Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch- Vlaanderec.
No. 3474.
Donderdag 24 Juni 1897.
37e Jaargang.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,324-
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIE N:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
POLIT1EK OVERZICHT.
Gunstig, ja fraai weder was het eergisteren,
toen de Engelsche Koningin om 12 uur het feeste-
lijk versierde Windsor verliet, en even gunstig
weder begroette baar te Londen, toen zij, verge-
zeld van Keizerin Friedrich en van de Prinsessen
Beatrice en Christian, van het Paddington-station
naar het Buckingham-paleis reed, overal langs
haren weg door de dichte menigte, die zich in de
versierde straten verdrong, op het levendigst toe-
gejuicht.
Op het paleis werd in kleinen kring bet tweede
ontbijt gebruikt, en daarna ontving de Koningin
in de drawing-room of receptiezaal de koninklijke
en andere gasten, voor het jubile overgekomen.
Vervolgens werd audientie verleend aan de Indi-
sche Prinsen en aan de vertegenwoordigers der
vreemde Staten.
Het huis der Lords nam eergisteren met alge-
meene stemmen het adres van gelukwensching aan
de Koningin aan, en ook het voorsteldat het huis
en corps dit aan H. M. zal gaan aanbieden.
In 't Lagerhuis, dat eerst, tamelijk prozaisch,
nog even bij tweede lezing de voordracht goed-
keurde tot invoering van het metrieke stelsel voor
maten en gewichten, ging de zaak niet zoo vlot.
De Iersche leider Redmond kwam tegen het zenden
van een adres in verzet met een ameudement,
verklarend, dat de Ieren ontevreden zijn en aan
het jubileum niet kunnen deelnemen. Het werd
echter met 436 tegen 7 stemmen verworpen, waarna
het adres werd goedgekeurd met 439 tegen 44.
Den geheelen afgeloopen nacht bleef het druk
in de Londensche straten maar tegen het aan-
breken van den dag werden het dichte drommen,
die optrokken, om tijdig hunne plaatsen in te
nemen. De lucht was toen sterk bewolkt.
Hoe lichter het werd, hoe schitterender het
schouwspel dat de straten opleverden, nu het hout
der getimmerten en het wel wat sterk overheer-
schend heldere rood der versieringen langzamerhand
verdween achter de feestelijk getooide vrouwen,
mannen en kindereu, meest alien met linten met
de nationale kleuren versierd, die hunne plaats op
de tribunes of aan de vensters innamen.
Uit Athene wordt geseind, dat Keizer Wilhelm
aan den sultan een telegram gezonden heeft om
hem te bewegen tot ontruiming van Thessalie.
De Grieksche kroonprins schreef een brief aan
de Koningin van Engeland om te verklaren, waarom
hij de uitnoodiging tot de jubileumfeesten niet
kon aannemen. Hij gaf tevens de hoop te kennen,
F EUILLETON
ROMAN
naar het Engelsch van
A. CONAN DOYLE.
17)
Sherlock Holmes liaalde diep adem, en wischte
zich het zweet van het voorhoofd//Ik had
meer vertrouwen moeten koesteren," zeide hij,
„en reeds lang moeten weten dat, wanneer een
feit in strijd is met een lange reeks gevolgtrek-
kingen, het onveranderlijk onderworpen moet
worden aan eene andere toepassing. Van de
twee pillen in dat doosje, was een gevuld met
het doodelijk vergif, en de ander geheel onschade-
lijk. Ik had dat moeten inzien, nog voordat de
doos mij onder de oogen kwam."
Deze laatste verklaring kwam mij zoo verbazend
voor, dat ik ternauwernood kon aannemen dat hij
bij zijn voile verstand was. Voor ons lag de
doode hond echter, als het bewijs dat zijn ver-
moeden juist was geweest. Het scheen mij toe
dat de nevelen voor mijn eigen verstand van
lieverlede wegtrokken, en ik begon mij een vaag,
onbestemd begrip van de waarheid te maken.
//Dit alles komt u vreemd voor," hernam
Holmes ;/omdat gij, bij het begin van het onder-
zoek, naliet u rekenschap te geven van het ge-
wicht van den eenigen waren leiddraad, die ons
gegeven was. Ik had het geluk hem te vatten,
en al wat sedert dien voorgevallen is, heeft mijn
dat Griekenland op Engeland zou kunnen rekenen
in de tegenwoordige crisis.
De toestand van Thessalie moet heel treurig
zijn. De oogst, waarvan nu voor de inwoners
niets terecht komt, was juist dit jaar heel goed.
De oorlogskosten putten het land uit, en roover-
benden, bestaande uit losgelaten gevangenen, leden
van de ontbonden vrijscharen en de in Grieken
land talrijke bandieten van beroep, maken de
wegen onveilig.
De Turken hebben hunnerzijds last met de
4000 Albaneesche vrijwilligers, wat ook niets anders
dan bandieten zijn, die zich niet laten bewegen,
de wapenen neer te leggen en naar huis te gaan.
Op Kreta blijft men ereneens roerig.
Volgens een bericht uit Hierapetra hebben de
Kretenzers een aauval gedaan op lieden die brood
naar een Russisch oorlogsschip brachten. De
bewoners van Hierapetra vielen op hun beurt de
Kretenzers aan, en van een Italiaansch oorlogsschip
werden een paar schoten op de rustverstoorders
gelost.
Uit Johannesburg wordt gemeld, dat Kruger
voornemens was, de twee gevangen Engelschen,
die inderlijd weigerden, tegen losgeld hun invrij-
heidstelling te krijgen, ter eere van het jubileum
te ontslaan.
Kruger heeft geantwoord op de nota van Cham
berlain, waarbij deze klaagde over schending der
conventie van 1884, door de maatregelen tegen
voor den staat gevaarlijke immigranten.
Kruger meent, dat de Transvaal in haar recht
was en dezen maatregel mocht nemen tot eigen
veiligheid, zonder de Britsche regeering te raad-
plegen.
Hij slaat echter voor, over de twistpunten uit-
spraak te laten doen door de Zwitsersche bonds-
regeering, als scheidsrechter.
In de a. s. zomervergadering der Provinciale
Staten van Zeeland zullen, behalve een aantal
ingekomen stukken, de volgende punten ter tafel
komen
Onderzoek der geloofsbrieven van het nieuw
gekozen lid, den heer Mr. A. J. F. Fokker.
Het aangehouden voorstel van Gedeputeerde
Staten tot afwijzing van het verzoek van W.
Moelker c. s., om subsidie voor een wagendienst
tusschen Tholen en St. Maartensdijk.
Voorstel van Gedeputeerde Staten tot het ver-
aanvankelijke veronderstelling gestaafd, en was
ook slechts het logisch gerolg daarvan. Ziedaar
waarom de zaken, die u op een dwaalspoor leidden
en de zaak steeds duisterder voor u maakten,
mij hielpen haar te doorgronden en mijne gevolg-
trekkingen te staven. Het is eene vergissing iets
zonderlings met iets geheimzinnigs te verwarren.
De meest alledaagsche misdaad is dikwijls de
geheimzinnigste, omdat zij geen nieuwe of bijzondere
zijden vertoont, waaruit men iets af kan leiden.
Deze moord ware heel wat moeielijker op te
helderen geweest, indien men het lijk van het
slachtoffer eenvoudig op straat had vinden liggen,
zonder eeu dier overdreven en aangrijpende bij-
komende omstandigheden, die hem opvallend
hebben gemaakt. Dus verre van de zaak te be-
moeilijken, hebben die vreemde bijzonderheden
haar veel vereenvoudigd."
Gregson, die deze toespraak met het grootste
ongeduld had aangehoord, kon zich niet langer
bedwingen ,/Luister, mijnheer Sherlock Holmes,"
zeide hij, //wij zijn alien bereid te erkennen, dat
gij een kundig mensch zijt en uw eigen methode
van arbeiden hebt, maar wij hebben thans iets
anders noodig dan theorie of redevoeringen. Het
komt er op aan ons meester van den man te maken.
Ik heb mij met de zaak bemoeid, en het schijnt
dat ik mij vergiste. De jonge Charpentier kan
kan onmogelijk in dit tweede misdrijf gemoeid
zijn. Lestrade spoorde zijn man na, Stangerson,
en het komt uit dat ook hij zich bedrogen heeft.
Gij hebt hierop gezinspeeld en daarop, en schijnt
heel wat meer te weten dan wij, maar het oogenblik
is gekomen, dat wij ons gerechtigd achten u
ronduit te vragen hoeveel gij omtrent het geval weet.
leenen van een subsidie aan de ambachtschool te
Zierikzee gedurende vijf jaren, ad 600 'sjaars.
Idem tot het pensionueeren van den conducteur
bij den provincialen stoombootdienst op de Wester-
Schelde, C. Delzenne.
Idem naar aanleiding van het adres van het
hoofdbestuur der ,/Nederlandsche Vereeniging tot
afschaffing van sterken drank" te Amsterdam, om
draukgebraik op de werken te verbieden en het
loon in gepast geld te doen uitbetalen.
Idem naar aanleiding van het adres van de
//Vereeniging van Nederlandsche steenfabrikanten,"
om bij de aanbesteding van werken arbitrage toe
te passen.
Idem tot wijziging der instructie voor hun
college.
Idem tot wijziging van het hesluit tot regeling
van den provincialen waterstaatsdienst.
Idem tot wijziging van het besluit der Staten
betreffende het verleenen van een subsidie voor
den stoomtramweg van Brouwershaven naar Steen-
bergen.
Idem tot het verleenen van een subsidie voor
den stoomboot- en wagendienst WalzoordenVlake
en HulstWalzoorden.
Idem tot het verleenen van een subsidie voor
den stoomtramweg van Hulst naar Walzoorden.
Idem tot afwijzing van het verzoek van H.
Braakman Co. omtrent de uitoefening van een
stoombootdienst tusschen Ter NeuzenHoede-
kenskerkeHansweertWalzoorden.
Idem tot afwijzing van een verzoek van I. J.
Porreij om subsidie voor het overzetveer van
IJersekedam op Gorishoek.
Idem tot het verleenen van eene bijdrage tot
verbetering van den weg naar de zandplaats te
Breskens.
Idem aangaande verzoeken van de raden van
Kruiningen, Krabbendijke, 's Heer Arendskerke en
Zuiddorpe, alle om een renteloos voorschot voor
wegsverbeteriug.
Idem tot wijziging van het reglement op de
tram wegen.
Idem tot vaststelling van een reglement op de
verveningen.
Idem tot vaststelling van een reglement op de
keuring van dekhengsten.
De verantwoording van Gedeputeerde Staten
wegens de enkel provinciale en huishoudelijke
inkomsten en uitgaven van 1895.
De begrooting der kosten van het provinciaal
bestuur, voor zooveel het rijksbestuur is, voor 1898.
De begrooting der enkel provinciale en huis-
Kunt gij ons den man noemen, die de misdrijven
pleegde
z/Ik kan niet helpen het met Gregson eens te
zijn, mijnheer," merkte Lestrade op. //Wij hebben
beiden ons best gedaan, en hebben beiden gedwaald.
Gij hebt meer dan eens, sedert mijne komst
alhier, verzekerd al de noodige inlichtingen te
bezitten. Gij zult die toch niet langer voor ons
verborgen houden."
z/Ieder uitstel in het in hechtenis nemen van
den moordenaar," sprak ik op mijne beurt, //zou
hem den tijd geven de eene of andere nieuwe
gruweldaad te plegen."
Aldus door ous alien gedrongen, scheen Holmes
besluitenis te geraken. Hij ging voort door de kamer
op en neer te loopen, met het hoofd op de borst
gebogen en gefronsde wenkbrauwen, zooals hij
gewoonlijk had als hij in gedachten verdiept was.
z/Er zullen geen moorden meer plaats hebben,"
zeide hij ten laatste, onverwacht stilstaande en
ons aanziende Daaromtrent behoeft gij u niet
te bekommeren. Gij hebt mij gevraagd of de
naam van den schuldige mij bekend was. Ja,
ik weet dien. Maar het kennen van zijn naam
is zoo goed als niets in vergelijking met de macht
om de hand op hem te leggen, en dit hoop ik
binnen kort te doen. Ik heb alle hoop daarin
op eigen houtje te slagenmaar het is iets dat
veel omzichtigheid vereischt, want wij hebben te
doen met een even geslepen als wanhopig mensch,
die bijgestaan wordt, zooals ik in de gelegenheid
was te bewijzen, door iemand, die niet minder slim
is dan hij. Zoolang deze man niet op het denkbeeld
komt dat iemand een leiddraad in handen kan
hebben, bestaat er eenige kans ons meester van
houdelijke inkomsten en uitgaven voor 1898, met
een voorstel betreffende de hefRng van opcenten
op de grond- en de personeele belasting ten be-
hoeve der provincie.
Bij het departement van Kolonien is ont-
vangen het volgende telegram van den Gouverueur-
Generaal, betreffende eene exeursie op 14 dezer
naar Gleieng
Eerste dag vijf sterke bentings genomen.
Gesneft/eld een Amboineesch sergeant; niet ge-
vaarlijk gi vond luitenant J. Yethake (inatteu kogel)
en 12 miiitairen beneden dien rang.
Vijand liet 11 dooden liggen.
Bivak Tjot-Gle betrokken.
Tweede. dag na de slechting bentings terug
naar Indrapoeri. Vier miiitairen beneden den
rang van officier licht gewond.
Blijkens van den Gouverneur-Generaal ontvangen
berichten is, bij een der onlangs in Atjeh ge-
leverde gevechten gevaarlijk gewond de l8te luitenant
der infanterie L. Weber, en zijn aan hunne, bij
ontmoetingen met den vijand, bekomen wonden
overleden de funseliersF. A. Schneider, G. W.
A. Raue, P. Groenendal en J. Waker.
In een particulier schrijven van een militair
uit Indrapoeri, dd. 17 Mei, lezen wij het volgende
over de reeds gemelde gebeurtenissen
Zondag is hier weer wat te doen geweest. Ze
zijn maar terug gekomen met een 70 dooden en
gewonden. Gesneuveld zijn twee kapiteins.
Maandag-morgen hebben wij er 21 begraven, de
kapiteins in den kraton. We hebben wel succes
gehad, maar 't is te duur gekooht. De kerels
worden hier verd brutaalverbeelt u ze komen
op klaarlichten dag op de benting schieten.
Zondag hadden wij dekking voor den nieuwen
weg naar Selimoen.
's Avonds 12 uur, toen de troep terug trok,
maakten wij de achterhoede uit, maar werden
slechts enkele ma] en licht beschoten.
Een treurig gezicht was het, toen de gewonden
door een rivier gedragen moesten worden de meeste
hadden twee, drie of vier schoten. Yoorde dooden
waren niet eens draagmiddelener werden drie
touwen om het lichaam geslagen en zoo de lijken
voortgedragen 't was treurig om te zien ver-
scheidene soldaten lieten een traan rollen. De
overste wilde de lijken niet laten begraven bij de
versterking, waar de Atjehers een 40tal dooden
hadden laten liggen.
Er zijn nu 39 zwaar gewonden naar het hospi-
taal gebrachter liggen hier nog 14, waaronder
2 heel zwaar, die niet vervoerd mogen worden.
hem te maken; maar komt hij op het minste
vermoeden, dan zal hij van naam veranderen en
in een oogwenk onder de vier millioen inwoners
dezer groote stad verd wij nen. Zonder uwe gevoelens
van eigenwaarde te willen krenken, moet ik u
wel verklaren dat ik deze lieden verre opgewassen
acht tegen de officieele politiemacht, en vandaar
ook dat ik uwe hulp niet heb ingeroepen. In
dien ik niet slaag, zal ik natuurlijk alle afkeuring
verdienen daarvoor; maar daarop ben ik voorbereid.
Ik wil u thans volgaarne beloven, dat ik u waar-
schuwen zal, zoodra ik u alles kan zeggen, zonder
mijne berekeningen in gevaar te brengen."
Gregson en Lestrade schenen verre van voldaan
te zijn met deze verzekering, of met zijne ge-
ringschattende zinspeling op de onhandigheid der
detectiven. Eerstgenoemde was rood geworden
tot de wortels van zijn vlaskleurig haar, terwijl
de kraalachtige oogen van zijn kameraad van
nieuwsgierigheid en ergenis flikkerden. Maar geen
van beiden had den tijd een woord te zeggen,
want er werd aan de deur getikt, en de woord-
voerder der bende straatjongens, de knaap Wiggins,
vertoonde ons zijn onbeduidend en afzichtelijk
gelaat.
z/Om u te dienen, mijnheer," zeide hij, zijn
voorhaar aanrakende, ,/ik heb de cab voor de
deur."
//Best jongensprak Holmes, opgeruimd.
z/Waarom neemt gij dit model niet in Scotland
Yard aan ging hij voort, een paar stalen hand-
boeien uit eene lade te voorschijn halende. Zie
eens hoe prachtig de veer werkt. Zij zitten in
een oogwenk vast."
z/Het oude model is goed genoeg," verzekerde
NEUZEN
COIRANT
d
Uit blati vlrichijnt Via»n«l«e-, Woenadag- en Vrifrtagavond, uitgezonderit «>p Feestdagea, bij den nitgevee P. J. VA1% UK IIASBE «e Ter iemen.