Gemengde berichten.
Vrijdag werd te Cats door het bestuur van
den calamiteusen Leendert Abrahampolder aanbe-
steed het doen eener steenbestorting bij het noorde-
lijk oeverwerk des polders. (Begrooting 6780.)
Laagste inschrijver was de heer P. A. van de
Yelde te Ter Neuzen, voor f 5887.
De heer Jac. Jansen te Ter Neuzen schreef in
voor 6000.
Zaamslag, 19 Maart. Door het bestuur van
den Aan- en Genderdijkepolder werd heden aan-
besteed, de levering van 160 M3. Pruisische grind,
metende van 26 c.M., franco op den wal aan
de Kleine Huissenspolder.
Ingekoinen was slecht den inschrijvingsbiljet,
n.l. van de Deutsch Rheinische Kiesgeschaft
(directeuren de heeren van Koppenhagen Co. te
Utrecht) voor f 1,63 per Ms. aan welke de levering
is gegund.
Hiddelbnrg, 21 Maart. Zondagnamiddag om-
streeks 4 uur ontstond uit tot nog toe onbekende
oorzaak brand in een perceel bewoond door 2
gezinnen in de Vlissingsche straat alhier. Snel
grepen de vlammen om zich heen en in weinige
oogenblikken was het huis totaal uitgebrand.
De naastliggende perceelen bleven, dank zij
wildstilte en het beleidvol optreden der brand-
weer gespaard, ofschoon het belendende huis van
den heer De Mol nogal belangrijk brand- en
waterschade bekwarn.
Gelukkig mag het heeten dat evenals de beneden-
bewoners ook de bovenbevrouers met hunne kinderen
aan het wandelen waren anders sou in verband
met het snel uitbreken van den brand lichtelijk
ongelukken zijn voorgekomen.
Het verbrande is geassureerd.
In de steenkolenmijn te Kerkrade is Zater-
een werkman door een afvallenden steen
getroffen hij bleef op de plaats dood.
Te Lambertschaag (N.-H.) is Donderdag
het wees- en armenhuis afgebrand, waarbij een
daar verpleegd wordende 90jarige vrouw in de
vlammen omkwam.
Donderdag werd door een drukkersfirma te
Amsterdam een bediende naar het postkautoor ge-
zonden om eenige postwissels, tot een totaal bedrag
van f 2400 te ontvangen. De bediende ontving
het geld, maar keerde niet bij zijn patroon terug.
Te Hilversum zijn aan twee nieuwgebouwde
villa's de namen gegeven van //Zola" en //Labori.'
Uit Douwerth wordt gemeld dat de burge-
meester dier gemeente, de heer Ph. F. A. Y.
baron van Brakell Douwerth, ter herinnering aan
zijne daar kortelings feestelijk gevierde zevende-
herbenoeming aan de iugezetenen een gebouw
zal schenken, waarin daar bestaande vereenigingen
gratis hunne vergaderingen kunnen houden.
In een tapperij te Rotterdam bood een man,
wiens handelingen reeds geruimen tijd de aandacht
der politie hadden getrokken, aan een der be-
zoekers een paar pantoffels te koop aan. Toe-
vallig was die bezoeker de eigenaar der pantoffels,
hem een paar uren te vA-en in zijn huis ontstolen.
De politie arresteerde den verdachte en bracht
hem naar het politiebureau, waar bij fouilleering
ook nog een zilveren horloge en een partij sigaren
op hem gevonden werden, eveneens door hem aan
verschillende bewoners van Oud-Delftshaven ont-
vreemd.
De tamboer De R., van het 2de bataljon,
l,te regiment infanterie te Assen, veroorzaakte
Zaterdagmorgen in de Emma-kazerne aldaar reeds
vroeg eene geheele opschudding. Als arrestant
in de politiekamer, werd hem in zijne arrestkamer
het eten gebracht, waarna hij den sergeant, com
mandant der wacht om een mes vroeg, teneinde
daarmede zijn brood te snijden. Het verlangde
werd hem gegeven, hij gebruikte het mes doch
wendde het toen eensklaps tegen ziclizelven en
mijn Klarisse een koninklijke verschijning op bals
en in den schouwburg als 't ware bestormd en
bewonderd. En gelijk een koningin hare onder-
danen, zoo behandelde zij de mannenuit de
hoogte, koel oneindig koel. Mij prikkelde
deze koele ongenaakbaarheid. Mij prikkelde de
proef, om het ijs te brekenik speelde met de
gedachte, dat ik de zon zou zijn, die uit den
hardbevroren bodem bloemen zou te voorschijn
tooveren.
Deze gevoelens verhinderden echter niet, dat
mijn hart zich tegelijkerlijd bezighield met een
meisje, dat minder koel en minder rijk was dan
mijn Klarisse. Zij was zelfs arm, mijne Thea
haar vader was beambte geweest, en haar moeder
had ook geen cent. Nu, ik was in degelukkige
positie dat ik niet op het geld behoetde te letten.
Thea was in elk opzicht het tegendeel van Klarisse,
en het was mijzelven een raadsel, hoe deze twee
in mijn hart tegelijk huisvesting vinden konden.
Thea namelijk was een schoon zachtzinnig wezen
onder haar zwarte lokken keken helder blauwe
oogen uit, in welke zich een romantische en
hartstochtelijke ziel weerspiegelde. Bij Klarisse
was alles waardigheidbij Thea alles gevoel.
Karisse liet zich huldigen, en wee den man. die
hare godheid te na kwamThea was een tot
liefhebben geschapen menschenkind en wel den
man, dien zij zich gegeven had
bracht zich aan den hals eene bloedende wonde
toe. Hierna wilde hij zich op den commandant
der wacht werpen, ontvluchtte de arrestknmer,
waarna in en om de kazerne een wilde jacht op
den vluchteling aanving, die ieder, welken hij
ontmoette, met het mes dreigde. Eerst buiten de
kazerne, bij het draaivonder over de hoofdvaart
te Kloosterveen, mocht het gelukken den woesteliug
te arresteeren. Hij is onmiddellijk ter verpleging
in het militair hospitaal opgenomen en ofschoon
hij veel bloed heeft verloren, is zijn verwonding
niet levensgevaarlijk.
Als reden voor de daad gaf De R. op dat hij
van oordeel is onschuldig te zijn gestraft, en
daarom in een aanval van razernij te hebben ge-
tracht zich van het leven te berooven.
In den Jordaan te Amsterdam deed de laatste
dagen een net gekleed jongmensch de ronde en
bezocht enkele tapperijen. Na wat over weer en
wind gesproken te hebben, kwam het hem op
eens in den zin cognac te koopen. Had men een
paar flesschen voor hem neergezet, dan bracht hij
het gesprek op een onderwerp, waarbij de aan
dacht van de koffiehuishouder van den op de
toonbank geplaatste cognac werd afgeleid. Van
dit oogenblik maakte de bezoeker dan gebruik en
verwisselde een der flesschen met een flesch, die
hij in zijn borstzak droeg.
Onder een of ander voorwendsel kocht hij dan
geen cognac en verliet het cafe. Later bleek den
koffiehuishouder, dat hij met een handigen bedrieger
te doen had gehad, want de verwisselde flesch
bevatte slechts gekleurd water.
Twee Amsterdammers kwamen een verpleegde
in het Marine-hospitaal te Den Helder bezoeken.
Een hunner was voorzien van dubbele bovenkleeding
en door zich nu van het overtollige te ontdoen,
wist de verpleegde dit onbemerkt aan te trekken.
Zoo uitgedost verliet de verpleegde met een der
bezoekers het hospitaal, later gevolgd door den
anderetoen werd de list ondekt.
Eergisteren had te Capelle aan den IJsel
een droevig ongeval plaats.
De vrouw van den koster der Ned. Herv. kerk
was de pastorie aan het schoonmaken voor den
nieuw benoemden predikant. Een kindje van 2y2
jaar schijnt de moeder nageloopen te zijn, zonder
dat het door haar opgemerkt is.
Toen de vrouw buiten kwam zag ze haar kind
in een sloot achter de pastorie liggen.
Hoewel dadelijk geneeskundige hulp tegenwoor-
dig was, mocht het niet gelukken de levensgeesten
op te wekken.
Even voordat het gezin van een kolen-
handelaar te Barmen Woensdag aan tafel wou
gaan, had in de eetkamer een dynamiet-ontploffing
plaats. De kachel borst aan stukken, die in het
geheele vertrek en ontzettende vernieling aan-
richtten. Later bleek, dat er dynamiet onder de
kolen was geweest. Hoe en waar dit gebeurd is,
weet men nog niet.
Aan de BelgischFransche grens bij
Quievrechain hebben dezer dagen Fransche douaniers
een verdachten man aangehouden. De man schoot
op hen, doodde een hunner en kwetste een tweede
zwaar, doch werd zelf door een derden beambte
neergeschoten. Men vond bij hem een dolk, een
revolver met meer dan 400 patronen en 11000 frs.
baar geld. Men gelooft, dat de man een
Duitsche anarchist was, Kottenath geheeten.
De volgende geschiedenis van een braven
waakhond wordt door het Engelsche blad //the
Spectator" medegedeeld
De bond, een Russische poedel, //Zulu" genaamd,
werd tegen 1 uur 's nachts wakker door het
uitbreken van een brand, welke lang had gesmeuld
tusschen den vloer van de eetkamer en de zoldering
ran een benedenvertrek. Hij ging toen krabbelen
aan de deur der slaapkamer van een der dienst-
boden. Het meisje meende, dat de hond niet
wel was, liet hem binnen en wilde weer gaan
slapenmaar dit liet //Zulu" niet toe. Hij rustte
niet voor hij, door blaffen, janken en naar de deur
loopen, haar had beduid, dat er onraad was.
Zij stond op, ging kijken, ontdekte den brand en
riep de huisgenooten, die alien nog veilig het
huis uit konden komen en onverwijld de brandweer
waarsehuwden.
De brand richtte aanzienlijke schade aan maar
het huis bleef behouden door de trouwe zorg van
den hond, en de maatschappij, bij welke huis en
inboedel verzekerd waren, beloonde ,Zulu" met
een zilveren medaille.
Vrijdagochtend, toen een trein van Goch
komende, het station Mill binnenliep, stond
daar voor den overweg een landbouwer met zijn
paard en wagen, verschrikt door den trein stortte
Nooit schonk Klarisse mij een bewijs van
hare gunst. Thea bedacht mij vaak genoeg met
kleine attenties, die van groote vindingrijkheid
getuigdende geldbuidel scheen mij minder dan
verstand en gemoed daarbij betrokken,
Dus Klarisse en Thea, Thea en Klarisse woonden
als goede buren in mijn hart, kamer aan kamer.
Dan trad deze meer op den voorgrond, dan gene,
maar geen van beiden slaagde er in de andere
op den duur te verdringen. Dit spelletje duurde
maanden lang. Ik nam het op als een phenomeen,
als een verschijnsel, waarvoor men geen verklaring
heeft. Venus was mij een tweelinggodin geworden.
(Wordt vervolgd).
het paard zich op de sluitboomen. Eene vrouw
die daar voor stond, geraakte zoodanig tusschen
paard en sluitbocm bekneld, dat zij onmiddellijk
een lijk was.
Te Berlijn had iemand zijn fiets een oogen
blik op straat laten staan, met het gevolg, dat
deze gestolen werd. De eigenaar ging zijn beklag
doen bij de politie en kreeg een boete wegens
het onbeheerd laten staan van een voertuig op
den publieken weg.
Volgens een particulier telegram uit Brussel
aan de Hamb. Bors Halle is de heer Oelrichs,
kap^itein van het Duitsche opleidingsschip Stein,
dat tegenwoordig te Antwerpen ligt, krankzinnig
geworden en naar Berlijn overgebracht.
Het geven van onderwijs in Spanje is geen
voordeelig beroep. Volgens een opgaaf in de
Caceta de Madrid worden de onderwijzers in
slechts 7 provincien geheel of nagenoeg geheel
betaald. In de andere gewesten is de achterstand
vaak zeer hoog. In 14 bedraagt zij van 195,000
tot 1,214,000 pesetas, te zamen ruim 6 millioen.
Er zijn dorpen waar de salarissen in twee of drie
jaren niet betaald zijn en de onderwijzers
bedelen
Te New-York zijn bij een hevigen brand in
een volkslogement en eethuis van de Bowery
Mission dertig menschen om het leven gekomeu
en vele anderen gewond.
Het was nacht, toen de brand uitbrak in het
stampvolle logement een gebouw van vijf ver-
diepingen waar honderden menschen sliepen,
en er heerschte een onbeschrijfelijke verwarring en
ontsteltenis. De logeergasten van de bovenver-
dieping vluchtten, voor het meerendeel ontkleed,
langs de ijzeren brandladders aan den buitenkant
van het gebouwmaar het was een vreeselijk
dringen, om daar op te komen en het ijzer
werd heet, zoodat velen zich handen en voeten
schroeiden. Verscheidene der gewonden verkeeren
jn een bedenkelijken toestand.
De administratieve weg. Een door de
zwarte pokken aangetast werkman te Oyonnax
werd een dezer dagen door den geneesheer, die
hem behandelde, naar 't hospitaal van Nantua
gezonden. Hier was geen isoleerzaal en men
zond hem naar zijn geboorteplaats Charix. Daar
hij ongetrouwd was en zonder familie, verwees de
maire hem naar het hospitaal van Bourg, waar-
heen hij zonder eenige voorsorg in een trein de
reis deed. Aan 't station aldaar rolde een bestel-
ler hem in een deken en reed hem op een hand-
kar naar 'thospifaal. De papieren waren niet in
orde men weigerde den ongelukkige op te nemen.
De besteller reed naar de maire. Daar verwees
men hem naar de prefectuur. Het was <?£n uur
en al de ambtenaren waren naar huis om te
dejeuneeren. Einde'.ijk werd de secretaris-generaal
gevonden die't bevel gaf tot onmiddelhjke opneming
in 't hospitaal.
Den volgenden dag was de man dood.
Een viervoetige beul is dezer dagen door
den dierenhandelaar Karl Hagenbeck te Hamburg
aangekocht.
Het is een grooten Indischen Olifant van 80
jaren, die in zijn vaderland als beul heeft diensl
gedaan. De Hindoes namelijk, die geen mensch
mogen dooden, laten een veroordeelde doodtrappen
onder de poolen van een vooraf beschonken gemaakten
olifant.
Gemeenteraad van Ter Nleuzen.
Vergadering van Maandag 21 Maart 1898.
Voorzitter de heer J. A. van Boven.
Aanwezig de heeren Harte, Van IJsselsteijn, De Feijter,
Moes, Wieland, Visser, De Koeijer, Van der Moer, Grenn,
Van den Hoek en Dees.
Afwezig de heer Van der Hooft.
Een vacature.
Na opening der vergadering leest de secretaris de notulen
der 2 voorgaande, die worden goedgekeurd.
Ook worden goedgekeurd de notulen der voorgaande ge-
heime zitting.
De heer Van der Moer zegt dat de opmerking gemaakt
is dat de sehaal bij de benoeraing van den gemeente-bouw-
meester door zijne afwezigheid ten voordeele van den be-
noemde zou zijn overgeslagen. Hij wil naar aanleiding
daarvan rerklaren dat zijne aanwezigheid den uitslag der
stemming niet zou hebben veranderd, daar hij bianco zou
hebben gestemd, omdat hij zich onbevoegd acht om nit een
40tal sollicitanten eene keuze le doen.
De heer Van den Hoek merkt op, dat de heer Van der
Moer niet het recht heeft aldus te spreken. Dat moet dan
een publiek gesprek geweest zijn, want het is hem niet be-
kend dat in den Ruad aldus gesproken is.
De heer Van der Moer heeft ook niet gezegd dat dit in
den Raad is gezegd, hij laat dit in 't midden.
De heer Van den Hoek meent dat de heer Van der Moer
door bianco te stemmen zich in deze een brevet ran onbe-
kwaamheid geeft, wat deze ook toestemt.
Met het oog daarop zegt de heer Van den Hoek dat de
heer Van der Moer dan den geheelen Raad onbekwaam acht,
anders had hij wel kunnen informeeren en dan stemmen.
De Voorzitter merkt op dat ieder raadslid moreel verplicht
is zijn stem uit te brengen.
De heer Van der Moer zegt dat ieder voor zich dat weten
moet, hij achlte zich in dozen onbevoegd en had daarom
voorgesteld eene voordraeht op te maken, dan was het ge-
makkelijker geweest. Hij heeft alleen de verklaring afgelegd,
omdat hij meende dit tegenover de kiezers verplicht te zijn.
met bet oog op de omtrent zijn afwezigheid gemaakte op
merking.
De heer Van den Hoek acht dat onnoodig, dat rekenschap
geven doet men alleen in Friesland. Ook hij heeft voorge
steld een voordraeht op te maken iu verband met het vragen
eener geneeskundige verklaring vandeinaanmerkingkomenden.
Hij meent echter dat de heer Van der Moer ten onrechte
zoo sprak, daar er in den Raad niets over gezegd is.
De heer Van der Moer meent geen vergunning van den
vorigen spreker noodig te hebben om het woord te voeren,
en verklaart nogmaals niet den Raad te hebben genoerad.
De heer van den Hoek Dat is zoo, maar ik kan ook
tusschen de regels doorlezen al heb ik geen academische
opleiding genoten.
Eenige opmerkingen worden gemaakt tegen het maken
eener voordraeht, waarop de heer Van den Hoek voorstelt
daarop maar met verder door te gaan. Als ze in een voor
draeht ran Burg, en Weth. met de Commissie van Fabricage
dus van 6 leden van den Raad geen rertrouwen hebben
moet ons dat, zegt hij, maar kalm laten. Hij zal er dan ook
geen woord meer ran zeggen
De J!.®er Wieland wil ook eens even wat opmerken. De
heer Eijke is mdertijd bij hem gekomen om zijn steun te
vragen voor zijn dochter, die onderwijzeres was: deze is hier
gekomen Later zijn ook gekomen de vroegere secretaris en
meneer Leunis, en het deed spreker genoegen dat hij die
menschen genoegen kon doen.
Ook is gekomen de koster Scheele, wiens dochter niet op
de voordra, ht roor onderwijzeres voorkwam, deze is er toch
gekomen, en ten laatste kwam voor de benoeming van secre
taris op de aanbeveling niet voor iemand die reeds meer dan
25 jaren hier getrouw zijn plicht had vervuld en daarom
zeide ik ook: weg met die voordraeht Ik heb nu eenmaal
die lijn getrokken en er my nog niet over beklaagd. Ik
zal daarom dien weg blijven volgen, ondanks alle aanbe-
velmgen van het meest vertrouwde Dag. Best.
De heeren Moes en De Koeijer stemmen hiermede in.
De Voorzitter geeft die heeren gelijk, maar vindt dat men
zoo met moest spreken.
De heer Van der Moer: Als men zoo wil blijven voort-
gaan, moet men voortaan maar geen oproeping meer doen
Als men vooruit iemand op 't oog heeft is dat niet noodig.
De heer Van den Hoek zegt dat ook.
De heer Van der Moer betoogt niets tegen de benoeming
te hebben, maar is van meening dat iedere sollicitaut even-
veel aanspraak kan maken op behartiging zijner belangen.
Dit kon met gesehieden als er niet een aanbeveling werd
opgemaakt, waarvoor alle stukken dan nauwkeurig moeten
worden nagezien. Dit kan niet door de raadsleden gesehieden
en spreker kon daarom ook geen keuze doen.
Daarna komt aan de orde
1. Wijeiging begrooting 1898.
In de vergadering van 17 Febr. jl. werd mededeehn<r ge
daan van de nota van bemerkingen op de begrooting °voor
1898, met deze van Ged. Staten ontvangen. Het voornaamste
punt daarin betrof den eisch van Ged. Staten om de voor
de opbrengst van den hoofdelijken omslag uitgetrokken post
van 16700 te verhoogen, tot 18000 (dus eene rerhooging
van 1300), op grond dat de opbrengst der opcenten op de
personeele belasting f 2000 lager dan vroegcr was geraamd.
Ged. Staten konden niet toestaan dat van een# noodlijdende
gemeente, die ran het Rijk hulp ontvangt, tot vermindering
van belasting wordt overgegaan, althans niet in die mate als
m de begrooting is aangegeven. Werd aan hun wensch vol-
daan dan kon, in verband met verdere aangegeven wljzigingen
worden volstaan met eene subsidie van 2150, (aangevraagd
was 6000) tot toekenning waarvan Ged. Staten geneigd
zouden zijn te adviseeren.
O. m. werd nog te kennen gegeven dat de post voor de
Kamer van Koophandel zooals in hunne berichten ran 9 Jan.
en 3 Juli 1897 was aangegeven behoort te worden uitge
trokken op f 125 en dat er geen reden zijn om daarvan
af te wijken.
Ahorens over te gaan tot wijziging d#r begrooting werd
door den Raad aan Burg, en Weth. opgedragen Ged. Staten
te wijzen op het bezwarende van hunnen eisch, met het oog
op de ongunstige plaatselijke omstandigheid, dat verhooging
van den hoofdelijken omslag zou drukken op hen, die door
wyziging der personeele belasting niet zijn verlicht, doch
waarvan integendeel reeds velen zwaarder zyn getroffen. De
vermindering van het personeel geldt toch voornamelijk hen,
die niet in den hoofdelijken omslag zyn aangeslagen. Er
bestonden dus bij den Raad als 't ware gemoedsbezwaren om
aan het verlangen van Ged. Staten te voldoen en den midden-
stand nog meer te drukken, wat bepaald onredelijk en zeer
onbillijk zou zijn.
In antwoord op den brief van Burg, en Weth. is thans
van Ged. Staten een schrijven ontvangen, waarin het college
te kennen geeft dat zij in haren eersten brief reeds rekening
hield met de omstandigheid, dat verhooging van den hoofde
lijken omslag niet juist, althans niet in geheel gelijke mate,
dezelfde personen zal treffen, die door de invoering der nieuwe
heffing op de personeele belasting zullen worden ontlast.
Ware dit het gcval geweest, dan zouden Ged. Staten aange-
drongen hebben op eene verhooging van den hoofdelijken
omslag met f 2000, d. i. het cijfer, waarmede de opbrengst
der opcenten op de personeele belasting is rerlaagd. Zij
meenden echter met eene verhooging van 1300 genoegen
te kunnen nemen.
Daaraan moeten zij blijven vasthouden. Zooals zij reeds
bij genoemden brief te kennen gaven, gaat het niet aan, dat
in eene noodlijdende gemeente de ingezetenen minder in de
gemeentelijke uitgaven bijdragen tot een zoo aanzienlijk bedrag,
als in deze gemeente het geval zou zijn.
Te minder kunnen zij daarin berusten met. het oog op de
hulp, die de gemeente reeds in anderen vorm van het Rijk
ontvangt. De uitkeering krachtens de wet ran 24 Mei 1897
(staatsblad no. 156) zal, zooals zij reeds opgaven, veilig op
f 12300, d. i. ruim f 3200 meer dan vroeger, kunnen worden
geraanul Dit cijfer is gebaseerd op de uitkomsten der rekening
van 1896 en der schattingen voor de nieuwe personeele be
lasting het door den Minister van financien voor de voor-
loopige uitkeering vastgestelde bedrag is hoogst waarschijnlijk
berekend naar cijfers uit de rekening over 1895 en naar
schattingen volgens de oude personeele belasting. De raming
van Ged. Staten komt overeen met de door de wet gewilde
en behoort dan ook te worden gevolgd.
Zij vestigen er voorts de aandacht op, dat de verhooging
van den hoofdelijken omslag voor een deel vermoedelijk zal
kunnen worden gevonden zonder verhooging der individueele
aanslagen. Immers, het primitief kohier voor 1897 besomt
reeds f 295 meer dan de raming en het snppletoir kohier
geeft aanle'ding tot de vcronderstelling, dat het totaal belast-
baar inkomen in den loop van 1897 is vooruitgegaan.
Ged Staten vinden dan ook geene reden om terug te komen
op de bij hunnen brief van 29 Januari j. 1. kenbaar gemaakte
beslissing en hebben de eer het Dag. Best, te verzoeken, den
Raad tot wijziging der begrooting in den daarbij aangegeven
zin uit te noodigen.
Op voorstel van het Dag. Best, wordt besloten aan het
verlangen van Ged. Staten te voldoen en de begrooting dien-
overeenkomstig te wijzigen.
Na heftige discussie wordt het salaris van den eersten
ambtenaar ter secretarie met algemeene stemmen vastgesteld
op f 600 en met 7 tegen 4 stemmen dat van den 2® ambte
naar met f 50 verhoogd en gebracht op f 500.
Alvorens dit laatste besluit werd genomen werd lezing
gegeven van een brief van Ged. Staten, waarin deze naar
aanleiding van het bezwaarschrift van de raadsleden Wieland
en Van den Hoek mededeelen dat de salarissen der onder-
werpelijke ambtenaren ten onrechte door Burg, en Weth. waren
vastgesteld.
Ten slotte wordt de gewijzigde begrooting met algemeene
stemmen aangenomen.
2. Adres Hofstede Crull en Willinkconeessie electrische
verlichting
Wordt lezing gegeven van een adres van den volgenden
inhoud
Aan den Raad.
De ondergeteekenden, Hofstede Crull en Willink, ingenieurs
te Borne, vragen bij uw geacht college beleefd aan hun
coneessie te willen geven, tot het hebben en leggen van
electrische geleidingen langs en over de gemeentegronden en
wateren, tot het leveren van electrische stroom aan de gemeente
en aan particulieren.
Wij noodigen daarom UEd. Achtb. college uit eene com
missie te benoemen om met ons over de details nader in
onderhandeling te treden, terwijl wij als basis van onder-
handeling gaarne volgende voorwaarden mochten gesteld zien
Voor straatverlichting wordt de gemeente de electrische
stroom voor 20 (twintig) cent per Kilowatt uur berekend,
zoodat een straatlantaarn van 16 kaarsen, gelijk staande met
een goede gaslamp, een cent per uur zal kosten.
Na verloop van vijf jaar zal deze prijs met 10 pet. worden
verminderd, zoodat een lamp van 16 kaarsen 0,9 cent per
uur zal kosten.