BIJVOEGSEL
Tsr Keuzsnsohs Courant
Zaterdag 18 December 1897. No. 3550
Binnenland.
Gemengde berichten.
Bij hoofdstuk financien lieeft de heer Van
den Berch van Heemstede aangedrongen op ver-
laging van den renteroet bij de berekening van
de Termogensbelasting en gewezen op de ongelijk-
matige taxatie van de huurwaarde.
De heer Willinge wenschte onderzoek naar de
klassenverdeeling van de gemeenten voor het
personeel en afschaffing, niet alleen van de rijks-,
maar ook van de particuliere tollen.
De heer Loeff vraagt herziening van de wets-
bepaling betreffende de vrijstelling ran personeel
voor gestichten. Als winst door weldadige doel-
einden gemaakt wordt, diende vrijstelling niet
toegelaten.
De heer Pijnappel wees ook op de onjuiste toe-
passing van het personeel voor vele gebouwen,
o. a. Leesinuseum, Zeernanshoop en Groote Club,
te Amsterdam, en op niet-erkenning van de huur,
*1 beruste die op contract, Verder betoogde hij
de noodzakelijkheid van een andere regeling van
de bewijskracht van wijzigingen in kadastrale
plans.
De heer Kuijper vraagt omschrijving ran de
grondslagen van de orergenomen tariefsherziening.
De heer Rethaan Macare acht onwettig bij den
huurprijs van tapperijen en hoogere waarde wegens
vergunningsrecht mee te rekenen.
De heer Smeenge wenscht goedkooper verkrij-
ging van meetbrieven voor schippers.
De heer Van der Zwaag kwam op tegen de
bewering van den heer Van den Berch, dat sommige
taxatien oneerlijk waren, omdat ze door socialisten
waren verrichtdeze willen gaarne de vermogens-
belasting oproeren, maar langs eerlijken weg.
Ter afwisseling ran de overproduce vanzilver
zullen we eerlang misschien een overmatige roort-
brenging van goud krijgen.
In de vorige week deelde de Minister Pierson
in de Kamer mede, dat in de laatste 14 jaren de
goudproductie is gestegen ran 144,000 tot 320,000
kilo 'sjaars (een waarde van ruim 500 millioen
gulden Tertegenwoordigende). „Nooit, van de
grondlegging der wereld af, is er zulk een goud
productie geweest," zei hij.
Nochtans zal deze nu nog vermeerderd worden
met den blijkbaar enormen goudrijkdom van
Klondjke.
En nn wordt weer gemeld, dat ook bij Hapa-
renda, aan het noordeinde van de Bothnische golf,
goud is gevonden, op den Muttillavaara-berg, bij
het dorp I'orakankowa, 8 kilometers ten noorden
van Ofver-Tornea.
Men schrijft uit Oldenzaal van 14 dezer
aan de //Tel".
De z.g. Midwintermarkt eindigde op treurige
wijze.
Een paaar oude bekenden van de justitie, die
zich den laatsten tijd vrij kalm hadden gehouden
schenen in de meening te zijn, dat het heden
een geschikte dag was om weer eens van zich te
laten hooren.
In de herberg van Steggers Nijland werd ruzje
gezocht, de glazen werden ingeworpen en al
vechtende geraakte men op straat, Gewapend
met stoelen ging het thans de straat op, alles
vernielende wat in den weg kwam. De fabriek-
arbeider Ileldhuis, die van zijn werk huiswaarts
keerde werd door de woestelingen zoodanig toe-
getakeld, dat hij badende in zijn bloed in een
naburige woning werd gebracht.
De polite wist de beide onverlaten in bewaring
te stellen.
Ruim zeven jaar geleden stierf te Wouw
(N. B.) een rijk boerenechtpaar, dat hoogst zuinig
leefde doch ruim f 200,000 naliet voor neefjes
en nichtjes. Deze waren het echter over de ver-
deeling niet eens en het gevolg was procedeeren,
totdat thans uitspraak is gedaan en de wettige
erfgenamen de vruchten van oom's en tante's
arbeid zullen kunnen plukken.
Eergisteren kwamen dan ook niet minder dan
143 personen, die in deze erfenis zijn betrokken,
te Bergen op Zoom aan om bij het kantongerecht de
uitvoering van het testament te bekrachtigen. Die
het niet wist, dacht dat er een pleziertrein was
aangekomen.
Onder Aalten, op de Pruisische grenzen, is
Vrij dag zekere S., wonende te Suderwick, door
eenige personen, die de smokkelarij niet ongenegen
zij"> geducht afgeranseld, zoodat hij met zwaar
verwond hoofd huiswaarts keerde. Dezen persoon
beschuldigt men, dat hij de Duitsche commiezen,
tot welk corps hij vroeger behoorde, op de hoogte
houdt van hetgeen aan de grenzen gebeurt.
De muntkwestie opgelost
Een Engelschman, dr. Emrnens, die reeds vroeger
belangrijke ontdekkingen op natuurkundig gebied
heeft gedaan, moet thans hebben ontdekt hoe men
van zilver goud kan maken. De Daily News
verneemt, dat de natuurkundige Crooks het product
van Emmens proeven heeft onderzocht en daarin
alle eigenschappen van goud heeft gevonden. De
uitvinder laat een machine maken, waarmee hij
50,000 onsen goud per maand kan maken. De
productiekosten zijn echter zeer aanzienlijk.
Dr. Emmens is ten gevolge van een rugge
mergsziekte aan beide beenen verlamd.
Voorloopig zal men wel doen nog niet te veel
geloof te hechten aan dit bericht.
Juist honderd jaar geleden bood een Eransch
natuurkundige, Tholorier, aan zijn regeering een
middel aan, om zonder vloot Engeland te veroveren.
Hij wilde daartoe een reuzenballon maken, die
een geheel legerkorps naar EDgeland zou over-
brengen. //Geen enkel natuurkundige," zoo schreef
hij, //zal de mogelijkheid van het plan ontkennen
en de kosten zullen lang niet zoo hoog zijn als
die van een vloot." Hgt Directoire ii blijkbaar
minder goedgeloovig geweest en evenmin Napoleon,
toen hij plannen maakte om een leger naar Enge
land over te brengen.
le Berlijn heeft zich een jeugdig rederijker
opgehangen, omdat hij geen kans zag, op het
z/echte" tooneel te komen.
De meeste menschen, die roeping voor't tooneel
in zich voelen, eindigen daarinee; hetzij in letter-
lijken of in figuurlijken zin maken ze zich door-
gaans van kant. Deze jeugdige rederijker heeft
dus eenvoudig den kortsten weg genomen naar de
eindpaal van den doornigen weg, die hem anders
toch vermoedelijk zou hebben- gewacht.
Te Antwerpen is eergisteren morgen een
ongeluk gebeurd, waaraan van andere zijde ee«
bedenkelijke voorstelling is gegeven, maar dat
volgens het Handelsblad van Antwerpen zich op
deze wijze heeft toegedragen
Dezen morgen, ten half 6, kwam de Belgische
stoomboot //Prince Albert de Belgique", kapitein
Mathieu, van de Maatschappij Cockerill, met erts,
van Bilbao aan en wilde het nieuwe dok binnen
varen. Het Engelsche driemastschip ,/Larnaea,
kapitein Giles, eveneens met erts geladen, van
Port Auguste, werd door twee sleepbooten binnen-
gesleept.
De stoomboot werd opgebracht door den Bel
gischen loods Bly, het driemastschip, een ijzeren
vaartuig, door een Hollandschen loods.
Op de hoogte van het sas van het nieuwe
dok kwamen de twee vaartuigcn in botsing, en
met zooveel geweld dat de /Prince Albert de
Belgique", door den scherpen boeg van //Larnaca
getroflen, nabij den grooten mast, een groot gat
in de romp bekwam zoodat de stoomboot als een
steen onmiddelijk in de diepte zonk.
Groot was de schrik op beide vaartuigen vooral
op de ^Prince Albert", wier manschappen, een
20tai sterk, meestal Antwerpenaars, reeds naar
vrouw en kinderen trachtten en nu, op nauwelijks
50 meters van den wal, zoo plotseling den dood
voor oogen zagen.
Acht hunner konden op het dek der //Larnaca
overspringen, of zich aan het tduwwerk zijuer
boegspriet vastklampen. Een tiental kwam op
een der sleepers terecht, en de loods en de kapi
tein. welke laatste ziekelijk is, bleven het langst
aan boord.
Eindelijk sprongen dezen in 't water om zich
zwemmende te redden. Kapitein Mathien werd
door middel van een eind touw opgehaald, en de
loods kwam een kwartier uurs later nabij het
sashoofd van het oude dok op een stuk hout
bewusteloos aandrijven.
Een der manschappen wordt vermist, Jules
Adam, die waarschijnlijk in de machinekamer
verdronken is.
Men miste ook den donkyman Gys, doch de
kok beweert dat hij dezen bij het overspringen
met de hand hield en Gys dus gered is.
M at de loods Bly betreft, deze werd bewusteloos
naar het huis van den sluismeester en van daar
naar het verbandhuis gebracht, waar men zijn
toestand als zeer ernstig beschouwt, en eene bloed-
opdrang nog voor mogelijk houdt, zoodat hij niet
buiten gevaar is.
De verdronken machinist Adam is geboortig
van I lemalle-IIaute, woonachtig te Hoboken, ge-
trouwd en vader van twee of drie kinderen. De
geredde manschappen hebben alles verloren wat
zij aan boord hadden en bezitten niets meer dan
wat zij aan het lijf droegen op het oogenblik der
aanvaring, zoodat de stokers niets dan eene broek,
de matrozen die hun rustuur hadden, hun hemd,
en de andere slechts hun armzalige werkpl untie
aan hadden.
De kapitein is ziek naar zijne woning gebracht.
De //Prince Albert de Belgique" werd te Ho
boken gebouwd in 1884. Het is een stalen boot
van 1312 ton net en 180 paardenkrachten. Ook
de kaai is min of meer beschadigd.
De oorzaak van het ongeluk is nog onbekend
De eerste locomotief, die de Matabelen zagen,
heeft hen in verbazing gebracht. ,/IIet is een
groot beest zeiden de zwartjes, //dat van de
witmenschen is. Hij heeft maar een oog (de
lantaarn voorop). Hij eet vuur en haat den
arbeid. Als de witmensch aan het pompen gaat
om hem aan het werk te krijgen, schreeuwt hij.
Ilij komt ergens vandaan inaar niemand weet
vanwaar. an een locomotief, die door den
machinist geolied werd, heette het ,/Het was
een groot beest dat erg de koorts had. De wit
mensch goot hem op veel piaatsen van zijn lijf
medicijn in."
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
VAN DJS
VAN
Vergadering van Donderdag 16 December 1897.
Voorzitter de beer J. A. ran Boven.
Aanwezig de heeren Harte, Van IJsselsteijn, De Feijter,
Moes, Wieland, Visser, De Koeijer, Van der Moer, Grenu,
Van den Hoek en Dees.
Afwezig de hearen Tazelaar en Van der Hooft.
Na opening van de vergadering worden de notulen der
voorgaande gelezen en goedgekeurd.
Daarna wordt de openbare zitting geschorst en gaat deze
over in eene met gesloten deuren.
Na bet weder openbaar worden der zitting komt aan de
orde:
1Benoeming Voorzitter en leden der Commissie nan
Fabrieage.
Deze benoeming is noodig wegens periodieke aftreding met
bet einde dezes jaars.
Volgens de Gemeentewet treedt als Voorzitter op een lid
van het Dag. Bestzoodat een Voorzitter niet behoeft te
worden benoemd.
Bij de stemming worden 9 briefjesin geleverd. De heeren
Tazelaar en Van der Hooft verkregen 8, de heeren Visser
en Van den Hoek 7 en de hoeren Moes en Wieland ieder
1 stem, Zoodat de aftredenden zijn herbenoemd.
2. Benoeming onderwijzer aan school C.
Op de voordracht komen voor de heeren P. A. Andriessen
J. G. Timmermans en C. Brussee.
De voorzitter deelt mede dat no. 2 der voordracht reeds
te Sliedrecht ii benoemd en alleen beleefdheidshalve zijn stuk-
ken niet heeft teruggevraagd.
Bij stemming wordt benoemd C. Brnssde met 6 stemmen
Andriessen verkreeg 4 en Timmermans 1 stem.
3. Wijziging begrooting 1897.
Dit betreft eene overschrijving wegens grondbelasting voor
het nieuwe gedeelte van het kerkhof, ton bedrage van 2,80.
Z. h. s. goedgekeurd.
4. Wijziging herhalingsonderwijs.
Het voorstel van den heer Van der Moer was gesteld in
handen van den districts-schoolopziener, waarna van dezen
hierover een schrijven is ontvangen, dat aan de leden is
rondgezonden.
De heer Van der Moer gelooft niet dat het voor hem nog
noodig is om nadere iulichtingen omtrent zijn voorstel te
geven, daar hij in een schrijven aan de leden de bezwaren
van den districts-schoolopziener heeft weerlegd. Hij meent
zijn voorstel te moeten liandhaven.
De Voorzitter deelt mede dat Burg, en Weth. reeds meer
dan eenmaal de school bezochten.
De heer Van der Moer: Tweemaal is ook meer dan
eenmaal.
De heer Van IJsselsteijn: We zijn er dens geweest.
De heer Van der Moer heeft een poging gedaan om te
trachten verbetering te brengen in het onderwijs. Zijn er
heeren die er een andere manier op weten, dat is hem ook
goed, maar alien zullen het wel eens zijn dat het hard noodig
is hoe, is hem evenwel t zelfde. Uit het schrijven van den
districts-schoolopziener blijkt evenwel, dat deze niet op de
hoogte is van de toestanden alhier.
De Voorzitter meent dat het aanbeveling verdient om het
schrijven van den districts-schoolopziener, een hoogere autori-
teit wiens advies is gevraagd, toch niet geheel op zij te
zetten. Er zal nu toch hoogst waarschijnlijk verbetering
komen, daar de opmerkingen ter kennis gebracht zijn. Spreker
heeft met dc Wethouders de school bezocht en zij hadden
geen aanmerkingen op het onderwijs dat er gegeven werd.
Altijd werd er geklaagd over school A, maar of dit wel
rechtvaardig is, weet spreker niet. Zooals de schoolopziener
opmerkt is het toch niet aan te nemen dat er alhier slechts
door minder dan 4 kinderen van het herhalings-onderwijs zou
worden geprofiteerd, waarom een bepaliug dat het alsdan
niet wordt gegeven, overbodig is.
De heer Van der Moer merkt op dat de Voorzitter het
vorig jaar bij de behandeling van de begrooting toch meedeelde
dat er maar drie waren.
De Voorzitter merkt verder op dat het regelen van een
belooning van een onderwijzer naar gelang van het aantal
leerlingen in dsn regel niet meer geschiedt.
De heer Van der Moer acht het ook juist verkeerd, dat
men dat niet meer doetdat is niet zooals het behoort.
De oorzitter Maar we mogen het ook niet doen.
De heer Van der Moer: We mogen een minimum jaar-
wedde bepalen wat het voorstel ook doet maar we
kunnen dan verder ook meer geven naar gelang van het aan
tal kinderen.
De heer DeesSprak de heer Moes er ook niet over om
een maximum te bspalen.
De heer Van der MoerDit staat buiten mijn voorstel,
maar kan er in worden opgenomen.
De A oorzitter zegt, dat het Dag. Best, omtrent deze zaak
geen bepaald voorstel heeftuit den brief van den districts-
schoolopziener blijkt evenwel, dat deze tegen alle voorgestelde
wijzigingen bezwaren heeft.
De heer Van der MoerDeze zal voorzeker alle voorge-
steld wordende wijzigingen afkeuren hij houdt de onderwijzers
de hand boven het hoofd, wat van zijn standpunt dan ook goed
is. De Haad kan echter door zijn bekendheid met de toe
standen beter over de zaak oordeelen dan de schoolopziener.
De Voorzitter bespreekt het onderwijs in het algemeen.
Over de school van den heer Jurrij hoort men nooit klagen.
Daar blijkt dus het onderwijs goed te zijn en spreker meent
dat in deze de stem van het volk wel de stem der waarheid
Hetzelfde doet zich voor omtrent de school te Sluiskil.
v,VS..4V1WUU uv a^uv/Ul IU kJlUJ3rw.Il.
Ook over school B hoort men niet klagen, hoewel men daar,
door ongesteldheid onder het personeel met het oog op de
vele vakken die daar onderwezen worden, dikwijls moeilijk zit.
Blijft dus nog over school A, waarover wordt geklaagd.
Maar zou dat toch ook niet overdreven zijn Er is wel eens
een enkel feit voorgevallen, men liet de school wel eens te
vroeg uitgaan, maar dat geschiedt naar spreker meent toch
nu niet meer.
De hear Van der Moer: Dat gebeurt nog wel; ik zal er
echter nu maar niet verder op doorgaan, want dat is de
kwestie niet. Ieder die met de schooltoestanden alhier op
de hoogte is, weet echter dat er leerlingen op de bijzondere
school gaan, van ouders wier kinderen volgens hunne be-
ginselen niet daar maar wel op de openbare school zouden
thuis hooren en dat is, wat alien zullen moeten toestemmen,
vr3emd.
De Voorzitter Naar de redon daarvan is gezocht, zonder
dat men er de reden van vinden kon.
De heer Van den Hoek. Gaan er ook niet eens kinderen
van de bjjzonder naar de openbare school over
Beaamd wordt dat dit ook is voorgekomen.
De heer Van der Moer: Een enkel motief is op te geven,
n.l. dat de ouders niet vrij zijn waar ze hun kinderen kunnen
ter school zenden. Burg, en Weth. regelen dat en het is
voorgekomen dat toelating op school C werd geweigerd, ter-
wijl daar nog plaats was, tengevolge waarvan de kinderen
naar de bijzondere school werden gezondendat is een feit
dat mij bekend is.
I)e Voorzitter zegt, dat die kinderen niet koiden worden
toegelaten met het oog op het dan benoodigd grooter aantal
onderwijzers.
De heer Van der Moer Toen konden de kinderen zonder
gevaar daarvoor worden toegelaten.
De heer Harte merkt op dat Burg, en Weth. ook het
oog moesten houden op de latere toelatingen en op de toe-
komst moet rekenen.
De heer Van der Moer meent dat men met omstandigheden
zoover in de toekomst niet kan rekening houden.
De heer Wieland beaamt dat het Dag. Best, met de om
standigheden rekening moet houden en niet alle verzoeken
kan toestaan, vyant dan zou eene school overbevolkt kunnen
geraken; terwijl de anderen leeg stonden.
De heer Van der Moer: Welnu, wat geef je daarom
Dan kan men er geen meer toelaten. Ik zou het zooveel
mogelijk aan de ouders willen overlaten.
De heer Moes merkt op dat het niet weg te redeneeren is
dat het gemeentebestuur zou moeten zorgeu dat het onderwijs
aan iedere school goed was, wat de Voorzitter volkomen
beaamt.
De heer Van der Moer herhaalt dat hij zoover mogelijk
aan de verzoeken der ouders om plaatsing op een bepaalde
school zou wenschen toe te geven. Spreker meent na al
het gesprokene zijn voorstel te moeten handhaven, waarmede
hij wil trachten verbetering in den toestand van het onderwijs
te verkrijgen hij ziet er wel niet veel heil in, maar men
kan het dan toeh probeeren. Hij gelooft dat wel alien het
er over eons zijn dat er heel wat te verbeteren is.
Ale toevoeging aan art. 3 in verordening A stelt da heer
Van der Moer voor: Het herhalingsonderwijs wordt niet
gegeven als daarvan niet minstens vier leerlingen gebruik
maken."
De heer Wieland zou dat liever op 6 zien bepaald, want
als er minder van het herhalingsonderwijs gebruik maken
blijkt er toch al heel weinig ambitie te zijn.
De heer Van der Moer wjjst er op dat uit de opmerkiag
van den schoolopziener over deze toevoeging blijkt dat deze
er heelemaal niets van af weet. Wanneer op eeue school-
bevolking van 1100 kinderen het cijfer beneden 4 daalt, is
dit voor hern geen bewijs dat het geven van herhalingsonder
wijs niet «doenlijk" zou zijn, maar dat het dan niet zoo is
georganiseerd als de plaatselijke behoefte eischt. Spreker zegt
dat er van eene organisatie van het onderwijs geen sprake is
maar hij zou van den schoolopziener wel eens willen vernemen
hoe 't dan geregeld zou moeten worden.
De heer Van IJsselsteijn deelt mede, dat er bij een bezoek
van B. en W. aan de school 15 leerlingen in de herhalings-
klasse zaten en een even groot aantal in de gewone avond-
schoolklasse.
De heer Van den Hoek zou nog eerst aan de bepaling, dat
de leerlingen om tot het herhalingsonderwijs te worden toe
gelaten, met vrucht het onderwijs in de zesde klasse moeten
hebben gevolgd, wenschen toe te voegen.blijkens een ver-
klaring aan den leerling, uit te reiken door het hoofd der
school, bij wien de leerling onderwijs genoten heeft."
Z. h. s. wordt dit voorstel aangenomen.
De beer Van den Hoek heeft geen bezwaar tegen de door
den heer Van der Moer voorgestelde bepaling, maar vraagt
of het gemeentebestuur het geven van herhalings-onderwys
mag nalaten, ook al maken er minder dan 4 leerlingen ge
bruik van, daar de wet het eischt.
De heer Van der Moer: De wet eischt het alleen als het
doenlijk is, en voor minder dan 4 kinderen kan men toch
geen geld geven.
Z. h. s. wordt het voorstel-Van der Moer aangenomen.
Voorgesteld wordt verordening B, art. 3 aldus te wyzigen
Ilet hoofd van school A, belast met het herhalings
onderwijs geniet hiervoor een jaarlijksche toelage uit de ge
meentekas, berekend naar het aantal kinderen, welke van dat
onderwijs gebrnik maken en alleen voor den tijd, dat dit
onderwijs aan een kind wordt gegeven.
Die toelage zal bedragen 7a cent per maand en per kind,
wordende een deel van eene maand voor een voile maand
gerekend.
Die toelage zal minstens f 20 vast bedragen.
Zoo de hulp van een onderwijzer bij dit herhalings-onderwijs
noodig is, zal aan dezen een derde Tan de toelage door het
hoofd moeten worden uitgekeerd.
Het hoofd, belast met het herhalings-onderwijs, zendt voor
het eind der maanden October, November, December, Januari,
Eebruari en Maart aan Burgemeester en Wethouders eene
opgave van de namen der kinderen, welke in de afgeloopen
maand het herhalings-onderwijs hebben genoten, met vermel-
ding van het tijdstip, waarop zij de hoogste klasse van een
der scholen hebben verlaten.
De heer Van IJsselsteijn is van meening dat in dit artikel
een tweeledig beginsel ligt opgesloten, dat tegenstrijdig is.
In de eerste plaats is hat een aansporing om leerlingen te
werven omdat de belooning er door verhoogt, maar wanneer
er dan eenmaal zooveel leerlingen komen dat er hulp voor
noodig is, moet het hoofd der school er weer 25 cent per
kind en per maand aan zijn helper voor afstaan, zoodat bij
toename boven een acker aantal diens traktement weer ver-
laagt. Hij zou daarom willen voorstellen dat, wanneer er
hulp noodig was, deze uit de gemeeutekas werd betaald.
De heer Van der Moer zou daar niets op tegen hebben,
als er dan aan toegevoegd wordt dat Burg, en Weth. zullen
te beoordeelen hebben wanneer er hulp noodig is, anders
zou het hoofd, wanneer hij daarover kon beschikken, wel al
hulp kunnen aanstellen wannerer er 10 leerlingen waren.
De heer Wieland zegt dat men toch, zooals de heer Moes
aantraf, een maximum-belooning in de verordening zou kunnen
opnemen.
De heer Van IJsselsteijn is van meening dat dit ook geen
waarborg geeft want dan zal 't hoofd pogingen aanwenden
om aan t maximum te gerakan en verder geen moeite meer
doen en zeggen »loopt naar de maan 1"
De heer Wieland noemt zoo iets treurig.
Na eenige opmerkingen zegt de heer Moes zijn voorstel
omtrent het opnemen van een maximum-belooning in te
trekken en het scheepje zoo maar eens in zee te willen laten
gaan, men kan dan altijd eens zien hoe 'tloopt.
De heer Van den Hoek vindt een minimum van f 20 wel
wat weinigom gedurende zes maanden iederen avond les te
geven is 50 toch wel niet te veel.
De heer Van der Moer noemt dit toch nogal veel voor
vier kinderen, dan komt men weer in T zelfde geval van
vroeger, waar de heer Van den Hoek ook tegen was.
De heer Van den Hoek zegt dat het dan toch /2s minder
is dan 75. Waar echter f 30 wordt genoemd, zal hij het
verschil deelen en voorstellen te bepalen op 40.
De heer Van der Moer wijzigt zijn voorstel op het punt
der minimum belooning en stelt voor f 30.
Ds A oorzitter zal als van de verste strekking, eerst in
stemming brengen het voorstel-Van den Hoek.
De heer Visser, die de discussie over de belooning marchan-
deeren noemt zal daar tegen stemmen, omdat hij de minimum
belooning liever op 50 zag bepaald. Hij doet daartoe
't voorstel.
Als van de verste strekking wordt daarover het eerst
gestemd, en het voorstel met 8 tegen 3 stemmen. die van
de heeren Van den Hoek, Harte en Visser. verworpen.
Daarna wordt verworpen het vooorstel-Van den Hoek
om de som te bepalen op 40, met 8 tegen 8 stemmen die
van de heeren Grenu, Van den Hoek en Visser.
Alsnu wordt aangsnornen met 7 tegen 4 stemmen die van
da heeren Van den Hoek, Harte, Van IJsselsteijn en Visser
het minimumbedrag te bepalen op 80.
Thans wordt eenige bespreking gehouden over het al of
niet uit de gemeentekas betalen van hulp bij het herhalings
onderwijs en wanneer die geacht kan worden noodig te zijn.
De heer A an der Moer die trachtte de aangegeven ideeen
in verband met zijn voorstel te formuleeren, komt tot geen
aller bevredigend resultaat, en verklaart ten slotte dat dit
ook zoo maar niet ineens te omschrijven is, daarvoor zou men
het eerst eens moeten bestudeeren.
De heer Wieland is er ook niet voor om die meerdere
hulp uit de gemeentekas te betalen. Nu moet het aantal
kinderen al niet groot zijn, of men komt boven de 75 en
dan zou men ook nog de andere hulp moeten gaan betalen,
dit zou tot groote kosten voor de gemeente kunnen leiden.'
De heer Van den Hoek heeft er niets op tegen om meer
te betalen als er veel van geprofiteerd wordt; er bestaat
echter met veel kans dat het aantal kinderen zal toenemen
vooral na het besluit dat een verklaring van het hoofd der
school waar de kinderen onderwijs genoten, moet worden
overgelegd, dat is een goede controle.
De heer Wieland juicht toe, dat zulke voorstellen zijn
gedaaner moeten goede maatregelen worden genomen, op-
dat men de Raad niet kan bedotten.
Het voorstel, zooals het door den heer Van der Moer is
gedaan, wordt ten slotte aangenomen met 8 tegen 3 stemmen
die van de heeren Van den Hoek, Harte en Visser
Het voorgestelde art. 1U" ,De hoofden zullen andere
onderwijzers geen particuliere werkzaamheden mogen op-
drage," waaraan de voorsteller minder hecht, wordt door hem
ingetrokken, ofschoon hij het niet geheel overbodig acht. Hij
is het echter eens met hetgeen de Minister van Binnenl.
zaken deze week in de Kamer zeide: dat de onderwijzers,
zelfs onder een vrijzinnige regeering, niet geheel onafhanke-
lijk van de hoofden moeten worden.
Z. h. s. wordt daarna aangenomen: .Artikel 25: Op een
.door Burgemeester en Wethouders voor elke school te
i bepalen dag in de maand Maart zullen de leerlingen