A lgemees
Nienws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaander
si mm of si Hiios.
No. 3618.
Zaterdag: 28 Mei 1898.
BBMlSOBOPWam
HIHBBBWBT.
KERMIS is Axel.
o
38e Jaargang.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32$.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
m
advertentiEn
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van ad.vertenti.en voor 3 uren op den dag der uitgave.
Bij deze courant behoort een bijvoegsel.
Wegens het Pinksterfeest
zal a. s. Maandag geen
nummer van dit blad verschijnen.
aanvang nemende Maanflag 30 Mei en eindigende
Donderdag 2 Juni 1898, des nachts te 12 ure.
Burgemeester en Wethouders van Axel,
D. J. OGGEL, Burgemeester.
J. A. VAN VESSEM, Secretaris.
In de tweede helft van de maand September
wordt de vlootrevue voor de Koningin gehouden
op het Hollandschdiep in den omtrek van den
Moerdijk.
In de zitting der Tweede Kamer van gisteren
werd het amendement-Troelstra (ontheffiug van
kostwinners in behoeftige gezinnen) verworpen
met 48 tegen 43 stemmen.
FBUILLBTON.
Vrij bewerkt door
A MO.
2)
Wat zou er van het meisje terechtkomen
Kennissen of vrienden had zij niet. Zij herinnerde
zich zelfs geen enkele vriendin, die genegen zou
zijn haar te ontvangen. Mijne hoop was dus
verwezenlijktzij stond geheel alleen in de wereld
niemand had zij, tot wien ze zich wenden kon
om hulp of sympathie.
Die verlatenheid moet het geweest zijn, welke
mij drong mij aan hare voeten te werpen en haar
den wensch mijns harten te openbaren.
Ik kan mij mijne woorden niet meer herinneren,
maar ik denk, dat ik welsprekend pleitte.
Voor ik geheel had uitgesproken, wist ik echter,
dat ik tevergeefs had gesprokenhaar oogen en
hare houding zeiden mij, dat zij mij niet beminde
Kon ik dan haar beminde niet zijn, haar vriend
wilde ik blijven. Ik zou haar zoovele diensten
bewijzen als ik maar kon. Ik smeekte haar, de
woorden van liefde die ik tot haar gesproken had,
te vergeten.
Zij schudde het hoofd en stak mij de hand
toe. Het hoofdschudden beteekende de weigering
mijner liefde; het toesteken harer hand was het
teeken, dat zij mijne vriendschap aanvaardde.
Ik dwong mij zelf tot kalmte, en wij bespraken
de plannen, die zij had voor de toekomst.
Het artikel betrekkelijk de ontheffingen, wordt
zonder stemming goedgekeurd.
Het amendementVerhey c.s. (openlaten der
gelegenheid van uitstel der eerste oefening tot
het derde dienstjaar zoowel bij zee- als landmacht)
wordt door de Regeering overgenomen.
Het amendementVan Karnebeek (wanneer aan
een loteling tweemaal ontheffing is verleend,
vervalt daardoor het beroep op broederdienst)
wordt aangenomeu met 51 tegen 39 stemmen.
De heer Van Karnebeek drong herhaaldelijk
aan op spaarzaamheid bij het verleenen van buiten-
laudsch verlof, met het oog op mobilisatie.
De minister van oorlog gaf daarop een gerust-
stellende verklaring.
Artikel 1 (beginsel van persoonlijken dienstplicht)
wordt aangenomen met 71 tegen 19 stemmen.
Tegen de heeren Loeff, Travaglino, v. d. Kun,
Bieberstein, Michiels, Kolkman, De Ras, Harte,
Dobbelman, v. d. Berch, Mutsaers, Everts, Truyen,
Van Vlijmen, De Ram, Merckelbach, Smits van
Oyen, Nolens en Van Basten Batenburg.
De heer Schaepman verklaarde voor te hebben
gestemd, omdat hoewel hij tegen den persoon
lijken dienstplicht is in art. 1 tevens de ont
heffingen zijn neergelegd.
Aangenomen is met 72 tegen 13 stemmen het
voorstel van den voorzitter om de eindstemming
over het on twerp Woensdag na de pauze te houden.
Door de Regeering is nader voorgesteld,
aan art. 7 van het ontwerp op den persoonlijken
dienstplicht een tweede zinsnede toe te voegen
luidende
#Na in het werking treden der tegenwoordige
wet worden de artt. 116 en 117 der wet betrekke
lijk de Nationale Militie niet toegepast op lote-
lingen, behoorende tot de lichting van 1898."
Deze bepaling wordt voorgesteld, opdat bedoel-
de lotelingen niet achterstaan bij hunne mede-
lotelingen van dezelfde lichting. Want terwijl
zij, voor 1 September 1898 krachtens de tweede
zinsnede van art. 117 aan de beurt vanjoproeping
kwamen of komen, ingevolge art. 69, bevoegd
waren of zijn, zich in dienst te doen vervangen,
zouden zij, die na genoemden datum ter inlijving
opgeroepeu werden, de gelegenheid hiertoe missen.
Uit het verslag van den staat der onderwijzers-
weduwenbeurs in Zeeland over 1897 blijkt, dat. de
ontvangsten hebben bedragen f 3796.92, de uit-
gaven 3727.491/,, alzoo een roordeelig saldo
gevende van 69.421/3- (Onder de uitgaven is
de voornaamste post het uitbetaalde pensioen aan
Zij woonde in een der drukste gedeelten van
de stad, nabij de markt. Naar zij mededeelde,
wenschte zij hier nog een poos te blijven.
„Maar alleenriep ik uit.
„Waarom niet? Wat zou ik te vreezen hebben
Doch ik ben bereid te luisteren, als ge mij een
ander plan kunt aangeven."
Helaas, ik kon het niet. Zij was nu een en
twintig jaar en zon weldra in het bezit zijn van
hetgeen hare moeder haar had nagelaten. Zij had
dan genoeg om er van te leven. Vrienden of
vriendinnen had zij niet en zij moest toch ergens
leven. Het beste was dus, in haar tegenwoordig
huis te blijven wonen.
Toch beefde ik bij de gedachte, dat zij in eene
stad als Utrecht alleen zou zijn. Waarotn kon
ze mij niet lief hebben? Waarom wilde zij mijne
vrouw niet worden Ik had al mijn zelf beheer-
sching noodig om niet opnieuw in hartstochtelijke
betuigingen uit te barsten.
Dewijl zij mij het recht niet wilde geven aldus
over hare toekomst te beschikken, kon ik niets
meer doen.
Droevig gestemd zei ik haar vaarwel en ging
toen huiswaarts. Ik wilde mijne ongelukkige liefde
overwinnen, of gelaten lijden onder den nieuwen
schok dien ze had ondergaan.
„Overwin uwe ongelukkige liefde," sprak ik tot
mij zelf. Haar overwinnen Een liefde als de
mijne is niet te overwinnen. Zulk een liefde is
het leven van een mensch. Anna was mij geen
oogeublik uit de gedachten.
Nn en dan outviug ik een schrijven van haar.
De brieveu waren vriendelijk doch kort. Zij gaveu
mij echter geene hoop.
39 weduwen of hare erven, ten bedrage van f 3568).
Het getal leden dat op 30 April 1897 91 bedroeg,
is thans 87, die gezamenlijk 766 contribueeren.
Het getal weduwen, op genoemden datum 38 be-
dragende, beloopt thans 36. Tot aanvulling van
let pensioen van 28 weduwen tot f 100, en voor
de erven van 1 weduwe tot f 50, zal uit de
provinciale fondsen eene subsidie noodig zijn
van f 627.
Op de begrooting voor 1898 worden de ver-
moedelijke ontvangsten geraamd op f 3023.421/,,,
de vermoedelijke uitgaven opf 3650.42]/3, of627
meer voor het hiervoren genoemde aan te vragen
subsidie.
Als het zoo voortgaat, dan komt heel het
lager onderwijs nog in handen van de vrouw.
Op 1 Januari 1858 waren in ons land werkzaam
3470 hoofden van scholen (bovenmeesters). Zij
werden bijgestaan door 2853 onderwijzers en on-
derwijzeressen. Op 1 Januari 1896 waren er 4424
hoofden van scholen en deze werden geholpen
door 13581 onderwijzers en onderwijzeressen.
In 1858 konden alle ondermeesters boven
meesters worden; in 1896 kon hoogstens een
derde deel promoveeren tot hoofd.
In 1858 bestond het onderwijzend personeel
van alle scholen in ons land uit 5341 mannelijke
personen en 982 vrouwelijketoen was de ver-
houding dus ongeveer 6 tot 1 volgens de statistiek
was het in 1896 aldus: 12554 onderwijzers tegen
5451 onderwijzeressen of nagenoeg in verhouding
als 2 tot 1. Het getal vrouwelijke candidaten
voor de hulpakte neemt ieder jaar toe en is
thans in de meeste provincieen grooter dan dat
der mannelijke.
TER NEUZEN, 27 Mei 1898.
Tot ontvanger-griffier van den Nieuwen
Havenpolder te Schoondijke is benoemd de heer
J. F. Carpreau te IJzendijke, in plaats van den
heer A. le Clercq, overleden.
Het provinciaal kerkbestuur van Zeeland
heeft benoemd tot lid van de algemeene synode
der Ned. Herv. kerk de heer A. Scholte, predikant
te Oostburg (classis IJzendijke), en tot secundus-
lid den heer A. B. ter Haar Romeuij, predikant
te Middelburg.
Zanmslag. Op het drietal voor de Geref.
kerk A alhier komen voor Ds. T. Sap te Wirdum,
Ds. G. J. van der Vegt teHaren, en Ds. J. Visser
Yerseke.
En toch was het mij onmogelijk, mij mijne zaak
als geheel hopeloos voor te stellen.
Ik was misschien met het vragen harer liefde
te haastig geweestMijn gevoel zeide mij, dat
ik te spoedig na haar inoeders dood met mijne
verklaring voor den dag was gekomen.
Dat was het misschienJa, als zij geheel
hersteld was van den zwaren schok, kon ik het
weer beproeven. Ik besloot enkele maanden te
wachten en dan nogmaals haar mijn gevoelens van
innige gehechtheid te betuigen.
Hoe langzaam ging die tijd voor mij voorbij
Na een tiental maanden scheen het mij toe,
dat er in de brieven een helderder en vroolijker
toon weerklonk. Ik maakte mij zelf diets, dat
dit mij iets goeds voorspelde, mij eenige hoop gaf.
Een liefde als de mijne moet op het einde
overwinnen, dacht ik.
Ik ging naar Utrecht en zag opnieuw haar,
die ik zoo innig beminde. Zij ontving mij vriende
lijk. Niet lang had ik neergezeten, of ik begon
mijn pleidooi opnieuw.
Zij stuitte ontniddelijk mijn woordenvloed.
//Stil," sprak ze, „laat ons vrienden zijn."
„Nooitkreet ik hartstochtelijk. ,/Anna, ant-
zeg mij thans, of ge mij liefhebben
woord
kunt
Met een blik vol medelijden zag ze mij aan.
Peinzend sprak ze „Hoe zal ik u het best
antwoordeu Het krachtigste middel zal mis
schien wel het best werken. Als ik je zeg, dat
het te laat is, Willem, zult ge en wilt ge mij dan
begrijpeu
„Te laat
der
"Wat bedoelt ge Heeft een an-
Westdorpe. De alhier gehouden jaarlijksche
vergadering van Ingelanden van den Canisvliet-
polder op den 17 Mei 1.1. en van den Autrichen-
polder op den 24 van dezelfde maand kenmerkten
zich door eene zeldzame gebeurtenis. De heer
Eugene Lippens, burgemeester van Saffelaere en
groot-grondeigenaar van den Canisvlietpolder, mocht
het genoegen smaken deze beide jaarlijksche ver-
gaderingen voor de zestigste maal bij te wonen.
In de vergadering van den Canisvlietpolder
wenschte de heer C. van Waes, burgemeester van
Westdorpe en dijkgraaf van dien polder, den
jiibilaris in gevoelvolle woorden hartelijk geluk
met dit voor hem zoo heugelijk feestspreker
schetste in het kort wat de heer Lippens in het
belang van den Canisvlietpolder gedaan heeft; hij
uitte den wensch dat de polder den krachtigen
steun van den heer Lippens nog langejaren rnoge
behouden en stelde voor van een en ander in de
notulen melding te maken, wat bij acclamatie en
onder luide bijvalsbetuigingen met het gesprokene,
werd aangenomen.
Zeer geroerd betuigde de heer Lippens de ver
gadering zijnen hartelijken dank voor hare belang-
stelling in deze zoo heugelijke gebeurtenis en zeide
steeds zijne beste krachten te zullen veil hebben
voor het wel zijn van den polder. De heer Lippens
liet het niet bij woorden toen daarop het plan
tot conversie der geldleening voor den steeuweg,
groot pi. m. f 50,000 rentende 4 °/0) in eene van
3 ter tafel kwam, verklaarde hij in die conversie
voor f 25,000 deel te nemen; hierdoor mag de
conversie als geslaagd beschouwd worden. Deze
toezegging werd met luid applaus begroet.
Bij den na de vergadering gehouden gemeen-
schappelijken maaltijd, waaraan een dertigtal per
sonen deelnamen, bracht de heer baron Collot
d'Escury, vertegenwoordiger van het kroondomein
en burgemeester van Hontenisse, nogmaals de
zeldzame gebeurtenis ter sprake en stelde een
heildronk in op den jubilaris, waarmede alle aan-
wezigen onder luide hoera's instemden.
Teneinde een blijvend aandenken van dit feest
te hebben werden na den maaltijd alien, die hieraan
hadden deelgenomen, //en groupe" gephotografeerd.
Overslag. Den 5den Juni zal alhier de jaar
lijksche vischwedstrijd plaats hebben, waarmee een
muziekfeest en verschillende volksspelen zullen
samengaan.
De aangifte voor deelneming aan den visch
wedstrijd is opengesteld tot 31 dezer. Voor het
muziekfeest hebben zich reeds aangemeld de
volgende maatschappijen //Concordia," zangge-
sg!..qg—
De woorden bestierven mij op de lippen, toen
zij van den vinger harer liukerhand een ring trok
en mij dien liet zieu. Het was een effen gouden
ring, waarin gegraveerd was //Helgoland, 4 Nov.
1869." Een trouwring dus
Smeekend ontmoetten hare oogen de mijne.
Zij boog het anders zoo fiere hoofd en zei zacht
z/Ik zou het je al eerder gezegd hebben, maar
er waren redenen die mij verplichtten te zwijgen.
Ook thans mag ik het nog aan niemand zeggen.
Ik liet je dit alleen zieu, omdat ik weet, dat ge
dan geen ander antwoord verlangeu zult."
Hare mededeeling maakte een ontzettende indruk
op mijmiju gelaatsuitdrukking moet haar dit
hebben gezegd, want ze kwam naar mij toe en
legde haar hand op mijn arm.
Ik beefde onder hare aanraking als een riet.
Smeekend zag ze mij in 't gelaat.
//Zoo niet, Willem Ik ben het niet waard,"
riep ze uit, //ik zou je niet gelukkig hebben ge-
rnaakt. Vergeet mij ge zult wel een andere
vinden. Vergeef het mij, indien ik je verongelijkt
of misleid heb. Kom, trouwe vriend, laat mij
uwe stem hooreu en wensch mij geluk."
Ik trachtte mijne droge lippen te dwingen om
te spreken. Tevergeefs De woorden bleven mij
in de keel steken. Ik kon geen geluid geven.
Ik zeeg in een stoel neer en bedekte mijn gelaat
met de handen.
Plotseling ging de deur open en er trad een
man de kamer binnen.
Naar het uiterlijke te oordeelen, was hij onge
veer veertig jaar. Hij was groot en opmerkelijk
schoonmaar er was iets in zijn blik, dat mij
scheen te zeggen, dat hij geen goed mensch was.
TEH IEIIZENSCHE COIRAIT
Ui
itKever P. J. VA» OK 8AHDE te Ter leuien.
DU bl>d verschijnt Woeariar en VrlJ.I»it»road, «USe».>»Jer,l op Peertdngen, bij .ien
In de week van 85 lot 11 Juni a. s« zal, ingevolge
artikel 35 der verordening op de brandweer, aan de huizen
der ingezetenen in de kom dezer gemeente eene BKAK1#-
SCHOIJWIMG plaats hebben.
Ter Neuzen, 24 Mei 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. WISKERKE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
gelet op artikel 8 der hinderwet
d o e n te weten:
dat vergunning is verleend aan IZAAK BUTLER alhier
en zijne rechtverkrijgenden om op het perceel kadastraal
sectie E 796 Driewegen, eene GBOFiMEIIEBIJ
te stichten.
Ter Neuzen, 25 Mei 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. WISKERKE, Secretaris.
mij,