AlgemeeD
Nieaws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaanderan.
No. 3577.
Zaterdag 19 Februari 1898.
38e Jaargang.
EE &EITEHH0EDER.
ABONNEMENT:
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave
ADVERTENTIE N
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij deze courant behoort een bijvoegsel.
POLITIEK OVERZICHT.
Wei gaat 't er buiten het Paleis van justitie
te Parijs in de tweede week van het proces-Zola
heel wat kalmer toe dan gedurende de eerste week,
doch dit eigenaardig verschijnsel moet eer worden
toegeschreven aan vermoeidheid en oververzadiging
zelfs van de geweldigste schreeuwers en fluiters en
van de 't rneest met hun ledigen tijd geen raad
wetende baliekluivers, dan aan een ommekeer ten
goede, onder de ontoerekenbare menigte.
Inderdaad overtreffen de met de bewaring van
orde en rust belaste militairen en politiemannen
in aantal ver de nieuwsgierigen en de place
Dauphine behoefde eigenlijk niet meer te dienen
als evolutie-terrein voor de rustbewaarders 't is
er alles rustig en kalm en als de getuigen, de
generaals, de officieren van mindereu rang en de
hoofdbeschuldigde komt, wordt er geen kreet ge-
hoord, noch voor noch tegen den betrokken
persoon
Binnen in 't Paleis van justitie was't eergisteren
evenwel weer volmen verwachtte in deze negende
zitting een nieuw verhoor van Esterhazy, wat na
de betrekkelijke kalmte der beide vorige dagen,
weer wat leven brengen moest. 't Was evenwel
alweer mis men rekent er nu voor vandaag op.
Eigenaardig is dat telkens als er verklaringen
zijn afgelegd, min gunstig voor Esterhazy, de
advocaten van den staf (afwisselend generaal Gonse
en generaal De Pellieux) weer eens een woordje
in 't midden komen brengen ter gisping en be-
strijding van het te berde gebrachte op den vorigen
dag. Zoo heeft eergisteren generaal Pellieux, in
overleg wellicht met zijn chefs, zijn best gedaan
om de weinig ten gunste van Esterhazy zijnde
uitspraken van Dinsdag te vernietigen. De
generaal heeft er alles voor op haren en snaren
gezethij heeft de vaderlandsliefde erbij betrokken,
hij heeft den toestand van Europa ernstig geheeten
en zelfs het spook van den oorlog heeft hij voor
den dag gehaald minder een getuigenis dus,
dan wel een handig ineengezet en goed uitgesprokene
pleidooi
Is er wel een beter middel denkbaar om te
werken op het gevoel en het persoonlijk belang van
de gezworenen en van alle ouders in Frankrijk
Getuigt 't niet van overleg, wanneer de oorlog
aanstaande wordt geheeten en gewezen wordt op
het vreeselijke, dat er gebeuren gaat, wanneer de
soldaten het vertrouwen in hun chefs verliezen
FEUIL LK'IOJN
18)
Vrij bewerkt door
A MO.
XIII.
Zonder eenig teeken van buitengewone opwin-
ding, koel en nadenkend, verliet Robespierre
Dantons huis. Nog eer hij in zijn woning aau-
kwam, zei daarom zijn vertrouwde, St. Just:
„Het schijnt, dat ge aan uw woordenwisseliug
met Danton geen bijzondere beteekenis hecht."
„Welke beteekenis zou ik er dan aan hechten
Waarom zou ik gewicht hechten aan het feit,
dat wij elkaar eindelijk eens gezegd hebben, wat
toch vroeger of later gezegd moest worden
//Nu, ik meen toch, dat uit Dantons optreden
tegen u menige les voor de toekomst te trekken
„Zeker. De oude en toch steeds nieuwe les,
dat de wijn snapachtig maakt en de menschen
dingen doet zeggen, die beter gezwegen waren.
„Ik meen, dat men Danton in het vervolg
meer op de vingers moest zien."
„Ba antwoordde Robespierre verachtelijk en
smeed daarmee elk verder gesprek af. Toen hij
thuis kwam, vond hij op zijn tafel een brief, die
als volgt luidde:
u Burger Robespierre
Richt uwe opmerkzaamheid op het salon van
Lucretia, waar heftige en machtige vijanden tegen
u samenzweren.
Uw vereerster en vrieudin."
In elk geval heeft de militair zich een zeer
verdienstelijk pleiter getoond en maakte hij met
zijn vertoog grooten indruk
De Kretensers moeten maar geduld hebben
er wordt voor hen gezorgdNiet een enkele
candidaat voor den post van gouverneur-generaal
is er, doch er zijn er wel een half dozijn Terwijl
de candidatuur van prins George van Griekenland
door Rusland nog maar altijd niet voor goed is
opgegeven, heeft de sultan, gebruik makend van
de hem door het czarenrijk gelaten vrijlieid om
zelf eens een candidatuur te lanceeren, Karatheodory
Effendi zijn gezant te Brussel, genoemd, doch
baron Calice heeft formeel geweigerd dezen aan
de eischen der mogendheden niet beantwoordenden
candidaat, voor te stellen aan zijn collega's ge-
zanten Nu wordt er in des sultans omgeving
ijverig gewerkt voor een neutrale candidatuur;
Italie zou 't wenschelijk achten een noodhulp-
gouvernement te benoemen en verder worden ge
noemd als candidaten voor de candidaatuur
de kolonel Sehaffer (voor eenige weken reeds ge
noemd als de ernstigste mededinger) en Morell
Bey, Franschman van geboorte, oudgezantschap-
secretaris te Londen, nu in Egyptischen dienst.
Natuurlijk valt de keuze tusschen zoovelen
uiterst moeielijk en allicht zal men trachten
alle moeielijkheden te vermijden door niemand
te kiezen.
De Europeesche mogendheden hebben zich op
Kreta een zeker recht toegeeigend. Zij zijn op-
getreden oogenschijnlijk zeer eendrachtig alsof zij
het in de macht hadden in een oogwenk de orde
te kunnen herstellen. En nu blijkt het ua
maandenlange onderhandelingen, dat de Kretenzers-
kwestie nog met is opgelost en indien de corres
pondent der Times te Konstantinopel goed is
ingelicht, dat de mogendheden voorloopig geen
kans zien om tot een voldoende oplossing te
komen.
„Ik heb alle reden te gelooven", zegt deze
berichtgever, //dat er gedachtenwisselingen tusschen
de gezanten plaats hebben omtrent een plan, dat
ten doel heeft aan Krete een voorloopig bestuur
te geven en de autonomic tot uitvoering te brengen
zonder dat er een voorloopig gouverneur wordt
benoemd, omdat de benoeming van dezen gouvernenr
tot nog toe steeds een struikelblok is geweest.
Het voorloopig bewind zal worden'gevoerd door
twee mogendheden, die gemeenschappelijk zullen
optreden. Een uitgewerkt plan zal in de eerst-
volgende bijeenkomst der gezanten worden be-
handeld.
Het was een waarschuwing zooals Robespierre
ze bij duizenden ontving. De brief zelf kon
alzoo Robespierre niet bijzonder verontrusten.
Dat dit toch geschiedde moest dan ook zijn oor-
zaak hebben in de eigenaardige stemming waarin
Robespierre hem ontving. Hij bevond zich alleen
in zijn kamer. Langen tijd hield hij den brief
in de hand en staarde peinzend door het venster
naar de wolken.
„Hoe zal mijn einde zijn mompelde hij
eindelijk hallluid. ,/Het einde moet komen maar
hoe zal het zijn
Geheel door zijn gedachten overmeesterd, liet
hij zich moe en zwaar op een stoel vallen.
Eensklaps werd de deur zijner kamer heftig open-
geworpen en met alle teekenen van schrik en
angst op het gelaat kwam Leonore Duplay binnen
stormen.
//HelpHelp I" riep zij, sidderend van
angst. //Burger Robespierre, wat is er -gebeurd r
wat deert u
Verbaast richtte Robespierre zich op.
//Zijt gij het, Leonore? Wat is er dan Wat
zou mij overkomen zijn
Als krankzinnig van angst en in zenuwachtige
spanning betastte het jonge meisje Robespierre
van alle kanten.
i/O, gelukkig, gij zijt ongedeerdIk meende
reeds
//Maar wat dan Wilt gij mij zeggen, wat
dit alles te beteekenen heeft? Van waar deze
angst
Het meisje werd thans iets rustiger en bedacht
zamer.
z/Ik weet het niet, burger Robespierre," ant
TER NEUZEN, 18 Februari 1898.
Heden namiddag werd alhier door mej. J.
Meeusen aanbesteed het verbouwen van een woon-
huis, staande aan de Grenulaan.
Hiervoor werd ingeschreven door de heeren
F. C. Herrebout voor /1222 en M. Wisse voor
f 1210,50, beiden alhier woonachtig.
In de tweede helft der maand Februari zijn
door het postkantoor alhier, de volgende onbestel-
bare brieven verzonden, aan de adressen van
Dhr. Dijkshoorn, Rotterdam M. Linden, Amster
dam J. du Pon, Ostende; Josine Loeb,
Axel. Donderdagavond vergaderden onder voor-
zitterschap van den burgemeester een 50tal in-
gezetenen om te bespreken de viering van het
aanstaande inhuldigingsfeest van H. M. onze
geliefde Koningin Wilhelmina. Tot eere-voorzitter
der feestcommissie werd bij acclamatie benoemd
de heer D. J. Oggel, burgemeester. De commissie
werd verder gekozen als volgtde heeren B. van
Ruijven, voorzitter, A. Esselbrugge, secretaris, A.
E. O. Kruijsse, penningmeester, en Ph. J. van
Dixhooru, P. Dregmans, H. D. l'Ecluse, P. van
Hoeve, C. P. Minjon, B. Trouw, J. A. van Vessem
P. van Vliet en T. L, van Wiemeersch, leden.
De feestelijkheden zullen bestaan in muziek,
feest voor alle schoolkinderen, optocht, volksspelen
illuminatie en vuurwerk. Een bepaalde dag is
nog niet aangewezen.
Axel. Door den Burgemeester, den Seretaris
en alle raadsleden alhier zal bij gelegenheid van
de Kroningsfeesten aan de gemeente worden aange-
boden een levensgroote buste van H. M. Koningin
Wilhelmina.
Koewaclit. Woensdagavond omstreeks 9 uur,
toen velen reeds te bed lagen, klonk op eens de
kreet brand brand door het dorp en weldra
bemerkte men, dat het schuurtje van P. Bogaerd
in lichte laaie stond. Ofschoon de brandweer
zich spoedig ter plaatse bevond, viel er aan
blusschen niet te denken.
Gelukkig dat de hevige wind in gewenschte
richting was anders was de ramp niet te overzien
geweest, wijl vele woningen in de onmiddellijke
nabijheid van het brandende perceel stonden.
Nu brandde alleen het schuurtje met het daarin
bevindende landbouwgerief geheel af. Ook een
geit kwam in de vlammen om.
Alles is verzekerd.
IJzendijke, 17 Febr. Wat zijn die mare-
chausees toch erg nieuwsgierig en onbescheiden,
woordde zij verlegen. //Ik zat in de keuken bij
het vuur, toen mij opeens een razende angst
om u overviel. Ik zag in den geest, hoe men
de wapenen op u richtte; hoe de menschen, die
u grijpen wilden, binnenstormden; en plotseling
hoorde ik zeer duidelijk, hoe uw lichaam dof
tegen den grond sloeg. Toen kon ik het niet
meer uithouden en ik vloog hierheen om u te
helpen. Wat ben ik blij, dat het slechts ver-
beelding was
z/Hoe zeldzaam, hoe zonderling zei Robes
pierre nadenkend, en toen, als hij bemerkte, dat
Leonore Duplay zich weer stil en schuchter
wilde verwijderen, vervolgde hij halfluid//Leo
nore, weet gij de Contrescarpe-straat
z/Ja, burger Bobespierre, die is in de nabijheid
der
z/Stil Ik weet wel waar zij is. Ik wilde
slechts ouderzoeken, of gij het ook weet. In de
Contrestcarpe-straat staat een klein huis, dat
slechts op de bovenverdieping vensters heeft
daaraan zult ge het ongetwijfeld herkennen. Er
schuin tegenover bevindt zich als bijzonder ken
teeken een fontein, waarop een plomp beeld staat.
In dat huis woont burgeres Theot. Begrijpt gij,
Leonore
Ja burger Robespierre. Ik heb het gehoord
Theot. Ik zal dieu naam onthouden. Wat ver
langt gij verder
z/Gij moet naar die vrouw gaau en haar vragen,
wanneer ik haar ongestoord en alleen kan spreken.
z/Ik zal terstond uw bevel uitvoeren."
z/Maar ik verlang, Leonore, dat er niet over
deze zaak gesproken wordt. Ik kan u toch we
vertrouwen
een net gekleed heer stapte uit de tram die ui
Belgie arriveerde, had bagage enz. bij zich da
deed vermoeden dat hij van een groote reis kwam'
Dit was dan ook het geval, die heer kwam zoo
maar eens eventjes uit Amerika waar hij reeds
zes jaren had doorgebracht, nu was hun de nieuws-
gierigheid nog meer opgewekt, dus gevraagd wie
die heer was, waaruit hun bleek dat het A. T.
M., oud 23 jaren, geboren te TJzendijke, was, die
voor zes jaar zijn lief vaderland had verlaten om
drie maandjes gevangenisstraf te ontloopen wegens
oplichting. Dat hij gearresteerd werd kwam hem
vreemd voor daar hij Amerikaansch burger was
zoo hij zeide.
Men schrijft ons uit Biervliet.
De heer Joh. Risseeuw, landbouwer te IJzen
dijke, heeft het initiatief genomen om bij zijn
collega's onder IJzendijke, Biervliet, Hoofdplaat
en Waterlandkerkje een lijst te presenteeren ter
inschrijving om de marechaussee's Adam en De
Waal een blijk van erkentelijkheid te geven, ter
wille van hun kloeke houding op 5 Febr. jl.
A1 zullen deze moedige politiemannen in het
behaald succes de schoonste belooning vinden, toch
mogen hunne namen met eere genoemd worden en
wij juichen het ten zeerste toe, dat onze grens-
bevolking hun kranig optreden met een stoffelijk
blijk van erkentelijkheid op prijs weet te stellen.
Toch mag een getrouwe plichtsbetrachting van
politiemannen, zooals aan de bloedige worsteling
in den Koninginnenpolder ten grondslag ligt, ons
niet weerhouden om nogmaals te wijzen op wat
wij vroeger en herhaaldelijk schreven, dat uit-
breiding van politiemacht in de grensgemeenten
hoogst noodzakelijk is, wil men bij ontmoetingen
van gewapende benden het gevaar voorkomen dat
onzerzijds de nederlaag geleden wordt, doordien
de politiemannen het gelag betalen.
Bij genoemden landbouwer Risseeuw werden
in der tijd in de 90 kippen gestolen, die in Belgie
bij den nu gearresteerden Leo Milloen opgespoord
werden, en wiens rekening daarvoor nog moet
opgemaakt worden. Een persoon alleen kan moeilijk
zoo'n massa kippen wegvoeren, dus ook toen
reeds zal Leo vermoedelijk wel gezelschap gehad
hebben.
Met het oog op nachtelijke ontmoetingen met
stroopers en dievenbenden en vooral om het eischen
van bloedige offers te voorkomen, behoorde Biervliet,
de uitgestrektste Cadzandsche gemeente, even goed
als de naburige grensgemeenten IJzendijke en
Philippine in het bezit van marechaussee's te
zijn.
//Burger Robespierre," zei het meisje half weenend,
heb ik ooit een wensch van u
ffHet is goed, Leonore. Ik weet, dat gij mij
trouw zijt, dat ik mij op u kan verlaten. Ga
thans heen en breng mij bericht."
Even daarna was Robespierre weer alleen en
stapte peinzend in de kleine kamer heen en weer.
Op anderen tijd zou een bezoek aan madame
Theot hem dom en dwaas geschenen hebben,
maar in deze stemming scheen hem dit minder
avontuurlijk.
z/Waarom niet?" vroeghij zichzelfaf. //Waarom
kan ook de verstandigste man niet eens een enkele
maal onzin aanhooren Heeft Marat het ook niet
gedaan, en duizend anderen ook? Kan het kwaad,
eens naar de domheid te luisieren Kan men
ook daaruit niet leeren
Bovendien zweefde hem steeds het lot van Marat
voor oogen. Hij wilde zich beveiligen. Madame
Tallien had gelijk hij was er toe verplicht.
Het was reeds donker, toen Leonore Duplay
uit de Contrescarpe-straat terugkeerde. Zij bracht
het antwoord, dat een bezoek van burger Robespierre
de waarzegster zeer aangenaam zou zijn en dat
hij haar hedenavond geheel ongestoord kon spreken.
Zij zou niemand, buiten hem, ontvangen.
z/Wie zijn er in de andere kamer bij u vroeg
Robespierre het meisje.
z/Mijn vader en St. Just," antwoordde Leonore.
Zeg hun, dat zij met mij tneegaan maar vertel
niet, wie mijn bezoek geldt. Begrepen, Leonore
z/Ja, burger Robespierre."
z/Goed, bestel dan een rijtuig en laat dit aan
het achterhuis wachten."
(Wordt vervolgd).
TEE \EI7iEVS('HE COURANT
nit |>lad verschijnt Mnandae-, Woeuidag- en VriJ«lattavwn«l, iiitgeasomler J op FeeaKlagen, bij den nitgever J. VAW DB I1WBE te Ter_»e»»eih
is.
m—m