellewoutsdijk te leggen, al weet ik vooruit dat 'tniet kan. De heer Van den HoekO, dat kan ook. Besloten wordt de stukken te laten drukken en aan de leden en het bestuur der brandweer rond te zenden, waarbij de heer Van der Moor nog opmerkt dat spoed gewenschtis, daar volgens zijn voorstel de nieuwe verordeningen met 1 December in werking zouden treden. e. Een adres van J. van Doeselaar, waarin deze te kennen geeft dat zijn zoon Dingenis, gehuwd en vader van drie kin deren, volgens de nevens het adres overgelegde verklaring van den heer Buyze, arts alhier, zou moeten geplaatst worden in het gesticht voor zenuwhjders te Bloemendaaldat hem daarvoor echter de middelen ontbreken, waarom hij verzoekt het daarheen te willen leiden dat zijn zoon voor rekening der gemeente daar kan verpleegd worden. Uit de geneeskundige verklaring blijkt dat de opneming in het gesticht Bloemendaal noodzakelijk wordt geacht. De Voorzitter: De gemeente kan daaraan niets doen want het is geen krankzinnige. De heer Van der Moer: Het is toch bijna gelijk. De heer Wieland Als het een krankzinnige betreft, wordt door het Rijk en de Provincie ook een derde bijgedragen maar dit zou voor dit geval misschien niet gebeuren. Eenige leden zouden het goed vir.den dat de Voorzitter er eens met den heer Buyze over sprak. De heer Visser acht het bezwarend om de zaak zoo lang uit te stellen wordt de persoon dadelijk in het gesticht ge plaatst dan zal wellicht genezing nog mogelijk zijn, terwijl bij lang wachten misschien de kans daartoe vervlogen is. De heer Wieland zou ook wel eens naar de kosten willen informeeren, hij gelooft dat het jaarlijks een f 300 kost. De heer Van der Moer raadt voorzichtigheid aan, daar men hier een anticident gaat stellen dat gevaarlijk is. Want waarom de eer. en de ander niet. Waar de Voorzitter te kennen geeft dat het spoedig weer raadszitting zal zijn voor het aanbieden der gemeenterekening, wordt goedgevonden, dat er eens met den heer Buyze over gesproken zal worden. f. Doet de Voorzitter mededeeling van een brief van den Commissaris der Koningin, over bergplaatsen van ontplofbare stoffen. De heer Van der Moer merkt op dat naar aanleiding daarvan zijn ontwerp nog wijziging zal behoeven. G. Omvraag. a. De heer De Koeijer vraagt of dat proces nog doorgaat over het bouwen der schuur van Begheijn. Hij komt daarop neer omdat in het proces-verbaal vermeld staat dat het zijn schuld zou zijn dat het zoover gekomen is en dat de zaak door hem is aangestookt. De heer Van IJsselsteijn had dit tegen Begheijn gezegd. De heer Van IJsselsteijn weerspreekt dit. Er werd hem gezegd dat de heer De Koeijer den raad had gegeven met bouwen voort te gaan en toen zeide spreker dat het hem verwonderde, dat de heer De Koeijer zoo'n advies gegeven had, waar hij als raadslid geroepen was de verordening te helpen handhaven. En het was toch een eenvoudige zaak geweest, er wordt alleen kennisgeving gevraagd dat men het werk zal uitvoeren, overeenkomstig art. 2 der bouwverordening. De heer De Koeijer weerspreekt, dat dit ook zou spreken op boerenschuren. De heer Van IJsselsteijn betoogt dat daar gesproken Wordt van alle gebouwen. De heer De Koeijer leest de art. 1, 7, 27 en 81, om te be- wijzen dat art. 2 in het onderhavige geval niet van toepassing is, daar het niet aan den openbaren weg maar op een particulier erf ligt. Buitendien was het geen nieuwe bouw maar herstelling. De heer Van der Moer: Er is geen kwestie van dat door de aangehaalde artikels, art. 2 hier niet van toepassing zijn zou. Da heer De Koeijer herinnert d»t er bij de behandeling der bouwverordening over gesproken is, toen heeft hij spreker - nog gezegd van meening te zijn dat dan de hofsteden er ook onder begrepen waren, maar de heer Van IJsselsteijn verklaarde dat dit niet het geval was. De heer Van IJsselsteijn het is een voorschrift dat in het geheel niet bezwarend is, daar alleen kennisgeving verzocht wordt dat men den bouw heeft voorgenomen. De heer De KoeijerEn dan wordt ook een teekening ge vraagd en die kost geld. De heer Van IJsselsteijnDie wordt niet gevraagd dan voor de gebouwen waar dit voor noodig is. De heer Van der Moer erkent ook dat kennisgeving moet gedaan worden en is ook van meening dat aan dit voorschrift gemakkelijk kan voldaan wordende bepaling is er en moet dan ook uitgevocrd worden. Op de vraag van den heer De Koeijer hoe met de processen- verbaal gehandeld wordt antwoordt de heer Van IJsselsteijn dat deze bij het Dag. Best, inkomen en als dit meent dat ze wettig zijn wordt er gevolg aan gegeven. De heer De KoeijerWaarom heeft men dan mij een wagenhuis laten bouwen zonder dat ik kennis gaf. De heer Van IJsselsteijn Dat is er dan doorgeloopen, zonder dat men er misschien iets van wist. In ieder geval acht ik het verkeerd dat u zoo'n advies hebt gegeven. De heer De Koeijer erkent dat hij geergerd was door de woorden van den heer Van IJsselsteijn, waardoor hij als een soort oproermaker wordt voorgesteld. Hij blijft van meening dat het Dag. Best, hier buiten zijn recht was met den eisch om het bouwen te laten stilleggen. De heer Van IJsselsteijn We kunnen de zaak dan gerust aan de beslissing van den rechter overlaten. De heer De KoeijerAls de meening van het Dag. Best, de juiste is, dan hebben we toen mooi 't netje over ons hoofd laten halen, want dan zijn de boereschuren er ook onder be grepen en hoe die gebouwd worden, daarmee heeft toch niemand wat te maken, want het geldt geen woonhuizen, waarvoor rekening moet gehouden worden met de eischen der gezondheid. De heer Dees verklaart ook de meening van den heer De Koeijer te zijn toegedaan, dat art. 2 hier niet van toepassing is. De heer De KoeijerEh als 't dan vergeten is, om een kennisgeving te sturen, zooals hier het geval was, moet men dan de menschen maar dadelijk beletten om voort te werken en hen daardoor bemoeilijken De heer Van IJsselsteijn: Beghein verklaarde geen kennis geving te willen zenden. De heer De KoeijerOmdat men al gelast had dat hij met het werk moest ophouden. Buitendien hij is geen eige- naar, en kon niet vroeger beginnen, terwijl het nu van belang voor hem was voortgang te maken, daar de oogst gereed stond om binnengehaald te worden. En wat moet men nu met hem doen Hij heeft het bouwen niet gestaakt on is bijna klaar. De heer Van IJsselsteijn Voor iederen dag dat men er is geweest terwijl hij met bouwen voortging zal hij dan een proces hebben en boete moeten betalen. De heer De Koeijer verklaart er niet bang voor te zijn en zou die boete wel durven helpen betalen. b. De heer Van der Moer vestigt er de aandacht op dat bij depetroleum-bergplaatsen meermalen vuurtje gestookt wordt. Hij meent dat men er ook kaf van bedden verbrand, maar dat gebeurt dan bij de magazijnen, die bij eenige wind door wegvliegende vonken gemakkelijk zouden kunnen in brand geraken. Hij verzoekt dat daarop zal worden toegezien. Buitendien, de geheele vnilnishoop aldaar legt er schandalig bij, men moest het terrein afrasteren. De heer Dees verklaart nog dat het ook voorgekomen is dat landbouwers langs den Hoekschen weg komende uit moesten stappen en hun paarden bij den teugel leiden, omdat ze bang waren voor aldaar aangestoken vuurtjes. Ook de heer Van der Moer heeft zulks al eens opgemerkt. De Voorzitter zegt toe daarop te zullen laten toezien. c. De heer Van der Moer heeft opgemerkt dat men beer gestrooid heeft langs de openbare wandelwegen, die er toch al niet te veel zijn en dan op deze wijze nog met een onaan- gename atmosfeer worden bedorven. Op een hoog pleintje aan den bedekte weg aan de westkant waren duidelijk de kringen van het strooien merkbaar. Misschien weten de per sonen die den beer ophalen er geen weg mede, maar er zouden dan toch andere maatregelen dienen te worden ge nomen. Toen kort geleden bij hem de put moest leeggebaald worden liet men het half zitten, zoodat men niet lang daarna dat feestje dan weer heeft. Opgemerkt wordt dat het nu weer een moeilijken tijd voor de menschen is om den beer kwijt te raken. Binnen een korten tijd gaat dat weer gemakkelijker. De Voorzitter zegt toe de zaak te zullen laten onderzoeken. De heer Van der Moer: Dat is niet noodig; het is zoo; en ik zou wenschen dat maatregelen genomen werden om deze zaken te voorkomen. d. De heer Grenu wil thans de opmerking maken, reeds de vorige vergadering door hem aangekondigd, en er op wijzen, gehoord te hebben dat er wekelijks vleesch van buiten de gemeente wordt ingevoerd, waarvan de kwaliteit veel schijnt te wenschen te laten. Hij zou wenschen dat dit vleesch ook werd gekeurd. Overlaatst werd een driekwart rotte koo ingevoerd. De heer Van den Hoek merkt op dat die onder toezicht der politie is vernietigdhij meent dat de politie daarop tegenwoordig zoo goed mogelijk toeziet, want er wordt onder haar toezicht nog al eens wat vernietigd. De heer Van der Moer En de politie kan toch ook niet overal op toezien. De heer van IJsselsteijn meent dat keuring weinig heeft, zoolang het vleesch door de keurmeester niet wordt gemerkt! De heer Van den Hoek zou in een merk wat vertrouwen kunnen stellen maar niet in de kunde vau de keurmeesters. De heer Van der Moer acht het 't best dat ieder maar zijn eigen keurmeester is, want met de keurmeesters is het louter een kwartjes kwestie. Verschiilende leden stemmen daarmee in. De Voorzitter merkt op dat het in alle beschaafde ver- gaderingen gewoonte Is om, wanneer men een opmerking wenscht te maken, den Voorzitter daarmede voor de ver gadering, al is het ook maar eenige uren vooraf, er mede in kennis te stellen opdat deze zich op de beantwoording kan voorbereiden. Men zou door de gemaakte opmerking gaan denken dat er voor den invoer geen voorschriften bestonden of dat deze niet werden toegepast, wat niet het geval is. Er wordt echter dikwijls wat gezegd, zonder dat er een bepaalden grond voor ia. De heer Van IJsselsteijn We zullen aan de politie order geven om daarop voortdurend toezicht te houden. De heer Van den Hoek: Die kan onmogelijk alles nagaan; er zal altijd eens wat doorslippen. In den laatsten tijd is nog al heel wat vernietigd. De heer Wieland is het daarmede eens. e. De heer Van den Hoek wijst op hot handspoor van Van der Peijl door de Vlooswijkstraat. Aan deza is inder- tijd vergunning gegeven om dat te leggen onder voorwaarde dat de bestrating goed zou gelegd worden de steenen tusschen het spoor leggen echter veel to hoog op de eene en te laag op andere plaatsen. Dit veroorzaakt veel last voor het ver- keer, zoowel voor voetgangers als rfltuigen, waarom hij voorstelt Van der Peijl aan te zeggen dat hij de bestrating verbeteren moetbuitendien leggen do rails er doelloos, want het spoor wordt niet gebruikt man kan het nu anders ner gens meer op steken want alles is klaar, nu er aan het water ook een steiger staat. De Voorzitter beaamt, dat de straat moeilijk ligt en zal voor verbetering laten zorgen. f. De heer Van den Hoek wil nog wijz :n op het nette bierhuis met damesbediening in de Tholensstraat, nabij zijne wining, door welks bezoekers, meestal matrozen, menigmaal straatrumoer gemaakt wordt. Zondag laatstleden wuren er eenige matrozen met de dames op straat aan den gang en was het lieve leventje om half een 's nachts pas afgeloopen. Dat is zeer onaangenaam voor de omwonende buren. Daarbij levert dat ook gevaar op voor de veiligheid, daar het ook voorkomt dat ingezetenen 's nachts worden nageloopen. Nu weet ik wel dat de politie niet overal kan zijn, maar het was toch wel goed, dat daarop eens werd toegezien. De heer Van der Moer merkt op, dat het niet alleen matrozen zijn die personen aanranden. Nu op 't laatst werd de heer Dr. an Nes, die s nachts voor de praktijk uit was, door een drietal personen Ter Neuzenaars met in-het- water-werping bedreigdt Hoewel zooveel mogelijk toezicht daarop wenschelijk wordt geacht is men van gevoelen dat zulke gevallen niet geheel kunnen worden voorkomen, daar de politie onmogelijk overal tegelijk kan zijn. Hierna zegt de heer Van der Moer nog een zaak ir, ge- heime zitting le willen bespreken, waarop de openbare sitting wordt geschorst. Bij het weder openbaar worden der zitting niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. ZEETUDINGEN. Van 20 tot en met 21 Juli. VLAG. NAAM. M'. Van en naar. Lading. Voor Ter ieuzen 20 Eng. s.a. Rosario 3381 Bilbao 21 idem Hailing 2199 Londen idem Whimbrel 2514 Liverpool Vau Ter leuzen i 20 Eng. sch. Maggie 334 Dublin Eng. s.s. Ann Webster 2241 Londen 21 Noor. bark. Erling 1167 Skeleftia Eng.3m.sch. Lizzie R Wilce 457 Swansea Voor Uenf 20 Eng. s.s. Mayfield 3535 Riga Deens. s.s. Volmer 4336 idem Eng. s.s. Rail us 3015 Manchester idem Sea Gull 2100 Londen 21 Zweed. s.s. Gevalia 1438 Gefle Eng. s.s. Ouse 2158 Goole idem Dynamo 1364 Hull Van Meut i 20 Eng. sch. Whim 382 New-Castle Eng. s.s. Calder 1992 Goole idem Spindrift 2003 Londen 21 Rus.3m.8ch. Nairn a 916 Finland Noor. brik Fatum 880 Lulea Noor. bark Schadberg 877 Frederikstad Eng. s.s. Balmuur 3908 Methil Deens. s.s. Agnete 3190 Burntisland Eng. s.s. Egret 3492 Antwerpen idem Rallus 3015 idem minene stukg. idem phosph. stukg. ballast phosph. hout vl. idem stukg. idem hout stukg. idem phosph. stukg. idem ballast idem idem ledig idem stukg. idem angs de Oostsluizen alhier 27 binnenvaartuigen op- en 17 afgeschut; door de Westsl. 2 op- en 1 afgeschut.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1898 | | pagina 2