BIJVOEGSEL
Tsr KcuzGnschs Courant
Zaterdag 6 November 1897. No. 3532.
Gemengde berichten.
BURGERL1JKE STAND.
1
Uit Ostende ineldt men, dat men er daar
over denkt de haringvangst te hervatten. Een
Vlaardingsch reeder moet aan de handelsvereeniging
in Ostende geschreven hebben, dat hij bereid was
twee haringloggers te bouwen, als de regeering
zijn onderneming wilde subsidieeren. De handels
vereeniging beeft besloten het voorstel bij den
minister te ondersteunen.
Auguste Jean de Bourbon, afstammeling
van NaundorfF, die beweerde dat hi] dauphin
Lodewijk XV \L was, gaat huwen.
Gelijk men weet, heeft Auguste Jean de Bourbon
met prins Charles het kroonpretendentschap tijdelijk
verwisseld met een wijnhandel in den Midi. Hij
zendt merkwaardige circulaires omtrent zijn zaak
rond, waarin hij niet onaardig met zijn hooge
af komst reclame weet te maken. De firma teekent
als *uw vorsten en uw vrienden."
Dat de brandspuit in Indie gebruikt is
geworden bij het doopen van Amboineezen is vaak
genoeg aan onze Indiers verweten, maar dat nu
de brandspuit in vaderlandsche kazernes gebruikt
wordt om soldaten te baden, is een nieuwtje
waarmede ons leger misschien zelf de Pruisen
vbdr is.
Volgens de Locomotief wordt het instrument
gebruikt om een tiental zich gezamenlijk ontkleed
hebbende manschappen eerst goed nat te spuiteu
en nadat zij zich ingezeept hebben opnieuw een
douche te geven. Het gewenschte resultaat, betere
lichaamsreiniging dan bij afzonderlijk baden, zou
hiermede verkregen worden. Maar dat pleit dan
niet voor den reinheidszin onzer landsverdedigers
en als dan nog als voordeel van den maatregel
gemeld wordt waterbesparing, krijgt men daar
een treurig idee van de z. g. Hollandsche
zindelijkheid.
De bekende Amerikaansche millionair Van-
derbilt heeft zijn kleinzoon, een jeugdigen hertog
van Marlborough, bij den doop als peetgeschenk
een wisseltje van 2,500,000 gegeven. //Een
zakcentje voor mijn kleinzoon" stond er op.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
ZEETUDINGEN.
Van 3 tot en met 4 Not.
Van 3 tot en met 4 Nov. werden langs de
Oostsluizen alhier 32 binnenvaartuigen op- en 29
afgeschutdoor de Westsl. op- 6 en 1 afgeschut.
VA.N DU
VAN
Vergadering van Donderdag 4 November 1897.
Voorzitter de heer J. A. van Boven.
Aanwezig alle leden, met uitzondering van den heer Van
den Hoek, die heeft kennis gegeven wegens ambtsbezigheden
afwezig te moeten zijn.
Na opening der vergadering worden de notulen van de
vorige gelezen, voor zoover deze zijn opgemaakt, en goed-
gekeurd.
Verschillende leden maken opmerking over de in]de raadzaal
heerschende koude, naar aanleiding waarvan de heer Moes
voorstelt de kachel evenals het vorig jaar weder in het midden
der zaal te plaatsen, waartoe wordt besloten.
1, Vaststelling instructie gemeente-secretaris.
De Voorzitter geeft lezing van de door Burg, en Weth.
voorgestelde instructie, die artikelsgewijze wordt behandeld.
Na breedvoerige bespreking wordt de voorgestelde in
structie, op enkele punten volgens voorstellen uit den boezem
der vergadering gewijzigd,met algemeenestemmen aangenomen.
In art. 1 wordt omschreven welke personen, college's of
commission door den secretaris zullen worden bijgestaan.
Verder wordt bepaald dat een verlof van minder dan 3
dagen kan worden verleend door den Burgemeester, van 3 tot
8 dagen door Burg, en Weth. en van langer dan 8 dagen
door den Raad.
Als tijden waarop de secretaris ter secretarie moet te spreken
zijn voor het publiek wordt bepaald 'svoorm. van 912 en
's namiddags van 25 ureverder moet hij daar nog werk-
zaam zijn van half 6 tot 7 ure.
Behalve de betrekkingen door de gemeentewet onvereenig-
baar verklaard met de betrekking van secretaris, mag hij geene
andere betrekkingen vervullen dan met goedkeuring van den
Raad en hij moet zich onthouden van werkzaamheden, die
Burg, en Weth. tegen het belang van den dienst achten.
Hij zal derhalve ingevolge de bepaling van art. 99, in ver-
band met art. 63 der gemeentewet zich onthouden van zaak-
waarnemerij.
Als laatste artikel wordt aan het voorstel toegevoegd dat
de instructie ten alien tijde door den Raad kan worden
herzien.
2. Benocming Gemeente-Secretaris.
De waarnemende secretaris, de heer Wiskerke, verlaat de
vergadering.
De Voorzitter doet mededeeling van de door Burg, en
Weth. opgemaakte lijst van aanbeveling waarop voorkomen
de heeren Chr. F. Klaar, adjunct-commies ter secretarie te
Dordrecht en Jb Fraij, gediplomeerd ambtenaar ter secretarie
te Helder.
De heer De Feijter had liever gezien dat deze lijst van
aanbeveling vroeger ter kennis van de leden was gebracht
ze hebben thans geen gelegenheid meer om informatie's in
te stellen.
De Voorzitter merkt op dat de lijst der sollicitanten steeds
voor de leden heeft ter inzage gelegen, waaraan de heer
Van IJsselsteijn toevoegt dat daarvan door een drietal leden
ook gebruik gemaakt is.
De heer Wieland kan zich niet herinneren dat er van het
ter inzage liggen sprake is geweest. Hij althans heeft daar
van dan niets geweten.
De Voorzitter doet nog mededeeling van de volgende
memorie van toelichting op de aanbevelingslijst
Volgens art. 95 der Gemeentewet wordt de Secretaris door
den Raad benoemd, die eene aanbeveling van twee personen,
door Burg, en Weth. in te dienen, ontvangt.
Het zal u bekend zijn dat voor de thans vacante betrekking
nog 27 sollicitanten zijn. Onnoodig u te zeggen, hoe moeilijk
het Burg, en Weth. was, daaruit een aanbeveling van twee
personen aan u te doen.
Alle omstandigheden in aanmerking genomen, kwam het
Burg, en Weth. wenschelijk voor, in het belang der gemeente
te handelen, door op die aanbeveling te plaatsen jonge krachten,
op de hoogte ran staats- en gemeenterecht, zoowel theoretisch
als praktisch, daar deze hier ten eenenmale ontbreken.
Jaren lang bestaande toestanden moeten verbeterd worden,
en hoe kan dit beter geschieden dan door het benoemen van
iemand vreemd daaraan.
Burg, en Weth. hebben met zorg alle stukken en aanbe-
velingen der sollicitanten gelezen, zij hebben inlichtingen
gevraagd omtrent hun het meest geschikt voorkomende per
sonen bij autoriteiten, niets met de gemeente-administratie te
maken hebbende, en het resultaat van dit alles is, dat zij
u aanbevelen de heeren C. F. Klaar te Dordrecht en J. Fraij
te Helder.
Een woord van lof mag bij deze niet achterwege blijven
voor den waarnemenden secretaris, die met ijver zijne taak
heeft vervuld.
Hij is een goed ambtenaar en daarom spijt het Burg, en
Weth. dat zij hem toch niet hebben kunnen aanbevelen, doch
alleen om zijn leeftijd. Jonge krachten zijn ten zeerste
noodig, waar de werkzaamheden steeds vermeerdereii en onze
Burgemeester toch ook al de eerste jeugd voorbij is.
Mocht uwe vergadering zich met onze beschouwingen in
deze vereenigen, het zoude ons aangenaam zijn.
Is zij van eene andere meening, dan zal de overtuiging dat
wij onzen plicht gedaan hebben, en alleen het gemeentebelang
op het oog hadden, ons genoeg zijn."
De heer De Koeijer meent dat de Raad toch ook buiten
die lijst mag gaan.
De Voorzitter zegt dat het Dag. Best, alle omstandigheden
in aanmerking nemende, jonge krachten meende te moeten
aanbevelen, op de hoogte van staats- en gemeenterecht, zoowel
theoretisch als practisch, die hier ten eenemale ontbreken.
Of dit laatste waar is kan hij niet bevestigen.
De heer Dees vraagt of het Dag. Best, in deze homogeen is.
De VoorzitterNeen.
De heer Dees meent dat het dan ook voor den Raad
gemakkelijk is om te handelen, daar zij hierin een vinger-
wijzing kan zien.
De heer Van der Moer acht het moeilijk om verdiensten
van ambtenaren in het openbaar te gaan bespreken, en vraagt
of het niet wenschelijk zou zijn in comite-generaal over te gaan.
Daartoe wordt besloten.
Na het weder openbaar worden der zitting wordt tot
stemming overgegaan, waarvan de uitslag is dat met 9 van
de 12 uitgebrachte stemmen wordt benoemd tot gemeente-
secretaris de heer J. Wiskerke, griffier ter secretarie alhier.
De heer Klaar verkreeg 2 en de heer W. S. J. Dieleman
te Hoek 1 stem.
De heer Wiskerke komt hierna op uitnoodiging van den
Voorzitter ter vergadering.
De Voorzitter deelt den heer Wiskerke mede, dat hij door
den Raad met 9 stemmen is benoemd tot secretaris. Hij
wenscht hem daarmede hartelijk geluk en hoopt of liever
vertrouwt, dat hij zijn erkentelijkheid voor dit geschonken
blijk van vertrouwen zal toonen door het betrachten van
grooten ijver en groote werkzaamheid.
De heer Wiskerke dankt den Voorzitter voor de hartelijke
woorden en den Raad voor het in hem gestelde vertrouwen.
Op uitnoodiging van den Voorzitter legt hij daarna de
vereischte eeden af.
3. Hangende zaak, brief en teekening M. van den Hoek
omtrent regaling Markt.
Wordt wegens afwezigheid van den heer Van den Hoek
aangehouden.
4. Voorstel mjziging en aanvulling verordening lager
onderwijs (herhalingsonderwijs
De Voorzitter deelt mede, dat hieromtrent een uitvoerigen
brief van den districts-schoolopziener is ingekomen en stelt
voor de zaak nog aan te houden, teneinde de leden in de
gelegenheid te stellen daarvan kennis te nemen.
De heer Van der Moer heeft den brief gelezen en hem
is daaruit geblekon, dat er bij den districts-schoolopziener
geen wettelijke bezwaren tegen het voorstel bestaan.
De Voorzitter heeft inlichtingen ingewonnen omtrent het
herhalingsonderwijs en uit de overgelegde staat van kinderen
blijkt, dat er nu al 24 aan daelnemendit zijn werkelijk
kinderen die er aan kunnen deelnemen, de jongste zijn
13 jaar.
De heer Moes meent dat het voorstel-Van der Moer nog
aanvulling zou behoeven. Daarin is een minimum belooning
aangegeven, maar spreker zou wenschen dat er ook een
maximum belooning in bepaald werd.
De heer Wieland had voor zich hetzelfde denkbeeld ge
maakt, al was het dat men 't op honderd gulden bepaalde.
De Voorzitter wijst er op, dat als er veel kinderen komen,
het hoofd voor het geven van goed onderwijs ook hulp
noodig heeft, en dat het voorstel ook bepaalt dat aan onder-
wijzers, die hem daarin bijstaan, een gedeelte der belooning
moet worden uitgekeerd.
De heer Van der Moer denkt niet dat het aantal kinderen
nog veel zal toenemen, maar vindt evenwel hoe meer deelname
hoe beter.
De heer Moes stemt dit toe, maar wil toch een grens
stellen, desnoods nog hooger als f 100.
De heer Wieland Maar men moet toch een basis hebben.
De Voorzitter acht het van groot belang dat er deugdelijk
onderwijs gegeven wordt
De heer Van der Moer: Maar de leerlingen moeten er
ook prijs op stellen.
Besloten wordt het voorstel nog aan te houden.
5. Adres aan den Minister van Waterstaat, Handel en
Nijverheidbetrekkelijk bruggen over kanaal.
De Voorzitter herinnert dat de Raad in de vorige verga
dering aan het Dag. Best, heeft opgedragen dit adres te
redigeeren en zoo spoedig mogelijk te verzenden. Het adres
is dan ook opgemaakt. Verder was opgedragen om over die
zaak met den ingenieur van den Rijks-waterstaat te confereeren,
wat ook is geschied, en naar aanleiding van welke conferentie
het Dag. Best, het dienstig oordeelde het verzenden van het
adres nog uit te stellen, ten einde eerst den Raad nog eens
te raadplegen.
Door den ingenieur werd medegedeeld dat de op 650 M.
van de sluis over den nieuwen kanaalarm geprojecteerde brng
niet kan vervallen, met het oog op de belangen van het verkeer
voor een groot deel van de bewoners aan die kanten, uit
Sas van Gent enz., en hij zeide voorts dat er ook een adres
door tal van personen onderteekend aan den Minister is
verzonden, waarin dringend wordt verzocht die brug daar in
ieder geval te behouden. Op de kaart toonde de ingenieur
ook duidelijk aan dat die brug voor een groot gedeelte der
streek noodig is, dus zegt spreker wat kan men dan
zeggen
Het maken van een brug over de sluis, dus een tweede
brug voor voertuigen op zoo korten afstand, daartoe zou
men volgens mededeeling van den ingenieur nooit overgaan,
terwijl ook de met Belgie gesloten conventie zich daartegen
verzet. Daarin wordt bepaald dat een brug zal gelegd worden
over het kanaal dat de sluis met het oude kanaal zal ver-
binden, de plaats aan te wjjzen door de Nederlandsche
Regeering. In deze getroffen regeling wordt dus niet ge-
sproken van een brug over de sluis. Dit bezwaar acht
spreker evenwel minder groot en niet overwegend.
Om echter tegemoet te komen aan het bez-vaar dat de
bewoners van het Boerengat en achterliggende streken, die
met groentekarren en kruiwagens naar hier komen, een
grooten omweg zouden moeten maken, daar over de sluis
alleen een voetbrug komt, zal bij de sluis een pontje worden
gegeven voor het overzetten van personen met kleine karretjes.
De ontworpen brug, die op een zeer algemeen punt van
verkeer komt te leggen, kan daar niet wegblijven.
Wat nu de vraag betreft om een brug tegenover de Zeve-
naarsche straat, daartegen zal door Belgie wel bezwaar ge
maakt worden, omdai daarvan in de gesloten verbintenis niet
gesproken wordt. Daarentegen bestaat het voornemen om
aan de Blikstraat een groote pont voor rij- en voertuigen te
geven. Deze zou ook evengoed kunnen worden gelegd bij
de aansluiting van den Zevenaarpolder als daarom wordt
gevraagd.
Wat ten slotte de brug voor gewoon verkeer te Sluiskil
betreft, waaromtrent het voornemen bestaat deze verderop te
leggen, wanneer er om verzocht wordt zal er wel geneigdheid
bestaan te Sluiskil evenzeer een pontje voor kleine karretjes
enz. te geven.
Uit deze mededeelingen trekt de Voorzitter de conclusie
dat zoo goed mogelijk in de eischen van het verkeer wordt
voorzien. Als voorbeeld van verbinding met een pontveer
noemt hij het veer over den Eendracht, (de verbinding van
Tholen met Noord-Brabant), dat spreker sinds 32 jaar meer-
malen heeft gepasseerd. De menschen hebben daar geen
andere verbinding, voetgangers, paarden eu voertuigen, alles
moet daar met een pont worden overgebracht. Bij stormweer
of ijsgang doen zich wel eens ongelukken voor, bezwaren
waarvan men op 't kanaal geen last zal hebben. Het tarief
voor het overzetten is daar ook duur, 7i cent per persoon
voor denmaal overvaren, voor paarden enz. nog meer, terwijl
men daarentegen hier alles gratis krijgt.
De heer Moes meent, dat het Dag. Best, den Raad in deze
zaak niet heeft begrepen, de zaak is althans niet zoo uitge-
voerd als hij het bedoelt heeft. De Raad heeft tot het
zenden van een adres de opdracht gegeven en tevens om er
den ingenieur mede in kennis te stellen en zijn medewerking
te verzoeken. Spreker maakt bezwaar tegen een pont. Hij
gelooft niet, dat de Belgische Regeering bezwaar zou maken
tegen het leggen van een brug over de sluis, daar het alleen
hare bedoeling is geene belemmering voor de scheepvaart
daar te stellen, wat dan daardoor ook niet geschiedt.
De heer Van IJsselsteijn deelt mede dat de Voorzitter nog
wat heeft vergeten, waarop de ingenieur ook gewezen heeft.
Die groote pont kost ook wel geld, maar toch niet in ver-
houding van hetgeen een brug aan de Zevenaarsche straat
zou kosten, omdat die pneumatisch zou moeten worden ge
maakt en een uitgaaf zou vorderen van 2£ h 3 ton, wat
Belgie nooit zal toestaan.
De heer Moes heeft ook wel begrepen dat Belgie die brug
aan de Zevenaar nooit voor zijne rekening zou nemen, maar
het is van groot b dang voor het verkeer dat daar een brug
komt. De ontworpen brug zou beter over de sluis kunnen
worden gelegd want de adressanten die op het adres daartegen
hebben geteekend, verkeeren in de meening, dat de naar de
thans geprojecteerde brug ontworpen weg zou vervallen, wat
spreker echter zegt dat niet het geval is, en waardoor zij
vreezen dan een grooten omweg te zullen moeten maken om
Ter Neuzen te bereiken.
De Voorzitter herinnert dat de Raad indertijd een adres
aaD den Minister van Waterstaat enz. heeft gericht waarin
verzocht werd om een pontveer ter plaatse waar men thans
een brug wenscht. Hij geeft lezing van het destijds verzonden
adres, waarop als antwoord werd ontvangen de mededeeling
dat de Minister wel genegen was daar een pontveer te maken,
indien Ter Neuzen en Zaamslag daaraan een bijdrage ver-
leenden. Daar men hiertoe niet wilde overgaan is het op
niets nitgeloopen. Verder leest de Voorzitter het door het
Dag. Best, ontworpen adres en voegt er aan toe dat de
ingenieur zeer minzaam en bereidwillig was met het geven
van inlichtingen en uitvoerig een en ander besprak.
De heer Dees vindt het zeer aangenaam dat omtrent een
en ander dergelijke inlichtingen worden gegeven. Hij is
echter van meening dat een pontveer niet afdoende in de
verbinding kan voorzien. Wat zal men bijvoorbeeld bij
vriezend weer met een pont doen. En daar de brug te
Sluiskil nog achteruit gelegd wordt, wordt de afstand van de
te leggen bruggen, waarover men het kanaal kan passeeren,
nog grooter dan zij thans is.
De heer De Koeijer stemt daarmede in er bij voegende
dat met vriezend weer het kanaal dadelljk dicht legt.
De heer Van IJsselsteijn voert hiertegen aan dat het kanaal
door de vaart steeds openblijft.
De heer Dees wijst op de ondervinding met het thans be
staande overzetveer, dat is maar een gewone bak, doch
zoodra het maar een beetje vriest kan men daarmee ook
niet meer overzetten.
De Voorzitter vraagt of men daarmede, als men 't eens
wilde doorzetten, niet zou kunnen overzetten en of niet een
geul in het ijs zou kunnen open gehouden worden.
De heer De Koeijer antwoordt, dat die telkens dicht zou
zijn na het passeeren van een boot en die komen er ieder
oogenblik door. Ook door 't drijfijs zou men geen open water
kunnen houden.
De heer Moes herhaalt dat het Dag. Best, den Raad niet
schijnt begrepen te hebben. Ann haar is opgedragen het
verzenden van het adres, o. m. vragende het maken van een
brug over de Zevenaarsche straat en tevens om er met den inge
nieur over te spreken, doch zijn medewerking voor het daarin
gevraagde in te roepen.
De heer Van der Moer merkt op, dat er volgens de con
ventie een brug moet komen over de verbinding van het
tegenwoordige kanaal met de sluis.
De heer Moes ziet in die bepaling geen bezwaar voor het
maken van de brug over de sluis. Br is niet bepaald dat
zalks niet mag.
De Voorzitter wijst er nogmaals op, dat de brug aan
't eind van het verbindingskanaal niet kan vervallen, uit
hoofde de vele daarbij betrokken belangen.
De heer Moes is van meening dat het door velen tegen
het vervallen van die brug geopperde bezwaar alleen voort-
spruit uit het idee dat het nieuw door Vlooswijk ontworpen
wegje daarheen zal vervallen en dat ze dan een grooter omweg
zullen moeten maken, om aan 't nieuwe kanaal te komen.
Hij kan wel zeggen dat zulks niet 't geval zal zijn.
De Voorzitter wijst op het verkeer van Sas van Gent enz.,
dat van grooten omvang is. Die zullen dan een omweg moeten
maken om Ter Neuzen te bereiken.
De heer Moes zegt dat dit niet veel zal uitmaken.
De heer Wieland is ook van die meening en wijst er op
dat de voerlieden liever niet met hun paarden langs het
gefluit der booten komen en dus, wanneer ze aan de Zevenaar
kunnen oversteken, langs den anderen kant naar Ter Neuzen
komen.
De Voorzitter zegt dat die weg is uitgemeten maar dat
de weg dan veel langer wordt dan langs het kanaal.
De heer Dees verklaart dat de brug over het nieuwe
kanaal zou kunnen vervallen als de brug ter aangegeven
plaatse over het oude kanaal kwam. Dit zou een groot
voordeel geven omdat de landbouwers met hunne producten
dadelijk bij het station Ter Neuzen zouden zijn.
De heer Moes ziet de oorzaak van het hiertegen door meer
genoemde personen aangevoerde bezwaar alleen in hun meening
over het wegje. Hij heeft echter bezwaar om daarover in
't bizonder in openbare zitting uit te weiden, waarom hij
voorstelt deze te schorsen, waartoe wordt besloten.
In de geheime zitting is besloten tot verzending van het
adres zooals het door Burg en Weth. is geformuleerd.
G. Ingekomen stukken.
Nadat de zitting weder openbaar is geworden doet de Voor
zitter mededeeling van een adres van P. A. de Bijk, waarin
deze te kennen heeft het als neringdoende hard te verant-
woorden te hebben. Dat hij niet evenals andere herbergiers
in de gelegenheid is om met kermis of hoogdagen te verdienen
en volgens de belasting op de openbare vermakelijkheden be-
lasting moet betalen als hij 's Zondags dansmuziek laat maken,
welke belasting reeds Vrijdags moet worden betaald. Komen
er dan door ongunstig weer geen liefhebbers, is hij zijn be
lasting kwijt, terwijl op andere tijden, als hij geen vergunning
gehaald heeft er liefhebbers van dansmuziek komen. Redenen
waarom hij den Raad verzoekt hem hierin te willen tegemoet-
komen door wijziging der verordening teneinde ook wat te
kunnen verdienen.
Op voorstel van het Dag. Best, wordt dit verzoek met alge
meene stemmen afgewezen.
De heer Van der Hooft verlaat de vergadering.
Hierna geeft de Voorzitter lezing van een adres van den
heer Nieveen, ondernemer van stoombooten te Lemmer.
Deze wenscht een stoombootdienst in het lei en te roepen tusschen
Ter Neuzen en Hoedekenskerke en in aansluiting met den dienst
een stoomtram aan te leggen van Hoedekenskerke over 's Gra-
venpolder en Goes naar het Katsche Veer. Dit plan zou eene
aan alle billijke eischen voldoende verbinding daarstellen tusschen
deze streken en het Hollandsche spoorwegnet, waarvan ook vele
sneltreinen te Goes stoppen. Hij verzoekt den Raad zijne
pogingen krachtig te willen ondersteunen.
De heer Van der Moer acht het een goed idee en uitstekende
verbinding.
De heer Wieland zou het beter achten dat Ellewoutsdijk als
aanlegplaats werd genomen en dan van daar een stoomtram
naar Goes. Dat is meer in 't midden van 't eiland. De waarde
der omliggende landerijen zouden daardoor veel stijgen, wel
3a/ 400 per hectare, en Ellewoutsdijk ligt ook veel korter
bjj deze plaats.
De Voorzitter merkt op, dat men altijd een grooten omweg
moest maken our Ellewoutsdijk te bereiken. Dan is er een tijd
gekomen dat er een geul ontstond waardoor men dwars kon
oversteken, maar deze doorvaart wordt ook weer ondieper.
Hem is zelfs medegedeeld dat de Prov. boot er met laag water
over 't zand schuurde. Dit is hem door't personeel zelf gezegd.
De heer Van IJsselsteijn Daar kan je niet te veel op aan
want van de boot zijn ze tegen die doorvaart.
De heer Wieland vond het beter dat de 130,000 door
Ged. Staten voor een nieuwe boot aangevraagd besteed werden
aan een veer zooals hij aangaf.
De heer Van der Moer voegt daaraan toe dat we dan mis
schien Vlissingen niet meer noodig hadden.
De heer Moes waarschuwt tegen dat denkbeeld, men moet
omzichtig te werk gaan en bedenken dat 't verkeer nu eenmaal
over Vlissingen gaat.
De heer Wieland meent dat, al moet men naar Ellewoutsdijk
eens wat omvaren, het dan toch nog niet zoover is.
De Voorzitter meent dat Hoedekenskerke een betere ligplaats
biedt, waartegen wordt aangevoerd dat het toch altijd bezwaarlijk
zal blijven om den steiger te Hoedekenskerke bij nacht voor
ligplaats van een boot te nemen.
Op voorstel van den Voorzitter wordt het schrijven voor
kennisgeving aangenomen.
Wegens het gevorderde uur wordt ook de behandeling van
het ziekenhuis aangehouden.
Nog doet de Voorzitter mededeeling van een schrijven van
den Commissaris der Koningin in Zeeland, waarin deze mede-
deelt dat niet kan worden voldaan aan het verzoek van den
Raad om het te Borssele ingescheept wordende vee vanwege
de Provincie te laten keuren. Het keuren van ter uitvoering
naar Belgie bestemd vee toch, is een zaak van het Rijk.
De Voorzitter voegt daaraan toe dat de Raad dus zou
kunnen besluiten om het vee hier bij aankomst te keuren,
doch op eigen kosten.
Hiertoe schijnen de leden niet geneigd.
De heer Dees zou het wel noodzakelijk achten, want bij
de laatste aanvoer waren er weer 4 beesten, die hem, als
leek, verdacht voorkwamen. Men is zoodoende niet meer
gewaarborgd dat men van besmetting verschoond blijft.
De heer Van der Moer merkt op dat het mond- en klauw-
zeer overal heerscht.
De Voorzitter deelt mede een van den Minister van Binnenl.
zaken ontvangen beschikking waarbij verschillende maatre-
gelen van de wet op de besmettelijke veeziekten, voor een
groot gedeelte van Zeeland echter niet voor deze omge-
ving worden buiten werking gesteld.
De heer Moes oppert het denkbeeld of het niet wenschelijk
aou zijn, dat het vee, dat bij de a. s. jaarmarkt wordt aangevoerd,
evenals in Axel, werd gekeurd.
De Voorzitter is van meening, dat de veearts uit Axel
daarvoor toch komt. Bauwens kwam tenminste altijd en hij
gelooft dat het ook de plicht van den veearts is.
Anderen betwijfelen dit en vragen of Bauwens ambtshalve
kwam dan wel als belangstellende. Nadat nog eenige be
zwaren tegen het denkbeeld zijn geopperd, stelt de heer Moes
voor 't maar te laten rusten, waartoe wordt besloten.
Niemand meer 't woord verlangende, sluit de Voorzitter
de vergadering.
Hoist. Huwelijks-aangiften. 8 Oct. Karel Christiaan
Weegenhausen, oud 26 jjm. en Philomena Verschuren,
oud 22 j jd.
Geboorten. 24 Oct. Karel Christianus, z. van Johannes
Franciscus de Bruijn en van Clarisse Weegenhausen. 25 Oct.
Alouisius, z. van Alouisius Crombeen en van Wilhelmina
Koemans. 26 Oct. Maria Mathilda Cornelia, d. van Ludo-
vicus Boel en van Amelia Petronella Wesemael.
Overlijden. 18 Oct. Maria Clemence Verbist, oud 2 j.,
d. van Johannes en van Apollonia van Goethem. 19 Oct.
Henderika Vonck, oud 59 j., d. van Gregorius en van Anna
Catharina Picavet. 27 Oct. Carolus Josephus Aloysius
Wauters, oud 18 j., z. van Alexander en van Dina van der
Vlies. Josephus Vlijminck, oud 71 j., z. van Victor en van
Sophia Lidsemeir. 31 Oct. Catharina Jeannette de Wolf,
oud 1 m., d. van Bruno en van Cornelia de Wagter.
Hontenisse. Huwelijks-aangiften. 28 Oct. Herma
nns Klaassen (van Zaamslag), oud 31 j., jm. en Maria Catharina
Franse, oud 26 j., jd.
Huwelijks-voltrekkingen. 26 Oct. Jan Baptist Verschuren
(van Dordrecht), oud 25 j., jm. en Adriana Martina van
Leeuwen, oud 24 j., jd.
Geboorten 18 Oct. Petrus Ludovicus, z. van Jan Bap
tist Weesepoel en van Rozalia Burm. 22 Oct. Maria Philo
mena, d. ran Alphonsus van Goethem en van Elisabeth Kints.
25 Oct. Rosalia, d. van Johannes van Geersdaele en van
Paulina Eggermont.
Overlijden. 18 Oct, Petrus Baart, oud 1 m., z. van Petrus
en van Johanna van Laar. 20 Oct. Petronella van Esbroeck.
oud 66 j., wed. van Jan Francies Kriekaart. 30 Oct. Fran-
cies Crombeen, oud 72 j., echtg. van Apolonia Laffeber.
31 Oct. Paulina Serrarens, oud 12 j., d. van Pieter en van
Cornelia Janssens (overl.)
Overslag, In deze gemeente hebben geene aangiften
plaats gehad.
S»s van Kent. In deze gemeente hebben geene
aangiften plaats gehad.
Sint Junsteen. Geboorten. 19 Oct. Rosalia, d. van
Augustinus Slock en van Johanna Franeiesca de Mayer. 23
Oct. Augustinus, z. van Aloysius Franciescus ran Duijse en
van Paulina van de Voorde. 30 Oct. Johannes Antonius, z.
van Leopoldus van Hoey en van Clementina de Saegher.
Overlijden. 16 Oct. Alphonsius Beaurain, oud 7 m., z.
van Augustus en van Isabella Crombeen. 17 Oct. Een als
levenloos aangegeven kind van het vrouw. geslacht van Joannes
Franciscus Aben en van Augusta Rosalie de Vos. 25 Oct.
Alouisius de Fijn, oud 4 m., z. van Philomena Maria de
Fijn. Camillus Maas, oud 4 m., z. van Cornelis Franciscus
en van Nathalia Want.
3
Q
VLAG.
NAAM.
M».
Van en aaar.
Lading.
Voor Ter
feuzeni
3
Eng. s.s.
Abertawe
3886
Bilbao
minerie
idem
Skinningrove
1459
Skinningrove
ijzer
4
Noor. s.s.
Ring
2824
Sundsvall
bout
Eng. s.s.
Hailing
2199
Londen
stukg.
Von Ter leuien i
3
Noor. s.s.
Bjorn
1494
Grangemouth
ledig
Eng. s.s.
Ann Webster
2241
Londen
stukg.
Voor
Grent t
8
Eng. s.s.
Ibis
3024
Manchester
stukg.
idem
Sea Gull
2100
Londen
idena
idem
Don
2658
Gools
idem
4
Zweed. s.s.
Gavalia
1438
Gefle
hout
Duits. s.s.
Minna
2727
Dantzig
idem
Eug. s.s.
Faraday
2525
New-Castle
stukg.
Deens. s.s.
Kamma
4285
Riga
hout
Van (wentt
3
Eng. s.s.
Altona
1901
Goole
stukg.
idem
Antiquari
2915
Leith
idem
idem
Sea Bells
2152
Londen
idem
idem
Celynen
4283
Burntisland
ledig
4
Noor. brik
Gambetta
722
Christiansand
ballast
Eng. s.s.
Egret
3492
Antwerpen
stukg.