Gemengde berichten.
de behoefte gevoeld, om, naast het Rijkstele-
phoonkantoor te Walsoorden, in de gemeente
Hontenisse eetie tweede aansluiting te hebben aan
het telephoonnet en wel op bovengenoemd hoofd-
dorp.
Bestonden er vroeger, toen te Walsoorden nog een
Rijkstelcgraafkanioor was gevestigd overwegende
bezwaren om tot de oprichting ran een telegraaf-
of telephoonkantoor alhier over te gaan thans
zijn die in het laatst van het afgeloopen jaar door
eene herziening der Kon. besluiten, respectievelijk
van 15 Sept. 1886 (Staatsblad n°. 164) en van
14 Sept. 1892 (Staatsblad n°. 219) uit den
weg geruimd, zoodat der gemeente geen andere
kosten overblijven, dan het betrekkelijk gering
salaris vau den te benoemen kantoorhouder.
Ook voor de dorpen Groenendijk en Lamswaarde,
die thans te ver van het naastbij gelegen telephoon
kantoor verwijderd zijn, mag het bezit eener dus-
danige inrichting te Kloosterzande van grootbelang
worden geacht.
Van verschillenden zijden wordt dan ook ver-
langend uitgezien naar een voorstel in dien zin
van een of meer Raadsleden, die niet alleen de
bewoners van Kloosterzande, doch ook die der
omliggende dorpen daardoor z^er aan zich zouden
verplichten.
Kloosterzande. Op 1 April a. s. zal het
£5 jaar geleden zijn, dat de heer K. Blijdensteiju
tot onderwijzer aan de openbare school in de
Molenstraat werd benoemd. Ongetwijfeld zal het
dezen rerdienstelijken en hoog geachten ambtenaar
op genoemden dag niet aan blijken van belang-
stelling ontbreken.
De heer Z., uitgever en boekhandelaar te
Utrecht, die zich eergisteravond voor zaken te
's Gravenhage bevond, werd in de Laan van Meer-
dervoort onverwachts overvallen door een persoon,
welke zich daar had verscholen en die trachtte
hem van zijn gouden horloge en ketting te ontdoen.
Daar de heer Z. echter een meer dan gewone
lichaamskracht bezit kwam de aanvaller van eene
slechte reis thuishij werd eenvoudig met den
wandelstok op den grond geslagen, terwijl de
aangevallene kalm zijn weg voortzette.
Woensdagnacht is te Dreumel, tegenover
Tiel afgebrand de boerenbehuizinge van R. Deze,
een gastvrij man, verleende steeds nachtverblijf
aan rondtrekkende kramers, waarvan ersoms geheele
kolonies ten zijnent sliepen. Men vermoedt, dat
onvoorzichtigheid van deze lui de oorzaak van
den brand is.
De bewoners en het meeste vee werd en gered.
Alles was verzekerd.
Ten kantore van het agentschap der Neder-
landsche bank te Nijmegen werd gisteren een
ralsch bankbiljet van 25 ter betaling aangeboden.
Tegen den aanbieder werd door de politie proces-
verbaal opgemaakt.
Een alleenwonende dame op de Keizers-
gracht 83 te Amsterdam mevr. de wed. S. v. S.
geb. L. is Dinsdagavond dood op haar bed gevon-
den ten gevolge van gasverstikking.
Omtrent dit treurige geval verneemt men het
volgende
Daar de dame vaak dagenlang bij haar familie
buitenshuis was, wekte het in het eerst geen
bevreemding dat haar woning reeds van Zondag
af gesloten was. Ten slotte vatte een buurman
argwaan op. Hij stelde de familieleden van het
feit in kennis, en nu bleek dat de dame zich in
haar huis moest bevinden.
Zij kon niets meer zeggen. De tranen dreigden
haar te verraden.
„Ha, in orde, ja wel," zei burgeres Rialmont
luid en haastig, „ik weet het. Ik herinuer het
mij thans. Gij komt om de staatsroode muts
niet waar, burgeres Neem mij niet kwalijk, dat
ik ze vergeten heb; maar ze is klaar. Wees zoo
goed, burgeres, en ga zoolang in dit vertrekje
ik ben terstond bij u. De muts zal u goed
staan, burgeres daarvan ben ik overtuigd. De
staatsroode mutsen passen toch maar het best op
een Eransch hoofd. Voor blond haar zijn de
karmozijnroode de geschiktste, maar voor zwart
de staatsroode. Wees zoo goed en ga binnen."
Hiermee schoof burgeres Rialmont de beide
meisjes in een achterkamer waar de kleine bur
geres Madeleine terstond de hand voor de oogen
hield alsof ze daarmee de opwellende tranen wilde
tegenhouden. Daarna hoorde zij hoe hare tante
iets tot de werkster zeide, die buiten zaten. Ter
stond daarop trad ook zij binnen, snelde op Ma
deleine toe, omarmde haar onstuimig en kuste
haar op beide wangen.
//Is het waar Madeleine, zijt gij het Wer-
kelijk Zijt gij hier
Madeleine scheurde een kleinen verborgen naad
aan den zoom van haar japon los, waarin de brief
haars vaders verborgen was. Zij trok hem er
uit en reikte hem aan haar tante over, die hem
las.
//Zoo," zei burgeres Rialmont, nadat zij hem
gelezen had. ,/Etienne ook, het slot ook Wees
stil, Madeleine, en ween niet. Wat er ook komen
mag of reeds gekomen is, ween niet, maar wees
kloek. Gij ziet, Madeleine, ik heb alles verloren
zelfs mijn echtgenoot, maar den moed niet. Wan-
^oop dan niet, Madeleine, dat is hoofdzaak."
De eerste gedachte was, daar zal inbraak gepleegd
zijn. Nadat een smid geroepen was, drong men
gisteravond door een der aangrenzende huizen in
het perceel in quaestie door. Verschillende
deuren werden opengebroken, ook de voordeur die
gegrendeld was, en men vond ten l&atste de dame
op haar slaapkamer, dood uitgestrekt op haar
legerstede. Een doordringende gaslucht in de
kamer verried de oorzaak van haar dood. Op
den grond lag haar hondje, insgelijks dood.
Bij een ingesteld onderzoek bleek, dat niet de
minste lek aan de gasleiding te vinden was.
Waarschijnlijk is het ongeluk toe te schrijven aan
het feit dat het water uit de gaskroon verdampt
was, zoodat het glas gelegenheid had te ontsnappen.
Een ijlings geroepen geneesheer kon slechts
den dood constateeren.
De gemeente-veldwachter van 's Heer Abts-
kerke is zoo gelukkig geweest eene knoeierij te
ontdekken, die niet zonder gevolg zal blijven.
Een inwoner van 's Heer Arendskerke is met de
vereischle toestemming met eene verloting van
goud en zilver rondgegaan nadat alle loten ge-
plaatst waren, had te 's Heer Arendskerke de ver
loting in de herberg onder toezicht der politie
plaats Tot zoover ging alles goed. Een verbaal
werd van de verloting gemaakt, doch niet dit
maar een vervalscht verbaal werd door den loterij-
houder aan de klanten vertoond. Dientengevolge
werden de voornaamste prijzen, die zoogenaamd
bij anderen gevallen waren, niet uitgekeerd, doch
door den loterij-houder op overeengekomen voor-
waarden aan den goud- en zilversmid, die de
prijzen geleverd had, verkocht. Deze laatste echter
staat buiten het geknoei, de eerstgenoemde echter
heeft wel het geld der loten ontvangen doch geene
prijzen uitgekeerd. Door dat volgens de oor-
spronkelijke loting een hoofdprijs te 's Heer
Abtskerke gevallen was en deze volgens de ver-
valschte lijst niet uitgekeerd was, kwam het bedrog
aan het licht, dat door de rijks- en gemeentepolitie
nu nader onderzocht wordt. Tegen den loterij-
houder is proces-verbaal opgemaakt.
De agent van politie C. L. S., die inwoont
bij zijn zwagers, die een schoenwiukel hebben op
de Kruiskade, bij de Chrispijnlaan, te Rotterdam,
kon daar den afgeloopen nacht maar niet in slaap
komen. Toen de klok van twee al geslagen had,
hoorde hij geraas in huis, en in de meening dat
het zijn beide zwagers waren, riep hij hun nog
toe zich alsjeblieft een beetje stil te houden. Maar
jawel, een gerucht alsof er iets brak, hield aan.
S. stond nu op om naar zijn zwagers te gaan,
doch tot zijn verbazing, ziet hij, in den winkel
komende, een wildvreemden man met een been en
met zijn hoofd door het tuimelraam boven de
winkeldeur hangen, bezig om zich naar binnen te
werken. Zoodra de inbreker S. zag, liet hij zich
pardoes uit het raam op de straat vallen, doch de
agent opende even vlug de straatdeur en sprong,
nog half gekleed, bovenop hem. Hij wist hem
te overmannen en nu was 's mans lot spoedig
beslisthij werd naar het politiebureau in de
Witte de Withstraat overgebracht. De aange-
houdene is een 45jarige oude bekende der justitie
vroeger was hij politoerder, doch in den laatsten
tijd is hij werkloos.
Op het politiebureau vertelde hij brutaal weg
dat hij geheel onschuldig was. Toevallig ging hij
juist voorbij den winkel, toen hij ineens door S. be-
sprongen, gegrepen en als de dader aangewezen werd
en dat, niettegenstaande hij den werkelijken inbreker
hard heeft zien wegloopen. Deze wending, die de
aangehoudene aan de zaak tracht te geven om
den agent, die zeer stellig in zijn verklaring is,
van de wijs te brengen, zal hem weinig bateu,
want de onder-inspecteur A. M. Rumke is, zoodra
hem de inbraak ter oore kwam, de sporen, die de
man met zijn been en voeten heeft achtergelaten
in het stof van het tuimelraam en op de deur,
gaan opmeten, en deze opmetingen doen alle
leugens van den inbreker te niet.
z/Tante, het is hier alles zoo treurig, zoo
hopeloos
,/Ik weet het, en veel beter dan gij. Doch
verlies den moed niet. Er zijn ook nog goede
menschen hier." Daarna zich tot Vera wendende,
vervolgde zij op hartelijken toon //En gij, Vera,
die u het lot van mijn beschermelinge zoo braaf
en dapper aangetrokken hebt, hoe zal ik u dauken
Hoe kan ik het Madeleine heeft bij u een toe-
vlucht gevonden, Vera
z/Sinds vijf dagen. Wij waren reeds eerder tot
u gekomen, wanneer Madeleine niet ziek geworden
was."
//Arm kind! En nu, Madeleine, welke plannen
hebt gij Wat wilt ge doen tot redding van
uw vader
z/Ik, tante P Ach, ik weet het niet."
z/Maar er moet toch iets gedaan worden Be-
grijp je dat niet?"
,/Dat weet ik wel, tante, en er is ook reeds
meer geschied dan gij denkt. Charles heeft met
zijn oom Vergniaud, den grooten Vergniaud, zooals
men hem hier noemt, gesproken. Zijn oom is
afgevaardigde in de Nationale Conventie en een
man van grootten invloed."
z/Wie Vergniaud is, mijn kind, weet ik beter
dan gij. Hij is de bekwaamste, meest beleidvolle
Girondistenleidermaar wie Charles is, weet ik
niet. Zeg mij dat liever."
(Wordt vervolgd.)
Men meldt uit Amsterdam
Door een bewoner der Bilderdijkkade is bij de
politie aangifte gedaan, dat zijn 14jarige zoon
Dinsdagavond in de Genestetstraat door een
revolverschot in het been was getroffen. Bij
onderzoek bleek dat een 15jarige knaap uit baldadig-
heid twee schoten uit een flaubert-pistool had ge-
lost, waardoor bij ongeluk een kogel in het dikke
van het linkerdijbeen van den lljarigen knaap
terechtkwam. De wond is niet levensgevaarlijk.
Eergisterenavond is te Oudewater een
Utrechts wagentje met vijf bruiloftsgasten, tamelijk
wel onder den invloed van sterken drank, in den
lJssel gereden.
Allen werden gered, maar een hunner, vader van
10 kinderen, verkeert in een bedenkelijken toestand.
Een politieagent en een nachtwacht van de
Staatsspoorweg-maatschappij schoten gisteren nacht
op de Barendskade te Amsterdam, op het angstge-
schreeuw eener 51jarige vrouw, te hulp. Zij zeide
door een haar onbekend manspersoon geslagen en
mishandeld te zijn, en had dan ook werkelijk drie
wonden aan de linkerhand, arm en borst en drie
hoofdwonden.
Zij werd naar het binnengasthuis gebracht, waar
het bleek, dat de wonden niet gevaarlijk waren
en verblijf in het gasthuis niet noodig was.
Nader verneemt men, dat de vrouw door den
dader in de Warmoesstraat was aangezocht om
den avond met hem te passeeren, aan welk ver-
zoek zij gehoor gaf, met het bekende resultaat.
Gistermorgen was de recherche zoo gel ukkig de
hand te leggen op een persoon, die met het
signalement door de vrouw gegeven, overeeukomt,
De man is een vroeger verpleegde van het krank-
zinnigengesticht te Medenblik. Hij ontkent echter.
Op een gehucht in d? Drentsche gemeente
Sleen (zoo meldt men) sloeg voor eenigen tijd
een zekere T. een hut op op een stuk land, in
eigendom toebehoorende aan den landbouwer H.
H. gelastte T. zijn in een nacht opgeworpen
van timmeren kan geen sprake zijn woning
neer te halen en weg te gaan. Dit werd geweigerd.
Nu bleef H. niet anders over dan of de hut te
ondergraven, zoodat zij in elkaar moest vallen,
of T. door de daartoe bevoegde autoriteit te doen
verdrijven. Dit laatste zou hem even wel op eenige
onkosten te staan komen, hoog genoeg voor een
niet-rijken Drentschen boer, en om tot ondergraving
over te gaan, daarvoor was hij te goedhartig.
T. bleef, en de positie van den boer begrijpende,
haalde hij nu een aantal andere lieden aan en
ging den grond om zijn hut heen een opper-
vlakte van ten minste een hectare verhuren
aan wie maar huren wilde.
Het gevolg was, dat meerdere individuen met
hunne huisgezinnen huisjes bouwden op den door
T. gestolen grond. T. is nu de verhuurder, of,
zooals het in Drenthe heet de heerschaphij
trekt de huurpenningen. De rechtmatige eigenaar
echter, blijft de grondbelasting betalen, daartoe
gedwongen door zijn vrees voor T. en diens ge-
vaarlijke vrienden.
Omtrent de vreeselijke misdaden te Sassen-
heim en te Lisse meldt men
Het doel van die vergiftigingen zou zijn geweest,
dat de overblijvende weduwnaar en weduwe met
elkaar hadden kunnen gaan trouwen. Beiden
hebben kinderen.
Men schijnt tot de ontdekking van de misdaden
gekomen te zijn Maandag, toen de te Sassenheim
wonende man zich, in verband met het overlijden
zijner vrouw, bij den pastoor vervoegde, die, al
sprekende met den man over diens treurig verlies,
kwaad vermoeden kreeg.
Dat vermoeden zou zijn versterkt geworden door
de verbijsterde houding, waarin de man meer en
meer begon te verkeeren, zoodat de geestelijke
zich verplicht achtte van zijn vermoeden kennis
te geven aan de bevoegde autoriteit, met het ge
volg, dat de man nader werd onderhoord en te
zijnen huize bij onderzoek rattenkruit werd ge
vonden, niettegenstaande hij nog kort te voren
verklaarde dat hij zulk goed nog nooit gezien of
gekend had.
Een en ander had tengevolge dat het gerecht
uit Haarlem overkwam en de man Maandagnamiddag,
terwijl hij op het land werkzaam was, in arrest
werd genomen.
Hieromtrent meldt men nader
Van Kampen was 's avonds bij een zijner slacht-
offers en droeg het 14jarig dochtertje op om melk
te halen, waarop hij echter zeide //wacht, ik zal
met je mee gaan
De melk werd gehaald en in het teruggaan
zou Van Kampen de kan wel dragen. Het meisje
ziet echter dat hij iets daarin deed, maar vermoedde
niet wat het kon zijn. Thuis zijnde zeide Van
Kampen nog tegen het meisje //kom, neem ook
een kopje melk maar zij weigerde, zeggende
z/neeu, het is melk van mijn vader
Toen nu de justitie ook in deze woning kwam
en de moeder wilde arresteeren, verklaarde het
meisje te zullen zeggen, wat zij wist, wanneer haar
moeder niet werd meegenomen, want zij was
onschuldig. Daarop volgde het bezwarende verhaal
van het melkhalen.
De overledene Van Diest was sedert eenige
dagen lijdende aan influenza en daarvoor onder
behandeling van Dr. Metzlar.
Dewijl hij bijna geheel was hersteld, bezocht
de dokter hem niet meer. Toen hij nu in den
nacht van Zondag op Maandag bij den overledene
geroepen werd en de vreeselijke benauwdheden
zag, terwijl hulp niet meer kon baten, rees het
vermoeden vau vergiftiging, dat hij den burgemeester
mededeelde. Na gedachtenwisseling viel de ver-
denking op M. van Kampen te Sassenheim, die
den zieke den vorigen avond een langdurig bezoek
had gebracht. Daarop werd hij door 2 veldwachters
van zijn werk gehaald en dadelijk te Sassenheim
in verhoor genomen, dat te Lisse werd herhaald
en der justitie aanleiding gaf hem geboeid naar
Haarlem te laten brengen. Huiszoeking heeft
plaats gehad te Sassenheim en Lisse, waar een en
ander verzegeld is, terwijl de woningen voorloopig
door de justitie zijn gesloten.
De 9 kinderen van Van Kampen, wiens vrouw
ongeveer een maand geleden was overleden, zijn bij
familieleden of medelijdenden onder dak gebracht.
Tot beschuldiging van vrouw Van Diest schijnt
geen aanleiding te bestaan zij heeft haar vrijheid
behouden, doch mag niet in haar woning komen.
De officier van juistitie was eergistermorgen weer
te Sassenheim en beval de opgraving van het lijk
van de in December laatstleden overleden echtge-
noote van M. van Kampen. Dat lijk werd eveneens
ter onderzoek naar het academisch ziekenhuis te
Leiden overgebracht.
Eergisteren is een zoontje van den Donderdag
11. te Lisse onder zoo geheimzinnige omslandig-
heden overleden Van Diest naar het academisch
ziekenhuis te Leiden gebracht, omdat het vermoeden
bestaat, dat de jongen, hoe dan ook, eveneens
vergif heeft binnengekregen.
In de 50 Europeesche provincies zoo
deelt de Russische regeering mede is de oogst
van 1897, na aftrek van het benoodigde voor
zaad, geweest 731 millioen pud aan wintergraan
en 665 aan zomergaan, 335 aan haver en 771
aan aardappelen. Dit is wel voldoende voor de
bevolking, maar laat niet genoeg over voor uitvoer.
De oogst is daarom niet bevredigend te noemen.
Er is intusschen nog een voorraad van 60 millioen
pud in de pakhuizen uit vorige jaren.
Ongetwijfeld zijn een paar woorden voldoende
om onze iezers te herinneren aan een romantische
rooversgeschiedenis, die in het jaar 1891 zooveel
opzien baarde.
Den 31 Mei toch had's nachts een rooverbende,
onder aanvoering van zekeren Athanas, den Orient-
express nabij het Turksche station Tscherkeskoi,
weinige mijlen van Konstantinopel verwijderd, doen
ontsporen.
De reizigers, die zich in den trein bevonden,
een gezelschap uit Duitschers en een Engelschman
bestaande werden uitgeplunderd en daarna in ge-
vangenschap medegevoerd. Het grootste deel van
het gezelschap werd kort daarop vrijgelaten met
uitzondering van vier Duitsche passagiers, die zij
als gijzelaars terughielden. De vijfde gevangene
werd naar Konstantinopel gezonden om te berichten,
dat de gevangenen gedood zouden worden, wanneer
er geen losgeld van 200,000 franken voor hen
betaald werd.
Op de tusschenkomst van de Duitsche regeering
betaalde de Turksche den losprijs en de passagiers
konden naar hun haardsteden terugkeeren. Wel
werden later nu en dan een paar leden van de
rooverbende gevangen genomen, doch Athanas
zelven had men nog niet te pakken. Thans echter
moet dit wel het geval zijn volgens mededeelingen
uit Bulgarije, waar de hoofdman (te Kuslowitza)
rustig leefde en veel weldaden aan den armen bewees.
Athanas moet zich daar zoo populair gemaakt
hebben, dat toen hij onder sterk escorte naar
Sofia gebracht werd 180 inwoners van Kuslowitza
aan vorst Ferdinand telegrafeerden om zijn vrijlating
te verzoeken.
Men ziet, dat het romantisme in het dagelijksch
leven nog niet geheel dood is.
INGEZONDEN STUKKEN.
Ter Neuzen, 27 Januari 1898.
Mijnheer de Redacteur
In Uwe courant van heden komt een ingezonden
stuk voor, geteekend #Een Ingezetene." Zou de
geachte schrijver zoo goed willen zijn om zijn
r.aam te noemen, dan ben ik bereid om met hem
die zaak in 't publiek te behandelen. Daar ik in
den Raad over de brandweer dikwijls heb gesproken,
twijfel ik niet of ik ben een der bedoelde raads
leden. Mocht de geachte //Ingezetene" den moed
missen zijn naam te noemen, dan zal ik ook geene
verdere plaatsruimte in uw veelgelezen blad vragen.
U bij voorbaat dankzeggende voor de plaatsing,
Achtend,
UEd. dw. dr.,
M. van den Hoek.
BIETENVERBOUWERS
Naar met vrij groote zekerheid wordt medege-
deeld zijn de Belgische beetwortelsuikerfabrikanten
onderling overeengekomen, om in 1898 geen
beetwortelen te aanvaarden, dan van landbouwers,
met wie zij in 189(5 contracten gesloten hebben.
Wordt die overeenkomst uitgevoerd, dan zijn de
landbouwers dit jaar niet vrij meer, maar zijn
zij, willen zij beetwortelen contracteeren, verplicht,
dit bij een bepaalden fabrikant en een be-
paalden agent te doen, hoeveel bezwaar zij
daar tegen, om de een of andere reden ook mogen
hebben, terwijl het hun tevens verboden is te
handelen met eene fabriek, waarover zij in 1897