Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaandere
AINBBSTBBIM.
No. 3638.
Zaterdag 16 Juli 1898.
38e Jaargang.
Ill MOOED OP BE HEIDI.
aanbesteden:
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82$.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
AD VEBTENTIlN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
nit tola* veraellUBt Woensdag. en Vrljdagavond, aUgezonderd op Feeridageo, bij den oitgever P. J. Vil DE IAMPE te Ter Menzen.
Bij deze courant behoort een bijvoegsel.
Burgemeester en Wetbouders van TER NEUZEN
zullen op Dinsdag, 26 dezer, des namiddags
vijf uren, in het gemeentebuis, in het openbaar,
bij enkele inschrijving, in 6 perceelen
Het onderhouden van en het
doen van herstellingen en verfwerken
aan de gebouwen en andere gemeenle-
eigendommen, gedurende 1898.
Het bestek ligt van af 20 dezer ter lezing op
de gemeente-secretarie en is aldaar in afdruk
verkrijgbaar tegen betaling van 50 cents.
Inlichtingen zijn te bekomen bij den gemeente-
bouwmeester, door wien plaatselijke aanwijzing
zal geschieden in de kom der gemeente op Vrijdag,
22 dezer, 's morgens negen uren, te beginuen
aan het Raadhuis en te Sluiskil op Zaterdag, 23
dezer, 's morgens elf uren.
Ter Neuzen, 14 Juli 1898.
Burgemeester en Wethouders vooruoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. WISKERKE, Secretans.
De hoofdcommissie voor het huldeblijk aan
H. M. de Koningin-Regentes zal op Maandag 18
Juli, des namiddags te twee uren, in de raadzaal
van het stadhuis te Amsterdam eene vergadering
houden ter bespreking van de wijze, waarop de
aanbieding van dat huldeblijk zal geschieden.
In alle provincien van Nederland had zich in
bijna alle gemeenten eene plaatselijke commissie
gevormd. Verder bestaan commissien in Ned.
Oost-Indie, in Ned. West-Indie, in het buitenland,
alsVereenigde Staten van Noord-Amerika,
Argentijnsche Republiek, Belgie, China, Duitsche
Rijk, Frankrijk, Groot Britannie en lerland, Italie,
Oranje Vrijstaat, Europeesch en Aziatisch Turkije
(Konstantinopel en Smyrna), Zuid-Afrikaansche
Republiek en Zwitserland.
In een album zijn vermeld al de namen der
verschillende commissieleden en daartusschen vindt
men penteekeningen van historische gebouwen enz.,
gezichten in Oost- en West-Indie, de wapens der
verschillende provincien en gemeenten. Alles is
FEUIXLEITON.
Vrij bewerkt door
A MO.
(23
Wij waren inmiddels de deureu genaderd die
toegang gaven tot de banken voor het publiek.
Verpoorte sprak een paar woorden tot een der
deurwaarders en verdween toen zelf met een
„Nu, amice, ik zie je straks wel 1" in een der
couloirs. De deurwaarder bracht ons in de zaal.
Ik stopte hem een gouden tientje in de hand, dat
hij met een beleefde hoofdbuigiug aanvaardde.
Anna rilde, als had zij de koorts.
Een paar politie-agenten en andere beambten
slenterden rond. Vijf of zes personen, die zonder
twijfel op de dezelfde wijze als wij toegang hadden
verkregen, zaten in verschillende hoeken der zaal.
Ik wees Anna de banken aan waar die be-
schuldigde, en die waar de getuigen zouden komen
te zitten.
Op een der voorste rijen, ter rechterzijde van
de zitplaatsen der rechters, namen we plaats.
Met haar dichten sluier, reikeude tot de kin,
en geheel in haar mantel gehuld, om elke herkeuning
te voorkomen, liet Anna zich moede neervallen.
Ik zette mij naast haar, stak mijn hand onder
haar mantel en vatte haar bij de hand.
Ik keek op mijn horloge't was even voor elf
zeer artistiek bewerkt door de callegrafen de ge-
broeders Grevenstuk te Baambrugge.
De Minister van Kolonien heeft eergisteren
in de zitting der Eerste Kamer medegedeeld, dat
omtrent de aetie tegen Edi van den gouverneur van
Atjeh, kolonel Van Heutsz, het volgende telegram
is ontvangen
Op 11 Juli is de vijand nabij Edi uit zijne
stellingen verdreven met achterlating van 80 dooden.
Onzerzijds zijn gesneuveld 2 fuseliers en 1 in
lander gewond zijn een 1', een 2e luitenant en
18 minderen beneden den rang van officier.
Op 12 Juli is in de rich ting van Perlak (ten
zuiden van Edi) opgerukt.
De correspondent van het Handelsblad te Batavia
seint onder dagteekening van 13 Juli 10,55 u.
Maandag heeft kolonel Van Heutsz met twee
bataljons den vijand buiten Edi omsingeld. Van
de Atjehers werden 80 man gedood en velen ge
wond. Een aantal ontsnapte.
Onzerzijds bedroeg het verlies vier dooden
(minderen) en zijn twee luitenants gewond.
Uit Medan wordt over hetzelfde feit gemeld
Kolonel Van Heutsz heeft Maandag Teungkoe
Tapa in Edi overvallen. De vijand nam de vlucht
met achterlating van tachtig dooden. Aan onze
zijde werden drie mindere gedood.
Het blad teekent hierbij aan
De kluizenaar Teungkoe Tapa is het hoofd van
een bende partijgangers, die reeds op den 4 Juli
door overste Moorrees werd uiteengeslagen, in een
gevecht, waarbij de vijand 50 dooden achterliet,
en aan onze zijde een officier en 14 minderen
werden gewond.
De bende van Teungkoe Tapa, die zich na dit
echec weder verzameld had, is thans door kolonel
Van Heutsz opnieuw en met zware verliezen uiteen
gedreven.
Het snelle en krachtige optreden van kolonel
Van Heutsz heeft dus ook hier succes gehad.
Men is den vijand blijkbaar onverhoeds op 't lijf
gevallen, hetgeen natuurlijk een moorddadig gevolg
moest hebben. De vijand kon niet vluchten al
had hij gewild en moest zich dus wel hardnekkig
verdedigen dat hij dit gedaan heeft, blijkt wel
uit het feit dat onzerzijds vier dooden te betreuren
zijn, benevens de verwonding van twee officieren.
Wij vermoeden dat onze correspondent niet vol-
komen zekerheid aangaande de namen der gewonde
officieren heeft kunnen krijgen en dus voorzich-
tigheidshalve en zeer wijselijk vooralsnog geen
namen meende te moeten noemen.
Aan het van 25 tot 30 Juli te Brussel te
houden VIIe internationaal congres voor de scheep-
vaart, zal voor Nederland o. m. worden deelgenoinen
uur, de zitting zou dus dadelijk een aanvang
nemen. Ik had niet misgerekendreeds hoorde
ik het schuifelen van vele voeten, een talrijk
publiek stroomde door de wijd geopende deuren
naar binnen en bezette weldra alle zitplaatsen.
Zoo snel en z66 dicht kwamen ze, dat in enkele
minuten de ruimte tot stikkens toe was gevnld.
Anna en ik worden dicht op elkaar gedrukt, daar
elke duimbreed plaats van de bank waarop wij
gezeten zijn, bezet wordt.
De zaal is dan propvol. Zij is gevuld met
welgekleede menschen, op sensatie azende. Elke
man, iedere vrouw beijvert zich een goede plaats
te vinden, alles te zien en te hooren. Zij willen
zien en hooren een armen ellendige, die misschien
tot levenslange gevangenisstraf zal veroordeeld
worden. Is het wonder dat ik in mijn bittere
stemming vol haat neerzie op die sensatiejagers
Foei, publiek, wat zijt ge wreed
Ik knarsetand van woede, als ik mij het tooneel
voorstel, dat zal volgen, wanneer Anna opstaat
om de onschuld van dien man te betuigen en
zich zelve aan te klagen als de schuldige.
Wel tracht ik mij dat tooneel uit den geest
te bannen, door mij zelf op te dringen, dat het
gerecht niet kau dwalen, dat de man zal vrijge-
sproken worden; doch ondanks mij zelven grijpt
mij telkens weer de vrees voor het ergste aan.
Ik kijk om mij heen en bemerk behalve enkele
bekende gezichten ook het magere gelaat der vrouw
die zich mevrouw Herder noemde.
Ik ben dankbaar, dat zij zich een plaats voor
ons heeft gekozen en ons dus niet kan zien.
door den heer A. A. Bekaar, ingenieur van den
waterstaat te Middelburg.
Door het centraal-comite tot oprichting van
een Volks-sanatoria voor minvermogende borst-
lijders in Nederland, wordt medegedeeld dat de
heer P. W. Janssen te Amsterdam de som van
5000 beschikbaar stelt, indien het gelukt voor
1 November van dit jaar zooveel geld bijeen te
brengen als noodig is om een sanatorium te kunnen
bouwen.
Hij doet dit aanbod in de hoop genoegzame
navolging te zullen vinden en dat dit voorbeeld
velen zal aansporen genoemd centraal-comite
krachtig te steunen.
Op de vraag of er niets te doen is aan
industrieen als de „Kroningsloterij", waarop
onlangs werd gewezen, autwoordt het Vad. ont-
kennend. Bij de laatste justitiebegrooting heeft
de heer Lieftinck over het euvel der loterijen ge-
klaagd, en de Minister heeft hem geantwoord,
dat er geen strafbepaling tegen bestaat. De kwestie
was echter bij den Minister in onderzoek, of niet
door een eenvoudige wijziging der zoogenaamde
„invoeringswet" in die leemte was te voorzien.
De Minister bleek doordrongen van de noodza-
kelijkhe'd om de ingezetenen tegen hun eigen
onnoozelheid te beschermen.
TER NEUZEN, 15 Juli 1898.
Heden werd in het hotel ffHet bonte Hert" voor
mevrouw de wed. Seydlitz, grondeigenares te Hulst,
aanbesteedhet bouwen van een wagenhuis,
stalling en varkenshok, op de hofstede bewoond
door P. J. Boenne, in den polder Oude Graauw,
gemeente Graauw.
Hiervoor schreven in de heeren P. F. Durincks
te Graauw voor f 2546 en Andries van de Walle
te Hulst voor f 2474,30 aan wien het werk is
gegund.
De inschrijvingssommen zijn zonder bijlevering
van de metselmaterialen.
De heer G. Vogelvanger van Hulst is aan
de rijkslandbouwschool te Wageningen bevorderd
van de 1° naar de 2B klasse der afdeeling land-
bouwschool.
De 2de luitenant J. L. van Schoonhoven,
van het 3de reg. infanterie te Middelburg, wordt
van 16 Juli tot 31 October gedetacheerd bij de
normaal-schietschool te 's Gravenhage.
De als verdacht van kindermoord te Hulst
gearresteerde vrouw is weer op vrije voeten gesteld,
daar uit het onderzoek van het kinderlijkje door
Evenals wij moet zij toch weten, dat heden een
onschuldig man terechtstaat
StilDaar verschijnen de president en de
rechters, in hunne tabbaarden gehuld, en zetten
zich neer.
De president gelast den deurwaarder de zaak
af te roepen en den getuige binnen te laten.
Weldra verschijnt deze en neemt plaats in de ge-
tuigenbank. Terstond daarna wordt de beklaagde
binnengeleid. Zoodra hij verschijnt, gaat er een
algemeen gegons door de zaal. Aller oogen zijn
strak op hem gevestigd.
Een oogenblik overvalt mij een duizeling; de
voorwerpen om mij heen schijnen met mij in de
rondte te draaien. Weldra is echter de ontroering
voorbij en kom ik tot mij zelven. De bank der
beschuldigden is thans bezetin het midden der
bank, met een forschen politie-agent aan elken
zijde, staat de aangeklaagde, die, zoo dit noodig
is, door zulk een groote opoffering moet worden
gered.
Van de plaats, waar ik zat, kon ik den beklaag
de weinig meer zien dan den rug. Nieuwsgierig
staar ik naar hem. Zoo gaarne zou ik willen weten,
tot wel ken stand hij behoort.
Het eenige, dat ik kan opmaken, is, dat hij
groot, doch vrij schraal is. Zijne kleederen zijn
nogal fatsoenlijk, maar schijnen veel dienst gedaan
te hebbenhij heeft iets van een klerk of van
een heerenknecht. Ik verheug mij over dat ar-
melijk voorkomen daarnaar te oordeelen, zal een
flinke som gelds hem zeker wel welkom zijn. Laat
de rechtbank hem onschuldig verklaren, en ik weet
door geneeskundigen is gebleken dat het kind op
natuurlijke wijze is gestorven.
Omtrent het Spaansche oorlogsschip Cindad de
Cadiz zegt het Handelsblad van Antwerpeu dat
de verschijning van dit schip in de haven aldaar
in verband kan staan met het volgende.
Den 7en kwam te Antwerpen de Engelsche
stoomboot Tasso van Hamburg leeg binnen. Den
8sten arriveerde de Engelsche stoomboot Cheviott
binnen met krijgsvoorraad en daags na dien de
Engelsche schoener Centaure met dynamiet.
Dit alles werd overgeladen op de Tasso die
10 Juli naar Halifax (Noord-Amerika) vertrok.
Heeft de Cindad de Cadiz dit vernomen En
tracht zij de Tasso te nemen De Cindad loopt
voortreffelijkte half 1 lichtte zij het anker,
te 3.20 stoomde zij reeds Vlissingen voorbij.
Philippine, 15 Juli. Gisteren isdewegdoor
de Weststraat over de hofstede van J de Bakker
alhier, naar den polder door het Rijks Domein
onteigend, zoodat we nu eene tijdelijke losplaats
zullen verkrijgen aan de Westzijde ran de haven,
tot het kanaal gereed is.
Koewacht. Woensdag is hier de definitieve
commissie tot regeling der inhuldigingsfeesten tot
stand gekomen. Iedere buurt is door twee of meer
personen vertegenwoordigd, zoodat de commissie
uit een 20tal personen bestaat. Tot eere-voorzitter
werd gekozen de heer C. Dierick, burgemeestertot
len voorzitter de heer Ch. L. Perseijn, tot 2en
voorzitter de heer J. J. v. d. Vijver, tot 1™ secretaris
de heer H. D. Ysebaert, tot 2en secretaris de heer
E. Plasschaert, tot penningmeester de heer A.
Ysebaert.
Tevens werd er een voorloopig programma vast-
gesteld, waarop o. a. voorkomtkrentenbrood-
bedeeling aan de armen, onthaal van al de school-
kinderen, optocht, waarna aanbieding van het portret
van Hare Majesteit aan het gemeentebestuur,
volksfeesten, schietingen. In den loop der volgende
week zullen de verschillende commissieleden de
ingezetenen hunner buurt bezoeken om de intee-
keninglijst aan te bieden.
Staande de vergadering werd er reeds voor ruim
60 gulden geteekend.
Ook zal er eene bijdrage uit de gemeentekas
gevraagd worden.
Hontenisse. Tot onderwijzer aan de openbare
school te Lamswaarde, hoofd de heer J. Adriaanse,
werd door den gemeenteraad benoemd de heer
W. J. Cremer alhier. Met den benoemde stonden
ook op de voordracht de heeren J. F. Andriessen
te Koewacht en P. de Maat te Boschkapelle.
Groede. Op het zestal voor tweeden predikant
bij de Evang. Luthersche gemeente te Utrecht
komt voor de heer J. A. Rust, alhier.
zeker, dat de geldelijke vergoeding, die ik van
plan ben hem te schenken, hem ruimschoots zal
scjiadeloosstellen voor de beproeviug die hij heeft
ondergaan.
Het is niet noodig zijn gelaat te zien, om te
kunnen zeggen, dat hij in angst verkeerd. Hij
schijnt, ook als hij zich opricht, van vrees te
sidderen. Iedere beweging spreekt van ziels-
angst. Zijn toestand is zoo beklagenswaardig,
dat een zijner bewakers hem onder den arm vat,
om hem ten minste den lichamelijken steun te
verstrekken, dien hij zoozeer behoeft.
Vol schaamte buigt hij het hoofd, en als ik
zijn gelaat had kunnen zien, zou ik bevonden
hebben, dat het bleek was, bleek als het
mijne en als dat mijner vrouw.
Nog een ander sloeg den ellendige gade. Hare
belangstelling was zoo mogelijk nog sterker dan
de mijne. Iedere houding van schaamte of vrees
werd door Anna gevoeld en begrepen, en vermeer-
derde misschien de wroeging, die zij wel zou ge-
voelen over het opvolgen van mijn raad om eerst
den uitslag van 't verhoor af te wachten, alvo-
rens iets te ondernemen. Ieder angstig gebaar
van den gevangene in de bank scheen door de
hand, die zwak de mijne omklemde, herhaald te
worden. Iedere foltering, die hij leed, doortrilde
ook de gestalte van de vrouw, die wist dat hij
leed voor haar.
(Wordt vervolgd).
ur/ivsmi: commit