Binnenland. (iemen^de berichten. POLITIEK OVERZICHT. TER NEUZEN, 10 Januari 1898. Terwijl enkele groote mogendheden elkaar het leven onaangenaam maken met de vraag, waar in China het stukje grond te vinden is dat het beste haar belangen kan dienen, en den dag besteden oin te peinzen op middelen, welke kunnen voor- komen, dat de een neemt wat de andere gaarne in haar bezit had gehad, schijnt men in Engeland dit oogenblik te baat te willen nemen om met groote kraeht in Egypte op te treden daar dus zijn positie te versterken. In Engelsche militairen kringen wordt n. 1. met groote stelligheid beweerd, dat binnenkort een energiek optreden tegen de derwischen in Khartoem te verwachten is. En zelfs moeten verschillende bladen reeds hun oorlogscorrespon- denten naar het opera1 ieterrein hebben afgezonden Men zal dus vermoedelijk na verloop van niet al te langen tijd overstroomd worden met berichten over glansrijke overwinningen der Engelschen en Egyptenaren, vernietigende nederlagen der der wischen. Doch als men een bericht uit de Times mag gelooven, moet men al die berichten n:et onmiddellijk als onbetwistbaar waar opnemen, want generaal Kitchener, die het opperbevel blijft voeren, heeft geweigerd de oorlogcorrespondenten verder te vervoeren dan het eindpunt der spoorweglijn tusschen Abu Hammed en Berber. Het zou niet te verwonderen zijn, wanneer de Franschen, die van het Zuiden zoo ver mogelijk den Nijl willen optrekken, door dit optreden eenigszins ongerust worden. Aan die ongerustheid, gewettigd of niet, geeft reeds de Londensche cor respondent der Matin uitdrukking, als hij zegl //Dit vooruitdringen der EngeUchen in Egypte is om zoo te zeggen het antwoord op het iudringen van Duitschland in China. Engeland aanvaardt de bezetting van Kiaotschou door Duitschland. Moet men daaruit de gevolgtrekking maken, dat Duitschland de Engelsche politiek in Egypte zal blijven steunen Wei is waar vertrouwt deze schrijver, dat de Duitsche politiek omtrent de Egyptische quaestie in de laatste veertien maanden niet is gewijzigd. Maar reeds het stellen der vraag bewijst zijn vrees, dat sommigen het onverwachte optreden der Engelschen in Egypte in verband zullen bren- gen met de Chineesche .quaestie. Zaak-DreyfusDe Siecle publiceert den tekst der acte van beschuldiging tegen Dreyfus, welke den 248te" December in den krijgsraad voorgelezen is. Hieruit blijkt, dat de grondslag van de be schuldiging het borderel is, hetwelk volgens generaal Gonse aan een vreemde mogendheid toegezonden en door deze ontvangen was. Generaal Gonse kon niet mededeelen hoe hij aan 't stuk was ge- komen. De schriftkundige Gobert meende, dat het borderel van een ander persoon dan Dreyfus kon zijn, doch zijn verklaring leek verdacht, daar hij geemployeerde was aan de Eransche bank, waarmede Dreyfus in betrekking had gestaan De expert Bertillon concludeerde tot de volstrekte gelijkheid van het schrift met dat van Dreyfus. In 't geheel spraken drie schriftkundigen zich voor en twee tegen de gelijkheid van het schrift uit. Dreyfus betoogde, dat het borderel het werk van een falsaris was, die zijn schrift had pogen na te bootsen. Uit de acte van beschuldiging blijkt voorts, dat Dreyfus vaak de waarheid verbloemde en zich, wanneer hij in't nauw was gebracht, door gevatheid uitredde. Zijn particulier leven was niet onberispelijk, hij meende verongelijkt te zijn bij het verlaten van de krijgsschool en maakte vaak in het geheim reizen naar den Elzas, waar de Duitsche autoriteiten de oogen sloten. De punten van aanklacht zijn dus tweeerlei moreele en materieele. De materieele worden gevormd door bedoeld borderel. De senator en oud-minister van justitie Trarieux heeft in een uitvoerig schrijven aan den Minister van oorlog verzocht, dat de krijgsraad geenschijn- vertooning is, welke eenvoudig een vooruit bekende beslissing bekrachtigt. Ook verzoekt hij dat de leeinten in de instructie voor de bijeenkomst van den krijgsraad worden aangevuld. Een nieuw schriftkundig onderzoek en een zoo ruim mogelijke openbaarheid van debatten zijn noodzakelijk. Het gerucht, dat de minister van oorlog van Spanje generaal Correa, in verband met de ont- stemdheid zijner collega's over de beslissing van het Hooge Militaire Gerechtshof in zake Weyler, iril-irmv -tirff*it--' 1 1 TTT™"" en laat ons dan als gelijken, zooals tegenwoordig het gebruik is, met elkaar onderhandelen. Ver- staat gij /Castor Pollux, terugriep het jonge meisje. //En nu, Jacques Beauchene, wat hebt ge mij te zeggen z/Ik zal u wellicht een weinig beleedigen, nu ge mij niet meer kentdoch om uwentwil, burge- res, heb ik mijn eerste afrossing van mijnheer Grandsoif ontvangen. Dit is nu zeker onge tien jaar geleden gij waart toen nauwelijks zeven of acht jaar. Dat ik het niet vergeten ben, daar- voor zorgde Maurice Grandsoif. Die man paste voor zijn ambt. Niemand in heel Frankrijk han- teerde de zweep zoo dapper als hij. Wat kon ik er toch eigenlijk tegen doen, dat ik u met mijn fluitje uit het slot naar de velden lokte, waar mijne geiten graasden Kunt ge het u nog her- inneren, burgeres? Gij ondankbareHoeveel houten fluitjes heb ik vroeger voor u gesneden (Wordt vervolgd.) zqn ontslag zou willen nemen, is niet nader bevestigd. De regeering schijnt de beslissing van dit lichaam alleen een vorm te achten (de uit- spraak zou beteekenen dat het Hof niet competent is in deze recht te doen, omdat het openbaar ministerie en de Koningin-Regentes in Weyler's doen niets strafbaars hebben gezien) en den kapi- tein-generaal van Madrid volkomen bevoegd te achten om te beoordeelen of generaal Weyler disciplir.air moet worden bestraft, wat zou kunnen geschieden, hoewel Weyler senator is voor zijn leven. De nieuwe Spaansche Cortes, waarvoor de ver- kiezingen uiterlijk in Maart plaats vinden, zullen eerst na Paschen samenkomen de regeering heeft veel tijd noodig om de verkiezingen op de Antillen voor te bereiden. Yoortaan zal een gepensioneerde of onderstand genietende, die veroordeeld is tot gevangenisstraf van 3 maanden, of tot hechtenis van 3 maanden, tot plaatsing in eene rijks-werkinrichting, of tot eenige zwaardere straf, gedurende den tijd dat hij zijne straf ondergaat of zich door de vlucht aan de tenuitvoerlegging van het vonnis onttrekt, het pensioen of onderstand missen. Prof. Mr. D. Simons vat in het Paleis van Justitie zijn oordeel over het optreden van Mr. Troelstra in de Tweede Kamer in de zaak der Gebr. Hoogerhuis aldus samen Mr. Troelstra gelooft in de onschuld van de veroordeelden en daarom heeft zijn optreden mijne voile sympathie ook dan wanneer zou blijken, dat zijne opvatting onjuist was. Maar in zijn ijver voor den een mag hij niet onbillijk zijn tegenover den ander. Hij heeft in het openbaar drie personen met naam en toenaam als de daders aangewezen. Welnu daarin gaat Mr. Troelstra te ver. Zijn onderzoek moge hem tot verinoedens ten laste dier personen geleid hebben, dat onderzoek kan niet zoodanig zijn geweest, dat daarop eene zoo straffe uitspraak zou mogen berusten. De mannen, die hij openlijk aanklaagt, heeft hij, bedrieg ik mij niet, niet eenrnaal zelf verhoorfl. Een onschuldig veroordeelde mag niet worden gered door een anderen misschien eveneens on- schuldige voor schuldig te doen doorgaan. Hontenisse. Zaterdag werd alhier van wege de landbouwersvereeniging //Eigen Hulp" aan- besteed de levering van -250,000 kilogram super- phosphaat. Inschrijvers waren de heeren A. Rottier te St. Jansteen voor f 2,29P. A. Adriaansens Pz. te Walsoordeu voor f 2,27 E. A. Pateer te Hontenisse voor /2,26£; Hulp- meststoffen te Dordrecht voor 2,25P. J. Scheele te Ter Neuzen voor f 2,22 Gazan te Rotterdam voor f 2,21 Koene en Schoenmakers te Uden voor 2,20 en Iman J. v. d. Have te Zierikzee voor f 2,19. Aan den laagsten in- schrijver is de levering gegund. Hontenisse. De gevreesde keelziekte (diphte- rithus) blijft hier in de gemeente, vooral in het noordelijk gedeelte, maar heerschen en eischt telkens nieuwe slachtoffers. Niet alleen kinderen, maar ook ouderen worden aangetast en ondanks de beste voorzorgsmaatregelen en ontsmettingen van gemeentewege breekt de ziekte nu hier dan daar weer uit. De openbare school in de Molen- straat is steeds nog gesloten, doch zal, naar men hoopt, spoedig geopend kunnen worden. Sint Jansteen. Over het afgeloopen jaar was de loop der bevolking dezer gemeente als volgt Geboren werden 63 m., 47 vr., totaal 110, waarvan onecht 3 m. Het getal overledeneu bedroeg 27 m., 14 vr., totaal 41. Levenloos aangegeven werden 3 in., 3 vr., totaal 6. Er vestigden zich in de gemeente 46 m., 58 vr., totaal 104, terwijl naar elders vertrokken 85 m., 56 vr., totaal 141. In de gemeente werden 17 huwelijken voltrokken, als: 15 tusschen jongmans en jougedochters, 1 tusschen weduwnaar en jongedochter en 1 tusschen weduwnaar en weduwe. mann. rr. totaal Bevolking op 31 Dec. 1896 1337 1227 2564 31 Dec. 1897 1334 1262 2596 alzoo vermeerderd met 32 personen. Weder is een oppassend werkman C. Michielsen door den dood aan zijn gezin, een vrouw en 4 jeugdige kinderen ontnomen. Menigmaal is de liefdadigheid ingeroepen voor onverzorgde weduwen en kinderen in onze ge meente en gelukkig nooit te vergeefs. Thans weer iets goeds te doen. De nagedachtenis van den braven man verdient dat wij, zooveel wij kunnen, zijn arme vrouw en kinderen in den eersten nood helpen. Wie van alien die hem goed gekeud hebben, neemt thans het initiatief Jl. Zaterdag werd alhier op de bovenzaal van het /Hotel de Commerce" eene vergadering ge- houden van belangstellenden in de vorming van een eerewacht te paard, om op te treden bij het a. s. Kroningsfeest. De uitslag der besprekingen was dat tot de vorming besloten werd en 19 personen als lid toetraden. Het verkozen bestuur is samengesteld uit de heeren J. A. Donze, voorzitter, P. Dees, com mandant, A. van Herp, secretaris en L. de Witte, penningmeester. Toen de wed. Oppeneer, wonende in den Nieuwe Neuzenpolder, gemeente Hoek, Zaterdag- namiddag naar het Boerengat om boodschappen geweest was, bespeurde zij, terugkomende, dat de voordeur van hare woning was opengebroken en ook een in de voorkamer staand kabinet, waarin alles was door elkaar geworpen doch voor zoover zij bespeuren kon was niets meegenomen. De gemeentepolitie van Ter Neuzen hiervan onderricht, stelde een onderzoek in en mocht het genoegen smaken nog des avonds de daders, twee ongunstig bekend staande personen te ontdekken en in arrest te nemen. Hoewel zij aanvankelijk ontkenden aan dat mis- drijf schuldig te zijn moesten zij ten slotte bekennen, toen de voorwerpen waarmede de inbraak gepleegd was bij een hunner te huis waren gevonden. Met een vijl was eerst het slot van de voordeur en daarna dat van het kabinet verbroken. Zij verklaarden dat het hun om geld of sieraden was te doen geweest, doch er waren niets dan boerenkleeren, waarmede zij niets doen konden. Nadat proces-verbaal was opgemaakt werden de personen weer in vrijheid gesteld. Koewacht. De influenza heerscht hier sinds een paar weken en heeft er reeds velen aangetast. In enkele huisgezinnen liggen er 3 a 4 aan ,/modeziekte" en pas is er een genezen of een ander kkagt over zware hoofdpijn en lamheid in armen beenen. Gelukkig is de ziekte niet van ernstigen aard en als men ze goed //uitbroedt kan men gewoonlijk na cen dag of vier zijne werkzaainheden hervatten. Toch wordt voorzichtigheid aangeraden, wijl de ondervinding geleerd heeft, dat anders de ge- volgen wel eens erger kunnen zijn dan de kwaal. Men meldt uit Leerdam De influenza woedt hier weder in hevige mate. Hoe ellendig en armzalig deze ziekte ons maken kan, zien wij nu dagelijks. Geen enkele fabriek of werkplaats, hoe klein ook, of het ziekenlijstje vermeldt er enkele namen van arbeiders en ar- beidsters. De rijks- en gemeentepolitie ligt op den rug, een der nachtwachts kan den dienst waarnemenop het gemeentehuis stonden enkele dagen lessenaars ledig, terwijl op het postkantoor alleen de directeur onder hevige hoestbuien den dienst kon waarnemen en slechts een brieven- besteller met een noodhulp in staat was couranten pakjes en brieven te sorteeren. Een der geneesheeren heeft het practiseeren moeten opgeven en het bed houden, terwijl de andere, een oude maar nog krasse man, zich over werkt. De geneesheer van het naburige Schoone- woerd ligt eveneens ernstig ongesteld. Vele men- schen blijven loopen, te lam en te ellendig haast om hunne dagelijksche bezigheden te volbrengen Worden dezen, voornamelijk handelslui, met een z/mensch ga liggen en ziek uit," gewaarschuwd, dan antwoorden ze met een heesche, bijna onver- staanbare stem, afgebroken door kuchen en hoesten, z/kerel, 't kan niet, ik heb voor mij geen plaats- vervanger, 'k heb geen tijd om ziek te zijn." Of dit hun later echter niet dubbel bezwaren zal Op Nieuwjaarsavond werd iemand te Nieuw- wolda in het water gegooid door zijn kameraden, die, in plaats van hem er weder uit te halen, naar den brigadier der marechaussee liepen. Toen deze op de plaats van het ongelukkwam en aan den drenkeling, die zeer goed uit het water had kunnen klimmen, vroeg waarom hij nog 't water stond, zeide hij kalm,/je mosten eerst ook maar ais zein hou ze mie der in gooid hebben." Een agent te Amsterdam betrapte Donderdag- avond op heeterdaad een persoon, die met nog twee andere mannen op de Prins Hendrikkade beproefde een vlet te stelen. Twee kozen op het zien van den agent onmiddellijk het hazenpad, doch de eerstbedoelde trok bij zijne arrestatie een lang broodmes, waarmede hij een anderen agent, die mede ter plaatse was verschenen, een diepe wonde aan de rechterhand toebracht en daarna zijn aanhouder trachtte te steken, die dat gelukkig ontweek. Onder zwaar verzet werd hij naar het bureau gebracht. De gewonde agent werd in het Binnengasthuis verbonden. Het 8jarig dochtertje van B. te Babilonien- broek wist bij afwezigheid der huisgenooten een flesch jenever in handen te krijgen, waarvan het zooveel dronk, dat de moeder, thuis komende, het kind voor dood opnam. De kleine is nog niet buiten gevaar. Als scheidsrechter optredende, werd te Swal- men (L.) aan den gemeente-veldwachter, aldaar een ernstige verwonding toegebracht. In een twist n.l. kreeg hij van een der vechtenden drie steken, waarvan een tusschen de ribben tot in de nabijheid van het hart doordrong. De verdachte, zekere D., is in arrest genomen. In een koffiehuis in de Ferdinand Bolstraat te Amsterdam ontfutselde Donderdagavond eene vrouw aan haren beminde een portemonnaie, waarin eenig geld met 5 loterijbriefjes. De bestolen minnaar deed aangifte bij de politie met het gevolg, dat de ledige portemonnaie uit het privaat te voorschijn kwam, alsmede uit een kast 25. Aan het politiebureau bekende zij de portemon naie gerold te hebben. Zij bleef in voorloopige bewaring. Te Diereu wilde Donderdagmiddag eene juffrouw met den locaaltrein naar Arnhem gaan. Bemerkende dat zij in een verkeerde klasse had plaats genomen, wilde zij zich van het balcon van den eenen op dat van een anderen wagen begeven, met het gevolg, dat zij tusschen de wagens op den spoorweg viel en de widen van een der wagens haar over den rechterarm gingen, die daardoor ernstig gekwetst was. Een later bericht meldt, dat men dat lichaams- deel in het St. Elisabethsgasthuis te Arnhem, beneden den schouder heeft moeten afzetten. Te Zaandam is op straat een afgekapte vinger gevonden. Bij onderzoek moet gebleken zijn, dat deze behoorde aan een jongeling, die vrijgesteld wilde worden van den dienstplicht en zich daarom deze amputatie had doen ondergaan. Een vingerwijzing dus, dat niet alle Nederlandsche jongelieden instemmen met de adresbeweging van den jongeheer C. van Lennep c. s. Men zal zich herinneren dat Mr. Troelstra in zijne interpellatie over de zaak der gebroeders Hoogerhuis, den vrachtrijder Paul van Dijk, vroeger te Beetgum, noemde als een der verdachten van de inbraak. Tevens zal men nog weten, dat deze Van Dijk, voor die interpellatie, in stilte naar Amerika afreisde, welk vertrek men in verband bracht met de agitatie. Nu Van Dijk ook in Amerika vernomen heeft, dat de agitatie voortduurt en vooral zijn vertrek nu tegen hem als een wapen geexploiteerd wordt, acht hij het gewenscht ook een woordje daarover te spreken. In het Heeren- veensch Advertentieblad publiceert hij nu een langen brief, waarin hij o. m. de redenen aangeeft, waarom hij emigreerde. Hij scheen in Friesland vogelvrij verklaard, men belasterde en beleedigde hem op de brutaalste wijze, zoodat ten slotte zijne eigen vrouw in hem een medeplichtige aan de inbraak zag. Hij zag met elken dag zijne zaak verloopen, broodeloosheid zou binnenkort volgen en ei restte hem dus niels anders dan in den vreemde verbetering te zoeken. Hij is echter on schuldig en verklaart zich bereid, elk uur naar Friesland over te komen, om ondervraagd te worden, mits men hem de reiskosten vergoedt, daar hij zelf niet in staat is deze te betalen. Sterk is zijne afkeuring over de socialistische pers in Nederland, die niet het minst tot zijne ver- dachtmaking en belastering medewerkte. Donderdag jl. werd voor het Haagsche kan- tongerecht een reeks draukwetovertredingen behan- deld, waarbij ook weder als getuige optrad de politieagent die vroeger, gekleed als Rijnsburger boertje, menig clandestien tapper verschalkt had. Maar nu bleek dat hem slokjes verschaft werden, terwijl hij gekleed was in uniform, hetgeen groote verwondering wekte bij den kantonrechter die er vreemd van opzag dat tappers zonder z/vergunning" aan den zoo in 't oog loopenden vijand sterken drank in 't klein schonken, temeer daar een hunner verklaarde den beambte zeer goed te kennen als den //beruchten aardbeien-boer." Uit de verautwoording van de beklaagden bleek dat zij den agent, die bevende van de kou en druipende van den regen in hun wijk dienst deed, een glaasje hadden geoflreerd uit medelijden maar gratis, hetgeen door den agent in zooverre niet betwist werd, dat hij het eerste glaasje kosteloos kreeg, maar er bij het tweede op bleef aandringen te betalen, daar hij geen misbruik wilde maken van de goedheid der heeren. Intusschen kwam aan het licht dat de beambte door zijn chef gelast was het oog te houden op de inrichtingen van beklaagden. Toch onthield de kantonrechter den agent zijn bevreemding niet, dat hij 't voor het constateeren van de overtreding noodig geoordeeld had telkens de glaasjes tot den bodem te ledigen, terwijl een der beklaagden, op deze opmerking voortbordurende, meende dat het doel der drankwet, nl. beteus-eling van drankmisbruik nooit bereikt kon worden, indien de politiedienaren op deze wijze te werk gaan, want, aldus maakte hij zijne berekening, indien deze verbalisant per dag 20 bekeuringen doet met verbruik van 2 glaasjes bij elke over treding, zou dat een totaal van 40 misbruikte slokjes wezen. In het noordelijke gedeelte der stad Almeloo, vooral in de Molen- en Oranjestraten is sinds eenige dagen, des avonds omstreeks 7 uur, een massa volk op de been, om te zien hoe de werk- lieden, die bij den heer Hedeman aan den arbeid zijn gegaan, onder bescherming van politie en marechaussees huiswaarts keeren. De werkliedeu van de andere fabrieken wacht.en de van het Sluitersveld komende in genoemde straten op. De orde is echter nog geen enkelen avond verstoord. Welk eene pressie de stakers op sommigen uit- oefenen kan zoo schrijft men aan het Hbl blijken uit het volgende. Een der nieuw aange- stelde arbeiders houdt een varken, dat hij voor eigen gebruik wil laten slachten. Nu wonen er het Sluitersveld zg. boerenslachters (loon- op slacht.ers)maar hem slachten verboden. geen hunner wil het dier voor want de stakers hebben het

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1898 | | pagina 2