Algemeen Nieaws- en Advertentieblad voor Zeenwsch- Vlaanderen. No. 3628. Donderdag 23 Juni 1898. 38e Jaargang. De oorlog tusschen AMERIKA en SPANJE. Binnenland. ABONNEMENT Voor ADVERTENTIEN: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32$. Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. Inzending van advertentien v6or 3 nren op den dag der uitgave. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Het heeft er veel van of men in Amerika op de rneest roekelooze wijze het leven van vrij- willigers en soldaten in de waagschaal wil stellen. Op een conferentie, op het witte huis gehouden, is besloien, de strijdmacht van Shatter met 10.000 man te versterken. Men golooft te Washington, dat Shatter zijn expeditie zal ontschepen te Bai- quri, acht mijlen ten oosten van Santiago. De ontscheping zal twaalf uur duren en 10.000 op- standelingen onder Garcia zullen hun hulp daarbij verleenen. Na den aanval op Santiago zullen de voornaamste punten in het oosten van Cuba bezet worden, en dan zal dadelijk een inval gedaan worden op Portorico, met 20.000 man, onder bevel van generaal Miles. De raad van oorlog is overtuigd dat 200.000 man noodig zullen zijn voor den grooten inval op Cuba en de president wil nog 100.000 vrijwilligers op- roepen. En dat in een tijd, dat het klimaat aan de kust doodend is. Het heet nu, dat op de schepen sominige manschappen een beetje ongesteld zijn door de warmte. En men schijnt te meenen in een of twee dagen Santiago zullen veroveren. Maar indien dit niet het geval is, zal de gele koorts op een ontzettende manier de Amerikaansche troepen kunnen teisteren. In pogingen tot ontscheping is Shatter nog niet geslaagd. De kust is over een afstand van 15 mijlen door de Spanjaarden bewaakt en dit zal de landing zeer bemoeilijken en vertragen. Tus schen Guantauamo en Cuero, 13 mijlen ten westen van Santiago, gaan koeriers heen en weer. Cuero zou de communicatie-basis zijn tusschen Sampson en de Cubanen. Sampson is nu te weten gekomen, dat twee gevangenen van de „Merrimac" naar het marinehospitaal zijn overgebracht en dat alle andere zich te Santiago bevinden. Het fort Morro zal dus voortaan ook beschoten worden. Het Amerikaansche departement van marine zal een onderzoek instellen naar de ontvangst, die aan boord van de „Marblehead" bereid is aan den Cubaanschen generaal Perez en naar het salueeren van de Cubaansche vlag. Dergelijke handelingen zijn in strijd met de maritieme voorschriften, volgens welke geen eeresaluut mag bewezen worden aan een niet formeel door de Unie erkende natie. En de Cubaansche opstandelingen zijn niet erkend, maar werken slechts individueel met de Amerikanen samen. Zooals wij boven zeiden, bestaat bet voornemen FEUILLETON Vrij bewerkt door A MO. 13) Zij keerde zich om en ging heen, het aan mij overlatende hare raadselachtige woorden te ver- klareu. Na eenige schreden gedaan te hebben, keerde zij evenwel terug. „Het mocht eens noodig zijn, u te sclirijven Geef mij daarom uw adres." Ik aarzelde eerst eenigszins, maar vertelde haar toen, dat elke brief aan mijn bankier te Amsterdam, den heer D., geadresseerd, mij vroeger of later bereiken zou. Ik achtte het ontijdig onze plannen bekend te te maken. Misschien zou het verdenking wekken. Nadat ik even op den witten hoop langs den weg had gestaard, werd mijn ongeduld om Anna te vervoeren steeds sterker en sterker. Ik had thans een besluit genomen, wat ik met mijn kost- baren last zou doen. Ik wilde haar, zoodra zij sterk genoeg was om de vermoeienissen der reis te verdragen, naar Amsterdam brengen, onder de hoede van een der beste vrouwen, van mijne moeder. Steeds wachtte deze in Amsterdam nog op mijne komst. Ik had haar geschreven, dat ik mijn huis niet kon verlaten, wijl een mijner vrienden ernstig ziek was. Ik was besloten thans tot haar te gaan en haar de droevige geschiedenis behalve om na den val van Santiago het eiland Portorico aan te vallen. De Spanjaarden hebben intusschen na het bombardement de versterkingen ran San Juan veel krachtiger gemaakt. Drie kanonnen van 15 c.M. bestrijken nu de baan en de Span- aarden moeten zich voortdurend geoefend hebben in het richten der kanonnen. Het bericht hiervan komt over het eilandje Thomas, waar 't ook niet heel rustig is. Naar het huis van den Spaanschen consul is met steenen gegooid, omdat door zijn toedoen de drukkers van nieuwe Amerikaansche krijgsliederen in hechtems waren genomen. De ruiten werden ingegooid en de menigte verdween eerst, nadat de consul met een geladen geweer gedreigd had. Omtrenl de Filippijnen wordt gemeld, dat Ilo-llo, de voornaamste stad op Panay (Visayas- eilanden), de eenige basis die de Spanjaarden nog over hadden, zoodat zij de stad reeds tot toekorn- stige hoofdstad bestemd hadden, na den val Manilla, in hauden van de Amerikanen zou gevalleu zijn. De val van Manilla zelf is nog niet met vol- doende zekerheid vermeld, gelijk ook trouwens dit bericht nog dient bevestigd te worden. De opstandelingen hebben de stad feitelijk in hun macht, maar Dewey wil, dat de Spanjaarden zich aan hem zullen overgeven. Daarom willen de opstandelingen trachten de stad te nemen, vdor de Amerikaansche hulptroepen zijn aangekomen. De Spanjaarden hebben in den mond der Pazig- rivier een kruiser laten zinken om het kanaal te versperren. Het wetsontwerp tot wijziging der wet op de nationale militie (persoonlijke dienstplicht) vond bij onderscheidene leden in de afdeelingen der Eerste Kamer overwegend bezwaar. Een aantal anderen, zonder ingenomen te zijn met het ontwerp, vonden de voordeelen daarvan grooter dan de nadeelen. Vele andere leden waren bepaalde voorstanders, sommigen zelfs warme. In een afzonderlijke nota heeft de heer Van den Biesen zijn bezwaren ontwikkeld tegen het ont werp. In de aanstaande zomervergadering van de Provinciale Staten van Zeeland komt o. m. aan de orde benoemen van drie leden van het Gedeputeerd college wegens periodieke aftreding als zoodanig van de heeren W. A. Graaf Van Lijnden, L. J. M. dat eene duistere hoofdstuk te vertellen. Ik zou haar zeggen, hoezeer ik Anna beminde. Ik wilde een beroep doen op hare liefde tot mij, en haar verzoeken het zwaar beproefde meisje tot zich te nemen en als een dochter te behandelen. Ik durfde hopen, dat mijne bede, al was het slechts om mijnentwil, zou verhoord worden. Voortdurend nam Anna in beterschap toe. Endelijk brak de tijd aan, dat mijn liefste weer de oude van voorheen was. Hare woorden waren, wat mij betreft, teeder, welwilleud en zasterlijk. Toen zij sterk genoeg was om het bed te verlaten, hield ik haar uren lang gezelschap. Wij praatten over vele en velerlei zaken; nimmer echter spraken wij over Tellings en het jongste verleden. Toch waren er oogenblikken dat haar blik mij verontrustte. Soms vond ik haar zorgvol en ang- stig naar mij starend, als trachtte zij op mijn gelaat iets te lezen, wat ik voor haar verborgen hield. Eens vroeg ze mij, hoe zij dien avond in mijn huis was gekomen. Zoo onverschillig mogelijk antwoordde ik//Uit de sneeuwjacht, in een hoogen graad van koorts kwam je bier." tfWaar was ik geweest en wat had ik gedaan ,/Alles wat ik weet is, dat ge regelrecht van mevrouw Herder's huis hierheen kwaamt." Zij zuchtte en wendde het hoofd afmaar spoedig keken haar droeve, donkere oogen weer naar de mijne. Slechts met iuspanning kon ik dien blik kalm doorstaan en bidden, dat mijn arme liefste nimmer het geheim van dien avond mocht leeren kennen. Eenige weken na den noodlottigen dag ver- lieten wij eindelijk het huis. Ik zou elke poging in het werk stellen om mijn geliefde aan den arm as en Jhr. Mr. E. A. O. Waesberghe-Jansmps Casembroot en vamtwee leden van het college van de voor de buitengewone vacatures, ontstaan door het aftreden van de heeren Mr. C. Lucasse en J. A. van Rompu, als leden van de Provinciale Staten benoemen van het lid der Staten, bedoeld bij art. 89 der provinciale wet een adres der vergadering van ingelanden van den calamiteuzen ,/Stad Philippinepolder" om vrijverklaring Voorstel van Ged. Statentot af wijzing van het verzoek van irigezetenen van Hoedekenskerke en omliggende gemeenten om eene //mildere rege- ling" van den provincialen stoombootdienst op de Wester-Schelde id. betreffende de verpleging van arme krank- zinnigen uit de provincie Zeeland id. tot wijziging van het reglement op de wegen en voetpadeu id. naar aanleiding van het adres van den gemeenteraad van Hontenisse, om de tolheffing op de provinciale wegen af te sehaffen id. naar aanleiding van het adres van het be- stuur van den Margarethapolder, om een renteloos voorschot voor wegsverbetering id. tot het verleenen van een provinciaal sub- sidie aan de Maatschappij tot bevordering van landbouw en veeteelt tot het houden van een tweejarigen cursus in het hoefbeslag id. naar aanleiding van het verzoek van de Maatschappij tot bevordering van Ooftteelt Tuin- bouw in Zeeuwsch-Vlaanderen Westelijk deel om subsidie id. tot het aangaan eener geldleeningad 200,000. Naar aan de N. R. Ct. gemeld wordt zullen de gereformeerde kerken zich hoogstwaarschijnlijk aansluiten bij alle verdere kerkgenootschappen in den lande, en overeenkomstig de tot haar door de synodale commissie der Ned. Herv. Kerk gerichte uitnoodiging om medewerking tot verkrijging der zoo gewenschte eeuheid in de godsdienstige wijding van 31 Aug. dien dag een godsdienstoefening houden. De classe 's Gravenhage tenminste be- sloot in hare vergadering van 14 Juni j.l. dat in al de kerken tot haar behoorende dien dag een godsdienstoefening zal plaats hebben, waarbij het aangezicht des Heeren met dankzegging en gebeden zal worden gezocht voor Koningiu en Yolk en dat van dit besluit zal kennis gegeven worden aan al de kerkeraden van de geformeerde kerken hier te lande met den wensch, dat, zoo mogelijk door alle tot zoodanige godsdienstoefening besloten van het gerecht te onttrekken. Om alle verden king te voorkomen, besloot ik, mijn huis niet te sluiten. Ik liet Johau achter om het te verzorgen. Ik zou hem mijne instructies wel zenden. Het scheen mij op dit oogenblik raadzaam, dat een mogelijk onderzoek zou uitwijzen, dat ik met mijne zuster naar Amsterdam was gegaan en dat de tijd van onzen terugkeer niet bepaald was. Zoo de zaken goed gingen, kon ik mij immers later wel op de gewone wijze van mijn huis ont- doen. Wat mij betrof, wenschte ik nimmer de plaats weer te zien. Anna stemde in al mijne schikkingen toe. Zij was bereid mij naar Amsterdam te vergezellen. Zij vertrouwde mij. vMaar wat daarna, Willem?" vroeg ze. Ik kon mij nauwelijks weerhouden aan hare voeten neer te knielen en haar te vertellen, dat mijne liefde ook verder wel zorgen zou. //In Amsterdam heb ik een verrassing voor u zei ik zoo teeder mogelijk. ^Vertrouw mij, het het zal je niet berouwen." Zij greep mijne hand. //Wien zal ik anders vertrouwen zei ze eenvoudig. ,/Ge zijt voor mij zeer goed geweest, Willem ik heb je leven ellendig gemaakt. Het is te laat om het te her- stellen maar ik zal nimmer deze dagen vergeten.' Hare oogen stonden vol tranen. Eerbiedig bracht ik hare hand aan mijne lippen en zei haar, dat alles, wat ik gedaan had, duizendvoudig beloond zou zijn, zoo ik den ouden glimlach op haar gelaat zag terugkeeren. Maar terwijl ik sprak, sidderde ik bij de ge dachte aan wat ons misschien te wachten stond Wij reden naar Bussum en waren gedwongen worden als de kerken in Friesland reeds in provinciale synode vastgesteld hadden. Yan een en ander is bericht gezonden aan de synodale commissie. TER NEUZEN, 22 Juni 1898. Het heeft Hare Majesteit onze Koningin-Regentes behaagd, haar naam te verleenen aan den nieuw bedijkten polder in het verdronken land van Saeftingen onder de gemeente Graauw en Clinge. De polder is dus genoemd De Koningiu Emma- polder. Zooals uit achterstaande advertentien blijkt besloot de Katholieke kiesvereeniging te Hulst, in hare vergadering van j.l. Maandag, bij de herstemming voor de Provinciale Staten, op 29 a. s. alleen de twee aftredende katholieke leden aan te bevelen de heeren A. Moerdijk en J. van Rompu, terwijl de centrale anti-revolutionaire kiesvereeni ging stelde de heeren J. F. Heemskerk en J. van Hoeve en de centrale liberale kiesvereeniging de heeren Mr. J. G. van Deinse en J. Nelemans. Dat velen zich afvragen waarvoor toch de rijkskeuring van paarden geschikt voor den krijgs- dienst dienen moet, is niet te verwonderen, als men let op het geringe aantal paarden dat ge schikt bevonden wordt. Alhier werd er van de 192 voor de keuring opgeroepen dieren niet 66a voor den dienst geschikt bevonden. Bij de gisteren gehouden aanbesteding van onderhoudswerken, ten behoeve van de calamiteuze Hoofdplaat- en Thomaespolders, werd het minst ingeschreven door den heer A. Tholens Dingz. te Ter Neuzen voor f 16,547. Gedurende de 2e helft der maand Mei zijn door het poMkantoor alhier, de volgende onbestel- bare brieven verzonden, aan de adressen van P. de Haan, H. Borgersen, Buenos Aires H. Mattheus, Calcutta. Tot lid van het Dag. bestuur en tot voor- zitter van het waterschap voor de uitwatering te Biervliet, is herbenoemd de heer J. F. Carpreau te IJzendijke. Bij het te 's Hage gehouden examen voor adspirant-gemeentesecretaris is o. m. geslaagd de heer M. A. Bleiker te Aardenburg. Axel, 21 Juni. Heden werd alhier ten overstaan van den notaris Dregmans, en ten verzoeke van de erven J. de Feijter Az. in het openbaar ver- kocht: 5 hect. 49 aren 4 centiaren bouw- en weiland. Kooper hiervan werd de heer P. Mahu alhier voor f 490 per 44 aren 56 centiaren. den weg te nemen, die voorbij mevrouw Herder's huis liep. Anna rees half van hare zitplaats op. Zij was op het punt mij een vraag te doen maar zij veranderde van gedachte en verviel weer tot stilzwijgen. Ik begon nu de vrees te koesteren, dat de voorwerpen ter zijde van den weg misschien eene herinnering zouden wakker roepen. Toen wij den witten hoop naderden, die het geheim be- waarde, klopte mijn hart zoo geweldig, als wilde 't uit mijn boezem springen. Ik gevoelde, dat ik doodsbleek werd. Daarom was ik genoodzaakt het hoofd af te wendeu en het andere portier uit te kijken. Het bewustzijn, dat Anna mij weer aankeek met dien droeven blik in hare oogen, maakte mijn toestand niet gemakkelijker. De spanning die volgen moest, zou misschien te sterk zijn, en ik vroeg mij zelf af, of mijn leven wel ooit weer een gelukkig of veilig oogen blik zou brengen. Na een lange stilte begon Anna te spreken //Willem, zeg mij, of je ook van dien man gehoord hebt." Ik schudde het hoofd. z/Waar is hij Dien avond zou hij komen, niet waar z/Ik veronderstel, dat hij niet gekomen is. Waarom vraag je dat z/Eeu vreeselijke droom kwelt mij, Willem. Er was iets, waarvan ik dien verschrikkelijkeu naeht droomde en waarvan ik nu nog droom. Weet je, wat het was Het zweet brak mij uit. //Gcen wonder, dat je zoo droomdet, liefste," zei ik. //Nu ben je weer in orde, maar dien nacht was je geheel buiten je zinnen. Die verbeelding is daarvan TER \EIZEVSCHE COERAIT uitKever P. J. I AS UK iANIIE te Ter Neuien lilt blatl verschijnt nimiiil>»«-, Woenndai;- en Vri|ti»s»*«n«l, niterezonclerd op Fees(da;{eu, bij lien ■-! 'nxrmifr.TBffr. e MB Ml HIBWIIIMI Illll

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1898 | | pagina 1