Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeowsch- Vlaanderan.
No. 3625.
De oorlog tusschen AMERIKA en SPANJE.
Donderdag 16 Juni 1898.
38e Jaargang.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82$.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
't Gaat den Amerikanen te langzaam met den
oorlog zelfs gebeurtenissen als de landing van een
850tal mariniers in de baai van Guantanamo te
Caimanera (een klein visschersdorp een veertig
Eng. mijl (65 kil.) oostelijk van Santiago) en het
daarop volgende geschermutsel tusschen dezen
troep en de Spanjaarden dertien uur lang, laten
de lui koud en alles leeft in afwachting van de
groote landing der Amerikaansche bezetiingstroepen
uit Tampa, welke vermoedelijk zal geschieden
dichter bij Santiago, Donderdag a. s. op zijn laatst.
Volgens de publicatie van het marine-departe-
ment te Washington, is een expeditie, voor 'tgrootste
deel bestaande uit geregelde troepen, nu heuschelijk
uit Key-West vertrokken 't zijn infanteristen en
cavaleristen en een aantal batterijen licht en zwaar
geschut gaan mee voor den belegeringsdienst.
Dus zal 'ter dan toch eindelijk van komen
't Was eergisteren juist zes weken geleden, dat
alom in de beschaafde wereld bekend werd de
overwinning der Amerikanen bij Cavite het
eerste feit van beteekenis in den 24 April officieel
verklaarden oorlog
Dat was dus meende men in de Vereenigde
Staten de eerste van een gansche reeks over-
winningen, welke den krijg om Cuba tot een
spoedig en glorierijk einde voor de Unie moest
brengen Spanje zou al heel gauw moeten aan-
dringen op de beeindiging van den oorlog tot
elken prijs en onder elke voorwaarde doch
't kwam heel anders
Eerst een kaperoorlog en dan een lange reeks
mislukte pogingen tot landing op Spaansch-
koloniaal gebied en toen beschieting der voor-
naamste versterkingen Mantanzas, Santa Clara,
Cardenas, Cienfugos, San Juan de Portorico,
Cabanas zij alle kregen een beurt van de
Amerikanen, Cardenas zelfs tweemaal. Dan kwamen
de pogingen bij Santiago, Caimanera en Guantanamo
en steeds hielden de geheel onvoldoende gewapende
zeevestingen 't uit tegen het zware en moderne
geschut van de Amerikanen. Met de landings-
pogingen waren de Yankees al niet gelukkiger
alien overwiuningsberichten ten trots.
Eindelijk schijnt 't nu dan toch dat er een
sneller tempo zal worden genomende Ameri
kaansche veroveringsstroepen of althans een deel
tervan gaan den tegenstander opzoeken op zijn
^rondgebied, van welk doen de landing van het
detachement te Caimanera niet meer dan een voor-
spel is. Deze troep moet het terrein voorbereiden
FEUILLETON
Vrij bewerkt door
A MO.
10)
Ofschoon ik, die haar boven alles lief had, het
voorwerp was harer verwijten, moet ik toch zeg-
gen dat ik nimmer in mijnleven woorden hoorde,
die mij zoo streelden als deze. Mijn hart sprong
op van vreugde en een golf van verlichting voerde
mij als het ware op tot een betrekkelijk geluk.
Zij was zedelijk onschuldig; welke verschrikkelijke
daad zij ook mocht gepleegd hebben, hare hande-
lingen waren haar niet toerekenbaar.
Als dokter raadde ik de waarheid. Alles wat
zij zei, wat zij deed, overtuigde mij en zei mij,
wat haar scheelde, en de woorden van mevrouw
Herder omtrent Anna's gezondheid bevestigden
die zekerheid.
Zij was n.l. het slachtoffer van die krankzinnig-
heid geworden, welke zich niet zelden na de ge-
boorte van een kind vertoont. Het is een feit,
dat zulke krankzinuigheid om dezen tijd niet
zelden door een krachtige verstoring van den
geest veroorzaakt wordt.
Het is dus geen wonder, dat Anna, toen zij
gistermorgen vernam dat haar huwelijk met Tel
lings bedrog was, in een toestand geraakte, waarin
ze zeer vatbaar werd voor deze ziekte. Het zorge-
loos zich blootstellen aan de winterlucht, zooals
zij gedaan had toen zij gisteren mijne hulp kwam
inroepen, had blijkbaar den aanval des vijands
voor de bataljons, die naderende zijn en admiraal
Sampson zal van deze stelling een kolenstation
maken een heel verstandig besluitKey West
ligt op drie dagen afstand van Kuba's Zuidoostkust
Maarschalk Blanco zeide Zoudag niets te weten
van Caimanera, doch ondertusschen is er 't een
en ander bekend geworden over schermutselingen
ten plaatse tusschen de Amerikanen en de Span
jaarden, welke geen twijfel laten aan de aanwezig-
heid der Amerikanen
In een telegram, afgezonden van de stoomboot
//Dauntless", de persboot in de nabijheid van
Guantanamo, wordt gemeld, dat de Amerikaansche
voorposten verscheidene hevige aanvallen van de
Spanjaarden hebben moeten doorstaan van Zater-
dagmiddag af tot het aanbreken van den volgenden
dag. De Amerikaansche mariniers wierpeu aan
drie zijden in het vierkant wallen op, om hun
kamp te omringen. De Spanjaarden hielden zich
eenigen tijd schuil in het bosch, vanwaar zij op
de Amerikanen vuurden. Een boot van de //Marble-
head" met een kanon bewapend kwam naar voren.
Deze bestreek in een rechte lijn de stelling der
Spanjaarden. Een zeer hevige aanval werd spoedig
na middernacht door de Spanjaarden gedaan. Zij
richtten zich tegen de wallen aan de zuidwestzijde,
doch werden door musketsalvo's teruggedreven.
De Spanjaarden hernieuwden verscheidene, malen
den aanval gedurende het verdere gedeelte van
den nacht, doch telkens zonder eenig resultaat.
De Amerikanen prijzen den moed door de Span
jaarden betoond. Nieuwe hulptroepen werden
door de ,/Marblehead" aan land gezet.
In 't geheel werd er dertien uren achtereen
gekampt, zonder ophouden bijna, doch van heel
groote moorddadigheid is dit geschiet toch ook al
weer niet geweestde Amerikanen hadden vier
dooden en een gewonde, terwijl men van de ver-
liezen der Spanjaarden niets wist, doch ze van Ame
rikaansche zijde toch maar ffzeer ernstig" heette
In elk geval is dit alles voorspel, het eigenlijke
drama zal aanvangen na de landing der Ameri
kaansche hoofdmacht, deze week nog, naar de
allerjongste verzekeringen.
Na goedkeuring van den aanleg van den
Oosterlocaalspoorweg besprak de heer Troelstra
in de zitting der Tweede Kamer van gister in
eene uitvoerige interpellate de zaak der gebroeders
Hogerhuis en leverde eene critiek op de gepubli-
nog verhaast. De snelle overgangen van kalmte
tot opgewondenheid hadden reeds eerder mijn
aandacht getrokken. Het begon mij thans dui-
delijk te worden, dat de gedachte aan de misdaad
toen reeds haar brein bezighield, de daad reeds in
beginsel was beraamd.
Hoe was ik toch zoo blind geweest, dat niet
te zien Het jnoest mij duidelijk geweest zijn,
dat haar iets deerde. Hare opgewondenheid had mij
voorzorgsmaatregelen moeten doen nemen. Ik had
die veranderlijke opwellingen toegeschreven aan
den verklaarbaren hartstocht eener fijn gevoelende
vrouw, die zich zelve bedrogen en tot schande
gebracht ziet.
Geen rechtgeaard mensch kon Anna schuldig
noemen. Wei kleefde er bloed aan hare handen,
doch zij had het vergoten, niet wetende, wat zij
deed; haar waanzin moest op dat oogenblik zijn
hoogste punt hebben bereikt. Waarschijnlijk was
de gedachte, dat hij komen zou, dien nacht tel
kens bij haar opgekomen en, gedreven door het
verlangen om hem te zien, was zij hem te gemoet
gegaan. Dat zij zich wapende, vond misschien
zijn oorzaak in de vrees die zij voor hem koesterde
zij dacht misschien het noodig te hebben tot zelf-
verdediging. Hoe het ook zij, bij haar vertrek
was zij krankzinnigzij handelde in waanzin toen
zij den trekker overhaalde, en ook toen zij vluchtte.
Zelfs thans, nu zij bij mijn vuur zat, was zij
nog in de macht des waanzinsdat was duidelijk
waar te nemen uit de booze, wantrouwige blikken
die zij mij toewierp.
Krankzinnig, ja maar dan ook onschuldig
Hare vreemde houding verontrustte mij weinig.
Het is een gewoon verschijnsel bij deze ziekte,
ceerde beschikking van den officier van justitie te
Leeuwarden, welke z. i. niet den twijfel aan de
onschuld der veroordeelden wegneemt en niet aan-
toont dat de Hogerhuizenpartij de justitie op een
dwaalspoor wil brengen. Integendeel maakt zij
de getuigenissen verdacht en ontzenuwt niet de
beschuldigiug tegen Dijkstra. Wanhopend aan
het instellen van eene nieuwe vervolging, vroeg
interpellant ten slotte gratie voor de veroordeelden.
De Minister van justitie achte dat het nieuwe
onderzoek het geloof aan de schuld van de
gebroeders had versterkt en weggenomen het
gewetensbezwaar dat rechtsingang zou verleend
worden tegen onschuldigen, voor wier goeden naam
hij de publicatie gelastte. Hij kan niet antweforden
op den inconsequenten aandrang van den heer
Troelstra die wel straf, niet veroordeeling opheft.
Door het hoofdbestuur der schippersvereeni-
ging Schuttevaer is aan den Minister van Marine
verzocht de roode ton n°. 26 in het nauw van
Bath (Wester-Schelde) te vervangen door een gas-
boei te doen plaatsen op de punt van Onrust
(Ooster-Schelde).
TER NEUZEN, 15 Juui 1898.
Door den heer P. A. van de Velde, alhier, is heden
aan H. M. de Koningin Weduwe, Regeutes der
Nederlanden, een bezwaarschrift verzonden tegen
het besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland
waarbij hij niet werd toegelaten als lid van den
Raad der gemeente.
Tot brievengaarder te Walzoorden is benoemd
de heer H. Lohmans, wachtmeester der marechaussee
alhier.
Heden werd op de weide van den heer D.
Scheele in den Nieuwe Neuzenpolder het vijfde
VJhamsch Zendingfeest gevierd.
De gewone en twee expresbooten, benevens de
treinen brachten tal van feestgangers aan, en
hoewel menigeen hunner met bezorgden blik de
dreigende wolken aanzag, het bleef droog en het
zonnetje bescheen nu en dan vriendelijk het terrein
met zijn talrijke bezoekers, heen en weer loopende
of luisterende naar de sprekers.
Den geheelen dag was het een af- en aanloopen
naar het terrein, terwijl ook de gewone- en ge-
improviseerde huurkoetsiers goede zaken maakten
met het af- en aanvoeren van bezoekers die geen
lust hadden om den betrekkelijk verren afstand
dat de patient zich vol haat afwendt van wat haar
anders het dierbaarst en het liefst is, en dat vla-
gen van gemelijkheid en somber stilzwijgen afge-
wisseld worden door wilde uitbarstingen van
woede. In werkelijkheid is de ziekte niet van
zoo verontrustenden aard als ze wel schijnt; de
rneeste gevallen worden met volkomen succes
behandeld.
De ontdekking van Anna's benevelden geestes-
toestand was voor mij een groote verlichting.
Mijn geweteu was van een drukkenden last bevrijd.
Wij waren nu dokter en patient. Ik had al mijn
overredingskracht noodig om haar de hand te
doen uitsteken; zoodat ik haar den pols kon voelen.
Zooals ik verwachtte, sloeg haar pols ontzettend
snel ik telde 120 slagen per minuut.
In mijue praktijk had ik enkele dergelijke ge-
lijke gevallen behandeld, zoodat dit mij niet bij-
zonder verontrustte. Slaap moest echter tot elken
prijs verkregen worden.
Gelukkig dat ik een welvoorziene medicijnkast
had. Binnen enkele minuten had ik haar een
dosis opium klaargemaakt, zoo sterk als ik durfde
toedienen. Een paar druppels zouden in een
geval als dit niets uitwerken ik nam er zestig.
Het woelende, koortsige brein moest gedwongen
worden enkele uren te rusten. Wijl de slaap
hier noodig was, moest hij door kunstmiddelen
worden aangebracht. Na de rust zou ik in staat
zijn te bepalen, welke kans er bestond om lichaam
en geest te redden.
Maar een mediciju gereedmaken en het een
patient als Anna doen iunnemen zijn twee ver-
sehillende zaken. Elke kunst en overreding be-
proefde ik. Hoeveel moeite ik ook deed, zij
J
te voet af te leggen. Het muziekgezelschap
z/Hosanna" uit Goes was overgekomen tot opluis-
tering van het feest door het begeleiden van het
zingen, terwijl het zanggezelschap //Excelsior"
alhier zich des middags gedurende de pauze liet
hooren.
Ongeveer vijf ure was voor het grootste deel
der bezoekers den tijd van vertrek aangebroken,
uitgeleid door oude en nieuwe kennissen en nieuws-
gierigen.
Gisteren werd alhier in het //Nederlandsch
logement" door het hestuur der waterkeering van
den calamiteuzen polder Nieuwe Neuzen aanbe-
steed het herstel, de vernieuwing en het onder-
houd tot 30 April 1899, van de aarde-, kram-,
rijs- en steenglooiingwerken en van het maken
van werken tot dijksverbetering, enz. (raming
6291.93).
Hiervoor werd ingeschreven door de heeren
J. van Beers en G. Sprook, te Vlissingen voor
6800, D. de Doelder voor f 6370, Jac. Meertens
te.Hoek voor f 6275, Jan Jansen voor f 6058,
B. van Eck voor f 5890, en K. de Yos voor
f 5870.
De inschrijvers bij wier naam geen woonplaats
is vermeld, wonen te Ter Neuzen.
Zaterdag 11 Juni werd door het algemeen
Ter Neuzensch uitkeeriugsfonds bij ziekte //Hulp
in Nood" alhier, hare vijfde jaarvergadering ge-
houden.
De voorzitter Jac. F. Yerlinde opende de ver-
gadering met een hartelijk welkom aan de leden,
zijn dank betuigende voor de groote opkomst op
deze vergadering, waarop de vereeniging haar
vijfjarig bestaan mocht herdenken. Hij herinnerde
verder de aanwezigen hoe in 1893 deze vereeniging
onder groote moeilijkheden met een ledental van
slechts 32 personeu en zonder noemenswaardigen
steun werd opgericht, en hoe zij, dank zij de
ijverige werkzaamheden van alien die tot heden
in het bestuur hebben medegewerkt, is geworden
wat zij thans is.
Hierna werd door den secretaris lezing der
notulen gehouden, welke met algemeene stemmen
onveranderd werden goedgekeurd.
Daarna werd door den penningmeester rekening
en verantwoording gedaan over het dienstjaar
1897/1898.
Hieruit bleek dat van 1 Juni 1897 tot 31 Mei
1898, die rekening bedroeg in ontvangsten
Aan contributie f 1037,66, aan vrijwillige
giften 7,04$, aan entrees en reglementen f 8,96,
weigerde standvastig, want de arme ziel geloofde,
dat ik haar wilde vergiftigen. En toch, als zij
het slaapmiddel wilde innemen, zou haar toestand
in 't geheel niet hopeloos zijn.
Voor een oogenblik staakte ik mijne pogingen
en haalde lauw water. Zij dulde na eenigen
tegenstand, dat ik hare slapen bevochtigde. De
verfrisschende koelheid, die op deze behandeling
volgde, was haar zoo aangenaam, dat ze mij die
zonder tegenstand liet herhaleu. Haar schoon ge-
laat nam een zachtere uitdrukking aan. Deze
veraudering ten goede greep ik aan om haar het
geneesmiddel nog eens op te dringen, en met
succes. Mijn hart trilde van vreugde toen ik
het haar zag innemen. Zij kon nu gered worden.
Ik bevochtigde nu ouophoudelijk hare slapen
en wachtte het oogenblik af dat het geneesmiddel
zou beginnen te werken. Langzaam naderde dit.
De groote, donkere oogen sloten zich, het moede
hoofd zonk zwaar op mijn schouder, en ik wist
dat Anna een toestand van weldadige vergetelheid
was ingegaan.
Toen haar slaap was als die van een doode,
riep ik mijn bediende. Reeds vroeger had ik hem
gezegd, dat mijne zuster zeer ziek was. Met ons
beiden namen wij haar voorzichtig op, droegen
haar naar hare kamer en legden haar te bed. Ik
maakte hare kleederen los en trok de schoeuen
van haar koude voeten. Ik deed alles, wat ik
kon, om het haar warm en gemakkelijk te maken.
Biddende, dat de zware slaap, dien zij sliep, ureu
en uren mocht voortduren, verliet ik haar.
nit tolad verse In SJ nl »a»ndaK., Woeasdag- en Vrijdagavond, ultge»onrteril op Feestdagen, bij den niigever »-. J. Hi Menxeo.