Algemeeo
Nienws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch- Vlaanderen.
No. 3452.
Zaterdag 1 Mei 1897.
37e Jaargang.
Hoofdelijken Omslag.
OPNEMING WEG EN.
33 3 3!?333
Inschrijving Sellutterij.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32}.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts t w e e m a a 1 berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave.
BU (leze courant behoort een bijvoegsel.
FEUILLKTOM.
18)
Thans natuurlijk liet de zaak zicb uit een heel
ander oogpunt zien. Hij drukte zich dan ook
zoo behoedzaatn mogelijk uit. Zooveel echter
stond vast, dat hij na een vluchtige lijkschouwing
zijn attest had afgegeven, in het goede vertrouwen
van met brave menschen te doen te hebben, en
dat nu, na hetgeen men van die menschen wist,
een weinig meer voorzichtigheid zeker niet misplaatst
zou zijn geweest.
Men sprak ook van een medicijnkistje, dat bij het
sterfbed had gestaan hetzij dat de dokter zich
dit herinnerde, of dat deTderk Romer een woord
daarover had laten vallen. Waar mocht dit meubel
wel gebleven zijn? Waarschijnlijk was het zoo
spoedig mogelijk verborgen geworden, maar
misschien was het toch ook nu nog niet te laat
voor een onderzock ter plaatse.
Kort en goed de gaiische stad geraakte in
opschudding.
Men eischte de tusschenkomst der politie, van
de rechterlijke macht en waarschijnlijk slechts
om de gemoederen tot rnst te brengen, wanneer
er niets verdachts zou worden gevonden, besloot
de overheid inderdaad tot een betoog van ijverin
de aangewezen richting.
In stilte werd er eene soort van huiszoeking
ondernomen, naar het heette, om te voldoen
aan zekere formaliteiten, door de wet bij het over-
DE OORLOG IN HET OOSTEN.
In officieuse Grieksche berichten, door bemid-
deling van gezantschappen of bevriende bladen
ontvangen, wordt medegedeeld, dat de dynastie niet
wordt bedreigd. De Koning, zoo heet het, is
niet verplicht, den Kroonprins terug te roepen
deze blijft aan 't hoofd van 't leger.
//Daily Telegraph" verneemt echter, dat de
ontevredenheid tegen de Koninklijke familie toe-
neemt, en dat o. a. het volk in koffiehuizen te
Athene de portretten van den Koning vernielde.
De personen die wapenwinkels plunderden, waren,
volgens nader bericht, reservisten, die boos waren,
omdat men hem niet van wapenen voorzag en
naar het oorlogstooneel zondde meesten waren
lijden van alleen levende en buiten aanwezigheid
van ooggetuigen overleden personen voorgeschreven.
Naar het medicijnkastje werd in het voorbijgaan
eens gevraagd. Vrouw Rosa verklaarde dat het,
voor zooveel zij wist, onaangeroerd was gebleven,
sedert zij zelve het op den bekenden morgen van
het bed weggedragen en in eene ruimte tusschen
twee boekenkasten geschoven had. Daar rnoest
het ook thans nog staan.
Daar stond het dan ook nog. De deksel was
slechts los toegeslagen en. niet eens in het slot
gedrukt. De sleutel stak er in.
Hij placht er altijd op te steken, verzekerde de
vrouw. Maar binnen is een tweede vak, dat eene
afzonderlijke sluiting heeft, en daarvan droeg
mijnheer den sleutel altoos bij zich.
Wat bevatte dit vak vroeg de man van het
gerecht.
Een aantal fleschjes en doosjes, antwoordde zij
onbevreesd.
Hoe weet ge dat zoo
Doordat mijnheer Von Brunfisch mij menig-
maal, als hij eenen bijzonder hevigen aanval had,
den sleutel heeft gegeven, om het te openen. Hij
kon mij dan slechts met de oogen toewenken,
welk fleschje of doosje ik hem geven moest. Van
den inhoud nam hij altijd maar zeer weinig. Ik
geloof dat er gevaarlijke dingen in waren, want
op de etiquette was een doodskop afgebeeld.
Het sleuteltje moest ik ook altoos terstond weer
aftrekken en aan mijnheer teruggeven.
Wist ge waar hij dien sleutel bewaarde
O jawel. Hij bad voor mij geene geheimen,
Grieken, uit het buitenland naar hun vaderland
teruggekeerd om te vechten.
De Marineminister nam, op verzoek van den
Koning zijn ontslag-aanvraag terug.
De stemming moet werkelijk gekalmeerd zijn
door een proclamatie van de Kamerleden der
oppositie, waarin dezen, met het oog op de
moeilijke oogenblikken die het vaderland doorleeft,
verzochten, dat ieder bijdrage, tot hem handhaven
der orde. Deze is niet alleen voor aller veilig-
lieid onmisbaar, maar vormt tevens het element
om de eer en de rechten der natie te bewaren.
De vijand heeft den vaderlandschen bodem be-
treden en ons leger staat tegenover hem, zegt het
manifest. Ieder die poogde de orde te verstoren,
zou dus een bondgenoot der Turken zijn.
De proclamatie is onderteekend door alle te Athene
tegenwoordige afgevaardigden van de oppositie.
De stad was Dinsdagavond kalmtoch achtte
de Fransche gezant het geraden, het Fransche
oorlogschip, dat vertrokken was om kolen te halen,
terug te doen keeren.
Ook de Duitsche kruiser //Kaiserin Augusta,"
die in de wateren van Kreta was kreeg bevel,
naar Phaleron, in de golf van Athene, te gaan.
Reuter's bijzondere correspondent bij de Griek
sche troepen zegt in een telegram, Woensdag
verzonden uit Athene, waarheen hij na de vlucht
van het Grieksche leger is teruggekeerd, dat de
onmiddelijke oorzaak van den terugtocht na het
gevecht voor Tyrnavos was het omtrekken van den
Griekschen rechtervleugel door de invallende
Turksche divisies van Nezeros en Rapsani, waarvan
een vereeniging van de Turksche troepen het ge-
volg was. De Turken deden een hevigen aanval
met artillerie en infanterie, gevolgd door een
plotselinge charge van de cavalerie, nadat algemeen
verondersteld was, dat het vechten voor dien dag
uit zou wezen. De correspondent vergezelde de
vluchtende Grieksche troepeu en dorpsbewoners.
Soldaten, burgers, vrouwen en kinderen waren in
hopelooze verwarring dooreengemengd verstrooide
afdeelingen van de beide divisies van het terug-
trekkende leger waren op den weg en in de velden
bij den tweesprong der wegen van Tyrnavos en
Kazaklar opgehoopt. De verschijning van een
twaalftal ruiters, die in vollen galop voorbijrenden,
onder het geschreeuw //Vlucht, vluchtde
Turken zetten ons achternaveroorzaakte een
paniek. De nacht was zeer donker en het gebrul
dat uit de versclirikte menigte opging, toen de
menschen als dollen voortsnelden en elkander onder
de voeten vertrapten, verlamde het denkvermogen
der soldaten. De ongeregelde troepen en gewa-
pende boeren begonnen, waanzinnig van angst,
want hij wist dat hij mij vertrouwen kon. Hij
bezat een leeren zakje, waarin hij ook andere kleinig-
lieden bewaarde, die hem dierbaar warenbij-
voorbeeld zijnen zegelring met het familiewapen,
dien hij wegens de magerheid van zijne vingers
niet meer dragen kon en twee kleine ringen met edel-
gesteenten van zijne moeder. Daarin borg hij ook
dit sleuteltje.
En dat zakje droeg hij bij zich
Overdag lag het meestal op het beddetafeltje
naast zijn horloge. Daar ligt het ook nu nog en
er is niets uitgenomen.
Maar des nachts
Dan vond het gewoonlijk een plaats onder
mijnheers hoofdkussen. Als ik het hij het bed-
opmaken vond, legde ik het op het tafeltje. Het
gebeurde ook wel eens enkele keeren, dat mijnheer
zelf het er op liet liggen.
Had hij a ooit verboden, zonder zijn nadrukkelijken
last het sleuteltje er uit te nemen
Wel neen Waarom zou hij dat! Het sprak
immers van zelf, dat ik niet aan zijne dingen raakte.
De anibtenaar sehudde den inhoud van het
bewuste zakje in zijne hand uit.
Het sleuteltje is er niet in, zeide hij.
Neen het stak als ik mij wel herinner, nog
op het binnendeurtje toen ik het deksel toesloeg.
Daar zal het dus zeker ook nu nog wel te vin-
den zijn.
Inderdaad, zoo was het. In het bedoelde
binnenvak, tot welks bezichtiging werd overgegaan,
stond een fleschje open, waarvan de glazen stop
ontbrak. Op den bodem lag een witte stof, alsof
met hunne geweren naar alle kanten te vuren,
maar de schoten waren nauwelijks te hooreu boven
het geraas der stem men en het geschreeuw van
het vee.
Het vuren duurde een half uur. De paniek
strekte zich over verscheidene mijlen uit. De
wagen waarop de Fngelsche correspondenten zich
bevonden werd omvergeworpende correspondent
kwain onder de voeten der vluchtelingen en ont-
kwam ternauwernoud aan den dood, doordat een
vrijbuiter een handbreed van zijn hoofd een schot
op hem loste. De weg was bezaaid met achter-
gelaten geweren, caissons, gebroken wagens en
huisraad. De opstopping op de brug over de
Peneios, aan den ingang van Larissa, was uren
lang verschrikkelijk en moordend. Men schat,
dat er tusschen de vijf en zeshonderd menschen
omkwamen in het gedrang.
Het besluit om Larissa te ontruimen had onder
de bevolking opnieuw een panische vlucht in de
richting van Volo en Pharsalos ten gevolge. Een
bijzondere trein, uit goederenwagens bestaande,
vervoerde drieduizend menschen, die zich aan de
zolderingen en de loopplanken der wagens vast-
klampten, naar Volo. Ook daar ontstond een
paniekvelen uit de meervermogende klassen
vertrokken naar Euboea, aan boord van ka'iks. Alle
beschikbare ka'iks werden gebruikt en er was geen
stoomboot om de vluchtelingen naar Athene te
vervoeren.
Woensdagavond kwamen ten paleize de Prin-
sen van Koetei (Borneo) die namens den Sultan
van dat land aan Hare Majesteiten hulde en eer
kwamen betuigen.
HH. MM. ontvingen den Prinsen, die vergezeld
waren van den assistent-resident Eerdmans, als
tolk omstreeks negen uur in den troonzaal.
De Prinsen waren in hun nationale kleeding
en namen tegenover den troon, waarop de Vorstin-
nen gezeten waren op lage stoelen plaats.
Door bemiddeling van den tolk onderhielden
HH. MM. zich met de hooge bezoekers. Dezen
hadden allereerst namens den Sultan hun trouw
en verknochtheid betuigd aan Hare Majesteiten
en gezegd dat zij niets liever wilden dan zijn en
blijven trouwe vazallen van Hare Majesteiten en
hare Regeering.
H. M. de Koningin-Regentes vroeg den Kroon
prins daarna naar de gezotidheid zijns vaders,
waarop het antwoord luidde, dat de Sultan het
vrij goed maakte, doch dat de last der jaren hem
begon te drukken.
eene sidderende hand met eenen te vollen lepel iets
had gestort.
Is dat de laatste medicijn, die den zieke is
ingegeven geworden vroeg de rechter.
Dat weet ik niet, antwoordde vrouw Becker.
Ingegeven is hem niets. Maar het kan wel zijn
dat bij zelf iets heeft ingenomen en daarna ge-
storven is. Dat heb ik indertijd vermoed.
En waar is de stop van dit fleschje gebleven
Die zal zeker op het tafeltje hebben gelegen,
toen ik opruimde. Ik weet het niet.
Zoek er dan eens naar.
Zij zag rond op de schrijftafel, waar zij soms
losse kleinigheden neerlegdedoch zij vond niets
wat op eeu stop geleek.
Dat is zonderling, zeide zij Er is niets
hoegenaamd vveggeruimd of inijn man zou het
moeten gedaan hebben. Die neemt wel eens in
zijne verstrooidheid iets op, wat hem niet aangaat
en gooit het dan beneden onder den rommel op
zijne werktafel.
Laat ons dan eens terstond bij hem naar dien
stop gaan vragen, stelde de rechter voor.
Dat staat u vrij, antwoordde vrouw Rosa
maar het zal wel zonder mij kunnen gebeuren.
Ik ga liever niet mee.
Waarom niet?
Omdat omdat wij in den laatsten tijd niet
zoo goed meer met elkander zijn.
Ligt ge met elkander overhoop
Och ja door die erfenis. Hij heeft zich allerlei
dwaasheid in het hoofd laten steken.
Zoo zoo (Wordt vervolgd.)
\El
Dit lilad verschijnl iTlaandaff-, Woeustdag- en Vrijdai^avond, iiit»ezunilerd «|i Feesldngen, bij den uitgever I". J. VAI IIE IANDE te Ter leuien.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN doen
te weten
dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van
29 April 1897, is vastgesteld liet volgende besluit:
De Raad der gemeente Ter Neuzen, wenschende de grens-
bepaling van de kom der gemeente voor het gemeentebeheer
geheel in overeenstemming te brengen met de grensbepaling
van dit gedeelte der gemeente, zooals die, ter voidoening
aan het voorlaatste lid van artikel 2 der kieswet, bepaald is
bij koninklijk beslnit van 29 Januari 1897, no. 7;
B E L V IT
zulks met intrekking van zijn betrekkelijk beslnit van
18 Mei 1898 de kom der gemeente voor het gemeentebeheer
is gelegen binnen de hieronder omschreven grens
De grens loopt van den Westhavendijk, deze inbegrepen
westwaarts afslaande, midden over de hooge wallen en verder
midden over den Westkanaaldijk tot aan het punt waar het
kanaal van Ter Neuzen Daar Sua van Gent zich splitst en van
daar in eene zuidoostelijke richting tot 60 Meter voorbij het
station van den spoorweg Ter NeuzenMechelen;
van daar oostwaarts in eene rechte lijn beginnende tusschen
de perceelen kadastraal sectie B, no. 443 en 276 en gaande
tot aan het punt, waar deze lyn den provincialen weg snijdt
vandaar noordwaarts midden over den weg tot aan de hooge
wallenvervolgens deze hooge wallen oostwaarts afslaande
tot den Oosthavendijk, deze inbegrepen, en van het einde
van dezen dijk, in de Wezter-Schelde tot het einde van den
Westhavendijk.
Aldus vastgesteld door den Gemeenteraad van Ter Neuzen,
den 29 April 1897.
(Get.) J. A. VAN BOVEN, Voorzitter.
1. DIELEMAN, Secretaris.
En is hiervan afkondiging geschiedt waar het behoort,
den 29 April 1897.
Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen,
.T. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders ran TER NEUZEN
brengen ter kennis, dat het primitief kohier van den Hoof
delijken Omslag in deze gemeente, roor 1897, in afschrift,
gedurende vijf maandenop de secretarie der gemeente, roor
een ieder ter lezing is nedergelegd.
Ter Neuzen, 30 April 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat te beginnen
op 1!! Mei it. g. van wege de gemeente eene algemeene
opneming zal worden gehouden van de wegen en voetpaden
met de kunstwerken.
Ter Neuzen, 30 April 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, gelet
op Z. M. besluit van 21 Maart 1828 (Staatsblad no. 6), in
verband met de wet van 11 April 1827; maken bekend
dat, ter voidoening aan art. 5 van genoemd besluit, van den
15 Mei aanstaande tot en met den 31sten daaraanvolgende,
dagelijks, (uitgezonderd zon- en feestdagen), van des morgens
10 tot des namiddags 4 nur, ter gemeentesecretarie zullen
gereed liggen de registers van inschrijving voor de schutterij,
welke registers op den 1 Juni daaraanvolgende moeten worden
gesloten
weshalve alle mannelijke ingezetenen dezer gemeente,
zonder onderscheid, gehuwd of ongehuwd, welke op den
lsten Januari dezes jaars hun 25ste jaar zijn ingetreden (dat
zijn diegenen, welke geboren zijn in het jaar 1872), en die
hun 34ste jaar nog niet hebben volbracht, worden opgeroepen
om zich op voorschreven plaats en uur, voor den lsten Juni
aanstaande (in 't belang eener gemakkelijker controle liefst
zoo kort mogelijk na 15 Mei a. s.) voorzien van hunne
geboorte-akte, ter inschrijving aan te raelden, terwijl ter
voorkoming van alle misvatting, welke zoude kunnen ontstaan
met betrekking tot de verplichlingen, die bij voornoemde wet
op de schntterijen worden voorgeschreven, aan belang-
hebbende. ingezetenen dezer gemeente wordt onder het oog
gebracht
a. dat, behalve zij, die op den lsten Januari van dit jaar
hun 25ste jaar zijn ingetreden, zich roede ter inschrijving
voor de schuttery* moeten aangeven die personen, welke, hun
34ste jaar niet voleindigd hebbende, ofschoon in een andere
gemeente ingeschreven, sedert de laatste inschrijving in de
gemeente zijn komen wonen, alsmede de vreemdelingen, die
sedert de laatste inschryving in de termen zijn gevallen om,
op grond van art. 2 der wet van den 11 April 1827, als
ingezetenen te worden beschouwd, met welke gelijk staan de
nit den dienst ontsl.gen militairen, voor zoo verre deze in
de jaren der schuttery verkeeren, welke zich alzoo mede ter
inschryving moeten aangeven
t. dat de van andere gemeenten ingekomen sehutter-
plichtigen bij behoorlijk bewijs moeten aantoonen in welke
betrekking zij zich tot de schutterij bevinden
c. dat de verplichting en bevoegdheid tot den schutterlijken
dienst, en mitsdicn tot de inschrijving en het domieilie van
inschrijving, benevens bij verzuim gestelde straffen, zijn get
regeid bij de artikelen 1, 2, 7, 8 en 9 der voorschreven wet.
Ter Neuzen, 30 April 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.