Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeenwsch- Vlaanderen. Aankondiging. No. 3548. Dinsdag 14 December 1897 37e Jaargang. 2)3 verpachten ontwerp yan wijziging yan den ligger der wegen en voetpaden in de Yoornoemde gemeente, Binnenland. ABONNEMENT: Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. - - - -- 1. het grasgewas van de burgerlijke be- graafplaats 2. in vereeniging met het bestuur van den ZAAMSLAGPOLDER de grasetting van de zijbermen van den TER NEUZENSCHEN- en den REUZENHOEKSCHEN >VEG. F EUILLETO^j POLITIEK OVERZICHT. 22) A. CONAN DOYLE. XI. De groote Agra-scliat. Yoor Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,- Franco per post Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amenka 1,324- Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushonders. ADYERTENTlfiN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pnjs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. I jBaffSPte Burgemeester en Wethouders van GrEMEEHTEHilA D. ZAAMSLAG zullen op Vrijdag 24 December 1897, voormiddag half 10 uur, in het gemeentehuis, in het openbaar, voor den tijd van 3 jaar en ingaande 1 Januari 1898, De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat Open bar e Verga d er .ng van den Gemeenteraad is belegd tegen llondenlag tb Me ceinber tSOS, voormiddags 10 uren. Ter Neuzen, 13 December 1897. De Burgemeester voornoemd, J. A. VAN BOVEN. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter openbare kennis, dat een Ligger der wegen en voetpaden in die gemeente, opgemaakt ter vervanging van die afgekondigd in bet Provinciaal Blad n°. 97 van 18136, met de kaart van 15 dezer tot en met 13 Januan 1898 kosteloos voor een ieder ter inzage zal liggen en geraadpleegd kan worden ten gemeentehuize op elken werkdag, van des voor middags 9 tot des middags 12 uren en des namiddags vau 2 tot 5 uren, tenvijl gednrende voorschreven termijn, by den gemeenteraad bezwaren tegen den Ligger of de kaart kunnen worden ingebracht. Ter Neuzen, 13 December 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. WISKERKE, Secretaris. De voorwaarden liggen ter lezing ter gemeente- secretarie. Zaamslag, 10 December 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. BARENDREGT Az., Voorzitter. P. J. WORTMAN, Secretaris. Burgemeester en Wethouders der gemeente ZAAMSLAG brengen ter kennis van belang- hebbenden, dat overeenkomstig 1 van art. 28 juncto art. 14 van bet Reglement op de wegen en voetpaden in Zeeland, Provinciaal blad n°. 2 van 1887, gedurende een maand, en wel van 14 December 1897 tot en met 14 Januari 1898 dagelijks op de werkuren ten gemeentehuize voor ieder kosteloos ter inzage ligt een door hen, naar aanleiding van 's Raads besluit van 30 November jl. n°. 12, opgemaakt alsmede dat gedurende dien termijn 3chriftelijk bezwaren kunnen worden ingebracht bij den Raad. Zaamslag, 10 December 1897. Burgemeester en Wethouders van Zaamslag, J. BARENDREGT Az., Burgemeester. P. J. WORTMAN, Secretaris. De kansen vau het Marine-ontwerp staan voor de regeering vrij gunstig, al kan men na een eerste lezing nog slechts van een //vermoedelijken" uitslag spreken. Bij een volledige bezetting vau den Rijksdag zouden 197 stemmen vodr het ontwerp uitgebracht moeten worden. Onvoorwaardelijk zullen nu reeds voor stemmen 137, en wel 57 conservatieven, 25 vau de Rijkspartij, 49 nationaal-liberalen en 6 zoogenaamde „wilden." Uit hetgeen Dr. Lieber, de leider van het centrum, heeft gezegd de spreker ligt op het oogenblik gevaarlijk ziek mag men aannemen dat zijn partij, evenals de Welfen en de Polen, zoowel voor de uitbreiding der vloot als voor het septennaat zal stemmen, indien maar de regeering een beetje tegemoetkomend is. Bij het bovengenoemde aantal voorstemmers zouden er dan nog 120 bij komen. Er zou dus een flinke meerderheid zijn, zelfs al liepen eenige anti-semieten tot de oppositie over. Gelukkig dat Duitscbland niet op de aanneming van de wet beboeft te wacliten voor zijn zeede- monstraties. Het ongelukkige China moet dit ondervinden, en al zijn beloften van inwilliging der eischen houden prins Heinricb niet meer in Duitscbland. Trouwens het bericht, dat //al" de eischen waren ingewilligd kwam uit Engelsche, dus ietwat verdachte bron. Yerdacht, omdat Groot-Brittannie natuurlijk niets liever zou zien, dan dat de Duitsche vloot Kiautschau weer verliet. Van Duitsche zijde wordt hiertegen opgemerkt, dat de Engelschen waarscbijnlijk alle eischen van Duitschland niet kennen, en dus over de kwestie niet kunnen oordeelen. Ten tweed e ligt bij een land als China de belofte om aan eischen te voldoen soms nog zeer ver van de voldoening zelve. De Duitsche schepen zullen dus nog wel noodig zijn en de Duitschers zullen kalm den loop der zaken afwachten. De leger-hervormingsplannen, door den Britschen Minister van Oorlog, den markies van Lansdowne, ontwikkeld in diens redevoering te Edinburgh, komen op het volgende neder. Het Britsche leger, begon hij te zeggen, is iets geheel anders dan de legers van het Continent, van het overige Europa. Defensie is zijn voor- naamste taak. Daarom moet Engeland hebben 1. drie legerkorpsen voor een voldoend binnen- landsch garnizoen en om eenen mogelijken aanval af te slaan; 2. de elementen om twee verdere legerkorpsen te kunnen mobiliseeren voor een aanval buiten bet gebied der Britsche eilanden 3. de elementen om, naar de behoefte is, kleine legerafdeelingen ergens heen te zenden, zonder bepaalde leger-mobilisatie4. de elementen om de garnizoenen in Indie en de kolonien geregeld te kunnen aanvullen en ververscben. Elk bataljon dus rerklaarde de Minister verder moet op een gegeven oogenblik kunnen worden uitgebreid, en daarvoor zijn dan flink geoefende reserve-manschappen noodig. Met een zeker aantal dezer manscbappen wil de Minister nu eene overeenkomst gesloten zien, krachtens welke zij in zeker los verband tot het leger blijven, na daarin zekeren tijd te hebben gediend, zoodat steeds niet dadelijk de geheele reserve, maar slechts een deel kan en behoeft te worden opgeroepen. De Fransche Staatscourant Journal Officiel maakt nu de wet openbaar, gevolg van een bekend besluit der Kamers, waarin aan vrouwen bet recht wordt toegekend van als getuigen op te treden bij het opmaken van akten zoowel van den burgelijken stand als van anderen aard. Majoor Ravary, de leider van het nader onderzoek in de zaak-Esterhazy, verhoorde andermaal Mathieu Dreyfus, benevens kolonel Picquart. In de zaak voor het Hof van cassatie tot herstel in eer van de nadedacbtenis van Pierre Vaux, in 1852 onschuldig veroordeeld, heeft procureur-generaal Mauau Donderdag zijn requisitoir genomen. Dit strekt tot volledige rehabilitatie (van den inmiddels bezwekene) en schadeloosstelling der nabestaanden. Zeer gestreng luidde bet vonnis van den ambtenaar over de overheden, die in deze het recht hadden bediend (ook al overleden), en met groote ontroering werd speker aangehoord DOOR Onze gevangene zat in de hut tegenover de ijzeren kist waarvoor hij zoo veel ondernomen, en op welks bezit hij zoo lang gewacht had. Hij was een door de zon gebruind, onverschillig uit- zieBd persoon, met een netwerk van lijnen en rimpels over zijn mahoniekleurig gelaat, dat ge- tuigde van een zwaar leven in de open lucht. Er lag een trek op dat baaraig gelaat die hem kenmerkte als een man die een eenmaal opgevat voornemen niet licht weder liet varen. Hij kon omstreeks vijftig jaar oud zijn, want zijn zwart, krullend haar was zeer met grijs doorschoten. Terwijl hij kalm was, was zijn gelaat in geen geval terugstootend, hoewel zijn zware wenkbrauwen en breede kin hem, zooals ik had kunnen waar- nemen, als hij zich in gevaar bevond het een ver- schrikkelijke uitdrukking gaven. Hij zat nu met zijn geboeide handen op zijn rug en zijn hoofd op de borst gezonken, terwijl hij met zijne kleine schitterende oogen op de kist staarde, die de oorzaak zijner misdaden geweest was. Het scheen mij toe dat zijn uiterlijk meer leed dan toorn uit- drukte. Eenmaal keek hij mij zelfs met een eenigszins spotacbtigen blik aan. Zeg eens Jonathan Small," zei Holmes een sigaar opstekende //het spijt mij dat het hiertoe gekomen is." ,/Mij ook, sir," antwoordde bij openhartig//ik gel oof niet dat ik reden heb om op mijn onder- neming te snoeven. Maar ik geef de heilige verzekering dat ik nooit een hand tegen Mr. Sholto heb opgeheven. Het was die kleine hel- hond Tongo die een van zijne verwenschte dorens in zijn hoofd schoot. Ik had er geen deel aan, sir. Ik had er evenveel leed van alsof het een mijner bloedverwanten ware geweest. Ik ran- selde den kleinen duivel er met de streng touw voor af, maar het was gebeurd, en ik kon het niet ongedaan maken." z/Hier hebt ge een sigaar", zei Holmes //en gij deed er goed aan een teug uit mijn flesch te nemen, want ge zijt zeer nat. Hoe kondet gij verwachteu dat een zoo klein en zwak man als die zwarte, Mr. Sholto zou kunnen overmeesteren, en in bedwang houden terwijl gij langs het tonw opklomt ;/Gij schijnt er even veel van te weten, alsof gij er bij geweest waart, sir. De waarheid is dat ik de kamer ledig dacht te vinden. Ik kende de gewoonten van het huis zeer goed. Ik zal geen geheim van de zaak maken. Mijn beste ver- dediging bestaat juist in de zuivere waarheid. Welnu, indien het de oude majoor ware geweest zou ik mij er weinig om bekommerd hebben. Ik zou er eveif weinig om gegeven hebben hem te doorsteken, als deze sigaar te rooken. Maar het zou vervloekt hard zijn als ik blijde zou zijn om den dood van dien jongen Sholto, met wien ik nog nooit een kwaad woord gehad heb." z/Gij zijt de gevangene van Mr. Athelney Jones van Scottland Yai$. Hij brengt u naar mijne woning, en daar zal ik u om een trouw verhaal van de zaak verzoeken. Gij moet mij er alles van mededeelen, want als gij dit doet hoop ik je nog van dienst te kunnen wezen. Ik geloof dat ik bewijzen kan dat het vergif zoo schielijk werkt dat de man dood was voor gij de kamer bereikt hadt." „Dat was hij ook, sir. Ik ben nog nooit in mijn leven zoo geschrokken, als toen ik hem mij zag aangrijnzen met zijn hoofd op zijn schouder, toen ik het venster binnenklom. Het schokte mij geweldig, sir. Ik zou Tonga half dood geslagen hebben als hij zich niet uit de voeten had gemaakt. Dat was de oorzaak dat hij de knots en eenige van zijne dooms acht.er liet, zooals hij mij later zeide, en dat u volgens mijne meeuing ons op 't spoor brachthoewel het mijn begrip te boven gaat, hoe gij het hebt kunnen volgen. Ik draag u er geen kwaad hart om toe. Maar toch is het al zeer ongelukkig," voegde hij er met een bitteren grimlach bij //dat ik, die eerlijk deel heb aan een half millioen, de eerste helft van mijn leven heb doorgebracht met het bouwen van luchtkasteelen op de Andamans en nu alle kans heb om de andere helft in de ge- vangenis te Dartmoor door te brengen. Het was een ongeluksdag voor mij toen mijn oog voor het eerst den koopman Achmet ontmoette en met den Agra-schat te doen kreeg, die nooit anders dan onheil bracht over den man dien zij toebehoorde. Hem bracht zij moord, aan Majoor Sholto vrees en wroeging, en mij levenslange galei-straf." Op dit oogenblik stak Athelney Jones zijn breed gelaat en forsche schouders door de opening van de hut. z/Het lijkt liier wel een familie-partijtje," riep hij //ik denk dat ik dat varken wel zal wasschen, Holmes; en dat wij elkaar waarlijk geluk mogen wenschen. Het is jammer dat wij den andere niet levend in handen konden krijgenmaar wij hadden geen keus. Je moet toestemmen, Holmes In de zitting van Zaterdag der Tweede Kamer werd voortgezet de beraadslaging over de begrooting van Binnenlandsche zaken. Bij het hoofdstuk hooger onderwijs lichtte de heer Kuyper het amendement van hem en 4 leden tot weigering der aanvrage voor den 2,n hoog- leeraar in de geschiedenis aan de universiteit te Utrecht, op grond dat het aantal professoreu niet moet vermeerderd worden en de hoogleeraren in Latijn en Grieksch voor oude geschiedenis aan te wijzen. De Minister Borgesius achtte voldoende onderwijs in de geschiedenis aan de universiteit te Utrecht door 1 hoogleeraar onmogelijk en betoogde, dat het amendement belichaamt 's heeren Kuypers stelsel om, met inrichting eener volledige faculteit aan eene, de overige academien tot zuivere vak- scholen te vervormen. De oude geschiedenis kan niet worden opgedragen aan de hoogleeraren in de oude talen. De Minister overigens in de behoeften van het onderwijs zuinigheid betrachtende, verzette zich echter tegen dit amendement, tot sloopiug van het hooger-onderwijsgebouw. De heer Kerdijk, drie rijks- en een gemeente- lijke universiteiten voor ons land te veel achtend, vooral uit financieel oogpunt, wenscht in afwachting van een reorganisatie in den zin van inkrimping, geen nieuwe gelden toe te staan en heeft een overwegende bedenking tegen den post. Namens de commissie van rapporteurs adviseerde de heer Yermeulen tot aanneming van het amen dement. De heer Yan Karnebeek verdedigde de nood- zakelijkheid van een tweeden hoogleeraar in het belang van ons nationaal onderwijs. De Minister betreurde's heeren Kerdijks houding, maar staat inzake zijn wenschen ter zake van het hooger onderwijs geheel tegenover zijn politieken geestverwant. Ook de heer Drucker was voor het amendement, maar wil daardoor niet geacht worden te tornen dat je den knoop wel wat te spoedig doorhakte." z/Eind' goed al goed," zei Holmes //maar ik wist niet dat de Aurora zulk een vaart had." //Smith zegt dat zij de snelste stoomer op de rivier is, en dat, indien hij een beteren machinist had gehad, wij haar nimmer zouden hebben in- gehaald. Hij zweert dat hij niets van deze Norwood- geschiedenis afweet." z,Geen enkel woord," riep onze gevangene //ik koos zijn boot omdat ik van hare snelheid gehoord had. Wij deelden hem niets mede, maar wij betaaldeu hem goed, en hij zou nog een flinke som ontvangen, indien wij ons schip, de Esmeralda, te Gravesend in lading voor Brazilie, zouden bereiken." z/Welnu, als hij geen kwaad gedaan heeft, zullen we zorgen dat hem geen leed overkomt. Indien wij er al vlug in mogen zijn om onze lieden gevangen te nemen, zijn wij toch lang niet zoo haastig om ze te veroordeelen." Het was aardig om op te merken hoe de dwaze Jones zich op het geval verhoovaardigde. Er fipeelde dan ook een bekentenisvolle glimlach om Holmes' lippen. ,/Wij zullen terstond bij Vauxhall Bridge zijn," vervolgde Jones //waar ik u met den schat aan wal zal zetten, Dr. Watson. Ik behoef u gewis niet te zeggen, dat ik daardoor een zeer groote verantwoordelijkheid op mij neem." z/Het is zeer onregelmatigmaar, //een man een man, een woord een woord!" Mijn dienst verplicht mij echter om u een inspecteur medete geven, wijl gij zulke groote waarden bij u hebt. Gij zult zeker rijden z/Ja, ik zal een rijtuig nemen." z/Het is jammer dat er geen sleutel bij is, om eerst inventaris op te maken. Gij zult de kis^

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1897 | | pagina 1