Algemeen
Nieaws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch- Vlaanderen.
No. 3518.
Dinsdag 5 October 1897
II
37e Jaargang.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen /l,-. Franco per postVoor
AT A l A /-tin Noor Belgie 1,40. Voor Amenka 1,32$.
Men" abonne'ert" zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven-
bushouders.
ADVERTENTllM:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pnjs
slecbts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave.
POLITIEK OVERZICHT.
De oplossing van de ministerieele crisis in
Spanje is nog in het voorbereidende stadium. De
Koningin-Regentes traclit zich op de hoogte te stellen
van de stemming der partijen uit het parlementaire
en zuiver binnenlandsche oogpunt, alvorens het
onderzoek aan te vangen van de groote kwestie
van Cuba en van de betrekkingen met de ver-
eenigde Staten, die zij zich voorbehoudt met de
partijleiders te behaudelen.
Er doen reeds verscheidene ministernjsten de
ronde, die alien tot grondslag hebben de komst
van de liberale partij aan het bewind met Sagasta
aan het hoofd. Niemand schijnt het meer in
twijfel te trekken, dat dit het einde van de crisis
zal zijn, zoo bericht de Madridsche correspon
dent van de Temps, die tot staving van deze
opvatting mededeelt, dat tal van prefe.cten, over-
tuigd dat de conservatieve partij niet aan net
bewind zal kunnen blijven, reeds hun ontslag bij
het ministerie van binnenlandsche zaken hebben
ingediend.
Het openen van de onderhandelingen tusschen
de groote mogendheden betreffende Kreta staat
zoo wordt uit Parijs bericht onmiddellijk voor
de deur. In de eerste plaats zal de keuze van
den persoon voor de betrekking van gouverneur
de kabinetten bezig houden. Eene bepaalde can-
didatuur staat thans niet op den voorgrond die
van den gewezen president van den Zwitserscheu
bondsraad Numa Droz heeft men voor goed
laten varen. Steeds bestaat echter het plan, den
toekomstigen gouverneur niet te kiezen uit het
administratieve personeel van een der groote
mogendheden.
De Sultan heeft de gezanten, die nu meest
alien met verlof zijn, laten weten, dat bij eerst
na hunne terugkomst plan heeft zich met defimtieve
onderhandelingen over de Kreta-zaak in te laten.
In de afscheidsaudientie, die hij verleende aan
Nelidow, den Russischen gezant die den post te
Konstantinopel verwisselt met dien te Rome, liet
de Sultan zich uit, dat zijne toekomstige houding
in de Kreta-kwestie zal worden bepaald door de
wijze, waarop Griekenland het vredesverdrag uit-
voertintusschen zou hij ook bij de grootste
concession moeten blijven hechten aan de hand-
having van eenige Turksche garnizoenen op het
eiland.
De Koning van Griekenland heeft het ontslag
van het kabinet-Rallis aangenomen. Men weet nog
niet wie met de samenstelling van het kabinet zal
FEUILLBTON.
worden belast. Mel uitzondering van de Delyan-
nistische bladen, legt de pers groote misnoegdheid
aan den dag over ;de ministercrisis. De Asty zegt,
dat de Kamer een vuil zaakje heeft beredderd,
door meer aan de partijbelangen dan aan den vrede
te denken. De overige bladen spreken zich in
denzelfden zin uit.
De regeering heeft aan de Kamer met het
document van het voorloopig vredesverdrag eene
verzameling stukken overgelegd, in een ,/witboek
bijeengebracht. De belangrijksten van deze stukken
houden het volgende in
De Russische Minister van buitenlandsche zaken
graaf Murawjew verklaarde den 5 Mei aan den
Griekschen zaakgelastigde Tombazis, dat naar zijne
meening Griekenland, wanneer het de bemiddeling
aannam, zijne belangen zonder voorbehoud aan de
mogendheden toevertrouwde.
Den 28 Mei verklaarde de Italiaansche Minister
Visconti-Venosta aan den Griekschen zaakgelastigde
Konduriotis, dat de vredesvoorwaarden zwaar zouden
zijn echter mocht Griekenland geen neiging toonen
om ze af te wijzen. Hierop liet de Grieksche
Minister van buitenlandsche zaken Skuludis ver-
klaren, dat de Grieksche regeering er volstrekt niet
aan dacht de vredesvoorwaarden af te wijzen, maar
alleen het voornemen koesterde, den mogendheden
opheldering te verschaffen over de middelen, waar-
over het land kon beschikken.
Den 30 Mei deed de Pransche Minister van
buitenlandsche zaken Hanotaux met levendige be-
langstelling navraag naar den binnenlandschen
toestand van Griekenland en verklaarde daarbij,
dat elke aanval tegen de dynastie het bestaan
van Griekenland zou bedreigen. Delyannis zoo-
wel als Skuludis ontkenden hierop uitdrukkelijk,
dat er eene anti-dynastieke beweging of oneenig-
heid tusschen den Koning en het kabinet be-
stonden.
De overige stukken zijn of reeds bekend of van
gering belang.
Bij Kon besluit is
lo. met ingang van 27 Juli 1897, aan den met
dien datum op zijn verzoek eervol uit zijn betrek
king ontslagen Minister van Oorlog C. D. H.
Sneider, gepensionneerd luitenant-generaal, adjudant
in builengewonen dienst van Hare Majesteit de
Koningin, te 's Gravenhage, met instandhouding
van het militair pensioen van f 3000's jaars, een
tweede pensioen verleend ten laste van den Staat,
ten bedrage van f 1000 's jaars;
2o. genoemde gewezen Minister hersteld in het
voile genot van het voorschreven in stand gehouden
militair pensioen.
Blijkens een schrijven van den raad van
toezicht op de spoorwegdiensten aan het Nederl.
Eandbouwcomite, zijn de veebruggen op alle stati
ons nagezien, en waar noodig hersteld.
Te Hilversum zijn ingezetenen en alien die
mede de treurige ervaring hebben opgedaan, dat
brieven met of zonder geldswaarde te zoek raken,
door mevr. de wed. P. Schuurman aldaar uitge-
noodigd, met haar een adres op te zenden, voor-
zien van de handteekeningen van alien die er
belang bij hebben een vertrouwbare post te
bezitten.
Genoemde dame zou sedert Augustus van het
vorige jaar reeds zesmaal hebben ondervonden dat
een brief zoek raakte, en dat //de heeren van
de post daaraan niets schijnen te kunnen doen
Nu weder heeft een brief uit Indie haar niet
bereikt en heeft zij de politie van het feit in
kennis gesteld.
Men meldt aan de N. R. Ct.
Aan ruim 20 beetwortelsuikerfabrieken zijn
voorstellen gedaan om zich tot eene maatschappij
te vereenigen op nader vast te stellen voorwaarden,
teneinde de algemeene onkosten te verminderen.
Men gelooft dat 10 millioen gulden in aandeelen
en 5 millioen gulden in obligation daartoe vol-
doende zullen zijn. De fabrieken zouden worden
gewaardeerd naar de opbrengst, en naarmate van
die taxatie zou men aandeelen en obligation in
betaling ontvangen. Als directeur wordt de heer
Van Rossem genoemd.
Schiedams eigeuaardige industrie, die in de
laatste jaren klap op klap ontving, wordt, volgens
de ,/Schied. Ct.", opnieuw ernstig bedreigd.
De melasse uit ouze suikerfabrieken, die tot
nu toe ongehinderd naar Frankrijk en Belgie
werd verzonden, wordt thans in die rijken door
een inkomend recht feitelijk geweerden de
suikerfabrikanten zijn nu, geen andere plaatsing
voor dat byproduct vindende, begonnen om uit
hunne melasse spiritus te stoken. De melasse-
spiritus nu kan gefabriceerd worden voor zulk
een geringen prijs, dat de graanspiritus gevaar
loopt, er geheel door verdrongen ts worden.
Dat is een //sluiting van Schiedam", die den
toestand voor ons volk niet beter zou maken
Goedkooper behoeft de sterke drank waarlijk niet
te worden.
De //bekende persoon" uit Groningen, die
onschuldig verdacht werd van een misdrijf te Haren,
blijkt schandelijk behandeld te zijn. Hij heeft
ruim een dag opgesloten gezeten, 19 uren zonder
eten of drinkeu, in een smerig hokhij is als
een veroordeelde gevangene behandeld en dit alles
op losse verdenkingen, die, indien de burgemeester
van Haren, Jhr. Mr. Quintus, eenigszins met be-
leid had onderzocht, dadelijk onwaar zouden zijn
gebleken.
't Een en ander in de N. Gron. Ct. uitvoerig
beschrijvende, zegt hij ten slotte
Wat nu Moet ik tevreden zijn met de be-
tuiging van leedwezen van den officier van justitie
en met de vele sympathieke bewijzen van tal van
medeburgers Moet ik berusten in het feit, dat
ik door de voorbarigheid (om geen erger woord
te noemen) van den burgemeester van Haren zoozeer
heb geleden, dat vele jaren die indrukken niet
zullen kunnen uitwisschen Dat mijn gezin
wanhoop heeft gekend Dat ik door tal van onna-
denkenden met den vinger wordt nagewezen Is
er geen voldoening voor iemand, die mishandeld
is in naam van 't gerecht 't Heeft niet aan den
heer Quintus gelegen, dat het niet nog slechter
met mij is afgeloopen. Moet ik mij wenden tot
hen, die meer macht bezitten, dan ik met request
op request Of zal de bevoegde macht uit zich-
zelve mij openlijk rehabiliteeren
Ik beschuldig den burgemeester van Haren van
machtsmisbruik en mishandeling en noodig hem
uit, zich openlijk te verdedigen, evenals mijn eer
in 't publiek is beleedigd geworden.
'tis niet mijn doel, veigoediug te bekomen
voor materieele schade, die ik geleden heb en nog
lijd, zooals tijdverlies, de onkosten, die de door
deze ellende veroorzaakte ziekte mijner vrouw na
zich zullen sleepen, verlies van ondergoederen,
die in de gevangenis verbrand zijn, enz. 'tis
mij alleen te doen, om jonkheer Mr. Quintus,
hulpofficier van justitie te Haren, ter verantwoor-
ding te roepen en het publiek te doen zien, aan
welke handen zijne belangen somtijds worden
toevertrouwd.
Zooals men nu gehandeld heeft met een on
schuldig burger, kornt het mij voor, dat niemand
meer veilig is voor willekeurige bejegening van
de zijde der politie en justitie.
Zal dit geval nu eindelijk de vraag der onschul-
dige preventieve gevangenschap Sens finaal aan
de orde stellen
EEN ROMAN
uit" den Fransch-Duitschen oorlogvan
O. ELSTEH.
26)
Een Fransche batterij had haar vuur geopend
en beschoot de stad met granaten. Hoofdzakelijk
de poorten en het station, waar het grootste aan-
tal troepen lag, waren het doel der Fransche
kanonskogels. Maar ook in de stad vielen zij
ueer en verbrijzelden de daken der huizen, zoodat
de uit den slaap verschrikt opgewekte bewoners
met luide jammerkreten op straat vluchtten.
Jeanne verborg bevend haar gelaat in de handen.
Zij kon niet begrijpen, dat de Fransche kanonnen
een Fransche stad beschoten, die niet eens door
muren en bastions beschermd was, maar open
lag en prijs gegeven was aan het geschut.
Jeanne's ouders traden het vertrek binnen
Bleek van schrik viel mevrouw De Parmentier
op een stoelJeanne knielde naast haar neer en
verborg het gelaat in haar schoot. De heer De
Parmentier keek door het venster met een somber
gelaat naar het gevecht, dat steeds heviger werd.
De Pruisen waren blijkbaar geheel verrast. De
Franschen drongen de poort binnen en er out
stond een verwoed straatgevechtde Duitschers
werden langzamerhand uit de stad gedreven. Het
schieten, het geschreeuw, het rumoer van den
strijd weerklonk met vreeselijke geluideh door
den donkeren nacht. En de batterij op den heuvel
hield nog volstrekt niet op met haar moorddadig
vuur. Sissend en krakend viel granaat op grauaat
neer op de ongelukkige stad.
Plotseling riep de heer De Parmentier op veront-
waardigden toon uit
//Die krankzinnigen Zij zullen de heele stad
in de asch leggen
Jeanne ging opstaan. Met groote starende oogen
keek zij naar de roodgekleurde rookwolken, die
hier en daar reeds opstegen uit de donkere massa
der huizen. De klokken der kerken begonnen te
luiden. Het plechtig, onheilspellend gelui ver-
mengde zich met het strijdgewoel, dat zich meer
en meer verplaatste naar het verst verwijderd
stadsdeel. Maar al dit rumoer, al het geknetter
van het geweervuur, het gelui der klokken, het
roepen en schreeuwen werd overstemd door het
gedonder der kanonnen, die thans de uitgangen
der stad, aan den tegenovergestelden kant tot mik-
punt kozen.
Steeds lichter werd het in de stad. De rook
wolken geleken thans op wolken aan den hemel,
beschenen door de stralen der ondergaande zon.
Opeens schoten op drie of vier plaatsen vurige
vlammentongen in de hoogte en verspreidden over
de heele stad een bloedrood schijnsel. Jeanne
staarde met brandende oogen op het vreeselijke
schouwspelverwezenlijkt waren de tooneelen, die
haar fautasie haar had voorgespiegeld.
"VIJFT1ENDE HOOFDSTUK.
Toen de morgen aanbrak bevond de stad zich
in handen der Franschen, die in dichte kolonnes
aankwamen uit het Zuiden en niet alleen de stad,
maar ook de hoogten en de dorpen en de afzon-
derlijke hoeven en buitenplaatsen bezetten.
Met verbazing keek Jeanne naar de bonte samen-
geraapte troepen in de ten deele zeer fantastische
uniformen. Alleen de manschappen der nationale
garde droegen de oude donkerblauwe uniform.
De overige troepen hadden zelfs hun naam en
hun kleeding gekozen. Er waren //Egyptische
jagers," met hoeden met lange pluimen, een
„Spaausch legioen," bestaande uit Spaansclie poli-
tieken vluchtelingen, een //Italiaansch vrijkorps,"
een ,/burgerwacht van Marseille," de //Elzassers
van Parijs" en de ,/Verk>ren kinderen van Parijs
een bende van drielionderd jonge avontuurlijke
Parijzenaars, die uitsluitend ter dekking der
artillerie waren bestemd. Een gejuich, en ge
schreeuw, een rumoer werd er gehoord in de
bivaks dezer troepen, alsof men een groote be-
slissende overwinning had behaald en toch had
men slechts eenige compagnien landweertroepen
en een escadron huzaren met behulp der mwoners
van Chatillon uit de stad verdreven, zonder hen
beslist te verslaan, nog minder te vernietigen,
want op de hoogten ten Noordeu van de stad
hadden de Duitschers genesteld, zonder dat de
Franschen het waagden hen opnieuw aan te vallen.
z/Ik ben bang zeide de heer De Parmentier
tot Jeanne en zijn vrouw, //dat nog meer gevechteu
hier zullen volgen. De Pruisen moeten Chatillon
terugwinnen, wil hun achtergoede geen gevaar
loopen. Zij zullen versterkingen afwachten en
dan overgaau tot den aanval.
z/Ondertusschen zullen ook de onzen zich hebben
versterkt, voegde mevrouw De Parmentier er bij,
z/en zullen de Pruisen teruggeworpen worden. Mij
dunkt ten minste, dat deze troepen slechts de
voorhoede vormen van het leger van Bourbaki."
,/Zeker, maar Bourbaki moet zich ook verdedigen
tegen de Pruissen in het Zuidoosten. Het zal in
elk geval niet gemakkelijk voor hem wezen zijn
le<rer als een wig in te drijven in de Pruisisclie
positie. Ja, als "men Metz nog gehouden had!
Bovendien hebben de slecht geoefende troepen
van Bourbaki en Cremer veel te lijden van de
koude. Ook in dit opzicht zijn zij niet opgewassen
tegen de geharde Duitsche soldaten."
Jeanne gaf in stilte liaar vader gelijk. Zij had
de Duitsche soldaten te goed leeren kennen,
dan dat zij durfde hopen, dat deze zeer fantas
tische, maar bijeengeraapte, ongeoefende en onge-
ordende troepen van jonge Franschen, waarvan de
meesten nauwelijks de knapen leeftijd te boven
waren, zich zouden kunnen meten met de gestaalde
en ervaren Duitsche soldaten. Haar ernstig gevoel
van vaderlandsliefde werd smartelijk getroffen door
deze overdenking, maar zij kon die niet van zich
werpen.
z/Ziedaar," riep opeens de heer De Parmentier,
ook wij krijgen inkwartiering en nog wel cavalerie.
Ik zal hen tegemoet gaan."
Hij verwijderde zich vlug. Mevrouw De Par
mentier en Jeanne zagen van uit het venster een
troep bond uitgedorste ruiters naderen op kleine
melkwitte hengsten. Reeds reden zij het plein
voor het kasteel op. Een officier sprong uit den
zadel en trad eerbiedig groetend, op den heer De
Parmentier toe, die juist de hooge stoep van het
kasteel afdaalde.
Op het gezicht van dezen ruiter schrikte Jeanne.
Het bloed stroomde haar naar 't hart, dat kramp*
..i. mi imi'ti ii rTi ~ar - 1 i i lI ImAna* Vvol11p qiptL'P i I r.