Algemeen
Nieaws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaanderen.
safe aareyjawass#
No. 3557.
Hinsdale 4 Januari 1898.
38e Jaargang.
Binnenland.
H
abonnement
Inzending van advertentien v6or 3 uren op dsn dag der uitgave^
POLITIEK OVERZICHT.
FJillJi_Li JL JB1TO N
TER NEUZEN, 3 Januari 1898.
TER IEIIZENSCHE COBEMT.
Yoor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per post
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Hit lilad versehijnl riiiiind
Wanneer de Engelsclie pers zich met de Oost-
Aziatische zaken bezig houdt, dan keert geregeld
de fraze terug, dat /,er wat gedaan" moet worden.
De verschillende bericliten van krachtige stappen,
die er in de Oost-Aziatische politiek van Engeland
te verwachten zijn, worden echter in Berlijn nogal
speptisch opgevat. Als een teeken van de daar
heerscbende meening moge dienen het bier volgende
citaat uit de Nordd. allg. Zeitung
De berichten over eene deinonstratie van En
gelsche oorlogsscbepen voor Tschemulpo, de haven
van de Koreaansche hoofdstad Seoel, bevestigen
zicb met. Tot dusver is eene dergelijke manifes-
tatie niet geschied, en de aanduidingen van den
algemeenen toestand getuigen er voor, dat een
demonstratief optreden van Engeland in Koreaan
sche zaken ook voortaan in Louden als ontijdig
wordt beschouwd. A1 is het ook in 't algemeen
eene onzekere onderneming, zich over de houding
van het kabiuet van St. James tegenover de ge-
beurteuissen in Oost-Azie naar datgene wat in de
Engelsche pers gezegd wordt, een oordeel te vormen,
het schijnt toch, dat eene Londensche correspon
dence, die wij in de Matin vinden, meer met de
werkelijkheid overeenkomt dan de veelvuldige
aankondigingen van geruclit makende stappen,
waartoe, naar beweerd wordt, de Britsche diplomatic
om deze of gene redenen zich genoopt zou voelen.
De Engelsche regeering, zegt de correspondent van
de Matin, hoezeer zij bereid is tot bescherming
van hare belangen in China, is volstrekt niet tot
onberadenheid geneigd, en de ongeduldige aanspo-
ringen van een gedeelte der pers en de openbare
meening lateu liaar, zoo wordt mij verzekerd,
tamelijk koel. Men zou kunnen zeggen, dat zij
zich bewust is van den misslag, die Engeland
beging, toen het Duitschland naast Rusland in zijne
Chineesche politiek eene plaats liet innemen, die
Engeland zelf had kunnen en moeten vervullen.
De vrijspraak van al de beschuldigden in het
Panama proces, Arton er onder begrepeu, is ge
schied op grond van het ontkennend antwoord,
door de jury gegeven op alle vragen, die liaar
ter beantwoording waren voorgelegd.
Na de uitspraak, die door stormachtig applaus
werd begroet, vroeg de civiele partij (houders van
Panama-aandeelen en obligation) de veroordeeling
van Arton tot teruggave van de sommen, die hij
zelf opgaf te hebben uitgedeeld. Maar het hof
heeft deze vordering als ongegrond afgewezen en
de eischers in de kosten veroordeeld.
Woensdait- en Vrl|.laK»v««.l, ultCe,o...l» r,l op Fe.^,1 Kgei, bij den uileever t*. J. VAM BE «e Ter lea.en.
Daarna werd de zaak tegen Naquet, den eenige
van de beschuldigden die afwezig was, uifgeroepen.
De zoon van Naquet vcrscheen voor het hof om,
steunende op certificaten van geneeskundigen, te
verklaren, dat zijn vader in de onmogelijkheid
verkeerde te verschijnen. Hij deed opmerken, dat
het vrijsprekende vonnis ten aanzien van Arton
in zich sloot, dat zijn vader niet was omgekocht
en bijgevolg verzocht hij van het hof een vonnis,
waarbij zijn vader werd vrijgesproken.
Na overweging in raadkamer wees het hof een
vonnis, waarbij de behandeling van de tegen Naquet
ingebrachte beschuldiging een maand wordt uit-
gesteld. Wanneer Naquet aan het einde van dien
termijn nog in de onmogelijkheid verkeert om te
verschijnen, dan zal hij op grond van nieuwe
certificaten een nieuw uitstel moeten vragen.
De vrijgesprokenen werden bij 't verlaten van
de gevangenis der conciergeiie met warmte toege-
juicht. Arton moet, zooals bekend is, wegens eene
uit anderen hoofde ondergane veroordeeling gevangen
blijven.
Uit Peking wordt gemeld, dat de Chineesche
Regeering aan eene Engelsche leeuing de voorkeur
zou geven boven eene Russische. China heeft
bedenkingen tegen de door Rusland geeischte
vreemde contrdle over de binnenlandsche inkomsten.
De onderhandelingen met ltusland zullen daar
waarschijnlijk op afspringen, en in dat geval zal
de oorlogschatting aan Japan niet dadelijk in haar
geheel, gelijk het plan met de leening was, betaald
worden, maar in termijnen, overeenkomstig het
verdrag van Simonoseki met Wei-hai-Vei als
onderpand tot de volledige aflossing. China nam
evenwel nog geen beslissing, maar hield die aan
tot voor na het Nieuwjaarsfeest en de ontvangst
van een uit Londen verwacht antwoord.
In de provincie Shantung moeten weer nieuwe
vervolgingen van Duitsche zendelingen hebben
plaats gevonden, die waarschijnlijk tot nieuwe
onderhandelingen aanleiding zullen geven en ver-
warring brengen in de nog loopende.
Op Korea zou nu besloten zijn zoowel den
afgezetten Britschen hoofd-iutendantder tolkantoren
als den nieuwbenoemden Russischen, zoowel den
heer Mcleavy Brown dus als den beer Alexieff, te
handhaven. Zij zullen, die beide hoofden, en wij
hebben er niet best begrip van hoe dat zal moeten
gaan, „nevens elkander arbeiden." Een Britsch
eskader liep inmiddels Chemulpo binnen, om aan
de Britsche aauspraken ,/zedelijken steun" bij te
zetten.
Van verschillende zijden wordt gemeld, echter
van andere weer tegengesproken, dat het eiland
Hainan, in de Golf van Tonking, door Fraukiijk
is bezet.
George Chapuis studeerde in de rechten, toen
zijn vader het einde voelde nadereu.
,/lk laat je geen schulden na," zeide de grijsaard,
„maar dat is ook alles. Ga naar Parijs en breng
dezen brief bij advocaat Lance. Hij zal u op zijn
kantoor nemen. Wanneer je eeumaal bij de recht-
bank zult zijn geplaatst, vergeet dan niet, dat je
vader rustig en vreedzaain is gestorven, omdat hij
steeds gehoor gaf aan de roepstem van zijn geweten."
George drukte een kus op het koude voorhoofd,
waarop de dood reeds zijn stempel had gedrukt
en daarna werd de grijsaard bewusteloos. Een
uur later kwam hij weer tot zichzelven en fluis-
terde tot tweemaal toe
yDenk aan het geweten
Dit waren zijn laatste woorden.
Een maand later was George secretaris van den
heer Lance. Een streng, onbuigzaam man, zeer
geleerd, groot redenaar, geestig, soms scherp, werd
hij zeer geeerd, maar weinig bemind.
George verdiende bij hem meer dan hij behoefde
om goed te kunnen leven, zijn boeken te betalen
en hctgeen hij verder voor zijue studien noodig
had. Maar hij was zwak van karakter.
Weldra werd hij aan het spel verslaafd. Nu
eens winnend, dan weer verliezend, was hij aan
al de hevige aandoeningen ten prooi, welke die
hartstocht medebrengt.
Op een morgen kwam George bleek en ontdaan
In de Kerk. Ct. wordt het denkbeeld in
overweging gegeven //dat op den 81 Augustus
1898, den dag der troonbestijging van Koningin
Wilhelmina, in stad en dorp door het geheele
land, des voormiddags ten 10 uur, eene openbare
godsdienstoefening gehouden wordt, opdat het
gezamenlijke volk terzelfder ure Gods zegen
afsmeeke over het hoofd der jeugdige vorstin."
De schrijver meent dat dit zou zijn in den geest
der Koningin en in overeenstemming met de volks-
traditie.
Ook De Herv. gelooft, dat aan zulk een opzet-
telijke godsdienstoefening een plaats toekomt op
het programma der inhuldigingsfeesten.
De beperking van het vervoer over de kunst-
wegen, niet in ouderhoud bij het Rijk, is opge-
heven, te beginnen met middernacht tusschen
31 Dec. 1897 en 1 Jan. 1898.
De buitenlandsche scheepvaart is te Rotterdam
wederom toegenomen. Er arriveerden 6345 zee-
schepen tegen 6015 in 1896, derhalve een ver-
meerdering van 330 schepen.
Ook de binnenl. vaart nam in 1897 toe.
Naar aanleiding van hetgeen door den heer
J. A. Frederiks in de Midd. Ct. is medegedeeld
omtrent eene werkvrouw te Sluis, die tevens
katttwerkster is, schrijft een lezer aan dat blad
Heeft de heer Frederiks er wel aan gedacht,
dat er van 1854 tot 1870 te Sluis eene kant-
werkschool bestaan heeft, onder directie van
mevrouw RenierStaalstra van Willes
In de provinciale verslagen komen daaromtrent
bijzonderheden voor. De school ging te niet,
omdat de afzet te klein was, ten gevolge der
hooge kosten van het geproduceerde.
Het is alzoo wel een beetje twijfelachtig of de
fraaie modellen uit het brein der werkvrouw zijn
voortgekomen.
De heer Frederiks voegt hier de volgende
opmerking aan toe
Het is mij zeer goed bekend, dat er te Sluis
eene kantwerkschool heeft bestaan, niet alleen uit
de provinciale verslagen, doch ook uit de gedrukte
jaarverslagen van de school zelve. De school
verdween niet in 1870, doch rekte haarkwijnend
bestaan nog tot 1872.
Wat het maken der ontwerpen aangaat, gaf ik
slechts weer, wat de vrouw mij zeideen dat
zij het kunstvak op genoemde school heeft geleerd,
is mij ook bekend.
Dat de ontwerpen uit het brein der vrouw
zouden komen, heb ik niet beweerd, doch wel,
dat zij die ontleende aan oude kantmotieven.
En of zij de kennis daarvan op eene school
heeft verkregen, dan wel of zij die heeft opgedaan
door het raadplegen van kantwerken in originali,
zal toch zeker weinig afdoen aan de waarde van
het door mij geschrevene.
Mijn doel was alleen om meerdere bekendheid
te geven aan een feit, dat zeker merkwaardig is, en
tevens te trachten om voor de aanstaande tentoon-
stelling van vrouwenarbeid nog eene inzending te
verkrijgen van het Sluische kantwerk.
De belangstelling, die ik daartoe heb kunnen
opwekken, is reeds van dien aard, dat mijn doel
niet alleen is bereikt, doch dat vrouw De Pauw
gedurende een groot deel van het volgende jaar
ruimschoots ook gelegenheid zal kunnen vinden
om hare geliefkoosde bezigheid uit te oefeneu.
Onder meer stelde een onzer vermogende gewest-
genooten gedurende de vier eerste maanden van
het jaar 10 franken per week (dus het dubbele
van het bedrag, waarmede de vrouw zich reeds
gelukkig zou gevoelen) beschikbaar om kant te
te vervaardigen en dit op haar naam in te
zenden.
Tot zelfs uit Brussel mocht ik voor hetzelfde
doel eene stoffelijke bij d rage ontvangen.
op het kantoor. Hij had dien nacht in de club
doorgebracht, daar zijn winst van den vorigen
avond verloren en bovetidien vijf-en-twintig duizend
gulden op zijn eerewoord. Den volgenden dag
moest de schuld zijn afgedaande eer vorderde
dit, geen uitstel was mogelijk.
Koortsig, de oogen rood beloopen, zat hij, met
het hoofd op de hand gesteund, angstig te peinzen,
wat hij doen, hoe hij zich hieruit redden zou.
Het geld verdienen of winnen Maar hoe
Leenen? Yan wien Van zijn patroon, den
gestrengen advocaat, die, zelf geheel vrij van zulke
zwakheden, geen oogenblik zou aarzelen, hem aan
zijn lot over te laten Neen, dat was onmogelijk,
hij zou terstond worden weggejaagd. Werktuigelijk
dwaalden zijne oogen naar de brandkast, waarvan
hij den sleutel bezat.
De morgen ging in angstige spanning voorbij.
De heer Lance, die van tijd tot tijd met stukken
en papieren uit zijn eigen kantoor kwam, vroeg
tot tweemaal toe
vZijt ge ongesteld
z/Neen, mij deert niets," antwoordde George.
Tegen elf uur ging hij uit en bleef met een
gloeiend hoofd door de straten dwalen, steeds
denkende aan het geld in de brandkast.
Zou het diefstal zijn? Welneen, bij wilde het
geld slechts leenen. Hij zou dertigduizend gulden
nemen, zijn schuld betalen en met de andere vijt-
duizend opnieuw de leans wagen. Het was of
een innerlijke stem hem toeriep //Gij zult win
nen, gij zult gered zijn aarzel niet
Tegen twee uur was hij weder op het kantoor.
Alles wat goed en eerlijk in hem was, kwam op
tegen zijn vreeselijk voornemen, toen de heer
Lance binuentrad en, na eenige stukken te hebben
nagezien, opeens zeide
z/Ik ga naar Chateauroux voor het proces Delle-
vaux en zal drie dagen afwezig blijven."
Een half uur later bevond George zich geheel
alleen op het kantoor en de brandkast, die hem
redding beloofde, stond daar. Was het diefstal?
Neen, hij wilde het geld slechts leenen. Dat was
immers alles De heer Lance zou er nooit iets
van vernemen
Hij sluit de kantoordeur en maakte de gordijnen
voor de vensters toe, zoodat geen onbescheiden
blik kan binnendringen. Niemand is in de uabij-
heid. Den loopjongen heeft hij weggezonden
zijn handen beven, bet hart slaat hem tot in de
keel, groote zweetdroppels parelen op zijn voor
hoofd. Als de zware ijzeren deur opengaat, springt
hij verschrikt achleruithij meent een vermagerd,
vervallen gelaat te zien, dat hem weemoedig aan-
staart, hij verbeeldt zich, de woorden te hooren
uitspreken met de zwakke stem eens stervenden
„Denk aan het geweten
Hij veegt zich het voorhoofd af en tracht te
laclien; zijn zenuwachtig trillende vingers kreukelen
de dertig bankbiljetten.
's Avonds in de club betaalt hij zijn schuld en
te middernacht heeft hij een groote som gewounen.
Als hij tegen den morgen naar liuis gaat, wankelt
hij louter van vreugde. Hij heeft vijftig duizend
gulden in zijn bezil
Te tien uur zijn de dertig bankbiljetten weder
in de brandkast. Het is afgeloopen. Hij heeft
niets meer te vreezen. Van de vreeselijke daad
is niets overgebleven dan de herinnering.
Maar den geheelen dag wordt hij door zenuw-
Naar aanleiding van de kwestie ontstaan
tusschen Burg, en Weth. dezer gemeente en den
Raad, betreffende de vaststelling van het salaris
van den nieuw benoemden ambtenaar ter secretarie,
en waarover Burg, en Weth. in de vergadering
van 16 Dec. 1.1. werden ge'interpelleerd, is door
eenige raadsleden bij Ged. Staten dezer provincie
een bezwaarschrift ingediend.
In den nacht van Yrijdag op Zaterdag werd
alhier door de politie gearresteerd zekere C. E.
Barbe, geboren te Zuiddorpe. Deze in 1891
tamboer bij het 3" regiment, deserteerde naar Belgie.
Hij huwde daar met een meisje uit Ter Neuzen
en kon het naar het schijnt evenmin bij zijn vrouw
als in den dienst gewoon worden, bij liet haar
tenminste in den steek.
Zeer veranderlijk van natuur kreeg hij weer
achtige huiveringen gekweld, want aanhoudend
zegt hij bij zichzelven
z/lndien de heer Lance onverwacht ware terug-
gekeerd, zou de diefstal zijn ontdekt. Een toe-
vallige omstandigheid, een kleinigheid en ik zou
verloren zijn geweest."
Twintig jaren zijn voorbijgegaan. De advocaat
Lance is overleden. George Chapuis is getrouwd
en rechter geworden. Wij vinden hem te Parijs
terug, op een zitting van de rechtbank, als een
man met reeds vergrijsde hareu. Zijn vrouw is
nog in levenhij heeft een dochter, die zijn
vreugde uitmaakt en een zoon, op wien hij trotsch
is en die, evenals George en zijn vader, voor een
betrekking aan de rechtbank wordt opgeleid. Niets
ontbreekt aan George's geluk. De herinneringen
aan den misstap zijuer jeugd is met de jaren ver-
flauwd. Sedert dat voorval heeft hij een vlekke-
loozen levenswandel geleid, veel weldoende en werd
kan ook door ieder geacht en bemind.
Yoor het oogenblik zijn er weinig belangrijke
zaken te bebandelen, gewone boeven, reeds meer-
malen voor de rechtbank verschenen, oude beken-
den van de tuchthuizen. Chapuis doorbladert de
de stukken, die hem worden voorgelegd. Vier
diefstallen, een oplichterij, een paar beschuldigin-
gen van valsche handteekening.
Onder de diefstallen trekt echter een geval zijn
aandacht. Het proces-verbaal, het verhoor van
den beschuldigde, zijn bekentenissen, zijn smeek-
beden, al de bijzonderheden treffen hem. Zenuw
achtig doorloopt hij het stuk en na het te hebben