BIJVOEGSEL Tsr KcuzGnschs Courant Zaterdag 6 November 1897. No. 3532. Gemengde berichten. BURGERL1JKE STAND. 1 Uit Ostende ineldt men, dat men er daar over denkt de haringvangst te hervatten. Een Vlaardingsch reeder moet aan de handelsvereeniging in Ostende geschreven hebben, dat hij bereid was twee haringloggers te bouwen, als de regeering zijn onderneming wilde subsidieeren. De handels vereeniging beeft besloten het voorstel bij den minister te ondersteunen. Auguste Jean de Bourbon, afstammeling van NaundorfF, die beweerde dat hi] dauphin Lodewijk XV \L was, gaat huwen. Gelijk men weet, heeft Auguste Jean de Bourbon met prins Charles het kroonpretendentschap tijdelijk verwisseld met een wijnhandel in den Midi. Hij zendt merkwaardige circulaires omtrent zijn zaak rond, waarin hij niet onaardig met zijn hooge af komst reclame weet te maken. De firma teekent als *uw vorsten en uw vrienden." Dat de brandspuit in Indie gebruikt is geworden bij het doopen van Amboineezen is vaak genoeg aan onze Indiers verweten, maar dat nu de brandspuit in vaderlandsche kazernes gebruikt wordt om soldaten te baden, is een nieuwtje waarmede ons leger misschien zelf de Pruisen vbdr is. Volgens de Locomotief wordt het instrument gebruikt om een tiental zich gezamenlijk ontkleed hebbende manschappen eerst goed nat te spuiteu en nadat zij zich ingezeept hebben opnieuw een douche te geven. Het gewenschte resultaat, betere lichaamsreiniging dan bij afzonderlijk baden, zou hiermede verkregen worden. Maar dat pleit dan niet voor den reinheidszin onzer landsverdedigers en als dan nog als voordeel van den maatregel gemeld wordt waterbesparing, krijgt men daar een treurig idee van de z. g. Hollandsche zindelijkheid. De bekende Amerikaansche millionair Van- derbilt heeft zijn kleinzoon, een jeugdigen hertog van Marlborough, bij den doop als peetgeschenk een wisseltje van 2,500,000 gegeven. //Een zakcentje voor mijn kleinzoon" stond er op. Gemeenteraad van Ter Neuzen. ZEETUDINGEN. Van 3 tot en met 4 Not. Van 3 tot en met 4 Nov. werden langs de Oostsluizen alhier 32 binnenvaartuigen op- en 29 afgeschutdoor de Westsl. op- 6 en 1 afgeschut. VA.N DU VAN Vergadering van Donderdag 4 November 1897. Voorzitter de heer J. A. van Boven. Aanwezig alle leden, met uitzondering van den heer Van den Hoek, die heeft kennis gegeven wegens ambtsbezigheden afwezig te moeten zijn. Na opening der vergadering worden de notulen van de vorige gelezen, voor zoover deze zijn opgemaakt, en goed- gekeurd. Verschillende leden maken opmerking over de in]de raadzaal heerschende koude, naar aanleiding waarvan de heer Moes voorstelt de kachel evenals het vorig jaar weder in het midden der zaal te plaatsen, waartoe wordt besloten. 1, Vaststelling instructie gemeente-secretaris. De Voorzitter geeft lezing van de door Burg, en Weth. voorgestelde instructie, die artikelsgewijze wordt behandeld. Na breedvoerige bespreking wordt de voorgestelde in structie, op enkele punten volgens voorstellen uit den boezem der vergadering gewijzigd,met algemeenestemmen aangenomen. In art. 1 wordt omschreven welke personen, college's of commission door den secretaris zullen worden bijgestaan. Verder wordt bepaald dat een verlof van minder dan 3 dagen kan worden verleend door den Burgemeester, van 3 tot 8 dagen door Burg, en Weth. en van langer dan 8 dagen door den Raad. Als tijden waarop de secretaris ter secretarie moet te spreken zijn voor het publiek wordt bepaald 'svoorm. van 912 en 's namiddags van 25 ureverder moet hij daar nog werk- zaam zijn van half 6 tot 7 ure. Behalve de betrekkingen door de gemeentewet onvereenig- baar verklaard met de betrekking van secretaris, mag hij geene andere betrekkingen vervullen dan met goedkeuring van den Raad en hij moet zich onthouden van werkzaamheden, die Burg, en Weth. tegen het belang van den dienst achten. Hij zal derhalve ingevolge de bepaling van art. 99, in ver- band met art. 63 der gemeentewet zich onthouden van zaak- waarnemerij. Als laatste artikel wordt aan het voorstel toegevoegd dat de instructie ten alien tijde door den Raad kan worden herzien. 2. Benocming Gemeente-Secretaris. De waarnemende secretaris, de heer Wiskerke, verlaat de vergadering. De Voorzitter doet mededeeling van de door Burg, en Weth. opgemaakte lijst van aanbeveling waarop voorkomen de heeren Chr. F. Klaar, adjunct-commies ter secretarie te Dordrecht en Jb Fraij, gediplomeerd ambtenaar ter secretarie te Helder. De heer De Feijter had liever gezien dat deze lijst van aanbeveling vroeger ter kennis van de leden was gebracht ze hebben thans geen gelegenheid meer om informatie's in te stellen. De Voorzitter merkt op dat de lijst der sollicitanten steeds voor de leden heeft ter inzage gelegen, waaraan de heer Van IJsselsteijn toevoegt dat daarvan door een drietal leden ook gebruik gemaakt is. De heer Wieland kan zich niet herinneren dat er van het ter inzage liggen sprake is geweest. Hij althans heeft daar van dan niets geweten. De Voorzitter doet nog mededeeling van de volgende memorie van toelichting op de aanbevelingslijst Volgens art. 95 der Gemeentewet wordt de Secretaris door den Raad benoemd, die eene aanbeveling van twee personen, door Burg, en Weth. in te dienen, ontvangt. Het zal u bekend zijn dat voor de thans vacante betrekking nog 27 sollicitanten zijn. Onnoodig u te zeggen, hoe moeilijk het Burg, en Weth. was, daaruit een aanbeveling van twee personen aan u te doen. Alle omstandigheden in aanmerking genomen, kwam het Burg, en Weth. wenschelijk voor, in het belang der gemeente te handelen, door op die aanbeveling te plaatsen jonge krachten, op de hoogte ran staats- en gemeenterecht, zoowel theoretisch als praktisch, daar deze hier ten eenenmale ontbreken. Jaren lang bestaande toestanden moeten verbeterd worden, en hoe kan dit beter geschieden dan door het benoemen van iemand vreemd daaraan. Burg, en Weth. hebben met zorg alle stukken en aanbe- velingen der sollicitanten gelezen, zij hebben inlichtingen gevraagd omtrent hun het meest geschikt voorkomende per sonen bij autoriteiten, niets met de gemeente-administratie te maken hebbende, en het resultaat van dit alles is, dat zij u aanbevelen de heeren C. F. Klaar te Dordrecht en J. Fraij te Helder. Een woord van lof mag bij deze niet achterwege blijven voor den waarnemenden secretaris, die met ijver zijne taak heeft vervuld. Hij is een goed ambtenaar en daarom spijt het Burg, en Weth. dat zij hem toch niet hebben kunnen aanbevelen, doch alleen om zijn leeftijd. Jonge krachten zijn ten zeerste noodig, waar de werkzaamheden steeds vermeerdereii en onze Burgemeester toch ook al de eerste jeugd voorbij is. Mocht uwe vergadering zich met onze beschouwingen in deze vereenigen, het zoude ons aangenaam zijn. Is zij van eene andere meening, dan zal de overtuiging dat wij onzen plicht gedaan hebben, en alleen het gemeentebelang op het oog hadden, ons genoeg zijn." De heer De Koeijer meent dat de Raad toch ook buiten die lijst mag gaan. De Voorzitter zegt dat het Dag. Best, alle omstandigheden in aanmerking nemende, jonge krachten meende te moeten aanbevelen, op de hoogte van staats- en gemeenterecht, zoowel theoretisch als practisch, die hier ten eenemale ontbreken. Of dit laatste waar is kan hij niet bevestigen. De heer Dees vraagt of het Dag. Best, in deze homogeen is. De VoorzitterNeen. De heer Dees meent dat het dan ook voor den Raad gemakkelijk is om te handelen, daar zij hierin een vinger- wijzing kan zien. De heer Van der Moer acht het moeilijk om verdiensten van ambtenaren in het openbaar te gaan bespreken, en vraagt of het niet wenschelijk zou zijn in comite-generaal over te gaan. Daartoe wordt besloten. Na het weder openbaar worden der zitting wordt tot stemming overgegaan, waarvan de uitslag is dat met 9 van de 12 uitgebrachte stemmen wordt benoemd tot gemeente- secretaris de heer J. Wiskerke, griffier ter secretarie alhier. De heer Klaar verkreeg 2 en de heer W. S. J. Dieleman te Hoek 1 stem. De heer Wiskerke komt hierna op uitnoodiging van den Voorzitter ter vergadering. De Voorzitter deelt den heer Wiskerke mede, dat hij door den Raad met 9 stemmen is benoemd tot secretaris. Hij wenscht hem daarmede hartelijk geluk en hoopt of liever vertrouwt, dat hij zijn erkentelijkheid voor dit geschonken blijk van vertrouwen zal toonen door het betrachten van grooten ijver en groote werkzaamheid. De heer Wiskerke dankt den Voorzitter voor de hartelijke woorden en den Raad voor het in hem gestelde vertrouwen. Op uitnoodiging van den Voorzitter legt hij daarna de vereischte eeden af. 3. Hangende zaak, brief en teekening M. van den Hoek omtrent regaling Markt. Wordt wegens afwezigheid van den heer Van den Hoek aangehouden. 4. Voorstel mjziging en aanvulling verordening lager onderwijs (herhalingsonderwijs De Voorzitter deelt mede, dat hieromtrent een uitvoerigen brief van den districts-schoolopziener is ingekomen en stelt voor de zaak nog aan te houden, teneinde de leden in de gelegenheid te stellen daarvan kennis te nemen. De heer Van der Moer heeft den brief gelezen en hem is daaruit geblekon, dat er bij den districts-schoolopziener geen wettelijke bezwaren tegen het voorstel bestaan. De Voorzitter heeft inlichtingen ingewonnen omtrent het herhalingsonderwijs en uit de overgelegde staat van kinderen blijkt, dat er nu al 24 aan daelnemendit zijn werkelijk kinderen die er aan kunnen deelnemen, de jongste zijn 13 jaar. De heer Moes meent dat het voorstel-Van der Moer nog aanvulling zou behoeven. Daarin is een minimum belooning aangegeven, maar spreker zou wenschen dat er ook een maximum belooning in bepaald werd. De heer Wieland had voor zich hetzelfde denkbeeld ge maakt, al was het dat men 't op honderd gulden bepaalde. De Voorzitter wijst er op, dat als er veel kinderen komen, het hoofd voor het geven van goed onderwijs ook hulp noodig heeft, en dat het voorstel ook bepaalt dat aan onder- wijzers, die hem daarin bijstaan, een gedeelte der belooning moet worden uitgekeerd. De heer Van der Moer denkt niet dat het aantal kinderen nog veel zal toenemen, maar vindt evenwel hoe meer deelname hoe beter. De heer Moes stemt dit toe, maar wil toch een grens stellen, desnoods nog hooger als f 100. De heer Wieland Maar men moet toch een basis hebben. De Voorzitter acht het van groot belang dat er deugdelijk onderwijs gegeven wordt De heer Van der Moer: Maar de leerlingen moeten er ook prijs op stellen. Besloten wordt het voorstel nog aan te houden. 5. Adres aan den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheidbetrekkelijk bruggen over kanaal. De Voorzitter herinnert dat de Raad in de vorige verga dering aan het Dag. Best, heeft opgedragen dit adres te redigeeren en zoo spoedig mogelijk te verzenden. Het adres is dan ook opgemaakt. Verder was opgedragen om over die zaak met den ingenieur van den Rijks-waterstaat te confereeren, wat ook is geschied, en naar aanleiding van welke conferentie het Dag. Best, het dienstig oordeelde het verzenden van het adres nog uit te stellen, ten einde eerst den Raad nog eens te raadplegen. Door den ingenieur werd medegedeeld dat de op 650 M. van de sluis over den nieuwen kanaalarm geprojecteerde brng niet kan vervallen, met het oog op de belangen van het verkeer voor een groot deel van de bewoners aan die kanten, uit Sas van Gent enz., en hij zeide voorts dat er ook een adres door tal van personen onderteekend aan den Minister is verzonden, waarin dringend wordt verzocht die brug daar in ieder geval te behouden. Op de kaart toonde de ingenieur ook duidelijk aan dat die brug voor een groot gedeelte der streek noodig is, dus zegt spreker wat kan men dan zeggen Het maken van een brug over de sluis, dus een tweede brug voor voertuigen op zoo korten afstand, daartoe zou men volgens mededeeling van den ingenieur nooit overgaan, terwijl ook de met Belgie gesloten conventie zich daartegen verzet. Daarin wordt bepaald dat een brug zal gelegd worden over het kanaal dat de sluis met het oude kanaal zal ver- binden, de plaats aan te wjjzen door de Nederlandsche Regeering. In deze getroffen regeling wordt dus niet ge- sproken van een brug over de sluis. Dit bezwaar acht spreker evenwel minder groot en niet overwegend. Om echter tegemoet te komen aan het bez-vaar dat de bewoners van het Boerengat en achterliggende streken, die met groentekarren en kruiwagens naar hier komen, een grooten omweg zouden moeten maken, daar over de sluis alleen een voetbrug komt, zal bij de sluis een pontje worden gegeven voor het overzetten van personen met kleine karretjes. De ontworpen brug, die op een zeer algemeen punt van verkeer komt te leggen, kan daar niet wegblijven. Wat nu de vraag betreft om een brug tegenover de Zeve- naarsche straat, daartegen zal door Belgie wel bezwaar ge maakt worden, omdai daarvan in de gesloten verbintenis niet gesproken wordt. Daarentegen bestaat het voornemen om aan de Blikstraat een groote pont voor rij- en voertuigen te geven. Deze zou ook evengoed kunnen worden gelegd bij de aansluiting van den Zevenaarpolder als daarom wordt gevraagd. Wat ten slotte de brug voor gewoon verkeer te Sluiskil betreft, waaromtrent het voornemen bestaat deze verderop te leggen, wanneer er om verzocht wordt zal er wel geneigdheid bestaan te Sluiskil evenzeer een pontje voor kleine karretjes enz. te geven. Uit deze mededeelingen trekt de Voorzitter de conclusie dat zoo goed mogelijk in de eischen van het verkeer wordt voorzien. Als voorbeeld van verbinding met een pontveer noemt hij het veer over den Eendracht, (de verbinding van Tholen met Noord-Brabant), dat spreker sinds 32 jaar meer- malen heeft gepasseerd. De menschen hebben daar geen andere verbinding, voetgangers, paarden eu voertuigen, alles moet daar met een pont worden overgebracht. Bij stormweer of ijsgang doen zich wel eens ongelukken voor, bezwaren waarvan men op 't kanaal geen last zal hebben. Het tarief voor het overzetten is daar ook duur, 7i cent per persoon voor denmaal overvaren, voor paarden enz. nog meer, terwijl men daarentegen hier alles gratis krijgt. De heer Moes meent, dat het Dag. Best, den Raad in deze zaak niet heeft begrepen, de zaak is althans niet zoo uitge- voerd als hij het bedoelt heeft. De Raad heeft tot het zenden van een adres de opdracht gegeven en tevens om er den ingenieur mede in kennis te stellen en zijn medewerking te verzoeken. Spreker maakt bezwaar tegen een pont. Hij gelooft niet, dat de Belgische Regeering bezwaar zou maken tegen het leggen van een brug over de sluis, daar het alleen hare bedoeling is geene belemmering voor de scheepvaart daar te stellen, wat dan daardoor ook niet geschiedt. De heer Van IJsselsteijn deelt mede dat de Voorzitter nog wat heeft vergeten, waarop de ingenieur ook gewezen heeft. Die groote pont kost ook wel geld, maar toch niet in ver- houding van hetgeen een brug aan de Zevenaarsche straat zou kosten, omdat die pneumatisch zou moeten worden ge maakt en een uitgaaf zou vorderen van 2£ h 3 ton, wat Belgie nooit zal toestaan. De heer Moes heeft ook wel begrepen dat Belgie die brug aan de Zevenaar nooit voor zijne rekening zou nemen, maar het is van groot b dang voor het verkeer dat daar een brug komt. De ontworpen brug zou beter over de sluis kunnen worden gelegd want de adressanten die op het adres daartegen hebben geteekend, verkeeren in de meening, dat de naar de thans geprojecteerde brug ontworpen weg zou vervallen, wat spreker echter zegt dat niet het geval is, en waardoor zij vreezen dan een grooten omweg te zullen moeten maken om Ter Neuzen te bereiken. De Voorzitter herinnert dat de Raad indertijd een adres aaD den Minister van Waterstaat enz. heeft gericht waarin verzocht werd om een pontveer ter plaatse waar men thans een brug wenscht. Hij geeft lezing van het destijds verzonden adres, waarop als antwoord werd ontvangen de mededeeling dat de Minister wel genegen was daar een pontveer te maken, indien Ter Neuzen en Zaamslag daaraan een bijdrage ver- leenden. Daar men hiertoe niet wilde overgaan is het op niets nitgeloopen. Verder leest de Voorzitter het door het Dag. Best, ontworpen adres en voegt er aan toe dat de ingenieur zeer minzaam en bereidwillig was met het geven van inlichtingen en uitvoerig een en ander besprak. De heer Dees vindt het zeer aangenaam dat omtrent een en ander dergelijke inlichtingen worden gegeven. Hij is echter van meening dat een pontveer niet afdoende in de verbinding kan voorzien. Wat zal men bijvoorbeeld bij vriezend weer met een pont doen. En daar de brug te Sluiskil nog achteruit gelegd wordt, wordt de afstand van de te leggen bruggen, waarover men het kanaal kan passeeren, nog grooter dan zij thans is. De heer De Koeijer stemt daarmede in er bij voegende dat met vriezend weer het kanaal dadelljk dicht legt. De heer Van IJsselsteijn voert hiertegen aan dat het kanaal door de vaart steeds openblijft. De heer Dees wijst op de ondervinding met het thans be staande overzetveer, dat is maar een gewone bak, doch zoodra het maar een beetje vriest kan men daarmee ook niet meer overzetten. De Voorzitter vraagt of men daarmede, als men 't eens wilde doorzetten, niet zou kunnen overzetten en of niet een geul in het ijs zou kunnen open gehouden worden. De heer De Koeijer antwoordt, dat die telkens dicht zou zijn na het passeeren van een boot en die komen er ieder oogenblik door. Ook door 't drijfijs zou men geen open water kunnen houden. De heer Moes herhaalt dat het Dag. Best, den Raad niet schijnt begrepen te hebben. Ann haar is opgedragen het verzenden van het adres, o. m. vragende het maken van een brug over de Zevenaarsche straat en tevens om er met den inge nieur over te spreken, doch zijn medewerking voor het daarin gevraagde in te roepen. De heer Van der Moer merkt op, dat er volgens de con ventie een brug moet komen over de verbinding van het tegenwoordige kanaal met de sluis. De heer Moes ziet in die bepaling geen bezwaar voor het maken van de brug over de sluis. Br is niet bepaald dat zalks niet mag. De Voorzitter wijst er nogmaals op, dat de brug aan 't eind van het verbindingskanaal niet kan vervallen, uit hoofde de vele daarbij betrokken belangen. De heer Moes is van meening dat het door velen tegen het vervallen van die brug geopperde bezwaar alleen voort- spruit uit het idee dat het nieuw door Vlooswijk ontworpen wegje daarheen zal vervallen en dat ze dan een grooter omweg zullen moeten maken, om aan 't nieuwe kanaal te komen. Hij kan wel zeggen dat zulks niet 't geval zal zijn. De Voorzitter wijst op het verkeer van Sas van Gent enz., dat van grooten omvang is. Die zullen dan een omweg moeten maken om Ter Neuzen te bereiken. De heer Moes zegt dat dit niet veel zal uitmaken. De heer Wieland is ook van die meening en wijst er op dat de voerlieden liever niet met hun paarden langs het gefluit der booten komen en dus, wanneer ze aan de Zevenaar kunnen oversteken, langs den anderen kant naar Ter Neuzen komen. De Voorzitter zegt dat die weg is uitgemeten maar dat de weg dan veel langer wordt dan langs het kanaal. De heer Dees verklaart dat de brug over het nieuwe kanaal zou kunnen vervallen als de brug ter aangegeven plaatse over het oude kanaal kwam. Dit zou een groot voordeel geven omdat de landbouwers met hunne producten dadelijk bij het station Ter Neuzen zouden zijn. De heer Moes ziet de oorzaak van het hiertegen door meer genoemde personen aangevoerde bezwaar alleen in hun meening over het wegje. Hij heeft echter bezwaar om daarover in 't bizonder in openbare zitting uit te weiden, waarom hij voorstelt deze te schorsen, waartoe wordt besloten. In de geheime zitting is besloten tot verzending van het adres zooals het door Burg en Weth. is geformuleerd. G. Ingekomen stukken. Nadat de zitting weder openbaar is geworden doet de Voor zitter mededeeling van een adres van P. A. de Bijk, waarin deze te kennen heeft het als neringdoende hard te verant- woorden te hebben. Dat hij niet evenals andere herbergiers in de gelegenheid is om met kermis of hoogdagen te verdienen en volgens de belasting op de openbare vermakelijkheden be- lasting moet betalen als hij 's Zondags dansmuziek laat maken, welke belasting reeds Vrijdags moet worden betaald. Komen er dan door ongunstig weer geen liefhebbers, is hij zijn be lasting kwijt, terwijl op andere tijden, als hij geen vergunning gehaald heeft er liefhebbers van dansmuziek komen. Redenen waarom hij den Raad verzoekt hem hierin te willen tegemoet- komen door wijziging der verordening teneinde ook wat te kunnen verdienen. Op voorstel van het Dag. Best, wordt dit verzoek met alge meene stemmen afgewezen. De heer Van der Hooft verlaat de vergadering. Hierna geeft de Voorzitter lezing van een adres van den heer Nieveen, ondernemer van stoombooten te Lemmer. Deze wenscht een stoombootdienst in het lei en te roepen tusschen Ter Neuzen en Hoedekenskerke en in aansluiting met den dienst een stoomtram aan te leggen van Hoedekenskerke over 's Gra- venpolder en Goes naar het Katsche Veer. Dit plan zou eene aan alle billijke eischen voldoende verbinding daarstellen tusschen deze streken en het Hollandsche spoorwegnet, waarvan ook vele sneltreinen te Goes stoppen. Hij verzoekt den Raad zijne pogingen krachtig te willen ondersteunen. De heer Van der Moer acht het een goed idee en uitstekende verbinding. De heer Wieland zou het beter achten dat Ellewoutsdijk als aanlegplaats werd genomen en dan van daar een stoomtram naar Goes. Dat is meer in 't midden van 't eiland. De waarde der omliggende landerijen zouden daardoor veel stijgen, wel 3a/ 400 per hectare, en Ellewoutsdijk ligt ook veel korter bjj deze plaats. De Voorzitter merkt op, dat men altijd een grooten omweg moest maken our Ellewoutsdijk te bereiken. Dan is er een tijd gekomen dat er een geul ontstond waardoor men dwars kon oversteken, maar deze doorvaart wordt ook weer ondieper. Hem is zelfs medegedeeld dat de Prov. boot er met laag water over 't zand schuurde. Dit is hem door't personeel zelf gezegd. De heer Van IJsselsteijn Daar kan je niet te veel op aan want van de boot zijn ze tegen die doorvaart. De heer Wieland vond het beter dat de 130,000 door Ged. Staten voor een nieuwe boot aangevraagd besteed werden aan een veer zooals hij aangaf. De heer Van der Moer voegt daaraan toe dat we dan mis schien Vlissingen niet meer noodig hadden. De heer Moes waarschuwt tegen dat denkbeeld, men moet omzichtig te werk gaan en bedenken dat 't verkeer nu eenmaal over Vlissingen gaat. De heer Wieland meent dat, al moet men naar Ellewoutsdijk eens wat omvaren, het dan toch nog niet zoover is. De Voorzitter meent dat Hoedekenskerke een betere ligplaats biedt, waartegen wordt aangevoerd dat het toch altijd bezwaarlijk zal blijven om den steiger te Hoedekenskerke bij nacht voor ligplaats van een boot te nemen. Op voorstel van den Voorzitter wordt het schrijven voor kennisgeving aangenomen. Wegens het gevorderde uur wordt ook de behandeling van het ziekenhuis aangehouden. Nog doet de Voorzitter mededeeling van een schrijven van den Commissaris der Koningin in Zeeland, waarin deze mede- deelt dat niet kan worden voldaan aan het verzoek van den Raad om het te Borssele ingescheept wordende vee vanwege de Provincie te laten keuren. Het keuren van ter uitvoering naar Belgie bestemd vee toch, is een zaak van het Rijk. De Voorzitter voegt daaraan toe dat de Raad dus zou kunnen besluiten om het vee hier bij aankomst te keuren, doch op eigen kosten. Hiertoe schijnen de leden niet geneigd. De heer Dees zou het wel noodzakelijk achten, want bij de laatste aanvoer waren er weer 4 beesten, die hem, als leek, verdacht voorkwamen. Men is zoodoende niet meer gewaarborgd dat men van besmetting verschoond blijft. De heer Van der Moer merkt op dat het mond- en klauw- zeer overal heerscht. De Voorzitter deelt mede een van den Minister van Binnenl. zaken ontvangen beschikking waarbij verschillende maatre- gelen van de wet op de besmettelijke veeziekten, voor een groot gedeelte van Zeeland echter niet voor deze omge- ving worden buiten werking gesteld. De heer Moes oppert het denkbeeld of het niet wenschelijk aou zijn, dat het vee, dat bij de a. s. jaarmarkt wordt aangevoerd, evenals in Axel, werd gekeurd. De Voorzitter is van meening, dat de veearts uit Axel daarvoor toch komt. Bauwens kwam tenminste altijd en hij gelooft dat het ook de plicht van den veearts is. Anderen betwijfelen dit en vragen of Bauwens ambtshalve kwam dan wel als belangstellende. Nadat nog eenige be zwaren tegen het denkbeeld zijn geopperd, stelt de heer Moes voor 't maar te laten rusten, waartoe wordt besloten. Niemand meer 't woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Hoist. Huwelijks-aangiften. 8 Oct. Karel Christiaan Weegenhausen, oud 26 jjm. en Philomena Verschuren, oud 22 j jd. Geboorten. 24 Oct. Karel Christianus, z. van Johannes Franciscus de Bruijn en van Clarisse Weegenhausen. 25 Oct. Alouisius, z. van Alouisius Crombeen en van Wilhelmina Koemans. 26 Oct. Maria Mathilda Cornelia, d. van Ludo- vicus Boel en van Amelia Petronella Wesemael. Overlijden. 18 Oct. Maria Clemence Verbist, oud 2 j., d. van Johannes en van Apollonia van Goethem. 19 Oct. Henderika Vonck, oud 59 j., d. van Gregorius en van Anna Catharina Picavet. 27 Oct. Carolus Josephus Aloysius Wauters, oud 18 j., z. van Alexander en van Dina van der Vlies. Josephus Vlijminck, oud 71 j., z. van Victor en van Sophia Lidsemeir. 31 Oct. Catharina Jeannette de Wolf, oud 1 m., d. van Bruno en van Cornelia de Wagter. Hontenisse. Huwelijks-aangiften. 28 Oct. Herma nns Klaassen (van Zaamslag), oud 31 j., jm. en Maria Catharina Franse, oud 26 j., jd. Huwelijks-voltrekkingen. 26 Oct. Jan Baptist Verschuren (van Dordrecht), oud 25 j., jm. en Adriana Martina van Leeuwen, oud 24 j., jd. Geboorten 18 Oct. Petrus Ludovicus, z. van Jan Bap tist Weesepoel en van Rozalia Burm. 22 Oct. Maria Philo mena, d. ran Alphonsus van Goethem en van Elisabeth Kints. 25 Oct. Rosalia, d. van Johannes van Geersdaele en van Paulina Eggermont. Overlijden. 18 Oct, Petrus Baart, oud 1 m., z. van Petrus en van Johanna van Laar. 20 Oct. Petronella van Esbroeck. oud 66 j., wed. van Jan Francies Kriekaart. 30 Oct. Fran- cies Crombeen, oud 72 j., echtg. van Apolonia Laffeber. 31 Oct. Paulina Serrarens, oud 12 j., d. van Pieter en van Cornelia Janssens (overl.) Overslag, In deze gemeente hebben geene aangiften plaats gehad. S»s van Kent. In deze gemeente hebben geene aangiften plaats gehad. Sint Junsteen. Geboorten. 19 Oct. Rosalia, d. van Augustinus Slock en van Johanna Franeiesca de Mayer. 23 Oct. Augustinus, z. van Aloysius Franciescus ran Duijse en van Paulina van de Voorde. 30 Oct. Johannes Antonius, z. van Leopoldus van Hoey en van Clementina de Saegher. Overlijden. 16 Oct. Alphonsius Beaurain, oud 7 m., z. van Augustus en van Isabella Crombeen. 17 Oct. Een als levenloos aangegeven kind van het vrouw. geslacht van Joannes Franciscus Aben en van Augusta Rosalie de Vos. 25 Oct. Alouisius de Fijn, oud 4 m., z. van Philomena Maria de Fijn. Camillus Maas, oud 4 m., z. van Cornelis Franciscus en van Nathalia Want. 3 Q VLAG. NAAM. M». Van en aaar. Lading. Voor Ter feuzeni 3 Eng. s.s. Abertawe 3886 Bilbao minerie idem Skinningrove 1459 Skinningrove ijzer 4 Noor. s.s. Ring 2824 Sundsvall bout Eng. s.s. Hailing 2199 Londen stukg. Von Ter leuien i 3 Noor. s.s. Bjorn 1494 Grangemouth ledig Eng. s.s. Ann Webster 2241 Londen stukg. Voor Grent t 8 Eng. s.s. Ibis 3024 Manchester stukg. idem Sea Gull 2100 Londen idena idem Don 2658 Gools idem 4 Zweed. s.s. Gavalia 1438 Gefle hout Duits. s.s. Minna 2727 Dantzig idem Eug. s.s. Faraday 2525 New-Castle stukg. Deens. s.s. Kamma 4285 Riga hout Van (wentt 3 Eng. s.s. Altona 1901 Goole stukg. idem Antiquari 2915 Leith idem idem Sea Bells 2152 Londen idem idem Celynen 4283 Burntisland ledig 4 Noor. brik Gambetta 722 Christiansand ballast Eng. s.s. Egret 3492 Antwerpen stukg.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1897 | | pagina 5