Gemengde berichten.
Teiegrafische berichten.
//Ik
het
In de eerste helft van 1898 werden voorts 1655
binnenvaartuigen op en 1573 afgeschut Over
hetzelfde tijdvak van het vorig jaar resp. 1429
en 1328.
Door de afgevaardigden van polders, be-
hoorende tot het waterschap IJzendijke, is in de
vacature van lid van 't bestunr, ontstaan door
periodieke aftreding van den heer J. L. I. de Bats
met 4 stemmen benoemd de heer A. B. Thomaes.
De heer De Bats verkreeg 2 stemmen.
Vrijdag moest te Cadzand de verkiezing voor
een lid van den Raad plaats hebben. Om 4 are
was er nog niemand, die met een lijst van candidaat-
stelling bij den burgemeester was gekomen, zoodat
er geen candidaat gesteld is. Een nieuwe verkiezing
is nu uitgeschreven tegen a. s. Zaterdag.
Hulst. Alhier werd Donderdag en Vrijdag
door den heer ontvanger der registratie en domeinen
ten overstaan van notaris A. M. van Rijsoort van
Meurs bij finale toewijzing verkocht 495,77,22 H.A.
van de ingedijkte staatsgronden gelegen in den
nieuwen Koningin Emmapolder en behoorende
gedeeltelijk onder de gemeente Graauw en gedeel-
telijk onder de gemeente Clinge. Deze gronden,
welke voor 635,810 waren ingezet, werden
toegewezen voor de som van 775,020, dat is i
door elkander tegen 696 per gemet (44,56 are).
De volgende heeren werden eigenaar van de
verschillende massa's voor de achter hunne nainen
vermelde som men de heer J. Seydlitz te Hulst
voor 67,000, de heer A. de Buck te Graauw
voor 11,510, de heer Baron Collot d'Escury
te Hontenisse voor f 130,150, de heer Van Weel
te Brussel voor 191,970, de heer Van Rossum
te Rotterdam voor f 67,980 en de heer IHombach
te Hulst voor 306,410.
's Gravenliage, 4 Juli. Het dienstplichtontwerp
is Zaterdag door H. M. de KoDingin-Regentes
bekrachtigd.
Bij Vianen viel Donderdagochtend een kind
in eene weteringde moeder sprong te water om
haar kind te redden, doch was daartoe niet in
staat. Op het hulpgeroep schoot spoedig toe
Mr. V., uit Utrecht, die niet aarzelde om onmid-
deliijk Van de kade af in de wetering te springen
en het genoegen mocht sinaken moeder en kind
behouden aan den wal te brengen.
Te Workum is een geheel gezin ongesteld
gewordeu door 't gebruik van rauwe, van elders
ingevoerde, fabrieksworst. Allen die er van ge-
geten hadden, zijn onder geneeskundige behandeling.
Men schrijft uit Loosdrecht
Hoe eenvoudig de tegenwoordige wijze van
stemmen ook moge schijnen, voor meerdere per-
sonen blijkt de zaak nog niet zoo eenvoudig te zijn.
Hier was bijv. bij de laatste verkiezing een
kiezer bezig zijn stem uit te brengen op een der
wanden van het stemhok in plaats van op zijn
kaart. Een ander, die het blijkbaar wat al te
vond zijn candidaat zoo heel zwart te maken,
neer bescheiden zwarte puntjes voor diens
naam gezet. Een derde die zeker de theone
van leven en laten leven was toegedaan, had een
candidaat van zijn eigen en een van de tegenpartij
aangestipt.
(Dit laatste komt wel op meer plaatsen dan op
Loosduinen voor.)
Eene vermakelijke vergissing kwam dezer
dagen voor in het Friesche dorp R.
erg
had
Op eene boerderij in de nabijheid verwachtte
een ouderenpaar de geboorte van een jongen
wereldburger. Een knecht, nog niet lang in dienst,
wordt naar het dorp gezonden om den arts te
halen, doch komt bij den notaris terecht. De
meid, die wordt opgebeld uit haar slaap, ontvangt
de boodschap, of mijnheer onmiddellijk op de
aangewezen plaats wil verschijnen. Deze, natuurlijk
denkende dat een testament moet worden opgemaakt,
waarbij haast is, laat zijn klerk, den candidaat-
notaris, uit het bed halen en beiden begaven zich
in het holle van den nacht naar de woning, waar
ze een stervende meenen te vinden.
Men begrijpt de verrassing van den echtgenoot,
en van de beide heeren, toen deze laatsten
binnentraden en vernamen, dat gansch iets anders
dan een scheiden uit het leven werd verwacht.
Natuurlijk was nu de vergissing spoedig op-
gelost.
Een eigenaardig geval heeft zich voorgedaan
te Nieuweschoot, nabij Heerenveen. De land-
bouwer Heida kwam in Mei tot de ontdekking
dat hem twaalf couponbladen ontstolen waren of
dat die bij eene plaats gehad hebbende verhuizing
waren zoek geraakt. Reeds rezen vermoedens
tegen familieleden, terwijl 1500 premie op het
terugvinden was gesteld, en nu komt de oude man
in alle kalmte vertellen dat hij zijne effecten op
zolder, verborgen onder oude papieren en vodden,
teruggevonden heeft.
Nader wordt uit Bergen op Zoom gemeld
dat het onjuist is, dat bij den brand aldaar 500
kippen zouden omgekomen zijn. De schuur,
waarin die kippen waren, is geheel ongedeerd
gebleven.
Vrijdagmorgen had de echtgenoote van den
heer K. te Nieuw Lekkerland het ongeluk bij het
spoelen van kleeren in de wetering te vallen en
te verdrinken. Pogingen, aangewend om het leven
op te wekken bleven vruchteloos. Zij was moeder
van zes kinderen, waarvan de beide jongste nog
slechts eenige weken oud zijn.
Te Beetsterzwaag ging sedert eenige dagen
het gerucht, dat een korporaal der infanterie uit
Breda, afkomstig van Ureterp, in de bosschen
aldaar rondzwierf. Hij was van een klein verlof
achtergebleven. Yrijdagavond waarschuwde een
veehouder de politie, dat zich iemand in de schuur
bevond. Dadelijk begonnen de chef der gemeente-
politie en de brigadier der rijksveldwacht hun
onderzoek, en vonden den korporaal geheel onder
het hooi. 't Kostte moeite hem te vinden. Zaterdag-
middag werd hij op transport gesteld naar Deventer.
Te Heerewaarden is een kind van 7 jaar in
een put, waaruit de grond voor een steenfabriek
gegraven was, verdronken.
Uit Wijk bij Heusden meldt men het volgende:
De passagiersstoomboot Neutraal III, varende
van Heusden op Rotterdam, passeerde Vrijdagavond
op de rivier de Maas, onder deze gemeente, een
klein vaartuig, een aak. Een der passagiers in
deze schipper den persoon herkennende, die elk
jaar in deze en omliggende gemeenten de jonge
ooievaars weghaalde, riep hem toe ,/Ooievaarsdiet
waarop deze een geweer nam, en een schot met
hagel lostte op de op de boot zijnde passagiers.
De hagelkorrels vlogen over het dek en in de
pijp, zor.der evenwel iemand te treffen. De pas
sagiers liepen in allerijl naar de kajuit. De
conducteur der stoomboot stelde den gemeente-
veldwachter J. Roza onmiddellijk met het feit in
kennis. Deze voer daarop met een roeiboot naar
den schipper, die opgaf genaamd te zijn Manus
van de Pol, van beroep ooievaarsdief, geboren te
Amsterdam en varende op zijn aak.
richtte zij haar oogen op de mijne, en de angst,
die mij daaruit tegenstraalde, zei mij, dat de vrees,
die mii zoo lang had gekweld, werkelijkheid was
geworden. Zij uitte een zachten kreet en viel
toen bleek en bewusteloos tegen rnijn schouder aan.
Ik gel oof, dat ik mij, ofschoon door wanhoop
verbijsterd, naar 't uiterlijk vrij kalm hield. Ik
herinner mij, dat de beide Nederlandsche toeristen
mij zeer voorkomend hunne hulp aanboden. Wij
brachten den noodrem in beweging en onmiddelijk
stond de trein stil. Behulpzame handen hielpen
mij Anna uit den coupe dragen en haar in een
nabij zijnde woning onder dak brengen. Een lnrnid-
dels ontboden landauer bracht ons naar een nabij-
gelegen hotel. Door een goede verzorging kwam
zij weldra weer tot bewustzijn en was dra in staat
te loopen.
De jongelieden zullen weimg vermoed hebben,
wat hun los daarheen geworpen gezegden hadden
uitgewerkt. Hoe konden' zij ook weten, dat zij
wellicht het geluk van twee menschenlevens voor
altijd gestoord haddden
Ik sprak Anna toe, doch ontving geen antwoord
zij wendde haar oogen van de mijne afzij scheen
miju blik te schuwen. Geen woord kwam over
hare lippen.
Wij wilden met den eerstvolgenden trein weder
vertrekken en gingen daarom naar het station.
Weldra zaten wij in een gemakkehjken coupe en
vervolgden onze reis. Ik glimlachte bitter, toen
ik dacht, hoe een kleine windstoot mijn kaartenhuis
tegen den grond had geworpen.
Maar een troost had ik er mocht komen wat
wilde, ellende, schande, dood, een week
althans had ik den wensch mijns levens vervuld
gezien Van de herinnering hieraan kon memand
jnij berooven.
XI.
Eindelijk waren wij te Parijs. Ik bracht Anna, die
nog steeds het stilzwijgen bewaarde of slechts zoo
kort mogelijk mijne vragen beantwoordde, naar
ons eens zoo gelukkig tehuis. Met een glimlach
als welkom op haar innemend gelaat kwam mijn
moeder, zoodra zij ons zag, naar ons toe.
Er ging een schok door de gestalte mijner arme
vrouw, toeu zij haar bemerkte. Zij liet zich
zonder eenige aandoening te laten blijken door
mijn moeder omhelzen en liefkoozen.
„Anna is ziek," zei ik tot verklaring.
zal haar naar hare karner brengen."
Gedurende onze afwezigheid had mijn moeder
een vertrek voor ons in gereedheid gebracht.
geleidde Anna er heen. Door bloemen was
fraai en aantrekkelijk gemaakt, terwijl verscheiden
andere kleine oplettendheden als zoovele bewijzen
van hartelijkheid ons daar wachtten.
er niet op.
Zoodra wij binnen waren,
wendde mij tot mijn vrouw.
Met die wonderschoone, donkere
mijn ziel schenen te doorgronden, zag
Met zachte, ernstige stem zeide zij
zeg mij de waarheid, Willem.
nacht gedaan
Zoo was dan alle hoop, die ik nog gekoesterd
had dat Anna's ontroering bij het bencht van
mijnheer Tellings dood een gevolg
feit dat zij den man had liefgehad, vervlogen.
Ik za» geen uitweg om haar te ontsnappen,
geen mojelijkheid haar diets te maken dat zij zich
iets verbeeldde wat nimmer had plaats gehad.
Ofschoon ik alles zou hebben willen geven,
ik haar de kennis van dit feit had kunnen
Door den brigadier der marechaussee te Heusden,
die eveneens met het gebeurde werd in kennis
gesteld, is proces-verbaal opgemaakt.
Zaterdagochtend omstreeks half tien haalde
een 72jarige man op het groote postkantoor te
Rotterdam een aangeteekenden brief af, uit
Amsterdam verzonden en iuhoudende een bank-
biljet van f 60. De oude man stak den
brief in een binnenzak van zijn jas, die hij liet
openhangen en hij verliet het postkantoor. Op
den Visschersdijk werd hij aangesproken door twee
lieden, die hij meent ook in de vestibule van het
postkantoor te hebben opgemerkthet waren
Franschen. En terwijl een hunner hem nu om
vuur vroeg, haalde de andere hem bij wijze van
een grapje zijn regenmantel over het hoofd, kietelde
hem met de parapluie in den hals, enz., alles er
vermoedelijk op berekend om de aandacht van
den ouden heer af te leiden. Toen de vuurvrager
voorzien was, vertrok hij met zijn vriend in de
richting van het station Beurs, waar hij op het
Beursplein een bezoek bracht in een sigarenwinkel
en daar zijn regenmantel achterliet, welken hij
sedert niet reclameerde.
Kort na het vertrek van de beide onbekenden,
kwam de 72jarige tot de ontdekking, dat zijn
brief met 60 verdwenen was. Hij snelde naar
het politiebureau in de Pauwensteeg en op zijn
aan wij zing werd toen een Franschman gearresteerd
en naar dat politiebureau gebracht. Bij zijn verhoor
bleek spoedig, dat hij het feit niet gepleegd kon
hebben, omdat hij eerst ongeveer een kwartier
daarna met zijn echtgenoote met den trein te
Rotterdam aangekomen was. Onmiddellijk liet
men hem weer vrij, toen de waarheid van die
verklaring gebleken was.
De twee lieden die de berooving pleegden, waren
niet te vinden, ook een signalement van hen is
niet vast te stellen en aan gelegenheid om te
ontsnappen heeft het hun, ook al door de arres-
tatie van den onschuldigen Franschman, niet out
broken.
Volgens nadere mededeeling is het nog niet
geheel zeker dat de Haagsche sptirtman Z., die in
het Kanaal van de Soembing in zee sprong, ver
dronken is.
Door het Spaansche stoomschip Pena Cabarga,
van Santander naar Rotterdam, is n.l. in het
Kanaal een drenkeling van een zwemgordel voorzien,
opgepikt en te Rotterdam aangebracht. Deze
drenkeling stelde zich voor als Engelschman,
William John Brown, en hij vertelde, dat hij,
met een vriend in het jacht Mia Donna van
Hamburg was uitgezeild, met bestemming naar
Genua. Het jacht zou in den nacht van 27 op
28 Juni in het Engelsche kanaal vol water ge-
loopen, en gezonken zijn, waarbij Brown's vriend
zou zijn verdronken
De drenkeling werd door den kapitein C. Martinez
en den stuurman Jose F. Tayas zeer liefderijk
verpleegd, zoodat de gevolgen van zijn eenige uren
in het water verkeeren, weldra verdwenen. Maar
't moet den jongen man wel weer kwaad hebben
gedaan, toen hij vernam, dat de Pena Carbarga
juist, naar Rotterdam voer.
Hier aangekomen begaf de kapitein zich met
den zich noemenden Brown naar Mc. Farlane, een
specialiteit op het gebied van jachten, en deze
meende in den drenkeling Z. uit Den Haag te
herkennen, den bekenden sportsman, die wegens
het vervalschen van een wissel werd vervolgd, naar
Frankrijk vluchtte, te Marseille werd gearresteerd,
met de Soembing naar Rotterdam werd gebracht,
maar over boord sprong.
Vervolgens ging de gezagvoerder met /Brown"
naar den Spaanschen consul, die hen echter naar
zijn Engelschen ambtgenoot verwees. Deze twijfelde,
aan ,/Brown's" uitspraak van het Engelsch, of hij
wel een Engelschman wasen eenige matrozen
van de Soembing viel ook //Brown's" sterke
gelijkenis op met Z., die van hun schip in het
Kanaal was gesproneen. Op den eersten twijfel
antwoordde //Brown" dat hij al zoo lang uit Engeland
hij had allerlei avonturen beleefd, had
Anna lette
sloot ik de deur en
oogen, die
ze mij aan.
//Zeg mij
Wat heb ik dien
wasnij tiaa aneriei avonturen ueieeiu, nau ge-
vochten in Meneliks's leger, enz. En wat die
Hollandsche zeelui wilden, daarvan verstond hij
geen woord, begreep hij niets.
Daarna vertrok hij, en wat wel heel vreemd is,
nu riep hij een jolleman aan, die hem weer naar
de Pena Gabarga, liggende aan een boei op de
rivier, moest brengen, doch toen hij daar was,
gelastte hij den man naar Katendrecht over te
varen, waar //Brown" aan wal ging.
De Engelsche consul had inmiddels de politie
zoo
sparen, kon ik toch niet haar, die ik zoo lief had
in de oogen zien en te gelijkertijd bedriegen.
Slechts om tijd te winnen stamelde ik een
ontwijkend antwoord. Vdor ik den zin geeindigd
had, viel zij mij echter in de rede.
wWaarom ik het vraag?" herhaalde zij. //Ik
weetalles. Het kwam alles in mijn droomen
tot mij. Ik zag den witten weg het droeve,
doode gelaat de dwarrelende sneeuw. Ik heb
in mijn droomen over hem gebukt gestaan en tot
mij zelve gezegd //Hij is dood Maar ik dacht,
dat het een droom was geweest, Willem Ik wierp
het verre van mij. Het moest een droom zijn,
zei ik. Ik haatte hem, en daarom droomde ik dat
ik hem doodde. Als ge kunt, zeg mij dan, liefste
Willem, dat het een droom was."
Hare stem daalde tot den toon eener meewarige
bedezij zag mij teeder smeekend aan.
(Wordt vervolgd.)
gewaarschuwd. Deze bezetle alle stations en de
wegen die uit de stad leiden, sterk injhet vermoeden
dat //Brown" wel degelijk de voortvluchtige Z.
uit Den Haag zou zijn. Volgens de politie te
Charlois zou een jongmensch, overeenkomende met
het signalement van /Brown", Vrijdag den
Dordtschen straatweg zijn opgewandeld, maar weer
teruggekeerd. En uit een nader ingesteld onder
zoek bleek, dat hij des avonds het laatst in den
omtrek van Bareridrecht zou zijn gezien, dus
loopende in de richting van de Belgische grenzen.
Zaterdagnamiddag had een verder onderzoek van
de politie nog geen resultaat opgeleverd.
Gistermiddag had in het Paleis voor Volks-
vlijt te Amsterdam een protestmeeting plaats,
belegd door het Landelijk Comite tot invrijheid-
stelling der gebroeders Hoogerhuis.
Vele schriftelijke betuigingen van instemming
waren ontvangen. Als sprekers traden op de
heeren Luitjes, Mr. Troelstra en Hermans. De
meeting eindigde met de aanneming der door
het Landelijk Comite aan de plaatselijke comites
toegezonden motie.
Daarna werd medegedeeld, dat ook het Leger
des Heils dien middag eene meeting hield op een
weiland buiten de Muiderpoort, waar over ,/drie
onschuldigen" gesproken zou worden. Men wist
eerst niet hoe men het daarmede had. Allengs
won het geloof veld, dat er bedrog in het spel
was en dat het Heilsleger de beweging ten gunste
der Hoogerhuisen misbruikte om publiek te
trekken. Men besloot daarom naar het weiland
te gaan, en, indien het vermoeden bewaarheid
werd, tegen deze onkiesche reclame te protesteeren.
Een paar honderd van de 3000 aanwezigen be
gaven zich op weg naar het weiland buiten de
Muiderpoort.
De man van het Leger, dre daar aan den ingang
de dubbeltjes inde, kreeg al spoedig de lucht van
hetgeen te wachten stond. Zijn eerste werk was,
de dubbeltjes van zijne schaal in den zak te doen
glijden. Zonder betaling stroomden de onwelkome
bezoekers door het heken het duurde niet lang,
of de kapitein van het Leger des Heils, die gereed
stond zijne rede aan te vangen, werd gei'nterpel-
leerd. Toen hij erkennen moest, dat het niet in
zijn bedoeling lag over de Hoogerhuisen te spreken,
werd hem bedrog en ongeoorloofde reclame verweten.
De man wilde spreken over de drie jongelingen
die Nebukadnezars gouden kalf niet wilden aan-
bidden, maar bracht het niet ver met zijn verhaal.
In plaats van het te laten bij een krachtig
protest tegen de onkiesche reclame en daarna heen
te gaan, begonnen de meetinggangers de rede-
voering met gezang en uitroepen te onderbreken.
Het eind der historie was, dat de open-lucht-
vergadering van het Leger des Heils gesloten en
het terrein door politie ontruimd werd.
In 1905 zal in Belgie een tentoonstelling
worden gehouden, ter viering van de 75jarige
onafhankelijkheid. Naijverig als steeds, zijn Brussel
en Antwerpen er nu reeds over aan het twisten,
welke dier twee steden de tentoonstelling zal
houden.
Te Baden-Baden hebben drie officieren bij
het spel zooveel verloren, dat zij zich bijna tege-
lijkertijd doodschoten.
In de bosschen bij Frankfort is een roovershot
ontdekt, waar een troep inbrekers heeft gelegerd
en gestolen voorwerpen verborgen waren. De
dieven ontkwamen echter nog tijdig.
Een fatsoenlijke jonge vrouw in Bern, wier
man geruimen tijd in het ziekenhuis lag, en die
nu van alle inkomen was verstoken, heeft in wan-
hoop haar uitgehongerde kinderen, een meisje van
acht maanden en een jongen van twee jaar, door
het branden van phosphorus in haar kleine, afge-
sloten kamer, gedood. De moeder zelf is bewusteloos
gevonden de geneesheeren denken haar in't leven
te zullen behouden.
De Zwitsersche Bondsregeering heeft beslist,
dat geen meisjes beneden de 14 jaar in de zijde-
fabrieken mogen werkzaam zijn. Deze bepaling
is voor die, vooral in het kanton Tessen zeer
talrijke, fabrieken van zoo ingrijpenden aard, dat
de meeste fabrikanten er over denken hun bedrijf
naar Italie te verplaatsen. De directeur eener
spinnerij in Lugano heeft zijn ruim 500 werklieden
reeds aangezegd, dat de inrichting 16 Juli wordt
gesloten en dat zij dan alien ontslagen zijn. Hij
laat eene nieuwe fabriek bouwen over de grenzen.
Alweer een samenzwering in Rusland, dit-
maal tegen het leven van de Czarina. Een tele
gram uit Boekarest meldt, dat er pogingen zijn
gedaan om de vorstin met arsenicum te vergif-
tigen, dat elken morgen werd gemengd in een
kop chocclade, die een der hofdames haar bracht.
Als verklaring voor deze nogal onbegrijpelijke daad
wordt er bij gevoegd dat de Keizerin zeer impopulair
is en zich den scheldnaam van //de Duitsche"
heeft verworven.
INGEZONDEN STUKKEN.
Ter Neuzen,
Hoek,
1898.
4 Juli
Zaamslag,
Mijnheer de Redacteur
Wij lezen in //de Nederlandsche Jager" van 2
Juli, als volgt
De Commissaris der Koningin in Noord-IIolland
heeft een rondschrijven gezonden aan de burge-