Algemeen Nienws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaandercn. Binnenland. advertentien Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave. POLITIEK OVERZICHT. .F EUILLBTON 8) A. CONAN DOYLE. ABONNEMENT: Voor Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per post Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. Van 1. tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tw eemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Zonder veel algemeene beraadslaging slechts de heer Lacombe voerde het woord ter goedkeu- ring der tegenwoordige financieele staatkunde is de Eransche Kamer eergisteren aanstonds tot de hoofdstuksgewijze behandeling der begrooting over<*egaan. De 28 eerste hoofdstukken werden goedgekeurd. Dat belooft. In de zaak Dreyfus valt voor het oogenblik weinig nieuws te vermelden. Onze lezers vinden hieronder het een en ander medegedeeld, dat hen wellicht interesseeren zal. Scheurer-Kestner is blijkbaar aan het voorbereiden van zijn vasten greep in het wespennest. Scherp steekt bij zijn bedachtzaam dralen af de vurige taal, waarmede in l'Autorite Paul de Cassagnac op herziening van het Dreyfus-proces blijft aandringen. Nu, het is tenminste warme, oprechte taal, en een soort van Eransch, als alleen hij schrijven kan. ,/Licht verlangen wij" roept hij uit /licht, en wij zullen ons niet laten bang rnaken door het geschreeuw, het gehuil en de domme en vuile aantijgingen van hen, die Dreyfus schuldig hebben verklaard zelfs voor zij nog wisten wat hem ten laste werd gelegd. Met ongehoorde heftigheid heeft men zich in deze 't harnas aangetrokken, zoodat het moed vereischt der schare te weerstaan. Maar dien moed zal men hebben Wij behooren tot hen, wien het onrecht tegenstaat, die van partijdig- heid walgen en die het niet dulden zullen dat men een man verworgt, a] is het een Jood, zonder afdoend bewijs. En Dreyfus is veroordeeld in het duister, in een kelder. Dat is niet meer van onzen tijd, dat schreeuwt tegen de moderne be- schaving, beleedigt de menschelijkheid Wij willen niet zeggen, dat Dreyfus onschuldig is wij hopeu, voor de eer van het recht, dat hij het niet is wij wenschen het vurig. Maar hij is gevonnisd buiten alle regelen van het recht om, zonder zich te kunnen verdedigen, op onbekend gebleren papieren, en op dien grond verlangen wij het voile licht, de felle zon, geen schaduw, geen gesloten deuren Wat fluisterend in het geuiep geschiedt, heeft nooit gedeugd Aldus de strijdbare Paul, wiens vuur niet onaan- genaam aandoet. Terwijl Spanje's regeering onafgebroken het oog DOOR zij is de zal in een ,/Dat is Mrs. Bernstone," zei Sholto eenige vrouw in huis. Wacht hier, ik oogenblik terug zijn." Hij snelde op de deur toe en klopte op zijue bizondere wijze. Wij zagen dat een oude vrouw hem binnen liet en van vreugde opsprong toen zij hem zag. „0, Mr. Thaddeus, wat ben ik blijde dat gij gekomen zijt 1" riep zij herhaaldelijk. Wij hoorden haar gebabbel totdat de deur gesloten was en haar stem in een verwijderc gegons wegstierf. Onze gids had de lantaarn in ons bezit gelaten Holmes onderzocht bij het licht ervan het huis en de groote puinhoopen die er omheen lagen Miss Morstan en ik stonden naast elkander en haar hand rustte in de mijne. De liefde is toch een wonderlijk ietswant hier stonden wij die elkander voor dezen dag nog nooit gezien hadden tusschen wie nog nimmer een woord of blik van genegendheid gewisseld was, en toch zochten zich in dit uur van ongerustheid ons beider handen Later heb ik mij erover verwonderd, maar toen scheen mij het de natuurlijkste zaak der wereld en zooals zij mij dikwijls verhaalde, gevoelde ook zij zich instinctmatig ertoe gedreven om bij mij bescherming te zoeken. Zoo stonden wij dus hand in hand als twee kinderen, en ondanks al de duistere zaken die ons omringden, heerschte er vrede in onze harten. ,/Wat vreemdsoortige plaats zeide zij om zich lieen ziende. ,/Het schijnt alsof al de mollen van Eugeland moet houden op het doen van een aantal generaals in actieven dienst, die een manifestatie voorbereiden ten gunste van Weyler en van een aantal jonge officieren, die geweldig ontstemd zijn over de bevordering van een aantal kameraden, welke, naar zij meenen, onrechtvaardig is, zitten de conservatieven ook niet stil Romero Robledo heeft een redevoering gehouden, waarin hij de leden van het bestuur der conserva- tieve partij bestrijdthij sprak met grooten lof over Weyler en gelooft, dat de eenig ware staat- runde, die op Kuba moet gevolgd worden, de oorlog is. Hij is voornemens Weyler te gaan toejuichen. Een nieuwe bijeenkomst is belegd, om te protesteeren tegen de vervanging van Weyler en een partij met een programma te organiseeren. Het voornaamste punt der onderhandelingen tusschen de Yereenigde Staten en Spanje is de quaestie der vrijbuiters-expedities en de handhaving der voorschriften van het internationale recht, het een zoowel als het ander om den insurgenten alle hulp en steun van buiten te onthouden. Spanje's regeering handhaaft den tekst van haar jongste nota en de regeering te Washington is vast besloten alles te doen om Spanje te gerieven, terwijl de regeering te Madrid aan een doorzoeking der Amerikaansche schepen in voile zee niet heeft gedacht, welk doen dan ook zou moeten worden voorafgegaan door een verklaring van den staat van oorlog op Kuba. 'tis eergisteren in Oostenrijks Kamer heel kalrn toegegaan, wat Abrahamovies en Kramarz wellicht zullen toeschrijven aan hun wijs beleid alle bladen der schrijftafels waren verwijderd De vice-president Abrahamovicz keurde ten sterkste de uitdrukkingen af, die in de laatste zitting werden gebezigd en spoorde de vergadering aan een meer behoorlijken toon aan te slaan. De afgevaardigden Wellenhof, Gross en Zeller bestreden de verklaring, die de Minister van financien Zaterdag in de begrootingtcommissie heeft afgelegd en verklaarden dat de invoering van het Ausgleichsprovisorium met Hongarije kraehtens artikel 14, in strijd zou zijn met de grondwet. De afgevaardigde Hoffmann deed voorlezing van een artikel uit de officieuse Budapester Corres pondent, waarin Bilinskz, de titularis van financien hier los gelaten worden. Ik heb eens iets soort- gelijks gezien in den omtrek van Ballarat, waar de ontginners aan het werk' waren geweest." vEn om dezelfde reden," zei Holmes: //Dit zijn de sporen der schatzoekers. Gij moet bedenken dat zij er gedurende zes jaren naar gezocht hebben Geen wonder dus dat de bodem er uitziet als een grind-groeve." Op dit oogjsnblik vloog de huisdeur open en kwam Thaddeus Sholto met uitgestrekte handen en met het voorkomen van den grootsten angst en ontsteltenis op ons toeloopen. „Er is iets niet in den haak met Barthlomeus' riep hij, ffik ben bang. Mijne zenuwen kunnen dat niet doorstaan." Hij was inderdaad half dood van angst en zijn zwak gelaat, dat even uit den grooten Astrakan kraag te voorschijn kwam, geleek volkomen op dat van een banggemaakt kind. z/Komaan, naar binnen," zei Holmes op zijn korten gebiedenden toon. wJa, doe dat," smeekte Thaddeus Sholto, ,/ik gevoel mij werkelijk niet instaat om maatregelen te nemen." Wij volgden hem gezamenlijk in de kamer der huishoudster die ter linkerzijde van de gang was gelegen. De oude vrouw liep op en neer, met een onrustigen blik, maar de verschijning van Miss Morstan had een kalmeerende uitwerking op haar. //God zegene uw lief, kalrn gelaat!" riep zij, zenuwachtig snikkend //het doet mij goed u te zien. O, want ik heb heden een dag vol angst doorgebracht." Onze metgezel greep hare magere, door het werk vereelte hand en sprak op zachten, liefde- rijken toon, bemoedigenle woorden tot de oude vrouw. //Mijn meester heeft zich opgesloten, en wil mij geen antwoord geven," verklaarde zij. Den danig op zijn nummer wordt van Oostenrijk, gezet. Schonerer wilde weten wie verantwoordelijk moet worden gesteld voor 's Keizers loftuigingen aan t adres van de beide vice-presidenten voor hun beleid en moed. Om twee uur ging de zitting over in eene ge- heime (de voortzetting der zitting ran Donderdag- middag). Eunke begon een obstructie-redevoering over de aanklacht tegen het kabinet en was eergister- avond om zes uur nog aan 't woord, met den toe! eg wel om de samenkomst der begrootings- commissie om zeven uur, te verhinderen. Door den Minister van binnenlandsche zaken is aan de Gedeputeerde Staten der provincien de volgende aanschrijving gericht Volgens art. 14 der wet van 24 Mei 1897 (Stbl. n°. 156) vervallen van rechtswege met 1 Januari 1901 de plaatselijke verordeningen be- treffende de heffing van hoofdelijke omslagen en andere plaatselijke directe belastingen als bedoeld in art. 240, 3e lid, der gemeentewet. Voor de heffing dier belasting zal dan de regel gelden, nedergelegd in art. 243 dier wet, zooals dat artikel zal luiden met ingang van 1 Januari 1898, n. 1. dat zij niet meer progessief mag zijn, behoudens de uitzondering aan het slot van genoemd wets- artikel Vermeld. Bij brief van mijn ambtsvoor- ganger van 26 Juni 1.1. werd de wenschelijkheid betoogd de regeling van het gemeentelijk be- lastingstelsel reeds nu, in verband met de door de gemeente te genieten uitkeering ter hand te nemen. In hoever door gemeenten aan dezen wenk gevolg zal worden gegeven moet nader blijken, maar intusschen zou ik gaarne in staat worden gesteld om een antwoord te geven op de vraag, welken invloed de invoering van een hoof delijken omslag volgens de nieuwe regeling van art. 243 zal uitoefenen in verschillende gemeenten in uwe provincie, waar de nieuwe regeling in den hoofdelijken omslag eene aanmerkelijke wijziging zal brengen. Het zal wel onnoodig zijn u er aan te herinneren dat dit vooral die gemeenten zijn waar1°. bij ganschen dag heb ik gewacht, of ik ook iets van hem zou vernemen, want hij is gewoon zeer dikwijls alleen te blijven; maar voor een uur geleden maakte ik mij zoodanig ongerust, dat ik het waagde naar boven te gaan, en door het sleutelgat te kijken. Gij moet naar boven gaan, Mr. Thaddeus, gij moet u zelf overtuigen. Ik heb Mr. Bartholomeus Sholto gedurende tien jaren in vreugde en leed gezien, maar ik zag hem nog nooit met een gelaat als straks." Sherlock Holmes nam de lamp en ging ons voor, want Thaddeus Sholto's tanden klapperden hoorbaar. Hij was zoo zeer geschokt dat ik mijn hand door zijn arm moest steken toen hij de trap op strompelde, want zijn knieen beefden. Twee' malen haalde Holmes op de trap zijn lens uit zijn zak en onderzocht nauwkeurig enkele vlekken die mij niet anders dan stof toeleken op den kokosnoten traplooper. Hij stapte langzaam van de eene trede op de andere, terwijl hij de lamp in de laagte hield en oplettend naar links en rechts keek Miss Morstan was beneden bij de angstige huis houdster gebleven. De derde trap voerde naar een tamelijk lange gang waarin rechts een groot Indiaansch-geweven schilderstuk hing, en links drie deuren zichtbaar waren. Holmes liep die door met denzelfden langzamen en onhoorbaren stap, terwijl wij hem op den voet volgden. De derde deur was degene die wij zochten. Holmes klopte aan, zonder eenig antwoord te ontvangen, en trachtte toen de kruk om te draaien en haar open te duwen Zij was echter aan de binnenzijde met een zeer zwaren grendel gesloten, iets wat wij konden zien toen wij de lamp er vlak voor hielden. Daar de sleutel achter uit het slot genomen was, was het sleutelgat niet geheel dicht. Sherlock Holmes legde zijn oog er tegen, en richtte zich onmiddel lijk met ingehouden adem overeind. z/Hier schuilt iets duivelachtigs achter, Watson, eene sterke progressie de bestaande belasting voor een belangrijk dee! door de meest gegoede ingezetenen wordt gedragen 2°. de uitkeering uit 's rijks schatkist door de herziening van dat jaar, niet of weinig zal worden verhoogd. Het ligt in mijn plan om, zoodra ik die opgaven heb ontvangen, in die gemeenten of althans in eenige dier gemeenten een onderzoek te doen instellen loe de werking van den nieuwen hoofdelijken omslag zal zijn. Met het oog daarop zal het mij aangenaam zijn tevens van uw college te vernemen in welke der door u aangewezen gemeenten een dergelijk onderzoek tot de minste bezwaren zal aanleiding geven. Op de Staatsbegrooting voor 1899 zal door den Minister van Binnenlandsche zaken een post worden voorgesteld tot aankoop door het Rijk van het gebouw der firma Wed. J. H. C. Kakebeke te Goes, waarin thans het Rijksproefstation is gevestigd. In principe is dus besloten het proefstation te Goes te bestendigen. G. Ct. Bij Kon. besluit is Mr. W. A. van Hoek met ingang van 15 November eervol ontslagen uit zijn betrekking van waarnemend rijksadvocaat in Zeeland, onder dankbetuiging voor bewezen diensten. In het Eriesch Volksblad wordt medegedeeld eene beschikking van den Minister van Justitie, de heer Cort van der Linden, waarin deze te kennen geeft, dat naar aanleiding van het adres hem gezonden in zake de gebroeders Hoogerhuis, in deze zaak een nauwkeurig hernieuwd onderzoek is ingesteld, hetwelk geene aanleiding heeft kunnen geven tot eenige tusschenkomst van regeeringsweg# in deze. Vanwege het hoofdbestuur van den national en Zuiderzeebond zal eerlang in heel Nederland propaganda worden gemaakt ter spoedige bereiking van het doel, waarnaar die bond streeft. Het hoofdbestjiur aclit thans den tijd gekomen om het Nederlandsche volk ernstig te wijzen op het groote belang, dat het heeft bij een eventueele drooglegging der Zuiderzee. Daarom zullen vanwege het hoofdbestuur lezingen en populaire voordrachten worden gehouden in alle gemeenten van ons land. zeide hij meer opgewonden dan ik hem nog ooit gezien had. z/Wat maakt gij eruit op Ik keek door de opening en deinsde ontzet terug. De maneschijn vie! in de kamer zoodat deze schemerachtig verlicht was. Mij aanstarende en als het ware in de lucht zwevende, doordien beneden alles in de schaduw lag, hing daar een gelaat, hetzelfde als dat van onzen metgezel Thaddeus. Hetzelfde groote, glimmende hoofd, dezelfde kring van rood borstelig haar, en het zelfde bloedlooze gelaat. Maar de trekken ervan waren tot een afschuwelijken grimlach verwrongen die het geheel op een lachend doodshoofd deden gelijken. Het gezicht geleek echter zoo sprekend op dat van onzen vriend, dat ik naar hem omkeek om mij te overtuigen of hij inderdaad nog bij ons was. Toen herinnerde ik mij plotseling dat hij ons gezegd had, dat hij en zijnbroeder tweelingen waren. ,/Dat is verschrikkelijk zeide ik tot Holmes, z/wat staat ons te doen ,/De deur moet geopend worden," antwo'ordde hij en dit zeggende wierp hij zich met al zijn kracht er tegen. Zij kraakte en dreunde doch week niet. Nu duwden wij haar te zamen met alle inspanning naar binnen, en ten slotte vloog zii open en stonden wij in de kamer van Bartholomeus Sholto. Deze kamer scheen tot een chemisch laboratorium te zijn ingericht. Er stond een dubbele rij van gesloten glazen, flesschen en potten op een plank tegenover de deur en de tafel was beladen met spiritus-lampen, toetssteenen en retoten. In een hoek stonden ontvlochten kruiken met scherpe zuren. Een daarvan scheen gebarsten of gebroken te zijn, want er was een donkerkleurig vocht uit gelekt en de lucht was vervuld met een buiten- gewoon scherpen, teerachtigen reuk. Aan eene zijde der kamer waren eenige treden aangebracht voor een ladder, en daarboven bevond zich een

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1897 | | pagina 1