Gemengde berichten. Vrijdag werd te Cats door het bestuur van den calamiteusen Leendert Abrahampolder aanbe- steed het doen eener steenbestorting bij het noorde- lijk oeverwerk des polders. (Begrooting 6780.) Laagste inschrijver was de heer P. A. van de Yelde te Ter Neuzen, voor f 5887. De heer Jac. Jansen te Ter Neuzen schreef in voor 6000. Zaamslag, 19 Maart. Door het bestuur van den Aan- en Genderdijkepolder werd heden aan- besteed, de levering van 160 M3. Pruisische grind, metende van 26 c.M., franco op den wal aan de Kleine Huissenspolder. Ingekoinen was slecht den inschrijvingsbiljet, n.l. van de Deutsch Rheinische Kiesgeschaft (directeuren de heeren van Koppenhagen Co. te Utrecht) voor f 1,63 per Ms. aan welke de levering is gegund. Hiddelbnrg, 21 Maart. Zondagnamiddag om- streeks 4 uur ontstond uit tot nog toe onbekende oorzaak brand in een perceel bewoond door 2 gezinnen in de Vlissingsche straat alhier. Snel grepen de vlammen om zich heen en in weinige oogenblikken was het huis totaal uitgebrand. De naastliggende perceelen bleven, dank zij wildstilte en het beleidvol optreden der brand- weer gespaard, ofschoon het belendende huis van den heer De Mol nogal belangrijk brand- en waterschade bekwarn. Gelukkig mag het heeten dat evenals de beneden- bewoners ook de bovenbevrouers met hunne kinderen aan het wandelen waren anders sou in verband met het snel uitbreken van den brand lichtelijk ongelukken zijn voorgekomen. Het verbrande is geassureerd. In de steenkolenmijn te Kerkrade is Zater- een werkman door een afvallenden steen getroffen hij bleef op de plaats dood. Te Lambertschaag (N.-H.) is Donderdag het wees- en armenhuis afgebrand, waarbij een daar verpleegd wordende 90jarige vrouw in de vlammen omkwam. Donderdag werd door een drukkersfirma te Amsterdam een bediende naar het postkautoor ge- zonden om eenige postwissels, tot een totaal bedrag van f 2400 te ontvangen. De bediende ontving het geld, maar keerde niet bij zijn patroon terug. Te Hilversum zijn aan twee nieuwgebouwde villa's de namen gegeven van //Zola" en //Labori.' Uit Douwerth wordt gemeld dat de burge- meester dier gemeente, de heer Ph. F. A. Y. baron van Brakell Douwerth, ter herinnering aan zijne daar kortelings feestelijk gevierde zevende- herbenoeming aan de iugezetenen een gebouw zal schenken, waarin daar bestaande vereenigingen gratis hunne vergaderingen kunnen houden. In een tapperij te Rotterdam bood een man, wiens handelingen reeds geruimen tijd de aandacht der politie hadden getrokken, aan een der be- zoekers een paar pantoffels te koop aan. Toe- vallig was die bezoeker de eigenaar der pantoffels, hem een paar uren te vA-en in zijn huis ontstolen. De politie arresteerde den verdachte en bracht hem naar het politiebureau, waar bij fouilleering ook nog een zilveren horloge en een partij sigaren op hem gevonden werden, eveneens door hem aan verschillende bewoners van Oud-Delftshaven ont- vreemd. De tamboer De R., van het 2de bataljon, l,te regiment infanterie te Assen, veroorzaakte Zaterdagmorgen in de Emma-kazerne aldaar reeds vroeg eene geheele opschudding. Als arrestant in de politiekamer, werd hem in zijne arrestkamer het eten gebracht, waarna hij den sergeant, com mandant der wacht om een mes vroeg, teneinde daarmede zijn brood te snijden. Het verlangde werd hem gegeven, hij gebruikte het mes doch wendde het toen eensklaps tegen ziclizelven en mijn Klarisse een koninklijke verschijning op bals en in den schouwburg als 't ware bestormd en bewonderd. En gelijk een koningin hare onder- danen, zoo behandelde zij de mannenuit de hoogte, koel oneindig koel. Mij prikkelde deze koele ongenaakbaarheid. Mij prikkelde de proef, om het ijs te brekenik speelde met de gedachte, dat ik de zon zou zijn, die uit den hardbevroren bodem bloemen zou te voorschijn tooveren. Deze gevoelens verhinderden echter niet, dat mijn hart zich tegelijkerlijd bezighield met een meisje, dat minder koel en minder rijk was dan mijn Klarisse. Zij was zelfs arm, mijne Thea haar vader was beambte geweest, en haar moeder had ook geen cent. Nu, ik was in degelukkige positie dat ik niet op het geld behoetde te letten. Thea was in elk opzicht het tegendeel van Klarisse, en het was mijzelven een raadsel, hoe deze twee in mijn hart tegelijk huisvesting vinden konden. Thea namelijk was een schoon zachtzinnig wezen onder haar zwarte lokken keken helder blauwe oogen uit, in welke zich een romantische en hartstochtelijke ziel weerspiegelde. Bij Klarisse was alles waardigheidbij Thea alles gevoel. Karisse liet zich huldigen, en wee den man. die hare godheid te na kwamThea was een tot liefhebben geschapen menschenkind en wel den man, dien zij zich gegeven had bracht zich aan den hals eene bloedende wonde toe. Hierna wilde hij zich op den commandant der wacht werpen, ontvluchtte de arrestknmer, waarna in en om de kazerne een wilde jacht op den vluchteling aanving, die ieder, welken hij ontmoette, met het mes dreigde. Eerst buiten de kazerne, bij het draaivonder over de hoofdvaart te Kloosterveen, mocht het gelukken den woesteliug te arresteeren. Hij is onmiddellijk ter verpleging in het militair hospitaal opgenomen en ofschoon hij veel bloed heeft verloren, is zijn verwonding niet levensgevaarlijk. Als reden voor de daad gaf De R. op dat hij van oordeel is onschuldig te zijn gestraft, en daarom in een aanval van razernij te hebben ge- tracht zich van het leven te berooven. In den Jordaan te Amsterdam deed de laatste dagen een net gekleed jongmensch de ronde en bezocht enkele tapperijen. Na wat over weer en wind gesproken te hebben, kwam het hem op eens in den zin cognac te koopen. Had men een paar flesschen voor hem neergezet, dan bracht hij het gesprek op een onderwerp, waarbij de aan dacht van de koffiehuishouder van den op de toonbank geplaatste cognac werd afgeleid. Van dit oogenblik maakte de bezoeker dan gebruik en verwisselde een der flesschen met een flesch, die hij in zijn borstzak droeg. Onder een of ander voorwendsel kocht hij dan geen cognac en verliet het cafe. Later bleek den koffiehuishouder, dat hij met een handigen bedrieger te doen had gehad, want de verwisselde flesch bevatte slechts gekleurd water. Twee Amsterdammers kwamen een verpleegde in het Marine-hospitaal te Den Helder bezoeken. Een hunner was voorzien van dubbele bovenkleeding en door zich nu van het overtollige te ontdoen, wist de verpleegde dit onbemerkt aan te trekken. Zoo uitgedost verliet de verpleegde met een der bezoekers het hospitaal, later gevolgd door den anderetoen werd de list ondekt. Eergisteren had te Capelle aan den IJsel een droevig ongeval plaats. De vrouw van den koster der Ned. Herv. kerk was de pastorie aan het schoonmaken voor den nieuw benoemden predikant. Een kindje van 2y2 jaar schijnt de moeder nageloopen te zijn, zonder dat het door haar opgemerkt is. Toen de vrouw buiten kwam zag ze haar kind in een sloot achter de pastorie liggen. Hoewel dadelijk geneeskundige hulp tegenwoor- dig was, mocht het niet gelukken de levensgeesten op te wekken. Even voordat het gezin van een kolen- handelaar te Barmen Woensdag aan tafel wou gaan, had in de eetkamer een dynamiet-ontploffing plaats. De kachel borst aan stukken, die in het geheele vertrek en ontzettende vernieling aan- richtten. Later bleek, dat er dynamiet onder de kolen was geweest. Hoe en waar dit gebeurd is, weet men nog niet. Aan de BelgischFransche grens bij Quievrechain hebben dezer dagen Fransche douaniers een verdachten man aangehouden. De man schoot op hen, doodde een hunner en kwetste een tweede zwaar, doch werd zelf door een derden beambte neergeschoten. Men vond bij hem een dolk, een revolver met meer dan 400 patronen en 11000 frs. baar geld. Men gelooft, dat de man een Duitsche anarchist was, Kottenath geheeten. De volgende geschiedenis van een braven waakhond wordt door het Engelsche blad //the Spectator" medegedeeld De bond, een Russische poedel, //Zulu" genaamd, werd tegen 1 uur 's nachts wakker door het uitbreken van een brand, welke lang had gesmeuld tusschen den vloer van de eetkamer en de zoldering ran een benedenvertrek. Hij ging toen krabbelen aan de deur der slaapkamer van een der dienst- boden. Het meisje meende, dat de hond niet wel was, liet hem binnen en wilde weer gaan slapenmaar dit liet //Zulu" niet toe. Hij rustte niet voor hij, door blaffen, janken en naar de deur loopen, haar had beduid, dat er onraad was. Zij stond op, ging kijken, ontdekte den brand en riep de huisgenooten, die alien nog veilig het huis uit konden komen en onverwijld de brandweer waarsehuwden. De brand richtte aanzienlijke schade aan maar het huis bleef behouden door de trouwe zorg van den hond, en de maatschappij, bij welke huis en inboedel verzekerd waren, beloonde ,Zulu" met een zilveren medaille. Vrijdagochtend, toen een trein van Goch komende, het station Mill binnenliep, stond daar voor den overweg een landbouwer met zijn paard en wagen, verschrikt door den trein stortte Nooit schonk Klarisse mij een bewijs van hare gunst. Thea bedacht mij vaak genoeg met kleine attenties, die van groote vindingrijkheid getuigdende geldbuidel scheen mij minder dan verstand en gemoed daarbij betrokken, Dus Klarisse en Thea, Thea en Klarisse woonden als goede buren in mijn hart, kamer aan kamer. Dan trad deze meer op den voorgrond, dan gene, maar geen van beiden slaagde er in de andere op den duur te verdringen. Dit spelletje duurde maanden lang. Ik nam het op als een phenomeen, als een verschijnsel, waarvoor men geen verklaring heeft. Venus was mij een tweelinggodin geworden. (Wordt vervolgd). het paard zich op de sluitboomen. Eene vrouw die daar voor stond, geraakte zoodanig tusschen paard en sluitbocm bekneld, dat zij onmiddellijk een lijk was. Te Berlijn had iemand zijn fiets een oogen blik op straat laten staan, met het gevolg, dat deze gestolen werd. De eigenaar ging zijn beklag doen bij de politie en kreeg een boete wegens het onbeheerd laten staan van een voertuig op den publieken weg. Volgens een particulier telegram uit Brussel aan de Hamb. Bors Halle is de heer Oelrichs, kap^itein van het Duitsche opleidingsschip Stein, dat tegenwoordig te Antwerpen ligt, krankzinnig geworden en naar Berlijn overgebracht. Het geven van onderwijs in Spanje is geen voordeelig beroep. Volgens een opgaaf in de Caceta de Madrid worden de onderwijzers in slechts 7 provincien geheel of nagenoeg geheel betaald. In de andere gewesten is de achterstand vaak zeer hoog. In 14 bedraagt zij van 195,000 tot 1,214,000 pesetas, te zamen ruim 6 millioen. Er zijn dorpen waar de salarissen in twee of drie jaren niet betaald zijn en de onderwijzers bedelen Te New-York zijn bij een hevigen brand in een volkslogement en eethuis van de Bowery Mission dertig menschen om het leven gekomeu en vele anderen gewond. Het was nacht, toen de brand uitbrak in het stampvolle logement een gebouw van vijf ver- diepingen waar honderden menschen sliepen, en er heerschte een onbeschrijfelijke verwarring en ontsteltenis. De logeergasten van de bovenver- dieping vluchtten, voor het meerendeel ontkleed, langs de ijzeren brandladders aan den buitenkant van het gebouwmaar het was een vreeselijk dringen, om daar op te komen en het ijzer werd heet, zoodat velen zich handen en voeten schroeiden. Verscheidene der gewonden verkeeren jn een bedenkelijken toestand. De administratieve weg. Een door de zwarte pokken aangetast werkman te Oyonnax werd een dezer dagen door den geneesheer, die hem behandelde, naar 't hospitaal van Nantua gezonden. Hier was geen isoleerzaal en men zond hem naar zijn geboorteplaats Charix. Daar hij ongetrouwd was en zonder familie, verwees de maire hem naar het hospitaal van Bourg, waar- heen hij zonder eenige voorsorg in een trein de reis deed. Aan 't station aldaar rolde een bestel- ler hem in een deken en reed hem op een hand- kar naar 'thospifaal. De papieren waren niet in orde men weigerde den ongelukkige op te nemen. De besteller reed naar de maire. Daar verwees men hem naar de prefectuur. Het was <?£n uur en al de ambtenaren waren naar huis om te dejeuneeren. Einde'.ijk werd de secretaris-generaal gevonden die't bevel gaf tot onmiddelhjke opneming in 't hospitaal. Den volgenden dag was de man dood. Een viervoetige beul is dezer dagen door den dierenhandelaar Karl Hagenbeck te Hamburg aangekocht. Het is een grooten Indischen Olifant van 80 jaren, die in zijn vaderland als beul heeft diensl gedaan. De Hindoes namelijk, die geen mensch mogen dooden, laten een veroordeelde doodtrappen onder de poolen van een vooraf beschonken gemaakten olifant. Gemeenteraad van Ter Nleuzen. Vergadering van Maandag 21 Maart 1898. Voorzitter de heer J. A. van Boven. Aanwezig de heeren Harte, Van IJsselsteijn, De Feijter, Moes, Wieland, Visser, De Koeijer, Van der Moer, Grenn, Van den Hoek en Dees. Afwezig de heer Van der Hooft. Een vacature. Na opening der vergadering leest de secretaris de notulen der 2 voorgaande, die worden goedgekeurd. Ook worden goedgekeurd de notulen der voorgaande ge- heime zitting. De heer Van der Moer zegt dat de opmerking gemaakt is dat de sehaal bij de benoeraing van den gemeente-bouw- meester door zijne afwezigheid ten voordeele van den be- noemde zou zijn overgeslagen. Hij wil naar aanleiding daarvan rerklaren dat zijne aanwezigheid den uitslag der stemming niet zou hebben veranderd, daar hij bianco zou hebben gestemd, omdat hij zich onbevoegd acht om nit een 40tal sollicitanten eene keuze le doen. De heer Van den Hoek merkt op, dat de heer Van der Moer niet het recht heeft aldus te spreken. Dat moet dan een publiek gesprek geweest zijn, want het is hem niet be- kend dat in den Ruad aldus gesproken is. De heer Van der Moer heeft ook niet gezegd dat dit in den Raad is gezegd, hij laat dit in 't midden. De heer Van den Hoek meent dat de heer Van der Moer door bianco te stemmen zich in deze een brevet ran onbe- kwaamheid geeft, wat deze ook toestemt. Met het oog daarop zegt de heer Van den Hoek dat de heer Van der Moer dan den geheelen Raad onbekwaam acht, anders had hij wel kunnen informeeren en dan stemmen. De Voorzitter merkt op dat ieder raadslid moreel verplicht is zijn stem uit te brengen. De heer Van der Moer zegt dat ieder voor zich dat weten moet, hij achlte zich in dozen onbevoegd en had daarom voorgesteld eene voordraeht op te maken, dan was het ge- makkelijker geweest. Hij heeft alleen de verklaring afgelegd, omdat hij meende dit tegenover de kiezers verplicht te zijn. met bet oog op de omtrent zijn afwezigheid gemaakte op merking. De heer Van den Hoek acht dat onnoodig, dat rekenschap geven doet men alleen in Friesland. Ook hij heeft voorge steld een voordraeht op te maken iu verband met het vragen eener geneeskundige verklaring vandeinaanmerkingkomenden. Hij meent echter dat de heer Van der Moer ten onrechte zoo sprak, daar er in den Raad niets over gezegd is. De heer Van der Moer meent geen vergunning van den vorigen spreker noodig te hebben om het woord te voeren, en verklaart nogmaals niet den Raad te hebben genoerad. De heer van den Hoek Dat is zoo, maar ik kan ook tusschen de regels doorlezen al heb ik geen academische opleiding genoten. Eenige opmerkingen worden gemaakt tegen het maken eener voordraeht, waarop de heer Van den Hoek voorstelt daarop maar met verder door te gaan. Als ze in een voor draeht ran Burg, en Weth. met de Commissie van Fabricage dus van 6 leden van den Raad geen rertrouwen hebben moet ons dat, zegt hij, maar kalm laten. Hij zal er dan ook geen woord meer ran zeggen De J!.®er Wieland wil ook eens even wat opmerken. De heer Eijke is mdertijd bij hem gekomen om zijn steun te vragen voor zijn dochter, die onderwijzeres was: deze is hier gekomen Later zijn ook gekomen de vroegere secretaris en meneer Leunis, en het deed spreker genoegen dat hij die menschen genoegen kon doen. Ook is gekomen de koster Scheele, wiens dochter niet op de voordra, ht roor onderwijzeres voorkwam, deze is er toch gekomen, en ten laatste kwam voor de benoeming van secre taris op de aanbeveling niet voor iemand die reeds meer dan 25 jaren hier getrouw zijn plicht had vervuld en daarom zeide ik ook: weg met die voordraeht Ik heb nu eenmaal die lijn getrokken en er my nog niet over beklaagd. Ik zal daarom dien weg blijven volgen, ondanks alle aanbe- velmgen van het meest vertrouwde Dag. Best. De heeren Moes en De Koeijer stemmen hiermede in. De Voorzitter geeft die heeren gelijk, maar vindt dat men zoo met moest spreken. De heer Van der Moer: Als men zoo wil blijven voort- gaan, moet men voortaan maar geen oproeping meer doen Als men vooruit iemand op 't oog heeft is dat niet noodig. De heer Van den Hoek zegt dat ook. De heer Van der Moer betoogt niets tegen de benoeming te hebben, maar is van meening dat iedere sollicitaut even- veel aanspraak kan maken op behartiging zijner belangen. Dit kon met gesehieden als er niet een aanbeveling werd opgemaakt, waarvoor alle stukken dan nauwkeurig moeten worden nagezien. Dit kan niet door de raadsleden gesehieden en spreker kon daarom ook geen keuze doen. Daarna komt aan de orde 1. Wijeiging begrooting 1898. In de vergadering van 17 Febr. jl. werd mededeehn<r ge daan van de nota van bemerkingen op de begrooting °voor 1898, met deze van Ged. Staten ontvangen. Het voornaamste punt daarin betrof den eisch van Ged. Staten om de voor de opbrengst van den hoofdelijken omslag uitgetrokken post van 16700 te verhoogen, tot 18000 (dus eene rerhooging van 1300), op grond dat de opbrengst der opcenten op de personeele belasting f 2000 lager dan vroegcr was geraamd. Ged. Staten konden niet toestaan dat van een# noodlijdende gemeente, die ran het Rijk hulp ontvangt, tot vermindering van belasting wordt overgegaan, althans niet in die mate als m de begrooting is aangegeven. Werd aan hun wensch vol- daan dan kon, in verband met verdere aangegeven wljzigingen worden volstaan met eene subsidie van 2150, (aangevraagd was 6000) tot toekenning waarvan Ged. Staten geneigd zouden zijn te adviseeren. O. m. werd nog te kennen gegeven dat de post voor de Kamer van Koophandel zooals in hunne berichten ran 9 Jan. en 3 Juli 1897 was aangegeven behoort te worden uitge trokken op f 125 en dat er geen reden zijn om daarvan af te wijken. Ahorens over te gaan tot wijziging d#r begrooting werd door den Raad aan Burg, en Weth. opgedragen Ged. Staten te wijzen op het bezwarende van hunnen eisch, met het oog op de ongunstige plaatselijke omstandigheid, dat verhooging van den hoofdelijken omslag zou drukken op hen, die door wyziging der personeele belasting niet zijn verlicht, doch waarvan integendeel reeds velen zwaarder zyn getroffen. De vermindering van het personeel geldt toch voornamelijk hen, die niet in den hoofdelijken omslag zyn aangeslagen. Er bestonden dus bij den Raad als 't ware gemoedsbezwaren om aan het verlangen van Ged. Staten te voldoen en den midden- stand nog meer te drukken, wat bepaald onredelijk en zeer onbillijk zou zijn. In antwoord op den brief van Burg, en Weth. is thans van Ged. Staten een schrijven ontvangen, waarin het college te kennen geeft dat zij in haren eersten brief reeds rekening hield met de omstandigheid, dat verhooging van den hoofde lijken omslag niet juist, althans niet in geheel gelijke mate, dezelfde personen zal treffen, die door de invoering der nieuwe heffing op de personeele belasting zullen worden ontlast. Ware dit het gcval geweest, dan zouden Ged. Staten aange- drongen hebben op eene verhooging van den hoofdelijken omslag met f 2000, d. i. het cijfer, waarmede de opbrengst der opcenten op de personeele belasting is rerlaagd. Zij meenden echter met eene verhooging van 1300 genoegen te kunnen nemen. Daaraan moeten zij blijven vasthouden. Zooals zij reeds bij genoemden brief te kennen gaven, gaat het niet aan, dat in eene noodlijdende gemeente de ingezetenen minder in de gemeentelijke uitgaven bijdragen tot een zoo aanzienlijk bedrag, als in deze gemeente het geval zou zijn. Te minder kunnen zij daarin berusten met. het oog op de hulp, die de gemeente reeds in anderen vorm van het Rijk ontvangt. De uitkeering krachtens de wet ran 24 Mei 1897 (staatsblad no. 156) zal, zooals zij reeds opgaven, veilig op f 12300, d. i. ruim f 3200 meer dan vroeger, kunnen worden geraanul Dit cijfer is gebaseerd op de uitkomsten der rekening van 1896 en der schattingen voor de nieuwe personeele be lasting het door den Minister van financien voor de voor- loopige uitkeering vastgestelde bedrag is hoogst waarschijnlijk berekend naar cijfers uit de rekening over 1895 en naar schattingen volgens de oude personeele belasting. De raming van Ged. Staten komt overeen met de door de wet gewilde en behoort dan ook te worden gevolgd. Zij vestigen er voorts de aandacht op, dat de verhooging van den hoofdelijken omslag voor een deel vermoedelijk zal kunnen worden gevonden zonder verhooging der individueele aanslagen. Immers, het primitief kohier voor 1897 besomt reeds f 295 meer dan de raming en het snppletoir kohier geeft aanle'ding tot de vcronderstelling, dat het totaal belast- baar inkomen in den loop van 1897 is vooruitgegaan. Ged Staten vinden dan ook geene reden om terug te komen op de bij hunnen brief van 29 Januari j. 1. kenbaar gemaakte beslissing en hebben de eer het Dag. Best, te verzoeken, den Raad tot wijziging der begrooting in den daarbij aangegeven zin uit te noodigen. Op voorstel van het Dag. Best, wordt besloten aan het verlangen van Ged. Staten te voldoen en de begrooting dien- overeenkomstig te wijzigen. Na heftige discussie wordt het salaris van den eersten ambtenaar ter secretarie met algemeene stemmen vastgesteld op f 600 en met 7 tegen 4 stemmen dat van den 2® ambte naar met f 50 verhoogd en gebracht op f 500. Alvorens dit laatste besluit werd genomen werd lezing gegeven van een brief van Ged. Staten, waarin deze naar aanleiding van het bezwaarschrift van de raadsleden Wieland en Van den Hoek mededeelen dat de salarissen der onder- werpelijke ambtenaren ten onrechte door Burg, en Weth. waren vastgesteld. Ten slotte wordt de gewijzigde begrooting met algemeene stemmen aangenomen. 2. Adres Hofstede Crull en Willinkconeessie electrische verlichting Wordt lezing gegeven van een adres van den volgenden inhoud Aan den Raad. De ondergeteekenden, Hofstede Crull en Willink, ingenieurs te Borne, vragen bij uw geacht college beleefd aan hun coneessie te willen geven, tot het hebben en leggen van electrische geleidingen langs en over de gemeentegronden en wateren, tot het leveren van electrische stroom aan de gemeente en aan particulieren. Wij noodigen daarom UEd. Achtb. college uit eene com missie te benoemen om met ons over de details nader in onderhandeling te treden, terwijl wij als basis van onder- handeling gaarne volgende voorwaarden mochten gesteld zien Voor straatverlichting wordt de gemeente de electrische stroom voor 20 (twintig) cent per Kilowatt uur berekend, zoodat een straatlantaarn van 16 kaarsen, gelijk staande met een goede gaslamp, een cent per uur zal kosten. Na verloop van vijf jaar zal deze prijs met 10 pet. worden verminderd, zoodat een lamp van 16 kaarsen 0,9 cent per uur zal kosten.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1898 | | pagina 2