Algemeeo
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch- Vlaanderea.
No. 356(5.
Dinsdag 25 Januari 1898.
SSMIIHTERA&B.
~~WIOT H VOBTPADBN.
BR &EITEHE0EUE
38e Jaargang.
Openbare Vergadering,
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postYoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32£.
Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0 10
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
8lechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Kamer van Koophandel en Fabrioken
te Ter Neuzen.
op Dinsdag 25 Januari 1898, namiddags 7 uor.
H. C. E. VAN IJSSELSTEIJN, Voorzitter.
H. J. VOOREN, Secretaris.
POLITIEK OVERZICHT.
De Belgische Kamer, die in de laatste dagen
nog al rumoerig was, heeft Vrijdag een weinig
parlementairen indruk gegeven. Aan de orde was
het wetsontwerp op de vereenigingen tot het ver-
leenen van onderlingen bijstand. Geheel afge-
scheiden daarvan ontstond er een discussie waar-
van het uittreksel een denkbeeld kau geven.
Anseele was aan het woord en hekelde de
publieke liefdadigheid. De rechterzijde zat onder-
wijl te praten. Toen riep Demblon haar toe:
//Wees dan toch zoo kiesch van te zwijgen (rumoer
rechts). Als ge lafhartig wilt wezen, wees het
dan stil" (geroep ,/tot de orde").
De president, de heer Beernaert, zei hierop
eeuige niet overal verstaanbare woorden tot de
rechterzijde, die haar aan 'tlachen maakte.
FEUILLETON3
Vrij bewerkt door
A MO.
7) -
vEn gij gelooft, dat ik zulk een offer aannemen
zal Dat ik het aannemen kan Nimmer Uw
vader is onschuldig. Hij heeft niets tegen de
bestaande regeering misdaan. Men moet hem
vrijlaten. Ik ijl hem na. Hij kan en mag zich
niet opofferen voor mij."
z/En ik, Charles vroeg het jonge meisje
ontroerd.
//Madeleine
z/Wat wordt er van mij, als gij gaat Men
zal u ook gevangen nemen en dan zal ik geheel
alleen zijn. Ik zal sterven, verlaten en ellendig."
//O mijn God zuchtte de graaf hopeloos.
Een poos bleef het stil. De wind joeg steeds
snijdender en luider fluitend om het slot en de
enkele nog flikkerende kaarsen gaven een onzeker,
spookachtig licht. Toen echter hief de graaf zijn
jeugdig hoofd, met de eenigzins dwepende oogen,
veerkrachtig en moedig omhoog, en ofsclioon
hij op dit oogenblik nog geen vast besluit ge-
nomen had, ving hij toch aan, den toestand hel-
derder te overzien.
z/Nog is er niets verloren, Madeleine," zei hij.
Houd rnoed en blijf vertrouwen, en jvij zullen
nw vader redden, hetzij door list of door geweld.
z/Wat wilt ge dan doen, Charles?"
ffDat weet ik nog niet. Maar ik weet wel,
Demblon//Als ge dan niet zwijgen wilt,
sprtek dan tenminste verstaanbaar."
De president,/Ik ben gewoon luid te spreken.
Voor de heer Demblon in de Kamer kwam heeft
men nooit dergelijke woorden hier gehoord.
Demblon ,/Ik duld zulke verwijten niet van
iemand, wiens politiek verleden hem meer bcschei-
denheid moest opleggen (rumoer rechts)."
Voorts verweet spreker aan de rechterzijde, dat
zij ook den vorigen dag lawaai had gemaakt,
t geen anderen tegenspraken. Toen vervolgde
hij //Ik kan mij niet geheel inhouden, maar ik
heb geen lid dezer Kamer persoonlijk willen
beleedigen. Iedereen kent me als een fatsoenlijk
man. De president heeft eens gezegd, dat bij
zich met mij niet wilde inlaten. Wat bedoelt hij
daarmee Iemar.d die zich bezoedeld heeft in de
zaak-Pourbaix en die in het tuchthuis moest zitten,
heeft het recht niet een fatsoenlijk man als mij
te beleedigen (groot rumoer rechts; geroep //uit-
sluiting De heer Beernaert draagt het presidium
over aan den heer Snoy).
Minister Nyssens komt krachtig op tegen deze
beleediging, die de parlementaire tribune heeft
verontreinigd en de rechterzijde jucht de verdedi-
ging van Beernaerts levendig toe. Deze verklaart
z/dat de beleedigingen van Demblon hem koud
laten omdat hij de overtuiging heeft steeds zijn
plicht gedaan te hebben. Meer dan 50 jaren heb
ik geleefd in het groote licht der openbaarheid
(gejuich rechts).
De heer Woeste: //De beleedigingen van
Demblon kunnen onzen president niet raken
(applaus rechts). Het is onjuist dat wij het
gebeurde zouden hebben geprovoceerd (protesten
links). Een bijzondere maatregel is noodig en ik
heb de eer de uitsluiting van den heer Demblon
voor te stellen (applaus rechts)."
Onder protest der rechterzijde vraagt Demblon
bet woordDe Minister, zoo zegt hij, heeft
ongelijk met zijn bewering, dat vdor de kom'st der
socialisten nooit heftige tooneelen zijn voorgeval-
len. Ik wil hem herinneren aan de zitting, waarin
heereti 1 rere en Bara den heer Beernaert hebben
te pakken genomen over de zaak-Pourbaix (rumoer
rechts).
De ,/Aurore" bevat een brief van Zola aan den
1 ransche Minister van oorlog, waarin hij zegt:
In antwoord op de beschuldigingen tegen u en
uws gelijken, laat gij mij dagen voor de jury.
Ik zal op dat rendez-vous aanwezig zijn tot het
voeren van een loyaal debat in het voile licht.
Maar gij hebt mijne akte van beschuldiging niet
dat er in Frankrijk nog velen zijn, die niets gemeen
hebben met de koningsmoordenaarsdat er nog
velen gevonden worden, die de gerechtigheid lief-
hebben en geen knechten der ontaarde machthebbers
te Parijs zijn, welke in hun dweepzucbt door een
bloedig schrikbewind het volk willen overheerschen.
In de Nationale Conventie bestaat nog een groote
partij, die gematigdheid en rechtvaardigheid in
haar vaandel heeft geschreven. De Girondisten
leider in de Conventie, Vergniaud, is mijn oom
labert, Guesnil, Bordat, Laverney en anderen zijn
mijne vrienden. Tot hen wil ik mij om hulp
wenden; zij zullen mij recht verschaffen tegen de
gewelddadigheid, uw vader aangedaan."
^Madeleine had opmerkzaam toegeluisterd, en
zij begon in te zien, dat er op deze wijze iets ter
bevrijding van haar vader kon worden gedaan.
Ook haar vader had vele vrienden, die zeer zeker
bereid zouden zijn hem in den nood bij te staan.
Het kwam er nu slechts op aan, hun van het
voorgevallene mededeeling te doen en hun hulp
te verzoeken. Daarin alleen zag Madeleine het
bezwaarlijke der onderneming. De groote afstand
scheen haar de eenige hinderpaal voor het onverwijld
in vrijheid stellen van haar vader. De hoop is
nu eenmaal het erfdeel der jeugd waarom zouden
dus Madeleine en haar verloofde niet hopen, wat
zij wenschten Het was zeer zeker in hun nood
en verlatenheid de eenige rriendelijkheid van het
noodlot, dat zij de gevaren hunner onderneming
met kenden. Madeleine maakte Charles met haar
eenige zorg bekend en men was het spoedig eens
over den eersten stap die gedaan moest worden.
hWij moeten nog hedennacht van hier," zei
Charles. //In twee dagen kunnen wij er zijn.
gelezen. Ik heb niet alleen den krijgsraad be-
sehuldigd, een sehandelijk en onwettig vonnis op
bevel gewezen te hebbenik heb eene discussie
in het voile licht gewild, om de gansche waarheid
te voorschijn te doen koinen, en ik heb niet
minder uitdrukkelijk beschuldigd den kolonel du
Pat.y de Clam, de generaals Mercier, Billo, Bois-
deffre, Gonse en Pellieux, den majoor Ravary,
de drie schriftkundigen en de bureaux van het
departement van oorlog.
Op loyale aanvallen antwoordt men met be
leedigingen van betaalde bladen en met uit-
jouwingen van straatbeaden. Maar de hardnekkige
wil van de machten der duisternis zal niets baten.
Ik zal tot rechters hebben twaalf onafhankelijke
1'ransche burgers. Ik zal weteu te overwinnen
door de macht van de rechtvaardigheid, ik zal
door het licht der waarheid het dag doen worden,
de spitsvondigheden der procesvoering wegvagende
door den invloed van het bewijs. De wet zou
een logen zijn, wanneer zij, mij dien plicht op-
leggende, mij het middel daartoe mocht weigeren.
Een 60tal muzelmannen hebben het militair
kordon bij Kandia verbroken en de opstandelingen
bij Vavaros aangevallen. Bij Phinika deden de
opstandelingen een aanval op de muzelmannen.
De troepen maakten een eind aan het gevecht
en namen een aantal personen gevangen.
Hare Majesteiten hebben een bedrag van
duizend gulden doen toekomen aan den resident
van Amboina, ten bate der slachtoffen van de
aardbeving op Ambon.
Een comite van hulpbetoon, dat zich te Nieuwe-
diep vormde, ontving tot dusver aan verschillende
giften ongeveer 1050.
Eergisteren overleed te Utrecht in den ouder-
dom van 69 jaren de heer H. J. Bool, oud-lid
der Tweede Kamer der Staten-Generaal, voor het
district Leiden. De overledene was als oud-Oost-
Indisch hoofdambtenaar een specialiteit in koloniale
aangelegenheden. Reeds kort na zijn terugkeer
in het vaderland werd hij in Middelburg candidaat
gesteld voor het lidmaatschap der Tweede Kamer.
Sedert 1888 was hij afgevaardigde voor Leiden,
totdat. hij zich in het vorige jaar, voor de alge-
meene verkiezingen niet meer verkiesbaar stelde.
Ook was hij gedurende een aantal jaren wethouder
van de gemeente Leiden, als hoedanig hij in 1891
aftrad.
Wij moeten ons natuurlijk verkleeden. Hebt git'
moed J
z/Wat heb ik meer te vreezen dan het gevaar
waarin mijn vader verkeert
//Wij zullen hem, zoo het eenigszins mogelijk
is, een boodschap doen toekomen, die hem van
onze plannen onderricht. Hij moet zich, in geval
van onmiddellijk gevaar, op de Parijsche rechtbank
beroepen."
//Maar wie, wie zal de boodschap overbrengen
Wij hebben daartoe een vertrouwd persoon noodig
en alle bedieuden schijnen gevlucht te zijn."
z/Laat dat aan mij over, Madeleine. In het
klooster St. Lazare, dat in de nabijheid van Dijon
ligt. zal ik een vertrouwden bode vinden. De
abdis van dat klooster heeft aan mijn vader ver-
plichting en zal ons zeker bijstaan. Onze voor-
naamste zorg bestaat thans in goede verkleeding
en flinke paarden, en daarnaar zullen wij in het
slot omzien."
Ioen Charles zich bij deze woorden naar den
uitgang wendde, oip beneden in de stallen te
gaan kijken, trad hij plotseling verschrikt teru°-
voor een gestalte, die, in havelooze kleeding ge-
en met een dierenhuid over de schouders
geworpen, in den deurpost leunde. Het zwarte
vlokkige haar zat aaneengekleefd en op het voor-
hoofd bemerkte men sporen van bloed. In het
onzekere, flikkerende licht zag de man er meer
uit als een spook, dan als een mensch.
k //Wie is dat?' riap Charles, een stap terugwij-
/Jacques Beauchene kreet Madeleine ontzet.
//ik wist het, dat hij hier was," mompelde
Jacques Beauchene halfluid en schier onbewust
De overledene was Ridder in de Orde van den
Nederlandschen Leeuw.
Naar het Hbl. verneemt, wordt eerstdaags
het wetsontwerp tot regeling der ouderlijke macht
en der voogdij weder bij de Tweede Kamer inge-
diend. Een dergelijk ontwerp van het vorige
ministerie is met alle andere aanhangig gebleven
wetsvoorstellen, ingetrokken. Het nieuwe, gewij-
zigde ontwerp zal, is het blad goed ingelicht, ook
de geval 1 en waarin het onderzoek naar het vader-
schap wordt toegelaten, aanmerkelijk uitbreiden en
in verband daarmede voor de wettelijke voogdij
van natuurlijke kinderen nieuwe regelen stellen.
Volgens de nieuwe wet op de personeele
belasting kan aan belastingplichtigen, die in den
loop^ van het dienstjaar eene andere woning be-
trekken, waarvan de huurwaarde meer dan y
minder is dan die van het verlaten perceel, ont-
heffing worden verleend.
Deze bepaling heeft in 1897 een bijzonder groot
aantal verzoeken om dergelijke ontheffing uitge-
lokt, die voor een belangrijk deel zijn afgewezen,
omdat het de bedoeling is haar alleen toe te
passen, wanneer de verhuizing het gevolg is van
finaucieelen achteruitgang.
Om voor het vervolg den stroom van verzoek-
schriften te keeren, is door den minister van
financien voorgeschreven, dat op de aanslagbiljetten
voortaan moet worden ingelascht het volgende
an deze bevoegdheid wordt geen gebruik gemaakt,
wanneer de verhuizing niet het gevolg is van
financieelen achteruitgang."
J. C. Veenhuijzen, suikerfabrikant, laatst
gewoond hebbende te Roozendaal, is thans in staat
van faillissement verklaard.
De Zuid-Ilollandsche Reddingsmaatschappij
wil aan t verzoek der Visscherijvereeniging te
Bruinisse voldoen, om aldaar eeii reddingboot te
stationeeren, onder voorwaarde dat de vereeniging
zorgt voor een doelmatige plaats, waar de boot
staan moet, voor een daarvoor passende loods en
voor het gewone onderhoud.
Namens den Utrechtschen Studentenbond
is aan de Association des etudiants du Quartier-
latin te Parijs een schrijven gericht, waarin de
Ltrechtsche Studentenbond zijne verbazing te
kennen geeft over de houding, door de studenten
te Parijs in deze treurige zaak aangenomen, die
zich laten meesleepen door een betreurenswaardig
chauvinisme. ,/In plaats van tegen de handelwijze
der regeering te protesteeren, zooals men het recht
had van u te mogen verwachten, schreeuwt gij
ik had er mijn kop op verwed. De soldaten
waren echter te beschonken, te lui en te dom,
om hem te vinden. Hij is hun ontsnapt." Ma
deleine scheen thans den ganschen samenhang
tusschen haar laatste ontmoeting met Jacques
Beauchene en den huidigen overval van het kas-
teel door de soldaten te vermoeden.
//Jacques Beauchene," riep zij hem toe, „wat
hebben wij u gedaan, dat gij ons verraden en in
ellende gestort hebt
//Ha, burgeres, zijt gij ook nog hier?" zei
Jacques Beauchene weder met bijzonder vermoeide
stem, die klouk alsof de spreker zich zeer zwak
gevoelde. ,/Maarja," voer hij na eenige
oogenblikken voort, ,/dat laat zich denken. Natuur
lijk, waarom ook niet De graaf de jonge
burgeres ha, ha, natuurlijk Ikik
Hij wankelde plotseling en kon zich slechts
staande houden door het zware damasten gordijn
te grijpen.
//Mijn God, Jacques, gij zijtziek riep Madeleine,
terwijl zij moedig en vlug op hem toetrad.
//Wat scheelt u, Jacques Beauchene? vroeg zij
nu; deze greep naar zijn hoofd en streek met de
hand over het dikke haar.
/Hier, hier brandt het, burgeres
Ioen bezag hij zijn hand en scheen eerst nu
gewaar te worden, dat zijn haren met bloed
waren bedekt.
//Ha," mompelde hij verder, „ik weet het
Burger-kapitein Nadet heeft mij slecht behandeld.
Nu, wat voorbij is, is voorbij. Menschen van
mijn slag leven toch slechter dan de honden der
rijken I"
Daarmede schenen den man de krachten geheel
VElZEVSfHE COIIRAUT
B.l ■...d Tcr.chljM, op b,J j. r..
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat Openbare Vergadering van den
Gemeenteraad is belegd tegen ilonderdag S3 .lann-
ari voormiddags 10 uren
Ter Neuzen, 24 Januari 1898.
De Burgemeester voornoemd
J. A. VAN BOVEN.
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN,
brengen ter kennis van belanghebbenden dat overeenkomstig
I van art. 16 van het Reglement op de wegen en voetpaden
in Zeeland, provinciaalblad n°. 2 van 1887, gedurende veer-
tien werkdagen en wel van 26 Januari tot en met 10 Februari
a. s. dagelijks op de werkuren andermaal ten gemeentehuize
voor ieder kosteloos ter inzage ligt de ligger met de kaart
in zijn geheel; alsmede dat biunen dien termijn schriftelijk
beztvaren kunnen worden ingebracht bij Gedeputeerde Staten,
zoo door hen die gereclameerd hebben bij den Raad als door
die belanghebbenden weike zich door wijziging, 't zij ambts-
halve, 't zij naar aanleiding van door anderen ingediende
reclames, in hunne belangen benadeeld aehten.
Ter Neuzen, 22 Januari 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. W1SKERKE' Secretaris.