BIJVOEGSEL
Tsr Neuzensche Courant
Zaterdag 28 Augustus 1897. No. 3502.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
VAN DK
VAN
Vergadering van Donderdag 26 Augustus 1897.
Voorzitter de heer J. A. van Boven.
Aanwezig de heeren Harte, Van IJsselsteijn, De Feijter,
Moes, Tazelaar, Wieland, Visser, De Koeijer, Van der Moer,
Grenu en Van den Hoek. (Een vacature).
Zouder kennisgeving afwezig de heer Van der Hooft.
Na opening der vergadering worden gelezen de notulen
der voorgaande, welke worden goedgekeurd.
Daarna gaat de zitting over in eene met gesloten deur.
Na het weder opeubaar worden der zitling stelt de Voor
zitter aan de orde
1. Vaststelling Gemeenterekening over 1896.
Deze bedraagt in ontvangsten f 69,375,51 en in uitgaven
65,373,57 en sluit alzoo met een goed slot van f 4001,94,
waaronder begrepen eene in '96 gesloten leening voor kas-
geld, ad 3000, die in '97 is afgelost.
Deze rekening was tot onderzoek gesteld in handen eener
eommissie, bestaande uit de heeren De Feijter, Moes en
Tazelaar.
Bij monde ran den heer De Feijter rapporteert de eom
missie tot goedkeuring der rekening. Daarop zijn geene
aanmerkingen gevallen. Alleen heeft het de aandacht der
eommissie getrokken dat zooveel werk in daggelden is ge-
maakthet verdient volgens haar aanbeveling om zooveel
mogelijk alles aan te besteden.
Overeenkomstig het rapport der eommissie wordt de rekening
met algemeene stemmen goedgekeurd.
2. Vaststelling rekening Burgerlijk Armbestuur over 1896.
De ontvangsten hebben bedragen f 4539,98, de uitgaven
f 4680,36, en sluit de rekening alzoo met een nadeelig slot
van 140,38.
Tot onderzoek van deze rekening waren benoemd de
heeren De Feijter, Wieland en Visser.
De heer Tazelaar, gedurende 1896 Voorzitter van het
Armbestuur verwijdert zich.
De heer De Feijter deelt mede dat ook op deze rekening
door de eommissie geen aanmerkingen zijn gemaakt.
Z. h. s. wordt de rekening goedgekeurd.
De heer Tazelaar komt ter vergadering.
3. Vaststelling rekening van de Commissie van beheer
over den grindweg Ter NeuzenHoek.
De ontvangsten hebben bedragen 1079,03, de uitgaven
1125,56, en sluit de rekening alzoo met een nadeelig slot
ran f 46,53.
Deze rekening is onderzocht door eene commissie bestaande
uit de heeren Tazelaar, Wieland en Visser.
De leden dezer commissie De Feijter en Moes verlaten
de vergadering.
De heer Tazelaar rapporteert dat op de rekening geene
aanmerkingen zijn gemaakt en de commissie dus tot goed
keuring adviseert.
Z. h. s. aldus besloten.
De heeren De Feijter en Moes komen ter vergadering.
4. Vaststelling rekening van het Bestuur der brandweer
over 1896.
Deze rekening bedraagt in ontvangsten f 265,66J, in uit
gaven f 268,86, en sluit alzoo met een nadeelig slot van
3,19*.
Was gesteld in handen der commissie belast met het onder
zoek der gemeenterekening.
De heer De Feijter adviseert namens de commissie tot
goedkeuring der rekening.
Dienovereenkomstig z. h. s. besloten.
5. Vaststelling rekening van de Kamer van Koopliandel en
Fabrieken over 1896.
Deze rekening bedraagt 200 in ontvangsten, f 173,72
in uitgaven, en sluit alzoo met een goed slot van f 26,28.
Was gesteld in handen der commissie belast met het onder
zoek der gemeenterekening.
De heer Van IJsselsteijn, voorzitter der Kamer, verlaatde
vergadering.
Ook omtrent deze rekening zijn volgens den heer De Feijter
geene aanmerkingen door de commissie gemaakt.
De heer Van der Moer herinnert dat verleden jaar door
de commissie van onderzoek is opgemerkt dat de rekening
zoo slordig was opgemaakt; hij vraagt of daarin nu ver-
betering gekomen is.
De heer Moes merkt naar aanleiding hiervan op, dat, al-
hoewel de commissie van onderzoek tot goedkeuring der
rekening adviseert, er toch over gesproken is dat de uitgaven
in de rekening niet zijn omschreven. Men kan de omschrijving
dan wel vinden in de bijlagen, maar uit de rekening zelf
blijkt het niet. Er staat b. v. «kwitantie K. v. K. Londen,"
dit betreft dan de voldoening der contributie van het lid-
maatschap dier Kamer; en met .kwitantie voorzitter" wordt
bedoeld vergoeding van reis- en verblijfkosten van den voor
zitter voor het bijwonen eener vergadering.
De heer Van der Moer meent dat uit het gesprokene dus
blijkt dat de rekening niet is zooals het behoortmen zou
ten slotte wel alles in een post kunnen samenvatten en
schrij ven zie kwitantie.
De heer Moes begrijpt ook niet, dat de rekening aldus
wordt opgemaakt, want het is toch zoo geen moeite om er
een paar woorden bij te voegen.
De heer Van der Moer zou aan de Kamer willen te kennen
geven, dat het gewenscht is, dat het bijwonen van verga-
deringen door den Voorzitter zoo min mogelijk plaats heeft.
Niet dat hij wil te kennen geven, dat er voor kosten te veel
in rekening is gebracht.
De Voorzitter merkt op, dat de Kamer subsidie ontvangt
en daarover naar goedvinden kan beschikken. Of dat bijwonen
dier vergadering noodig was, ja, dat zegt spreker weten
we niet.
De heer Van der Moer zegt, dat de Kaad ook niet in een
onderzoek daarvan treden kan.
Z. h. s. wordt besloten de rekening der Kamer van Koop
handel goed te keuren en de gemaakte opmerking ter harer
kennis te brengen.
De heer Van IJsselsteijn komt ter vergadering.
6. Rekening Nieuwjaars-commissie.
Deze bedraagt in ontvangsten en uitgaven f 692,59.
Was gesteld in handen der commissie belast met het onder
zoek der gemeenterekening.
Door de commissie zijn daarop geene aanmerkingen gemaakt,
en wordt z. h. s. besloten deze goed te keuren, onder dank-
betuiging aan de leden voor de door haar verrichte diensten.
7. Aanbieding gemeentebegrooting voor 1898.
Deze bedraagt 53395,13 in ontvangsten en uitgaven
Hiermede zal overeenkomstig de wet worden gehandeld,
en de begrooting gesteld in handen der commissie die de
rekening heeft onderzocht.
8. Aanbieding begrooting van de Commissie van beheer
over den grindweg Ter NeuzenHoek voor 1898.
Genoemde begrooting wordt aangeboden tot een bedrag
1123,41* in ontvang en uitgaaf.
Gesteld in handen der commissie die de rekening heeft
onderzocht.
II. TJitgifte van gemeentegronden in erfpacht.
a. Aan D. van Cadzand een strook grond groot 4 M2. in
de Elleboog, en
b. aan P. van Maelsaeke een strook grond ter grootte van
9 M'. in de Vlooswijkstraat
beide om te dienen voor stoep van de tegenliggende
woningen.
Z. h. s. wordt besloten de gevraagde grond, tegen welker
onttrekking aan den publieken dienst geen bezwaren zijn in-
gebracht, aan den gewonen prijs in erfpacht uit te geven.
ftO. Wijziging gemeentebegrooting voor 1897.
De Voorzitter stelt voor een gedeelte ad f 3600 van het
voordeelig saldo der rekening over 1896 en de opbrengst der
verkoop van inschrijvingen op het grootboek ad f 11657,
te samen dus f 15,357 over te schrijven onder de ontvang
sten der begrooting voor 1897, en de uitgaven met een gelijk
bedrag te verhoogen; n.l. voor het verbreeden van een ge
deelte van den weg over den Molen- en Koedijk en voor
het bestraten van den geheelen weg f 8,900 voor het maken
van de riool in den Roeiersgang f 860voor kosten van de
brandweer f 650, wegens vernieuwing en het aanschaffen van
nieuwe slangenvoor rente van een tijdelijke geldleening
60voor aflossing van idem f 3000 op de onvoorziene
uitgaven f 1857.
Z. h. s. wordt dit voorstel aangenomen.
Nog stelt de Voorzitter voor te beschikken op den post
voor onvoorziene uitgaven in de begrooting voor 1897, en
wel voor uit te keeren vergoedingen, f 105 aan N. C. van
der Heijden en 80 aan H. Dijkstra, voor het waarnemen
der betrekking van gemeentebouwmeester, tijdens deze wegens
ongesteldheid met verlof in het buitenland verbleef.
Z. h. s. aldus besloten.
1ft. Overnemen van grond van het domein.
Van den ontvanger der registratie en domeinen te Hulst
is onder d.d. 29 Juli ontvangen een schrijven, waarin deze
namens den Minister van Financien mededeelt dat aan Z.Exc.
gebleken is dat het gemeentebestuur zijne bereidwilligheid
om te berusten in de door den Minister ran financien
genomen beslissing omtrent de gronden aan de Smidswal
afhankelijk maakt van verlaging van den prijs van f 1650,
door Z.Exc. bepaald voor overname van het erf der school
met onderwijzerswoning enz. op het Zandplein.
Daar gelaten dat de Minister die som in verband met de
jaarlijks betaald wordende recognitie niet bezwarend meent,
kan hij ook niet toegeven, dat er verband tusschen beide
zaken bestaat.
Indien de gemeente op goede gronden kan aantoonen dat
de door den Minister genomen beslissing omtrent de erven
achter de Smidswal niet billijk zou zijn, is hij bereid nader
te overwegen in hoever er termen zijn om haar te wijzigen,
en zal de verkoop der erfjes aan den Smidswal aan de ge-
bruikers voorhands worden uitgesteld.
Afgescheiden daarvan wenscht Z. Exc. de overdracht van
het erf der school en onderwijzerswoning met omliggende
straten en de loskaai tot een einde gebracht te zien, en wacht
daarom daarover eene definitieve beslissing, daar de gemeente,
zoo zij die gronden niet voor f 1560 ineens ovemeemt,
deze op den bestaanden voet tegen betaling van /52'sjaars
in ten alien tijde opzegbaar gebruik zal moeten blijven houden.
Het Dag. Best, stelt voor te antwoorden dat de Raad niet
kan toestemmen in het verzoek tot seheiding der beide zaken,
en van meening is dat al het reeds aangevoerde pleit voor
de billijkheid van het indertijd door den Raad aan den
Minister gerichte verzoek, tot verlaging van den prijs bepaald
voor overname van den grond op het Zandplein.
De Voorzitter zegt dat de zaak door het Dag. Best, zoo
nauwkeurig mogelijk is onderzocht. Hij kan geen andere
motieven meer aanvoeren en meent dat uit het aangevoerde
ook duidelijk het recht der gemeente blijkt, wat ook door
personen van gezag is erkend. Zelfs is de Minister door het
aangevoerde tot nu toe teruggehouden van het voomemen
om de erven achter de Smidswal te verkoopen.
De heer Van der Moer zou de zaak eerst nader willen
onderzocht zien door een commissie uit den Raad. Hij gelooft
wel dat de Voorzitter alles goed heeft onderzocht, maar deze
heeft uit dat onderzoek voor zichzelf eene opinie gevormd
en wel die dat de gemeente in haar recht is. Nu is het
niet onmogelijk dat een ander, de zaak onderzoekende, tot
een tegenovergestelde conclnsie komt. Spreker zou zich
een eigen opinie willen vormen en wanneer hem bleek dat
de gemeente op die grond rechten hezat, zou hij zelfs een
proces willen beginnen om die rechten tegenover den Staat
te handhaven.
De Voorzitter geeft breedvoerig eenige inlichtingen over
den ouden plaatselijken toestand. In 1833 zijn verschillende
perceelen grond door de gemeente aan oorlog overgegeven,
onder uitzicht dat de grond aan de gemeente zou terugkomen
wanneer oorlog die niet meer noodig had. (Zooals nu de
grond in de Nieuwstraat waarvan thans de formeele overdracht
heeft plaats gehad). De grond achter den Smidswal was
in '33 scheepswerf en is later afzonderlijk aan oorlog overge
geven men heeft toen verzuimd de clausule van het terug
komen aan de gemeente in het contract op te nemen, of die
niet opgenomen, omdat men meende dat het van zelf sprak
dat voor die overgave dezelfde voorwaarden golden als voor
de andere gronden.
Zoo heeft spreker ook uit oude kaarten bewezen dat de
stoepen in de Nieuwstraat lagen op grond die aan de gemeente
toekwam, wat van dien grond door den Minister is toegestemd.
De heer Van der Moer denkt dat het niet veel helpen zal
als men zijn recht door niets anders kan bewijzen dan door
zoo'n oude kaart, dat is geen eigendomstitel.
Besloten wordt de zaak aan te houden teneinde de leden
in de gelegenheid te stellen ieder voor zich de kwestie te
onderzoeken, en zullen voor dat doel alle hierop betrekking
hebbende stukken ter inzage voor de leden worden gelegd.
Inmiddels zal het Dag. Best, aan den ontvanger der registratie
verlenging verzoeken van den door dezen bepaalden termijn
waarin de Raad moet beslissen.
12. Voorstel van den heer Van der Moer betreffende het
herkalingsonderwijs.
Door den heer Van der Moer wordt voorgesteld de ver-
ordeningen op het Lager onderwijs te Ter Neuzen te wijzigen
en aan te vullen, als volgt
Verordening A, aan art. 3 toe te voegen:
Het herhalingsonderwijs wordt ni"t gegeven als daarvan
niet minstens vier leerlingen gebruik maken."
Verordening B., artikel 3 aldus te wijzigen
Het hoofd van school A. belast met het herhalingsonderwijs,
geniet hiervoor een jaarlijksche toelage uit de gemeentekas,
berekend naar het aantal kinderen, welke van dat onderwijs
gebruik maken en alleen voor den tijd, dat dit onderwijs aan
een kind wordt gegeven
Die toelage zal bedragen 75 cent per maand en per kind,
wordende een deel van eene maand voor een voile maand
gerekend.
Die toelage zal minstens f 20 bedragen.
Zoo de hulp van een onderwijzer bij dit herhalingsonderwijs
noodig is, zal aan dezen een derde van de toelage door het
hoofd moeten worden uitgekeerd.
Het hoofd, belast met het herhalingsonderwijs. zendt vdor
het eind der maanden October, November, December. Januari,
Februari en Maart aan Burgemeester en Wethouders eene
opgave van de namen der kinderen, welke in de afgeloopen
maand het herhalingsonderwijs hebben genoten, met vermel-
ding van het tijdstip, waarop zij de hoogste klasse van een
der scholen hebben verlaten."
Verordening D.
Onder A, van de hoof den der scholenbij voegen een nieuw
artikel
artikel 11 to: De hoofden zullen andere onderwijzers geen
particuliere werkzaamheden mogen opdragen.
Onder C, van de leerlingenbijvoegen het volgonde nieuwe
artikel
Artikel 25. Op een door Burgemeester en Wethouders
voor elke school te bepalen dag in de eerste week der maanden
April en October zullen de leerlingen van de drie hoogste
klassen, in het lokaal der klasse, in tegenwoordigheid van
Burgemeester en Wethouders, schriftelijk en mondeling proeven
geven van hunne vorderingen.
De leden van den Raad zullen daarbij tegenwoordig kun
nen zijn."
Een toelichting op het voorstel betreffende het herhalings
onderwijs acht de voorsteller, na al hetgeen daarover ten vorige
jare in de vergideringen van den Raad is gezegd, overbodig.
Vrees dat er door aanneming van dit voorstel ook leerlingen
tot het herhalingsonderwijs zouden worden toegelaten, welke
niet gerechtigd zijn dat te ontvangen, behoeft niet te bestaan
indien Burg, en Weth. nauwkeurig aan art. 3 van verordening
A de hand houden, volgens welk artikel het herhalingsonderwijs
alleen dient voor hen, die het onderwijs in de hoogste klasse
der gewone lagere school met vrucht hebben genoten.
Hetgeen als art. 12 der verordening wordt voorgesteld spreekt
wel van zelf; maar het schijnt niet on noodig daarop de blijveude
aandacht te vestigen. Wil een onderwijzer toch particulier
werk verrichten dan kan hij dat natuurlijk doen, ofschoon het
beter ware voor de verhouding tusschen hoofd en onderwijzer
indien het kon worden verboden.
Tot het voorstellen van artikel 25 is de heer Van der Moer
gekomen, omdat meermalen is geklaagd dat er eene totale
onbekendheid heerschte over de resultaten van het onderwijs.
Hij meent dat door twee malen per jaar (bij andere inrichtingen
wordt wel elke maand of elke drie maanden een dergelijk onder
zoek gehouden) eon klein examen van de leerliDgen te doen
afnemen, ook de leerlingen tot meer ijver zullen worden ge-
prikkeld en dat dergelijk onderzoek in ieder geval wenschelijk
is om een oordeel over de vorderingen te kunnen uitspreken
en het onderwijs aan de eene school met dat aan een andere
min of meer te kunnen vergelijken.
Wordt nu ook door Burg, en Weth. voorgcschreven dat aan
de ouders of verzorgers der kinderen elke 3 maanden zal
worden uitgereikt een kaart, waarop door den onderwijzer die
het kind les heeft gegeven, staan aangeteekend gedrag, vlijt en
vorderingen, dan meent de voorsteller dat men zich na verloop
van een paar jaar een vrij juiste opinie over het onderwijs zal
kunnen vormen.
Besloten wordt dit voorstel aan de leden rood te zenden.
Daar een paar leden de vergadering moeten verlaten, wil
de Voorzitter eerst een punt buiten de agenda ter sprake
brengen.
Het was dezer dagen dat de gemeente-secretaris, de heer
Dieleman, zijn 40ste jaardag vierde als gemeente-ambtenaar.
Veertig voile dienstjaren is wel een belangrijke tijd. Het
Dag. Best, heeft hem een bezoek gebracht om hem geluk
te wenschen met deze herdenking, maar ook tevens te ge-
tuigen van innig leedwezen, dat de jubilaris dien dag niet
in meer blijde omstandigheden kon vieren. Het zal wel
bekend zijn in welken ongelukkigen toestand de secretaris
thans verkeert. Het Dag. Best, is van oordeel dat de Raad
er zeker prijs op stellen zal om hem voor zijne getrouwe
diensten een bijzonder blijk van waardeering te schenken,
en meent dat dit het best is te doen door het toekennen
eener gratificatie.
De Voorzitter: Uit het stilzwijgen der leden meen ik te
kunnen opmaken dat het voorstel bij niemand bezwaren zal
ontmoeten. Er blijft dus nog over de som te bepalen, en
wordt voorgesteld deze te stellen op f 200. Veertig jaren
mijne heeren is een heele tijd.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt de grati
ficatie verleend.
De heeren Moes en De Koeijer verlaten de vergadering.
13. Concessie-aanvragen gasverlichting en waterleiding en
toezegging aanvrage electrische verlichting
De Voorzitter deelt mede dat de heer Hofstede Crull, mede-
concessieaanvrager voor electrische verlichting alhier een
onderhoud met hem heeft gehad.
Het resultaat daarvan was dat genoemde heer eene nieuwe
aanvrage met mededeeling van voorwaarden heeft toegezegd.
Ook de aanvrager van de gas-concessie is hier nog geweest
en heeft met hem, Voorzitter, geconfereerd. Spreker deelde
aan dezen mede te hebben vernomen dat watergas gevaarlijk
is, omdat het bij lekken van de buizen enz. geen reuk ver-
spreid, waarop de heer Lagaaij hem had geantwoord dat
volgens de voorwaarden aan het gas iets wordt toegevoegd
waardoor het reuk verkrijgt. Deze wees er verder op dat
ook te Rotterdam door de gemeente een watergasfabriek wordt
gebouwd. Als men er dus toe wilde overgaan om te onder
zoeken, zouden we althans daar zegt spreker wel
inlichtingen kunnen krijgen.
Verder deelt de Voorzitter mede, dat is ingekomen een
adres van A. G. Mulid te Harderwijk, waarin deze te kennen
geeft dat hij gaarne pogingen zoude willen aanwenden om
Ter Neuzen van eene, aan de eischen des tijds voldoende
waterleiding, te voorzien.
Met het oog op de moeiten en kosten wenscht hij zich
van de medewerking van den Raad in deze vooraf te ver-
zekeren en vraagt daartoe eene voorloopige concessie voor den
t(jd van twee jaren, om de noodige planned, ontwerpen,
concessievoorwaarden als anderszins in behoorlijken vorm aan
den Raad in te dienen
dat deze voorloopige concessie den Raad tot niets verbindt
tegenover adressant, dan alleen tegen mogelijke concurrentie
gedurende dien tijd van mogelijke andere aanvragen;
dat bedoelde voorloopige concessie vervalt, wanneer adressant
binnen den gesteKlen tijd van twee jaren, geene concessie-
aanvrage zal hebben ingediend, die door den Raad voor aan
neming zal worden vatbaar geacht.
Het Dag. Best, stelt voor de gevraagde consessie te verleenen.
Het meent dat daartegen geen bezwaar kan bestaan omdat
het den Raad tot niets verbindt.
De heer Van der Moer vindt een termijn van twee jaar
wel wat lang. Al maakt de aanvrager geen voortgang, dan
kan men gedurende twee jaar als er een ander verzoek komt
geen concessie verleenen.
Verschillende leden zien in den gestelden termijn geen
bezwaar.
Ten slotte wordt de voorloopige concessie overeenkomstig
de aanvraag met algemeene stemmen verleend.
Verder wordt besloten in afwachting van de door den heer
Hofstede Crull te doene nieuwe concessie-aanvraag voor
electrische verlichting, ook die voor gas nog aan te houden
en daarvan aan de aanvragers mededeeling te doen.
4. Benoemen stembureau raadslid.
Met algemeene stemmen worden als zoodanig benoemd
Stembureau Raadzaal. Voorzitterde Burgemeester, plaats-
vervanger P. Moes leden G. Wieland en A. C. N. Grenu.
Stembureau Sluiskil. Voorzitter: Joz. de Feijter; leden:
L. de Koeijer en J. Wiskerke.
Stembureau Java. Voorzitter: J. C. Harte; leden J. Nele-
mans en A. P. de Vos.
Verder fungeeren de reeds bij de vorige stemming buiten
den Raad beuoemden, welke benoeming geldt gedurende 12
maanden.
IS. Kermis.
De Voorzitter zegt dat dit punt als naar gewoonte op de
agenda is gebracht, doch dat er zeker wel geen bezwaar zal
bestaan om deze op de gewone wijze te laten doorgaan.
De heer Van den Hoek vraagt of het Dag. Best, daarom-
trent niets heeft mede te deelen.
De Voorzitter antwoordt ontkennend, als alleeu kan hij mede-
deelen dat nu twee staan plaatsen zijn verpacht, en wel voor
een caroussel voor 40 en voor een stoomcaroussel voor
f 42,85. Een ander had nog f 46 aangeboden, maar daar
(liens inrichting grooter was zou daardoor plaatsverlies zijn
ontstaan, voor eenige kraampjes die daar altijd kunnen geplaatst
worden en naar plaatsruimte een 10 opleverentegen die
f 3,15 cent welke meer geboden werd zou dus dat verlies zijn
gekomen wat nadeelig was voor de gemeente.
De heer Van den Hoek kan aan het Dag. Best, over zijn
handeling in dezen volstrekt geen compliment maken en zich
in 'tgeheel niet vereenigen met het door den Voorzitter aan
gevoerde. Dat men wil beweren dat de andere molen financieel
uadeel zou hebben opgeleverd vindt hij al heel treurig. De
kramen betalen 10 cent per M2., wanneer ze dus daar f 10
opbrengen is dat voor een oppervlakte van 100 M2., wanneer
nu die andere stnommolen 100 meter grond meer noodig heeft
dan betaalt hij daarvoor tegen een viermaal hooger tarief, n. 1.
40 cent, of totaal f 40, het genomen besluit zou dan in plaats
van voordeel f 30 nadeel geven, plus de hoogere inschrijving.
Dan was het ook een veel mooiere inrichting dan dat oude
telkens terugkeerende kraam. Waarvoor is het noodig dat de
marktmeester naar Vlissingen gaat om met die lui te spreken.
Is het vroeger ook gebeurd Heeft de heer Wiskerke toen
hij marktmeester was ooit een van die lui ten eten gevraagd,
zooals nu is gebeurd P Is dat een handeling die opgaat p Het
zat hem daar niet in, dat er nu door twee meter van de
Markt af te nemen geen twee caroussels meer kunnen staan, spreker
zou wel plaats kunnen aanwijzen. De waarzeggerstenten, die
afzetterijen, krijgen nu de mooiste plaatsen. Het zou volgens
spreker geheel anders geregeld moeten worden. De marktmeester
moest niet alleen bevoegd zijn tot het voeren der correspondentie,
maar zjjn functie uitoefenen onder toezicht van een raads-
commissie van minstens twee leden.
De Voorzitter merkt op dat men zich moet wachten voor
mededeelingen in het openbaar aangaande ambtenaren, van
zaken die misschien van onschuldigen aard zijn. Evenwel
Burg, en Weth. zullen daarnaar een onderzoek instellen.
Van dat ten eten vragen weet spreker niets af.
De heer Van den Hoek zegt dat. men dit niet behoeft
te onderzoeken hij kan het met zekerheid verklaren. En
vraagt hij waarom gaat Klaassen dan naar Vlissingen
De VoorzitterOm te kunnen zien of de inrichtingen er
konden staan. Menigmaal is er op gewezen dat de twee
caroussels vooraan op de Markt te veel plaats innamen en
het daar een gevaarlijke toestand was. Nu is er nog twee
meter af, zoodat het nu zeker niet meer kon. Men moet
behoedzaam zijn in zijn uitlatingen, en niet te lichtvaardig
een oordeel vellen.
De heer Van den Hoek herhaalt dat er gemakkelijk plaats
is voor twee carousselshij wil die wel aanwijzen.
De Voorzitter komt er op terug dat men door de andere
stoommolen f 10 van tentjes, die nu wel kunnen geplaatst
worden, zou moeten missen. Het was dus nadeelig.
De heer Van den Hoek rekent opnieuw voor dat het in
plaats van f 10 schade bij de andere molen, volgens de
opgave van den Voorzitter, nu 30 schade is, plus de hoogere
inschrijving, terwijl het ook een mooiere inrichting was.
De heer van IJsselsteijn vindt dat f 42,85 voor 100 M2,
toch naar evenredigheid meer is dan 46 voor b. v. 150
M2. Het heeft hem echter ook verwonderd, dat de inschrij
vingen zoo weinig uiteen liepen.
De heer Van den Hoek merkt op dat de heer Van
IJsselsteijn buiten berekening laat het meerdere staangeld.
De geboden sommen staan daar buiten.
De Voorzitter zal niet zeggen dat het beweren van den
heer Van den Hoek onwaar is maar hij kan diens berekening
toch niet begrijpen.
De heer Van IJsselsteijn stemt nu ook toe dat de heer
Van den Hoek gelijk heeft.
De heer Van der Moer vraagt wie er beslist over het
aannemen of weigeren van tenten enz.
Een stem De marktmeester
De Voorzitter zegt dat deze er wel over beslist maar toch
gewoonlijk met hem er over komt raadplegen.
De heer Visser is er tegen dat die toestand zoo zou blijven.
Hij is er voor om een commissie te benoemen die dit regelt.
De heer Tazelaar verlaat de vergadering.
De heer Visser is voorts ook van meening dat het naar
recht en billijkheid de plicht van het Dag. Best, zou geweest
zijn, om aan den hoogsten bieder de plaats te gunnen. Maar
zooals men nu gehandeld heeft is het uitoefenen van protectie
geweest voor die tent die hier altijd komt. Die andere is
een prachtige tent en electrisch verlicht.
De Voorzitter: Ja, dat electrisch licht moet het eenige
onderseheid zijn; wij hebben in dezen geoordeeld op het
door ons ontvangen bericht.
De heer Van IJsselsteijnDat van den marktmeester.
De heer Van den Hoek: Maar van welke particulier is
bericht ontvangen
De heer Van IJsselsteijnVan geen een
De Voorzitter zegt toe een en ander te zullen onderzoeken.
De heer Van den Hock vraagt of het niet mogelijk zou
zijn om nu nog dit jaar het plan van de kermis te veranderen.
Nu met een caroussel zet die vent de prijzen zoo hoog als
hij wil. Waar een abonnemeDt vroeger f 1,kostte, kan
hij nu wel f 1,50 vragen en er zoo gemakkelijk die 40,
uitslaan. Maar velen kunnen zoo'n verhoogd abonnement
niet betalen. Verleden jaar al gooide die carousselhouder de
kinderen met abonnementen er uit en liet anderen rijden
dat is ook prettig als je daarvoor betaald hebt En wat
was toen het geval dat de marktmeester partij trok voor
den carousselhouder, in plaats van voor de burgers van Ter
Neuzen, van wie hij zijn loon ontvangt. De heer Visser
zegt spreker was er ook bij tegenwoordig.
De heer Visser beaamt dit.
De Voorzitter noemt zo<5 iets een feit, waarnaar kan onder
zocht worden.
De heer Van den Hoek merkt op dat de Voorzitter zeer
goed weten kan dat dit is voorgevallen, want het nu overleden
raadslid Donze heeft er terstond met den Voorzitter over
gesproken.
De Voorzitter zou het benoemen van een commissie een
terzijdestelling van den marktmeester achten, overal geschiedt
de regeling door dien ambtenaar,
De heer Van der Moer is voor regeling door een com
missie.
De heer Van den Hoek merkt op dat de marktmeester
altijd uitvoerder blijft maar onder toezicht der commissie.
Hij zou dan een plan voor de kermis aan de goedkeuring der
commissie kunnen onderwerpen, en de commissie zou ook de
briefwisseling kunnen controleeren.
De heer De Feijter is tegen eene commissiehij meent
dat men het best aan het Dag. Best, kan overlaten en den
bouwmeester een plan laten maken.
De heer an der Moer is van meening dat men niet alles
aan het Dag. Best, kan opdragen, dit heeft reeds zooveel
te doen en men kan hiervan niet alles vergen. Hij stelt
voor om een commissie van twee leden te benoemen, om een
plan voor de kermis te ontwerpen en met welke commissie
de marktmeester moet onderhandelen.
De I oorzitter stelt. voor om de heeren Visser en Van den
Hoek maar meteen aan te wijzen voor leden dier commissie.
De heer Visser wil niet in aanmerking komen als wonende
buiten de komhij noemt den heer Grenu. Deze bedankt
ook en daar de heer Van den Hoek weigert om alleen met
den marktmeester eene regeling der zaak te maken, wordt
niet verder op het voorstel doorgegaan, daar het tot geen
resultaat kan leiden.
Wordt besloten de kermis op de gewone wijze te houden.
De heer Van der Moer bespreekt nog de liedjeszangers, orgel-
draaiers enz., die geregeld tweemaal per dag rondloopen. De inwo-
ners hebben daar veel last van door het aanhoudend naar de deur
moeten loopen. Hij zou dit gaarne zooveel mogelijk beperkt
zien. Een keuring van draaiorgels, zooals op andere plaatsen
ook wel geschiedt, zou hij niet overbodig vindener komen
meermalen valsch geluid gevende orgels.
lO. Ingekomen stukken enz.
a. Wordt voorgesteld bestrating van het onverharde ge-
deelte straat naast den schoenwinkel van A. Moggre in de
Vlooswijkstraat.
Aangehouden tot nader onderzoek.
a ^res van van der Peijl betreffende onderhoud
van de Walstraat (gedeelte Schelpenpad voorbij school B).
Eveneens aangehouden.
c. Een schrijven van de directie van de spoorwegmaat-
schappij MechelenTer Neuzen, waarin aan de gemeente
verzocht wordt voor 300 fr. tegemoet te komen in de op
900 fr. geraamde kosten van het maken van privaten ten
dienste der werklieden aan het spoor. Zij verzoekt het ge
meentebestuur daarin om eene bijdrage, omdat zij voor haar
eigen personeel heeft gezorgd en meent dat het, voor wat de
nie1t1onder haar eigen beheer werkende personen betreft een
publiek belang geld.
De heer Van IJsselsteijn deelt mede dat door het Dag.
est. daarop de aandacht der maatschappij was gevestigd.
Er bestaan privaten, maar die zijn zoo gebrekkig gemaakt,
dat het vuil over het terrein vloeit. Met het oog op de
gezondheid was daarover geschreven.
De heer Van der Moer is van meening dat het meer op
en weg der werkgevers zou liggen om in dezen steun te
verleenen. Het is voor het personeel der expediteurs, en voor
hun alien was het toch een kleintje om die 300 francs bij een
te krijgen. J
Het schrijven wordt eveneens aangehouden.
Voorzitter mede dat nog vergoeding van het
Kijk is ontvangen voor het aanbrengen van het schot in de
school te Sluiskil, daar dit als verbouwen aangemerkt wordt.
Men had daaraan eerst niet gedacht, maar het zal nu zeker
de leden wel aangenaam zijn dit te vernemen.
e' _~n£?komen ziJn reclames tegen den hoofdelijken omslag
van H. Hartog, Jan de Regt en P. J. de Deckere, die. als
zijn e na het verstrijken van den termijn ingekomen. worden
van de hand gewezen.
Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter de
vergadering.