BIJVOEGSEL
Ter Neuzensche Courant
Zaterdag 1 Januari 1898. No. 3056.
Binnenland.
S3
Gemengde berichten.
In de zitting der Eerste Kamer van 30 Dec.
ontspon zich een uitvoerig debat over de regelen
van het internationaal privaatrecht naar aanleiding
van verschillende bezwaren van den heer Van Zinniq
Bergmann tegen de hoofdbepalingen van de over-
eenkomst.
Ondanks het hiermede behaalde diplomatieke
succes, achtte de heer Bergmann ons in slechter
conditie geraakt ten aanzien der beteekening van
stukken in het buitenland en van de regeling der
rogatoire commissie. Groot bezwaar had tegen de
afschaffing der cautie voor de vreemdelingen, op
wie daardoor de proeeskosten zijn te verhalen en
tegen het vervullen der conceptioneele bepalingen
omtrent den lijfdwang ten opzichte van vreemde
lingen, waardoor een wapen tegenover vreemde
flesschentrekkers uit handen is gegeven. Daaren-
tegen juichte hij de vergemakkelijking van het
armenrecht toe.
De heer Vlielander Hein verdedigde de ver-
dragsbepalingen als een brug voor andere hervor-
mingen op het gebied van internationaal recht,
met name het huwelijksrecht, en meende dat
flesschentrekkers, ook buitenlandsche, wegens
handelschuld aan lijfsdwang kunnen worden onder-
worpen, al acht hij versterking van den lijfsdwang
in het algemeen tot bestrijding van die bedrieg-
lijke haudelingen gewenscht. De afschaffing van
de borgstelling juichte hij toe als middel tot
vergemakkelijking om recht te verkrijgen, maar hij
drong er bij de regeering met klem op aan, dat
door volgende internationale regelingen de bevoegd-
heid om de vreemdelingen in kort geding te dag-
vaarden, moet opgeheven worden.
Nadat ook de heer Sassen eenige inlichtingen
had gevraagd, heeft de Minister van Buitenlandsche
zaken het nut uiteengezet voor de Nederlanders
van de bepalingen van het tractaat, onder mede-
deeling dat Rumenie en Rusland heden door
onderteekening tot de overeenkomst zouden toe-
treden.
En de Minister van Justitie zeide niet voor-
nemens te zijn, verandering te brengen in de
tegenwoordige wijze van dagvaarden.
De opheffing van den lijfsdwang werkt niet tegen
de flesschentrekkers maar is ten gunste der fat-
soenlijke handelaren. Nader verduidelijkte de
heer Van Zinniq Bergmann, dat hij het uitspreken
van den lijfsdwang zonder vonnis wilde behouden
als een heft tegenover de flesschentrekkers.
Het ontwerp werd aangenomen.
Onder de verder aangenomen wetsontwerpen,
behoorden de credietwet voor de marine, op welker
afdoening de regeering aandrong ter voorkoming
van stoornis in den Loodsdienst, alsmede dat tot
verlenging van den militiediensttijd. Voorts de
FEUILLETON
A. CONAN DOYLE.
80)
//Tonga, want zoo was zijn naam, was
een bekwaam schipper, en bezat een groote sterk-
gebouwde kano. Toen ik overtuigd was van zijne
genegenheid, en dat hij alles zoude doen om mij
van dienst te zijn, sprak ik met hem over eene
ontvluchting. Hij moest zijn boot op zekeren nacht
naar een onbewaakte aanlegplaats brengen en mij
daar opnemen, Ik gelaste hem te zorgen dat hij
verscheiden kruiken water, en een groote menigte
jams kokosnoten en zoete potatoes aan boord had.
z/Deze kleine Tonga was buitengewoon gezellig
en trouw. Op den bepaalden tijd lag zijn boot
gereed. Doch, toevallig bevond zich een gevangen-
bewaarder, zekere ellendige Pathanees, die mij
altijd geplaagd en beleedigd had, ter plaatse.
Thans had ik de gelegenheid om mij op hem te
wreken. Hij stond aan den oever, met zijn rug
naar mij toe gekeerd en zijn karabijn op den
schouder. Ik keek rond naar een steen om hem
de hersenen in te slaah, doch kon geen enkele
vinden.
Toen kwam er een vreemde gedachte bij mij op,
hoedanig ik mij thans van een wapen kon voorzien.
Ik zette mij in de duisternis neder en ontdeed
mij van mijn houten been. Met drie sprongen was
ik achter hem, en sloeg hem met een enkelen slag ter
aarde. Thans snelden wij naar onze boot, en binnen
een uur waren wij in voile zee. Tonga had al wat
hij bezat met zich genomen, zoowel zijne wapenen
als afgodsbeelden. Onder meerdere voorwerpen had
hij een lange speer van bamboe, en wat Anda-
mansche kokos-matten, waarvan ik een soort zeil
vervaardigde. Gedurende tien dagen zwierven wij
op goed geluk rond en op den elfden werden wij
opgepikt door een koopvaarder, die op weg was van
Singapora naar Jeddah met een lading Maleische
pelgrims. Het gelukte ons spoedig ons in hun
midden te doen opnemen.
suppletoire Indische Begrooting voor 1896, voor-
namelijk overschreden door den oorlosrstoestand on
Atjeh.
De hoofdstukken //Huis der Koningin", Nationale
Schuld en Middelenwet voor 1898 werden aan
genomen.
De Kamer is gescheiden tot Woensdagavond 5
Januari.
De Minister van Binnenlandsche zaken heeft
aan de J weede Kamer doen toekomen, opgaven
van het aantal kiezers in elk der gemeenten en
in elk der kiesdistricten (voorloopig met uitzonde-
ring van Amsterdam, Rotterdam, 's Gravenhage en
Utrecht), alsmede een verzamelstraat betreffende
de provincien en het Rijk, een en ander met
bijvoeging van gegevens omtrent den omvang en
de grondslagen der kiesbevoegdheid.
Uit den verzamelstaat blijkt dat naar een
bevolkingscijfer van 4,928,016 zielen, het aantal
kiezers bedraagt
Voor de Tweede Kamer, krachtens artikel la
der wet 513,833 waarvan ambtshalve 502,512
krachtens artikel lb1°. wegens bewoning van
een huis 15,234 (alien eigen aangifte)wegens
bewoning van twee huizen 756 (alien eigen aangifte)
wegens bewoning van een vaartuig 729 (eigen aan
gifte) krachtens art. lb 2° wegens dienst-
betrekking 30,773; als inwonende zoons 10,243;
wegens pensioen 298 (eigen aangifte); wegens dienst-
betrekking en pensioen 225 wegens als inwonende
zoons en pensioen genietende 16; krachtens
art. lb3°. wegens inschrijving Grootboek 16
(eigen aangifte); wegens spaarboekje 2035 (eigen
aangifte)krachtens art. lb4°. wegens
examen 2895 (eigen aangifte). Totaal krachtens
art. lb63,226. Totaal krachtens art. la en b
577,059. Ten vorige jare bedroeg het totaal
aantal kiezers 302,015.
Voor de Provinciale Staten krachtens art. 1 in
verband met art. 6 der wet 575,322 tegen 30,174
ten vorige jare.
Voor den Gemeenteraad. Krachtens art. la der
wet 511,280, krachtens art. lb 8731 totaal
krachtens art. la en lb beide in verband met art.
7 der wet 520,011, tegen 301,438 in het vorige jaar.
In een Donderdag te Utrecht gehouden ver-
gadering van hoofden van scholen in Nederland
is besloten tot de oprichting van een Algemeene
Vereeniging van hoofden van scholen in Neder
land.
In de Woensdag gehouden vergadering van
den gemeenteraad te Vlissingen werd besloten
gunstig te beschikken op het verzoek van de
broodbakkers aldaar om teruggaaf van betaalde
belasting voor den op 1 Januari e. k. aanwezigen
voorraad meel enz.
TER NEUZEN, 31 December 1897.
Naar wij vernemen is de heer Th. Heijblom
alhier, op heden, 1 Januari, 40 jaar als opzichter
van 's Rijks-Waterstaat in dienst.
Bij de gisteren te Krabbendijke door de
vereeniging //Eendracht maakt macht" gehouden
aanbesteding van de levering van 22,700 Kg.
chilisalpeter is aannemer geworden de heer P. J.
Versluijs alhier, voor 8,59 per 100 Kg.
Het zou u gewis te laug duren als ik u al mijne
avonturen zoude verhalen. AVij zwierven de
gansche wereld rond, doch hielden ons steeds op
een eerbiedigen afstand van Londen. Gedurende
al dien tijd verloor ik echter mijn doel niet uit
het oog. Ik droomde elkeu nacht van Sholto
reeds honderde keeren had ik hem in mijn slaap
gedood. I en laatste echter, voor ongeveer vier
jaren geleden, waagden wij ons in Engeland. Het
viel mij niet moeilijk de woonplaats van Sholto
uit te vinden, en ik zette mij aan het werk om
gewaar te worden of hij de schat te gelde gemaakt
had, of dat hij hem nog in zijn bezit had. Ik
maakte mij bevriend met zeker iemand die mij
behulpzaam kon zijn, ik noem echer zijn naam
met, want ik wil geen ander acher slot en grendel
helpen; en vernam al spoedig dat hij de
juweelen nog bezat. Toen trachtte ik op allerlei
wijzen tot hem door te dringen maar hij was zeer
sluw, en had altijd twee bekende voorvechters,
behalve zijne zonen en een khitmugar om hem te
bewaken.
Op zekeren dag echter vernam en wij dat hij
stervende was. Ik snelde onmiddelijk naar den tuin,
als waanzinnig van vrees dat hij mij zoude ont-
snappen, en toen ik door het venster loerde zag
ik hem te bed liggen terwijl zijn zoons aan zijne
zijde stonden. Ik stond op het punt om naar
binnen te klimmen en hen te overvallen, doch
juist op dit oogenblik zag ik dat hij stierf. Toch
drong ik nog dienzelfden nacht zijn kamer binnen
en doorzooht zijne papieren om te zien of ik er
uit zou kunnen gewaar worden waar hij den schat
verborgen had. Ik vond echter geen woord daar-
omtrent, en moest dus wanhopig terugkeeren.
Alvorens ik^ heenging bedacht ik, dat indieu ik
ooit mijn Sikhsche vrienden weder mocht ont-
moeten, het een voldoening voor hen zoude wezen,
te weten dat ik een teeken vrn onzen haat had
achtergelatendaarom schreef ik het //teeken der
vier op een kaart en bevestigde het op het lijk.
//Al het overige is u reeds bekend. En dat ik u
het vorige naar de zuivere waarheid heb verhaald
geschiedde dit niet om u te vermaken, doch wel
omdat ik geloof dat mijn beste verdediging bestaat
In de Woensdag gehouden openbare ver
gadering van den Raad van State, afdeeling voor
de geschillen van bestuur, werd behandeld het
advies van den pensioenraad voor burgerlijke arnbte-
naren betreffende de aanvraag om pensioen van
H. F. van de Goore, gepasporteerd milicien te
Koewacht.
De Koninklijke beslissing volgt later.
Jl. Woensdag werd te Aardenburg voor de
eerste inaal de wekelijksche veemarkt gehouden,
waarop 18 paarden, 29 stuks rundvee, 55 schapen
en 17 varkens waren aangevoerd.
Tengevolge van hetgesloten blijven der Belgische
grens vonden slechts enkele beesten koopers.
Vele aanwezige Belgische kooplui die evenals
de veehouders de opening van het grenskantoor
Stroobrugge wenschen, zijn van meening dat in dit
geval en wanneer de markt op Maaudag werd
gehouden, deze wel levensvatbaarheid bezit.
l-Jverige pogingen om opening van dat kantoor
te verkrijgen worden in het werk gesteld, ook door
onzen afgevaardigde ter Tweede Kamer, de heer
Hennequin.
Hock, 30 Dec. In de zitting van den gemeente
raad van heden is de heer J. M. Dregmans be-
i noemd tot gemeente-ontvauger.
Sas van Gent, 29 Dec. Heden middag bij
net schoonmaken in de suikerfabriek, is de werk-
man J. Koene, met zijn kiel blijven haperen aan
een der kamwielen, waardoor hij eenige malen
werd rondgeslingerd, met het ongelukkig gevolg,
dat een zijner handen vermorzeld en beide armen
zwaar verwond werden.
Biervliet. Ofschoon onze raadsleden in een
vroegere zitting de jaarwedden van burgemeester
en secretaris van 500 tot 600 verhoogd
hadden, besloten zij Woensdag met algemeene
stemmen overeenkomstig het verlangen der Gedep.
Staten genoemde jaarwedden op 665 vast te
stellen.
Het kleine bedrag van 25 ter wille van het
kroningsfeest nu op de begrooting gebracht, ge-
tuigt van goeden wil.
oor een grooter bedrag zullen de ingezetenen
wel zorgen.
Te Deventer verloor de zoon van Mej. de
Wed. S. een sigarenkoker, waarin zich 660 aan
bankpapier bevond. Deze werd gevonden door
een werklooze, die den koker met het bankpapier
aan het politiebureau bracht. Zijne eerlijkheid
werd beloond met een geschenk van 50, welk
bedrag voor den armen man een rijkdom is.
Dezer dagen moest den gemeenteraad van
Tiel de gemeenterekening over 1896 wijzigen, daar
Gedep. Staten een verschil van //een halren cent"
hadden ontdekt.
Het //halfje" is gelukkig gevonden
Een arbeider in 't Friesche dorp Knijpe
werkt van 's morgens 5 tot 's avonds 7 ure, bij
een boer voor 3 's weeks. Hij heeft nu een
brief, onderteekend //Eenige arbeiders" ontvangen,
met last om voor dit loon niet meer te werken.
De justitie is met dezen brief in kennis gesteld.
Men meldt uit Barendrecht
Door den koedrijver A. v. P. werd Dinsdag
eene op de markt te Rotterdam aangekochte koe
thuis gebracht. Op een kleinen afstand van hier
werd het dier zdd traag dat Van P. een jongen
nam om het aan te jagendeze kweet zich zoo-
f anig van zijn taak, dat de koe eensklaps aan het
loopen ging en haren geleider omver schopte,
met het treurig gevolg, dat de man korten tijd
later is gestorven.
Dinsdagmorgen vroeg, terwijl de bewoners
nog te bed lagen, ontstond brand in de behuizing
van den brandmeesterdersteenfabriekTermunterzijl
die zoo hevig toenam, dat de bewoners het
brandende perceel nauwelijks konden ontkomen
en van den inboedel niets kon worden gered.
In den nacht van Maandag op Dinsdag
ontstond brand in den stoomoliemolen van de
wed. K. Blom te Hattem (Overijsel). De felle
wind zette het geheele perceel zoo spoedig in
lichte laaie, dat de brandweer niets vermocht en
zich moest bepalen tot het nemen van voorzorgs-
maatregelen tegen mogelijke uitbreiding, indien
de wmdnchting mocht veranderen. De geheele
fabnek met kantoor brandde tot den grond toe
af. Van den inhoud konden slechts de boeken
worden gered. De zich ver verspreidende vonken
maakten een nabij staanden hooimijt mede tot een
prooi der vlammen.
olgens de Dord. Ct. is Woensdagavond in
het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen
aldaar een hevig tooneel afgespeeld, dat zich vol-
genderwijs moet hebben toegedragen
De lste geneesheer van het gesticht, Dr Romeny,
had zich bij het college van regenten beklaagd
over den president-regent, omdat deze aan de
hoofd-verpleegster, in tegenwoordigheid van het
geheele personeel, woorden zou hebben toegevoegd,
die zijns inziens beleedigend waren, tengevolge
waarvan de geneesheer, als hoofd van den huis-
houdelijken dienst, den huismeester een tegenbevel
gaf, waaraan deze weigerde te gehoorzamen.
De geneesheer scheen zijn klacht in dier voege
te hebben gedaan, dat het jammer was dat
genoemde president-regent was benoemd.
Hierover was bedoelde regent blijkbaar ont-
stemd, al thans oensdagavond liet hij den genees
heer even roepen. Toen deze aankwam liep de
regent in den corridor heen en weer en toen de
geneesheer hem met een wijzend gebaar uitnoodigde
om zijn kamer in het gesticht binnen te gaan,
trad hij met zijn stok in de hand binnen.
Onmiddelijk daarop moet de regent gezegd
hebben„Je hebt de brutaliteit gehad mij bij
de regenten op de alleronbeschoftste wijze te
beleedigen," waarop de geneesheer naar de bel
gaande moet hebben geantwoord //We zullen
dit gesprek niet onder vier, maar onder zes oogen
voortzetten. //Neen," zou toen de regent gezegd
hebben, den heer Romeny belettende te schelle^i,
niet onder zes maar onder vier oogen zullen we
de zaak afhandelen."
Hierop volgde tusschen de heeren een hevige
schermutseling, waarbij de geneesheer, twee vrij
ernstige wonden aan 't oog opliep.
De regent beweert dat hij, toen hij den heer
Romeny belette te schellen, door dezen van zich
om niets terug te houden, doch bekend te maken
hoe laaghartig ik door majoor Sholto behandeld
ben, en hoe onschuldig ik ben aan den dood van
zijn zoon."
z/Dit is een hoogst merkwaardig verhaal," zei
Sherlock Holmes //het overige is mij zeker bekend
behalve dat het uw eigen touw was waarlangs gij
uwen weg in de sterfkamer vondt. Tevens had
ik gehoopt dat Tonga al zijn doornen verloren
hadmaar het gelukte hem toch om ons een
in de boot toe te blazen."
//Hij had ze ook alien verloren, sir, behalve
deze eene, die nog in zijn blaaspijp was achter-
gebleven."
i/O ja," zei Holmes, //daar had ik niet aan
gedacht."
z/Wenscht u mij nog omtrent het een of
ander te ondervragen
z/Ik dank u," antwoordde mijn metgezel.
z/Welnu, Holmes," zei Athelney Jones,/gij
zijt iemand met wien men geduld moet oefenen,
en wij weten alien dat gij een kenner van mis-
daden zijt; maar plicht blijft plicht, en ik ben
eigenlijk wel wat te ver gegaan met te doen wat
gij en uw vriend mij verzocht hebben. Het rijtuig
staat nog te wachten, en daar zijn twee inspecteurs
beneden. Ik ben u beiden wel verplicht voor
uwen bijstand. Men zal u gewis nog nader bij
het rechtsgeding noodig hebben. Goeden nacht."
//Goeden nacht, heeren," zei Holmes laconiek.
//Gij eerst, Small," sprak nu Jones tot zijn
gevangene, toen zij de kamer verlieten „ik zal
wel zorg dragen dat gij mij niet //knuppelt", met
je houten been, wat je ook aan dien heer op de
Andaman-eilanden mocht gedaan hebben."
z/V elnu, dit is dus het einde van ons klein
drama' merkte ik op nadat wij een een poos
zwijgend hadden zitten rooken ,/ik vrees dat het
het laatste onderzoek zal geweest zijn waarbij ik het
geluk had uw methodes te bestudeeren. Miss
Morstan heeft mij de eer bewezen mij als haren
aanstaanden echtgenoot aan te nemen."
Hij maakte een ontevreden gebaar.
z/Ik heb dat gevreesd," zeide hij ,/ik kan u
waarlijk niet feliciteeren."
Ik werd een weinig ontstemd.
,/Hebt gij eenige reden om niet ingenomen te
zijn met mijne keuze vroeg ik.
//In geen geval. Ik denk dat zij een der
bekoorlijkste jonge dames is, die ik ooit ontmoette,
en zeer nuttig zoude hebben kunnen worden voor
onderzoekingen, zooals wij er thans een hebben
ingesteld. Denk maar hoe zij voor alle andere
papieren die schets van het Agra fort bewaarde.
Maar liefde is een zaak die invloed heeft op het
menschelijk gevoel, en al wat dit doet is in strijd
met de ware, koele rede, die ik boven alle gewaar-
wordingen stel. Ik voor mij zou nimmer huwen,
of ik moest mijne gevoelens verloochenen."
//Ik hoop dat mijn oordeel het uwe zal over-
leven, zeide ik lachend, „maar gij ziet er ver-
drietig uit."
n Jade reactie is gekomen. Ik zal gedurende
een week zoo boos als een spin zijn."
,/Vreemd," antwoordde ik „hoe zaken die ik
bij een ander man lusteloosheid zoude noemen in
strijd zijn met uwe geestkracht."
Dat is zoo," hernarn hij „ik bezit tegelijker
tijd de gegevens van een //suffer" en die van een
gezellig menseh. Ik denk vaak aan deze regels
van Goethe
,/Schade dass die Natur nur einen Mensch aus
dir schuf.
Denn zum wiirdigen Mann war und zum Schelmen
der Stoff."
//A propos, wat die Norwood-geschiedenis betreft,
ziet gij dat zij zooals ik veronderstelde, een bond-
genoot in het huis hadden, die geen ander kon
zijn, dan de huisknecht Lai Rao; en werkelijk
heeft Jones het genoegen, een flinken visch gevangen
te hebben."
,/De verdeeling schijnt mij niet eerlijk", merkte
ik op „gij hebt al het werk verricht. Ik verwerf
er een vrouw door, Jones de eerwat blijft
er nu voor u over
,/Voor mij," zei Sherlock Holmes/blijft nog
de cocai'ne-flesch."
En hij strekte er zijn lange, witte hand naar uit.
EINDE.
VAN DE
VAN
DOOB.
=b-b»