Buitenland. Gemengde berichten. Voor de Rijks Normaallessen le Axel, heb- ben zich voor het aanstaande studiejaar 40 jonge 1 ui aangeraeld. Hiervan zullen 17 examen afleg- gen voor de aan bovengenoemde inrichting ver- bonden voorbereidingsklasse. Sas van Gent, 8 Febr. Op de veemarkt van heden wareu aangevoerd 35 stieren, 26 ossen, 36 koeien en vaarzen en 1 schaap, samen 98 beesten. Hoewel weinig kooplui aanwezig, was de markt toch levendiger en werd al het vee vlug verkocht. RECHTSZAKEN. Arrondissemeuts-rechtbank te Middelburg. De rechtbank heeft in hare zitting van 8 Febr. de volgende vonnissen uitgesproken 1°. A. J. P., oud 35 j., spoorwegwachter te Sint Jansteen, 2°. C. L. P., oud 31 j., werkman te Stoppeldijk, 3°. A. B., oud 44 j., koopman te Keuiseke (Belgie), zijn wegen3 afpersing door drie vereenigde personen vrijgesproken. S. P. v. d. H., oud 18 j., arbeider wonende te Othene (Zaatnslag), is wegens mishandeling ver- oordeeld tot 7 dagen gevangenisstraf. T. Y., oud 24 j., arbeider te Hoek, is wegens mishandeling veroord. tot 3 maanden gevang. D. W. F. K., oud 17 j., boerenknecht te Ter Neuzen (Zevenaarpolder), is wegens mishandeling veroord. tot 2 maanden gevang. P. F. W., oud 32 j., mosselhandelaar te Philipinne, is wegens eenvoudige beleediging ver- oordeeld. tot 10 of 10 dagen hecht. Gisteren werd voor bovengenoemde rechtbank behandeld de zaak tegen C. L. v. d. P., oud 23 j., broodbakker, geboren te Antwerpen, wonende te Vlissingen, thans gedetineerd te Middelburg, beklaagd van opzettelijk brandstichting. Tegen bekl., die eeu volledige bekentenis aflegde werd door het 0. M. zes jaren gevangenisstraf geeischt, met mindering van den in voorloopige hechtenis doorgebrachteu tijd. De ambtshalve toegevoegde verdediger Mr. A. A. de Yeer Gz., advocaat te Middelburg, riep voor de beklaagde de clementie der rechtbank in. Uitspraak 22 dezer. Door de ambtenaar van het 0. M. bij dezelfde rechtbank werd gisteren nog tegen P. A. F., oud 21 j., geboren en wonende te Vlissingen, en J. F. v. I., oud 37 j., zeeman, geboren te Graauw, laatst verblijvende te Vlissingen, beiden thans gedetineerd in het huis van bewaring te Middelburg, en beklaagd van het stelen van een vat, gedeeltelijk gevuld met terpentijn, geeischt een jaar gevangenis straf met mindering van den in voorloopige hechtenis doorgebrachten tijd. De verdediger, Mr. Brevet, vroeg eene mildere straf. Het proces-Zola is de gebeurtenis in Frankrijk, men mag wel zeggen in Europa. De agitatie te Parijs was groot en er waren bijzondere voorzorgsmaatregelen genomen om de orde te bewaren. Onnoodig was dit zeker niet, getuige b.v. het plakkaat der anti-semieten, ge- teekend door Drumont, ,/eere-president" van den anti-semietischen bond van Frankrijk, Georges Thiebaud, Jules Guerin en anderen. In dat plak kaat krijgt het ,/Joodsche syndicaat" er natuurlijk duchtig van langs, en ten slotte wordt ondersteld, dat het Joodsche, gestolen, geld ook gebruikt is om de jury der Seine om te koopen. //De eerlijke en vaderlandslievende bevolking van Parijs, zoo luidt het manifest dan, zou derge- men er zich van verwijderde. Hij begreep slechts, dat alle menschen gelijk zouden zijn; of zij ruw of onbeschaafd, huichelaars of eerlijke menschen, geleerd of ongeleerd waren, dat was hem hetzelfde. Hij wilde tevreden zijn, als alle menschen zoo werden, als hij was. In den laatsten tijd was hij zeer dikwijls dronken. Hij was het wijndrinken nimmer gewoon geweest. Als geitenhoeder was hij al blij geweest, als hij water voor zijn dorst vond. Nu noemden de sansculottes het echter bespottelijk, water te drin- ken, als men wijn koopen kon. Levendig, opge- ruimd, spraakzaam van aard zijnde, steeg ieder glas wijn hem naar het hoofd. Dan werd hij grof en ruw en volgden er twisten en klop- partijen. Maar dit was een beschikking van het noodlot en niet zijn schuld tot nu toe was hij er gelukkig nog steeds met eenige builen en schrammen afgekomen. Hij woonde met zijn zoogenaamden heer, burger Charles, in een huis in de Boomstraat, niet ver van den slotenmaker Truchon, bij wien Madeleine verblijf hield. Meer uit beleefdheid dan uit plichtsgevoel liep hij daar elken dag aan, om te vragen, of zij ook iets voor hem te doen hadden. Gewoonlijk was dit niet het geval en Jacques Beauchene ging dan aan zijn dagelijksche bezigheden, d. w. z. hij liep de wijnhuizen af, joolde met zijn vrienden, woonde de terechtstellingen of ook de zittingen der Conrentie bij en kwam eindelijk dronken thuis. De slotenmaker Truchon stond in de werkplaats. Hij had zich door spaarzaamheid en vlijt om- hooggewerkt en was een rustig van omwenteling afkeerig man. Bij een toevalligen blik door het venster bemerkte hij Jacques, die in het oog Joopend bleek en slaperig over de straat liep. lijke provocaties niet dulden. Zij zal haar eigen politie zijn. Als de regeering er in volhardt, de wetteu niet toe te passen op alien, zonder onder- scheid van klassen of partijen, die de veiligheid van den staat in binnen- en buitenland bedreigen, dan zal de bevolking de zorg voor haar verdedi- ging zelve op zich nemen." Onder een dergelijke stemming bij de groote meerderheid der Parijsche bevolking begon eergis- teren het proces tegen Zola. Om twaalf uur zou Zola komen, maar reeds om tien uur stonden er een honderdtal te wachten. Een half uur later vond Rochefort gelegenheid, een venijnigheid te debiteeren. Toen hij aankwam gingeu eenige stem- men op //weg met Rochefort." Hij wenade zich tot deze burgers en merkte welwillend op //Gij zijt met uw vieren h. vijf francs per hoofd dat is samen een louis. Het syndicaat heeft zich niet geruineerd." En met een vriendelijk glimlachje ging hij de trap van het paleis van justitie op. De politie en de garde handhaven de orde. Achtereenvolgens komen Trarieux, generaal De Pellieux, Jaures, Scheurer-Kestner, de oud-minister Develle, Gribelin, archivaris aan het ministerie van oorlog, Vallecalle, griffier bij den eersten krijgsraad. Generaal De Pellieux is in civiel, vergezeld van een ordonnans-officier, die een lijvig dossier draagt. Om elf uur komt generaal Gonse, in uniform. Zij worden in het voor hen bestemde vertrek toegelaten. Alle ingangen tot de rechtszaal staan vol met advokaten, juristen en gezworenen. Tegen twaalf uur komt Zola met zijn advokaat, Mr. Labori, en met Clemenceau in een landauer met twee paarden aanrijden. De stemming is bepaald tegen hem. lemand, die //leve Zola" riep, werd bijna in het water gedrongen, en toen Zola de rechtszaal binnentrad werd hij ontvangen met een //weg met Zola", dat onder sst-gesis werd gesmoord. De rechtszaal werd door een uitgezocht publiek binnengedrongen en de plaatsen werden letterlijk stormenderhand genomen. De politieke, letter- kundige en artistieke wereld is ruim vertegenwoor- digd. Ook eenige dames zijn er in geslaagd, in de zaal door te dringen. Het consigne wordt door politie-agenten met groote gestrengheid ge- handhaafd. Een aantal raadsheeren van de hoven van cassatie en appel hebben achter de rechters van het assisenhof plaats genomenevenzoo vele leden van den Raad van State, van de Rekenkamer en van het corps diplomatique, afgevaardigden en advokaten. In de zaal bevinden zich vele agenten van den veiligheidsdienst. Mr. Tezenas, die Ester- hazy verdedigde, woont de zitting in gewoon kostuum bijmen zegt dat hij zich civiele partij zal stellen. Tien minuten over twaalven werd de zitting geopend. De voorzitter de heer Delegorque, waar- schuwde, dat hij bij de minste betooging de zaal zal laten ontruimen. Na de noodige formaliteitcn begon de zaak. De eerste kwestie, die moest worden uitgemaakt, betrof de vraag of ook punten buiten de eigenlijke aanklacht mochten worden aangeroerd. De advokaat-generaal betoogde, dat het debat strikt moest beperkt blijven tot de klacht van den minister van oorlog, terwijl de advokaat van Zola uiteenzette, dat de zaken in zoo nauw verband met elkander staan, dat hij ook de andere feiten, door Zola ten laste gelegd, moest bewijzen. Een tweede kwestie betrof de drie door Zola beschuldigde schriftkundigen. Hun advokaat, Mr. Cabanes, wenschte zich namens hen civiele partij te stellen. Beide kwesties werden na beraadslaging in raad- De roode muts zat hem half op het hoofd en zijn kleeding was vuil en ordeloos. z/Burgeres Madeleine," zei de slotenmaker tot het jonge meisje, dat niet ver van daar zat te breien, //gij weet, ik rneen het eerlijk en oprecht met u. Voor uw braven landsman, burger Jacques Beauchene, meen ik u echter te moeten waarschuwen. Neem u voor dien knaap in acht, ik verwacht niet veel goeds van hem." z/Gij hebt gelijk, burger Truchonde man is eigenlijk de oorzaak van ons ongeluk. Maar hij is eerlijk en trouw, dat heeft hij onderweg be- wezen zonder zijn hulp waren wij hier niet ge- komen," verdedigde Madeleine hem. z,Dat mag zoo zijn, maar hier in Parijs wordt hij niet beter." z/Helaas,ik weet zeer goed, dat Jacques Beauchene hier in het gezelschap der verschrikkelijke sans culottes is verzeild geraaktdoch trots dat alles steekt er in den man toch een goed hart, en ik vooral ben zeker dat hij eerder zal sterven, dan mij onheil berokkenen." Truchon schudde bedenkelijk het hoofd, maar kon niets daartegen inbrengen, omdat Jacques Beauchene op dat oogenblik in de werkplaats kwam. Voor Madeleine gekomen, hield hij zich zoo recht mogelijk en vroeg als gewoonlijk, of zij hem ook iets op te dragen had. Madeleine was de eenige, voor wie hij nog eerbied betoonde. //Burger Jacques Beauchene," zei Madeleine, z/weet ge, waar de Conciergerie staat z/Zeker, burgeres. Ik ben daar gistermiddag nog geweest. Het is het huis, waar zij steeds op de karren geladen worden." Madeleine kromp ineen. z/Ik wou u vragen, Jacques, of gij zoo goed wilt zijn Vera en mij daarheen te brengen." kamer door het hof uitgemaakt. Dit weigerde den beklaagden toe te staan, de acht andere feiten uit Zola's brief te bewijzen, en weigerde tevens aan de drie schriftkundigen, zich civiele partij te stellen. Het overige dee! van de zitting was gewijd aan de kwestie der getuigen. Er waren een massa opgeroepen, doch vele, en nog wel de voornaamste, hadden geschreven, niet te kunnen komen. De Minister van oorlog bijvoorbeeld meldde, dat hij van den ministerraad geen machtiging had verkregen om te gaan getuigen. Casimir-Perier, de oud-president, verklaarde, dat hij all een getuigenis kon afleggen over 'tgeen na zijn presidentschap was gebeurd. De kommandant Du Paty de Clam, generaal Mercier, generaal Bois- deffre, mevrouw De Boulancy, d'Ormescheville, de oud-rapporteur in de zaak-Dreyfus, kapitein Lebrun- Renaud, Ravary zij alien hebben de eene of andere verontschuldiging voor hun afwezigbeid opgegeven of weigeren botweg te getuigen. De advokaat van Zola betoogde natuurlijk het belang van al deze getuigen, bewerende dat zij gei'ntimideerd waren, en stelde zijn conclusies ten opzichte daarvan, strekkende om de getuigen te dwingen tot verschijnen, over welke conclusies het hof gisteren een besluit heeft genomen. Daar- mee is eigenlijk het resultaat van den eersten dag verteld. Een paar bizonderheden mogen nog volgen. Zoo vroeg Zola, of al die getuigen last hadden ontvangen van den Minister van oorlog om niet te komendoch de ambtenaar van het O. M. kon hierop geen antwoord geven. Bij de discussie verklaarde Mr. Labori o. a., dat hij zelfs tegen gesloten deuren geen bezwaar had, waar twaalf jury-leden hem toch zouden aan- hooren. Maar het bewijs, dat hij zal leveren, is zoo doorslaand, dat men niet wil toestaan, dat hij het levere. Een staatsgeheim was er niet bij betrokken en het was een grap om in dezen te spreken van de nationale verdediging. De advokaat-generaal viel hem hier in de rede zijn woorden verdraaiend vroeg hij, of Labori de nationale verdediging een grap vond. Dit was natuurlijk een mooie gelegenheid voor den pleiter om een warme betooging van vader- landsliefde te houden en verontwaardigd den ambtenaar van het 0. M. de les te lezen een pleidooi dat veel effect maakte. Van de incidenten, die voorvielen kan nog vermeld worden, dat er een oogenblik groote herrie ontstond, toen het consigne werd opgeheven ten gunste van een attache van het ministerie van Landbou w. En als sinistere grap mogen de woorden vermeld worden van een Engelschman, die wat luid stond te praten, namelijk dat de Engelschen een jacht gehuurd hebben om Dreyfus tegemoet te gaan, als hij terug mocht komen. En eindelijk werd aan Zola tijdens de zitting een pak van 180 telegrammen overhandigd. Generaal Gonse werd bij het verlaten van de rechtszaal op de place Dauphine met de kreten z/Leve het leger I" begroet. De inenigte, hopende Zola uit het gebouw te zien komen, bleef nog lang wachten. Maar ten slotte verloor ze het geduld en ging uiteen. Zola had het paleis verlaten langs een trap, die voor beschuldigden en gevangenen is gereserveerd. Hij ging naar buiten door de deur van de conciergerie en stapte met Labori, Clemenceau en den uitgever Fasquelle in een rijtuig. Enkele kreten Leve Zola! Leve het leger! Weg met Zola! Weg met den Italiaan weerklonken. Naar de brug Saint-Michel werd het rijtuig gevolgd door 200 manifestanten, die schreeuwden z/Te water met hem vGij wilt naar de Conciergerie vroeg Jacques verrast. Ja, gij weet ook wel, waarom. Ik wil mijn vader daar bezoeken." z/Ja, maar wanneer Verrast zag hij Ma deleine aan. z/Wat meent gij, burger z/Hm hm wanneer men u ook eens daar hield, burgeres?" Hij scheen werkelijk door die gedachte buitenge- woon verschrikt. Burgeres Madeleine wisselde snel een blik met den slotenmaker, als wou zij zeggen //Ziet ge wel, dat ik gelijk heb Deze haalde de schoud'ers op. z/Dat behoef ik niet te vreezen," antwoordde zij; //ik heb van het ministerie van justitie verlof tot een bezoek aan de Conciergerie ontvangen. Wilt ge dus met ons gaan z/Gij hebt slechts te bevelen, burgeres Nu stond Madeleine op, riep hare vriendin Vera en met hun drieen gingen zij de Boomstraat uit, naar de plaats waar de Conciergerie, het voor- portaal der guillotine, stond. Terwijl zij door de drukke strateu voortgingen, verwonderde Made leine er zich over, met welk een gevoel van zekerheid dit geschiedde. Maar ofschoon zij ook omtrent hare persoonlijke veiligheid volkomen gerust was, verkeerde zij toch in een vreeselijke opwinding. Hoe zou zij haar vader aantreffen Deze vraag schoot haar telkens weer door het brein. Zij sidderde voor het wederzien, en slechts de sterke, innige drang om iets tot redding haars vaders bij te dragen, kon haar het verschrikkelijke hiervan doen overwinnen. (Wordt vervolgd). Toen het rijtuig bij Zola's huis in de rue de Bruxelles aankwam, werd weer gefloten. Bij de gisteren voortgezette behandeling der zaak verzette het openbaar ministerie zich tegen onderscheidene vragen die Zola's verdediger aan de getuigen wilde laten stellen, t£rwijl de president weigerde vragen te stellen die geen betrekking hadden op het in de dagvaarding ten laste gelegde feit, en die ten doel konden hebben herziening van het proces-Dreyfus te bewerken. Het gedrang en de toeloop van belangstellenden voor den aanvang der zitting was ongekend, en te verwonderen is het dat bij de opening van de deuren der gerechtszaal geen ongevallen plaats hadden onder de binnendringendende beambten waren op dat oogenblik onmachtig de orde te handhaven. Scheen het dat de stemming van het publiek een weinig ten gunste van Zola was gekeerd, een groep advocaten juichte hem bij zijnbinnentreden toe, na den afloop der zitting heeft de balie haar schade ruimschoots ingehaald. Een half uur lang hebben de heeren juristen hem voor de deur eener kleedkamer, waarin hij gevlucht was staan uitjouwen, en dat jegens een beschujdigde wiens persoon heilig moet zijn voor alien op wien de verheven taak der verdediging rust. Dit feit is nog ergerlijker dan dat het opge- zette volk onder dolle kreten hem na het verlaten van het gerechtsgebouw bijna te lijf is gegaan. Een 500tal menschen omringde hem en een klein aantal vrienden hadden de grootste moeite hem te beschermeu de agenten waren daartoe on machtig tot Zola eindelijk uit het gedrang geraakte, in een rijtuig wist te stappen en weg- reed. Hij werd op allerlei wijze nageroepen. Er behoort inderdaad moed toe om nog verdere dergelijke dagen tegemoet te gaan. H. M. de Koningin-Regeutes heeft een bedrag van f 150 geschonken als bijdrage in de kosten tot aankoop eener piano voor den blinden jonge- ling H. J. Kruijthof te Kampen. i Uit Amsterdam meldt men Zondagmiddag ontstond op den Dam eenig tumult, veroorzaakt door het gedrag van een korporaal der vesting-artillerie, die in beschonken toestand met een tram wilde mederijden en geen gehoor gaf aan het verzoek van een politieagent om zijn weg te vervolgen. De agent moest er toe komen den man te arresteeren, die echter wist te ontkomen door den agent in het gelaat te slaan. Bij die gelegenheid deden de omstanders al het mogelijke om den agent in zijne bewegingen te belemmeren en den korporaal ruim baan te maken. Een onderzoek is ingesteld. Men schrijft uit Harlingen In de praktijk van een onzer geneesheeren hebben zich in een gezin bij man en vrouw ge- vallen van loodvergiftiging voorgedaan, ten gevolge van het gebruik van drinkwater, dat door looden pijpen was geloopen. Na het bekend worden van dit geval is het gebleken, dat zich ook in andere gezinnen ansloge verschijnselen hebben voorgedaan. Er is alle hoop, dat de tijdig ingeroepen hulp volledige genezing zal aanbrengen. Men schrijft uit Utrecht Er stonden Maandag niet minder dan 20 per sonen terecht wegens landlooperij. Onder dezen was een 40jarig krachtig man, die wel wist hoe hij zelf heette, maar de voornamen zijns vaders niet kende noch den voor- en familienaam zijner moeder. Waar zijne ouders woonden en of zij nog leefdeu was hem evenmin bekend. //Kunt gij dan soms ook een neef van den in de stukken bedoelden persoon zijn," vroeg de voorzitter, en 's mans antwoord luidde//O neen, mijn neef ken ik niet, dat weet ik zeker." Een ander land- looper beweerde ongehuwd te zijn, ofschoon uit de stukken bleek, dat hij tweemaal getrouwd ge weest was weduwnaar van de eerste, gescheidea van de tweede vrouw. //Dit was hij werachies heelemaal vergeten, Edelachtbaren." Bijna alle terechtstaanden hoorden van den voorzitter het verwijt, dat uit het ingesteld onderzoek was ge bleken dat zij hun ongeluk te wijten hadden aan het voortdurend misbruik maken van sterken drank. Er waren jonge, krachtige kerels bij, die al voor de zesde en zevende maal tot opzending naar de kolonie veroordeeld werden. Een Duitscher was Zondagavond te Iieeren- veen gekomen, om met den laatsten trein van 9.56 uur naar Akkrum door te reizen. Nugaat echter de sneltrein uit Heerenveen 11 minuten eerder weg, maar houdt te Akkrum niet stil. Onze reiziger wist hiervan niets af en nam plaats in den sneltrein, zoodat hij tot Leeuwarden door- spoorde. Daar aangekomen werd hij door de controle aangehouden, omdat hij geen geldig plaats- bewijs had. Hij weigerde den prijs van een biljet HeerenveenLeeuwarden met de gevraagde ver- hooging te betalen, op grond dat men hem in den trein had laten zitten en zijn biljet te Heerenveen niet- was gecontroleerd geworden. Ware dit laatste gebeurd, hij zou natuurlijk den sneltrein v66r het vertrek hebben verlaten. Er is proces-verbaal tegen hem opgemaakt. ii.ia——I Ill I

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1898 | | pagina 2