A lgemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaanderen.
3524.
Dinsdag 19 October 1897.
37e Jaargang.
Maandag den 25 October aanstaande.
II HET IRIJ6BEEW0BL.
feuillbtonT
Binnenland.
ABONNEMENT:
Inzending van advertentien voor 3 nren op den dag der uitgave.
POLITIEK OVERZICHT.
ACHTTIENDE HOOFDSTUK.
Hij wenschte dat alle leden der Kamer zich van
zijne bevinding zouden overtuigen.
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32*.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
»It l»lad ve»gchiJ^t^a»n«l»g-» Woeas.tag- en VriJ.lagavon.l, «itsesou.ierrt JjTj^rtdagen, iHgever F*. J. VAX »K »A*1>K «e Ter tteazen.
Burgemeester en Wethouders van
AXEL maken bij deze bekend, dat de
jaarlijksche yeemarkt in deze gemeente DIT
JAAR zal gehouden worden op
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
D. J. OGGEL, Burgemeester.
J. A. VAN VESSEM, Secretaris
N.B. Alvorens het vee op de markt zal worden
toegelaten, zal het eerst op de Kaaiwal
aan keuring van den provincialen veearts
worden onderworpen.
lie nieuwe Spaansche regeering schijnt de am-
nestie-bepalingen voor de Gubaansche opstande-
lingen zoo uitgebreid en aannemelijk mogelijk te
willen maken. Ook de verbannenen, die vroeger
van dergelijke beschikkingen waren uitgesloten,
zullen er nu in begrepen zijn.
Er valt op dit gebied heel wat goed te maken,
als men eenmaal beginnen wil. Meer dan twee-
duizend Cubanen zijn door generaal Weyler, zonder
vonnis, louter op verdenking, naar de Spaansche
vestingen aan de kust van Marokko, naar het eiland
Fernando-Po en naar de gevaugenissen van het
koninkrijk verbannen.
De nieuwe Amerikaansche gezant, generaal Wood
ford, werd door de koningin-regentes ontvangen en
maakte een gunstigen indruk.
Van 1 Juli tot 30 September blijken op het
eiland Cuba niet minder dau 42 vrijbuiters-expe-
dities te zijn geland, die de opstandelingen kwamen
helpen en alle in de Vereenigde Staten waren
uitgerust. De Spaansche regeering had dus eenig
recht van spreken, toen ze in hare beantwoording
der jongste Amerikaansche nota zich eenigszins
bitter daarover uitliet.
Het volgende is ook niet geschikt om de Spaansche
gevoeligheid te temperen.
Mejuffrouw Cisneros, nicht van het hoofd der
Cubaansche opstandelingen, die met behulp van
een paar Amerikaansche journalisten uit hare ge-
vangenis te Havana ontsnapte, is te New-York
aangekomen. Zij wordt daar nu allerwegen gevierd
als de heldin van den dag.
Haar ontvluchting moet door een ruim gebruik
maken van den machtigen dollar gelukt zijn. Zij
werd uit de gevangenis naar het huis van een
Amerikaanschen vriend gebracht, waar zij zich in
manskleeren stak. Zoo vermomd ging zij aan boord
EEN ROMAN
uit den Fransch-Duitschen oorlog, van
O. ELSTER.
32)
,/Zeg eens, hoe heet de plaats eigenlijk, waar
wij ons nu bevinden vroeg eenige dagen later
Axel von Simmern aan den hospitaalbediende, die
bij hem in de kamer was.
Chateau St. Agathe, luitenant."
,/Ken je den naam van den eigenaar
„Het is een mijnheer De Parmentier."
//Ah 1"
Axel von Simmern bleef rustig liggen, de oogen
peinzend geslagen naar den zolder van het ver-
trek. De hospitaalbediende wilde zich verwijderen,
nadat hij de verbandwerktuigen, enz. had bijeen-
gepakt, want hij had de wonden van Axel
opnieuw verbonden.
„Heeft de luitenant nog iets te bevelen
„Neen maar wacht eens, open eens het
venster. De zon schijnt zoo prachtig; ik denk,
dat de frissche lucht mij geen kwaad zal doen."
„Zeker niet, luitenant," antwoordde de bediende
lachend. Binnen enkele dagen kan de luitenant
reeds naar buiten gaan, als wij dit zachte weer
houden. Het schijnt hier wat vroeger lente te
worden dan bij ons, luitenant. We zijn midden
in Februari en reeds bloeien de viooltjes. 't Is
een heerlijk land hier."
van het stoomschip „Seneca," waar zij werd inge-
schreven als senor Sola, op welken naam men
haar een pas had verschaft, zonder welken zij het
eiland niet had kunnen verlaten.
Op het alleronverwachtst belegde Keizer Wil-
aelm Donderdag, in het nieuwe Paleis te
Potsdam, weer eens eenen „Kroonraad", dien alle
op het oogenblik in functie zijnde Ministers en
Staats-Secretarissen (vice-Ministers) bijwoonden.
Omtrent het daar besprokene en de mogelijk genomen
besluiten lekte voorloopig nog niets uit, en men
is aangewezen op raden en vermoeden, vermoedens,
die speelruimte hebben tusschen de Marinebegrooting
en de hervorming van het militaire strafwetboek,
de twee punten, die op het oogenblik vooral de
openbare meening bezighouden.
Karakteristiek voor de wijze van regeeren en
zaken doen in Duitschland tegenwoordig mag het
heeten, dat de deelnemers aan den „Kroonraad"
pas in den vroegen morgen van den eigen dag
lunne oproeping ontvingen, iets zenuwachtigs
en schokkends, dat misschien bij garuizoens-alar-
meeringen zijn nut kan hebben, maar met het
rijpelijk overwegen van Staatszaken bezwaarlijk
vereenigbaar is.
Het moet thans vaststaan, dat de Keizer, op reis
naar Jeruzalem- (het zal tegen het volgend jaar
Pinksteren wezen), te Konstantinopel aan den Sultan
een bezoek zal brengen, een hard iets voor de
zuster in Griekenland.
Voor sensatie-uieuws heeft ditmaal de Standard
zorg gedragenVan niets meer of minder dan
een of- en defensief verdrag tusschen Frankrijk
en Bulgarije weet het Londensche blad te
berichten. Dat heeft inderdaad veel van poging
om Ruslands wantrouwen op te wekken
Overeengekomen zou zijn, dat Vorst Ferdinand
voor zijn leven is benoemd tot gouverneur van
Oost-Rumenie, dat Bulgarije des sultans suzereiniteit
onvoorwaardelijk erkent, dat Turkije Bulgarije's
intregiteit waarborgt en dan dat bij een oorlog
Turkije 200,000, Bulgarije 100,000 man in't veld
zou brengen.
De correspondent, die zijn vak toont te verstaan
door te spreken van een ,/vertrouwbare bron"
zegt„Ik heb alle reden te gelooven, dat al de
voorloopige onderhandelingen omtrent dit verbond
reeds door beide partijen zijn goedgekeurd. Slechts
enkele details moeten nog worden vastgesteld.
't Was in Oostenrijks Huis van afgevaardigden
eergisteren wat woeliger dan een vorigen dag in
verband met de beraadslaging over het voorstel
om Badeni in staat van beschuldiging te stellen,
„Hoelang zijn we hier nu ongeveer
„Zoowat vier weken, luitenant. Den eersten
tijd zag het er erg uit met den luitenant. Wij
geloofden nauwelijks, dat de luitenant het te
boven zou komen. Ja, als de luitenant niet zulk
een zorgvuldige verpleegster had gehad in juffrouw
De Parmentier
„De dochter van den eigenaar heeft mij ver-
pleegd vroeg Axel von Simmern belangstellend.
„Jeanne de Parmentier
,/Ik geloof wel, dat de jonge dame zoo heet.
Zij heeft den luitenant verpleegd alsof u haar
broeder waart, totdat ze zelf ziek is geworden.
De artsen hebben voor haar leven gevreesd, zij
kreeg hevige typheuse koortsen. Er lag hier in
het slot ook een gewonde Fransche officier dien
zij insgelijks verpleegde. Het was een neef van
haar, ik geloof, dat zij verloofd waren. Hij stierf
en zijn dood deed mejuffrouw De Parmentier zoo
aan, dat zij ziek werd. Nu is zij wel aan de
beterende hand, maar zij mag haar kamer nog niet
verlaten. Beminnenswaardige lui zijn overigens
de menschen hier, dat moet gezegd worden. Elken
dag hebben zij laten vragen hoe het u ging,
luitenant. Vooral een oude heer, kapitein
Hoffer noemen ze hem
„Hoe? Is mijn oude kapitein uit Pfalzburg
hier? Waarom heeft men mij nog niets verteld
van dat al
tfDe dokter meende, dat de luitenant zich vooral
niet mocht opwinden. Maar de luitenant is nu
in zooverre hersteld, dat ik alles wel mag
vertellen."
„Ja, ja, ik dank je er voor. Zeg aan kapi
tein Hoffer, dat ik verlang hem te zien."
doch 't was anders lood om oud ijzerEerst
werden er twee voile uren zoek gemaakt met
hoofdelijke stemmingen (de gewone obstructie-
taktiek der oppositie), daarna hield de afgevaardigde
Rusz van de Duitsche linkerzijde een betoog van
anderhalf uur tegen Badeni's handelingen en
vervolgens eischte de partijgeuoot van Rusz, Funke,
dat Badeni op grond van 20 der voorschriften
voor de Kamer, zelf zou aanwezig zijn bij de
beraadslagingen. De vice-president wilde een voor
stel in dezen zin niet in stemming brengen en er
ontstond lawaai zoodat er moest gepauzeerd worden.
Gelukkig kwam Badeni juist binnen en nu ging
't weer voort. Voorgesteld werd de aanklacht
naar een bijzondere commissie te verwijzen, over
welk plan men Dinsdag a. s. verder zal door-
redeueeren.
Erkend moet worden dat de oppositie de
obstructietaktiek verstaatDe opnieuw verspreide
geruchten aangaande verdagingsplannen. zijn mis
schien niet geheel zonder grond.
In de zitting der Tweede Kamer van Vrijdag
kwam in behandeling het voorstel van de commissie
tot niet-toelating van den heer Van Gilse als lid
der Kamer.
De heer Veegens betongde, dat het overigens
bewezen feit der weigering van een stemkaart
aan een kiezer niet in strijd was met de wet,
omdat de kiezer zijn identiteit niet bewezen
had, althans niet voldoende, daar de kiezer zijn
naam van te voren niet heeft opgegeven en die
opgave was noodig omdat opgave van een valschen
naam strafbaar is.
Blijkens het voorgevallene heeft de kiezer niet
gezegd wat hij verlangde en de wet verplicht den
burgemeester niet hem te vragen wat hij wenschte.
Het identiteitsbewijs was niet te leveren zoolang
hij zijn naam verzweeg. Het niet afleveren der
kaart was dan niet in strijd met de wet en daarom
stelde spr. voor Mr. Van Gilse toe te laten als
lid der Kamer.
De heer Kerdijk deelde mede dat uit een door
Mr. Drucker en hem met machtiging des voorzitters
ingesteld onderzoek door nazien der stembiljetten
is gebleken, dat op een billet, dat de Commissie
geldig had verklaard, beide witte cirkeltjes voor
ieder der namen Van Gilse en Heemskerk waren
donker gemaakt, voor Mr. Heemskerk iets vol-
lediger. Verklaart de Kamer dat biljet van
onwaarde dan is Mr. Van Gilse als oudste gekozen.
„Tot uw dienst luitenant. De oude heer komt
bijna elken dag om naar uw toestand te vernemen."
Zeg mijn oppasser, dat hij dadelijk bij mij
moet komen."
„Om u te dienen, luitenant."
De hospitaalbediende verwijderde zich.
Axel von Simmern viel weer in de kussens
terug en dacht over het gehoorde na. Dus was
de verschijning van Jeanne aan zijn ziekbed toch
geen droombeeld geweest, zooals hij eerst gemeend
had. Zij was in zijn nabijheid, zij was om en bij
hem geweest, terwijl hij met den dood had ge-
worsteld, zij had hem verpleegd ja, maar zij
had ook den Franschen officier verpleegd, haar
verloofde, en diens dood had haar op het ziekbed
geworpen, ach, dan moest ze wel veel van
hem gehouden hebben.
Een smartelijke gewaarwording kwam over hem.
Het was of ineens de zonneschijn verdween. Hij
had zoo mooi gedroomd van liefde en gelukEn
dat alles zou nu uit zijn Neen, het kon niet
wezen. Nog altijd zag hij haar in zijn armen en
hoorde hij haar met brekende stem zeggen ;/Ik
heb je lief meer dan mijn leven Neen,
neen, zij kon den Franschen officier niet bemind
hebben Al was zij dan ook met hem verloofd,
dan beteekende dit immers nog niets in Frankrijk
is het immers gebruik, dat ouders hun dochter
reeds vroeg met den zoon eener bekende familie
verlooven, zonder dat de dochter geraadpleegd
wordt zoo kan het hier ook wezen
Zoo moest het hier zijn, want hij kon niet
twijfelen aan Jeanne, die gezegd had hem, en
hem alleen lief te hebben en die hem nog moest
liefhebbeu.
De heer Lohman, voorzitter der Commissie,
betoogde dat de identiteit van den kiezer vol
doende bewezen was, en dat de stemopnemers
althans hem kenden, daar zij anders wel het tegen-
deel hadden gezegd. Verder verplicht de wet
niet het billet ter secretarie te halen. Namens
de commissie erkende hij de afwijking op het
door den heer Kerdijk bedoelde biljet, maar de
commissie heeft het ongeldig verklaard en hand-
haafde die beslissing, omdat ook andere billetten
allerlei afwijkingen vertoonden, en zij den indruk
had dat het vakje voor Mr. Heemskerk zwart
gemaakt was. Twijfelt de Kamer aan de opvatting
der commissie, zij onderzoeke dan alle 5000 billetten.
Nadat Mr. Veegens nog had doen uitkomen,
dat het kennen van den kiezer door de stemop
nemers niet voldoende was, zoolang zijn identiteit
niet op de kiezerslijst was nagegaan, werd door
den heer Troelstra de houding van den burgemeester
van Ylst afgekeurd tegenover een kiezer, die van
zijn recht gebruik wilde maken en niet precies de
wet kende. Ook door de meening van den burge
meester dat de secretarie gesloten was, is aan de
rechten der kiezers te kort gedaan. Hij was
tegen het voorstel-Veegens, dat tekortdoening aan
de rechten der burgers in bescherming neemt.
Overigens wilde bij een nader onderzoek of wel
benoeming eener geheel nieuwe commissie.
Op voorstel des voorzitters werd de vergadering
geschorst ten einde den leden gelegenheid te
geven het bewus'te briefje te beschouwen.
Bij de hervatting der vergadering deelde de
heer Lohman namens de commisie mede, dat in
deze geen volledig recht kan gedaan worden zon
der ook de andere biljetten met afwijkingen te
ouderzoeken, waarop de voorzitter het voorstel
deed de zaak opnieuw tot onderzoek in handen
der commissie te stellen.
De heer Troelstra gaf in overweging een nieuwe
commissie te benoemen of aan de bestaande 2
leden toe te voegen. Die aanvulling zou echter
strijden met het reglement van orde.
De heer Kuyper zou de commissie willen opdragen
te schiften alle biljetten waarop iets anders dan
het kringetje is zwart gemaakt, en die door de
Kamer te laten nazien en drong daarop vooral
aan, ten einde in het vervolg te voorkomen dat
het democratisch karakter, gelegen in het stem-
geheim, der verkiezing wordt vervalscht.
Na eenige discussie wordt het voorstel des
voorzitters zonder stemming aangenomen.
De oppasser van Axel trad binnen.
z,De luitenant heeft mij laten roepen
,/Ja. Neem een visitekaart van mij en ga naar
kapitein Hoffer je kent toch den ouden
heer nog
„Zou ik niet, luitenant
„Goed. Ga tot hem, groet hem hartelijk uit
mijn naam en zeg, dat ik hem verzoek, vandaag
mij nog een bezoek te brengen."
„Om u te dienen, luitenant."
„Dan ga je naar meneer De Parmentier, den
eigenaar van dit kasteel, je geeft hem mijn kaartje
over en vraagt in mijn naam hoe het met me
juffrouw De Parmentier gaat. Heb je mij be
grepen
,/Om u te dienen, luitenant."
,/Ga nu
Axel was weer alleen. Door het geopende
venster drong de lauwe lucht van de naderende
lente naar binnen en scheen liefkozend te strijken
langs de magere bleeke wangen van den Duitschen
officier. Hij haalde diep adem en richtte zich in
bed op. Een fijne geur als van bloeiende viooltjes
en andere lentebloemeu vervulde de kamer
ah, daar lag een ruikertje viooltjesWie zou
die gebracht hebben Axel ging met moeite
opstaan, liep met langzame zwakke schreden door
het vertrek en nam den kleinen ruiker. Toen
ging hij weer liggen.
O, hoe heerlijk bloeiden die viooltjesEen
diep verlangen naar de lente, naar vrede en
geluk kwam in het hart van -den gekwetste. Zijn
lippen fluisterden Jeanne, Jeanne, mijn Jeanne"
en hij kuste de geurige viooltjes.
(Wordt vervolgd.)