Gemengde berichlen. Telegrafische berichten. TER NEUZEN, 17 Maart 1897. Naar wij vernemen hoopt Ds. R. W. de Jong, te Holten in Overijssel, op Zondag 11 April a. s., des namiddags, bij de Gereformeerde kerk alhier zijn intrede te doen. Des voormiddags zal Z.Eerw. door zijn vader worden bevestigd. Tot de Rijksnormaallessen te Axel zijn de xolgende kweekelingen toegelaten tot de eerste klasse W. J. Meerinan, W. J. F. Imandt, C. J. Bakker, P. Bernard, J. C. Vink, F. L. Yink, E. de Kousemaker, C. A. van de Bilt, P. van Pienbroek, H. Vertnandel, P. A. H. Stroecken, P. de Bruijne, Anna H. van Borssum Waalkes, F. A. F. de Multot de tweede klasse J. A. Wortman, E. F. van de Bilt en A. A. 0. van den Berge. Op de voorbereidende klasse zijn toegelaten J. Cornelissen, R. J. de Theije, P. J. F. de Vos, Everdina F. Brauers, Saartje Fonteijn, Rosalie L. Bosschem, Cornelia van Dixhoorn en Emilie M. van Hecke tot de eerste afdeeling, en C. B. de Potter, F. de Bree, E. Jansen, Wilhelmina J. Balkenstein en Apolonia P. Heijens tot de tweede afdeeling. De beer P. A. van de Velde, aannemer alhier, die met assuradeuren van het gestrande barkschip //Noel" een contract heeft aangegaan om het vlot en in de binnenhaven van Vlissingen te brengen, is druk bezig om de 200 ton ballast uit het schip te halen en de ra's van de masten af te nemen. Den 20 Maart e. k. bij gelegenheid van springtij hoopt hij het schip met behulp van sleepbooten vlot te krijgen. VI. Ct. Door het postkantoor alhier zijn in de tweede helft der maand Februari de volgende onbestelbare brieven verzonden, aan de adressen van Des. Gijsel, AmsterdamR. D'Hondt, Ant- werpen; Mason, RotherhamYan Akeren, Selzaete. Door het hulpkantoor Axel, aan het adres van Consul, 's Hage. De stoomtram-maatschappij Breskens-Mal- deghem keert over het jaar 1896 een dividend uit overeenkomende met 6 van het maatschap- pelijk kapitaal. Yervoerd werden 127828 reizigers. Axel, 17 Maart. Gistermiddag reed een gezel- schap van zes personen in eent tilbury van hier naar Hulst. Bij Absdale gekomen schrikte het paard, door het oplaten van een vlieger en ging op hoi. Het rijtuig, waarvan de kap geheel ver- brijzeld werd, stortte van den dijk en kwam in een breede sloot terecht. Alle personen geraakten te water en de meesten bekwamen lichte ver- wondingen, zoodat het ongeval, dat zeer ernstige gevolgen had kunnen hebben, voor de betrokken personen, nog betrekkelijk gunstig is afgeloopen. Koewaclit. Dinsdagavond trok een aantal smok- kelaars met een 25 koeien over de grenzendoch ook de ambtenaren waren op hun post en pas waren de smokkelaars goed en wel op Belgisch grondgebied of ze werden overvallen en nu was het algemeen sauve qui peut. Alles wist te ontkomendoch twee schoone beesten vielen de ambtenaren in handen. De koeien werden naar het kantoor gevoerd om daar te worden afgemaakt. Ook onder de gemeente Stekene werden twee beesten aangehouden en onder Moerbeke een. Slliis. Ds. A. J. van Riet, predikant bij de Ned. Hervormde gemeente te Oude-Niedorp heeft het beroep naar die gemeente alhier aangenomen. hoogmoedig om, of fluisterden met elkaar en ik wist wat zij zeiden ik wist het, al had ik geen woord gehoord. Toen trok ik mij terug in een donkeren hoek achter den pilaar. Daar zat eene bedelares. Hoe ellendig zij ook was, toch benijdde ik haar en ik meende nog een trap lager te staan dan zij. Te vergeefs trachtte ik te bidden geen straal van Goddelijke genade viel in den troosteloozen nacht mijner ziel. Diep boog ik het hoofd en leunde met het voorhoofd in mijn gevouwen handen, doch het wilde niet rustig in mij worden en voor mijn oogen kronkelden heldere vlammen. Behoedzaam sloop ik uit de kerk en betrad haar sedert niet meer, want het was mij duidelijk geworden, dat men den staf had gebroken over mijn vader en dit wetende, zou ik Harald mijn hand reiken Nooit //Maar kind, hij wil immers ver weg met je." ,/Wal baat dat De herinnering aan het ver- leden zou met oris trekken. Zoolang de naam, dien ik draag, niet zuiver is, word ik Camory's vrouw niet. In dit opzicht heb ik ook mijn trots //Die je het levensgeluk ontneemt." //Die mij bewaart voor de wreede straf, dat ik mij eens zal moeten zeggen, dat ik de edel- moedige opwelling van den beminde heb misbruikt om hem ketenen aan te leggen, die hij dan ver- wenscht. Zie ik een schaduw op zijn voorhoofd, dan zou ik beven tot in mijn binnenste en denken: hij heeft berouw De vrees, dat hij een beleedi- gende uitdrukking over mij zou kunnen hooren, zou mij nooit met rust laten, en wanneer hij zich in de eenzaamheid met mij zou willen terugtrekken, zou voortdurend een stem in mij roepen het ge- schiedt, omdat hij zich voor u schaamtNeen zoo zal het niet gaan, en daarom spaar uw woorden In dit uur heb ik mijn dee! van het aardsche ge- luk genoten. Wat het mij voor zoets en aan- genaams heeft gebracht, kan men mij niet meer 's Gravenhage, 17 Maart. Tweede Kamer. Het ontwerp tot nadere regeling van het successie- recht is aangenomen met 48 tegen 20 stemmen. Het algemeen debat over de gemeente-financien is aangevangen. Heden had de plechtige begrafenis plaats van den heer Beelaerts van Blokland, onder groote belangstelling. De Koninginnen en Regeering waren vertegen- woordigd, terwijl het corps diplomatique, oud- Ministers, hooge ambtenaren en vele dames van hun deelneming blijk gaven. Aan de groeve spraken het kamerlid De Savornin Lohman namens de Kamer en zijne politieke vrienden, de consul-generaal Snethlage namens de Regeering der Zuid-Afrikaansche Republiek en nog vele anderen. RECHTSZAKEN Arrondissements-reclitbank te Middellmrg. De rechtbank heeft in hare zitting van 16 Maart de volgende vonnissen uitgesproken A. B. I., oud 19 j., arbeider te Sas van Gent, is wegens mishandeling veroordeeld tot 7 dagen gevangenisstraf. D. W. C. de J., oud 29 j., werkman te Ter Neuzen, is wegens diefstal veroord. tot 1 maand gevang. A. V., oud 25 j., arbeider te St. Jansteen, is wegens mishandeling veroord. tot f 5 boete of 5 dagen hechtenis. W. I. de R., oud 26 j., zonder beroep te Philippine, is wegens mishandeling en eenvoudige beleediging veroord. tot f 10 boete of 10 dagen hecht. Yan de vele meestoven, die vroeger op Noord- Beveland getuigden van een bloeiende meekrap- industrie, zal op een na de laatste waarschijnlijk ook verdwijnen, daar de meestoof //de Eendracht" te Colijnsplaat te koop wordt aangeboden. Door een Engelsche firma zijn te lerseke ge- kocht en per expresse scheepsgelegenheid naar Groot-Brittannie verzonden ruim 60,000 oesters, gemiddeld tegen een prijs van f 8,50 per 100 stuks. In verschillende plaatsen van ons land ont- vingen dezer dagen verscheidene behoeftige lieden, voor wie zelfs een gewone brief eene zeldzaamheid is, eene kennisgeving, dat voor hen een aange- teekende brief ten postkantore aanwezig was. Allerlei voorstellingen hoeveel er in zou zitten en van wien hij toch wel afkomstig zou zijn Groote teleurstelling, toen men, in plaats van een bankbiljet, een gedrukte kennisgeving vond, dat de geadresseerde, wegens in 1896 genoten onderhoud, van het kiesrecht was uitgesloten. Na de eerste teleurstelling vonden sommigen het toch nog een blijde tijding. Zij waren nu immers vrij van den last om te gaan stemmen Het is aan de hoofdagenten van politie v. d. Veen en v. IJzendoorn te Arnhem gelukt, gisternacht in de Langstraat te Arhem een vrouw te arresteeren die verdacht wordt van kindermoord. Deze vrouw bekende hieraan schuldig te zijn en verklaarde in den avond van den 10 dezer haar kind levend in den Rijn te hebben geworpen, nadat zij het de kleederen had uitgetrokken, ten einde geen vermoeden te wekken. Zij blijft ter beschikking der justitie. ontnemen, en wanneer soms, door innig verlangen gedrongen, de vraag mij op de lippen komt waarom ik juist zooveel verdriet dan wil ik mij troosten met de gedachte ik was toch gezegend boven veel anderen, want ik werd bemind." z/En wij, ik en je vader, die reeds zoo zwaar beproefd zijn, zullen het moeten aanzien, hoe alle vreugde, alle levenslust van je verdwijnt?" z/Neen, ik zal thans niet meer zoo aan mij zelf toegeven, mijn treurigheid bestrijden en de kracht vinden weer recht vroolijk te zijn," ver- zekerde Hildegard, doch slechts een onbeschrijflijk weemoedig glimlachje kwam te voorschijn. Dat scheen zij zelf te voelen, want zich spoedig af- wendende, ging zij naar de kleine, ouderwetsche secretaire, begon ijverig te schrijven en overhan- digde toen den brief aan de grootmoeder met de woorden: //Voor Harald." Diep bedroefd verliet de oude het vertrek en zocht haar zoon, vond hem echter niet en ging den tuin indaar ont- moette zij hem. z/Gij behoeft mij niets te vertellenik stond aan het geopende venster en heb alles gehoord", begon hij ruw en met heesche stem. //Geef den brief maar hierik zal hem bezorgen." z/Gij zijt toch niet boos op haar vroeg de moeder, want er lag een zekere woestheid in zijn blik. z/Op haar niet, maar op de hoovaardige zottin van het slot, die mijn kind den giftigen doom in het hart heeft gedrukt. Mocht ook zij eens ondervinden, hoe het een mensch te moede is, wanneer hij beeft voor het dierbaarste, wat hij bezit." z/Maak je nu niet nog meer opgewonden, dat verandert niets", vermaande de moeder. »Zeker met. Ik geloof, dat daar ginds achter het blauwe uitspansel toch niemand is, die zich bekommert om hetgeen hier beneden gebeurt, anders kon niet den een steeds worden gegeven en den ander ontnomen." Omtrent de arresfatie van een notaris te I Roermond, meldt men het volgende Bij acte van openbare verkooping van 4 October 1895 werd publiek geveild een huis te Linne, en I toegewezen voor f 300 na voorlezing hebben de eomparanten en de getuigen met den notaris de akte onderteekend. Partijen beweren nu, na anderhalf jaar, dat de 1 verkoop en toewijzing zou plaats gehad hebben voor f 400 en daarin wordt eene valschheid in authentieke akte gezien. Het is, zegt het blad, wel mogelijk, dat par tijen voor den openbaren verkoop eens geworden waren, dat, wat ook het lot der openbare ver kooping zou wezen het huis was op 21 Juli 1895 in het openbaar voor f 80 verkocht de kooper toch in ieder geval de koopsom zou aan- vullen tot f 400, de notaris houdt ten stelligste vol, dat het huis op den openbaren verkoop voor f 300 is toegewezen, zooals in zijn akte Vermel d staat. Volgens den Haagsche-brievenschrijver der ,/Arnh. Ct." is hier ter stede eene jonge dame, die een gekleurd voiletje vlak op den neus droeg en een klein open wondje had aan de lip, aan bloedvergiftiging, door de kleurstof in het voiletje aanwezig, aangetast en overleden. Ik hoop zegt de schrijver dat het andere dames van het dragen van die leelijke dingen zal afschrikken, die haar den voorbijganger alle andere gelaatskleuren doen vertoonen dan met welke de natuur gezonde menschen begiftigd heeft. Rose, blauw, paars, grijs, ja groen zelfs zien ze er, dank aan die gekleurde lapjes gaas of hoe de stof anders heeten mag, uit. Misschien dat hetbewustzijn van levensgevaar bijdraagt om dit weinig aesthetisch I versiersel uit de mode te brengen. Bij een kerkelijk armverzorger te Sleeuwijk kwam verleden week een vaste klant vragen of liever eischen, dat hem voortaan minstens 1 per week meer zou gegeven worden. De diakei, ten voile overtuigd dat de man eigentlijk reeds meer ontvangt dan de kas wel toelaat, kon natuur- lijk geen vrijheid vinden om de wekelijksche toelage nog te verhoogen en dus onmogelijk aan het verzoek voldoen. De bedeelde, voor geen reden of overtuiging vatbaar, hield vol dat hij meer moest hebben, ja was zelfs zoo brutaal te zeggen, dat hij niet heenging als niet aan zijn I verlangen werd voldaan. En werkelijk 't bleek den onbeschaamde volkomen ernst wat hij zeide hij zette zich op een stoel bij de kachel neer en bleef daar ongeveer 4 uur lang op het inwilligeu van zijn eisch wachten. Toen begon het eindelijk den diaken, die hem reeds herhaaldelijk verzocht had naar huis te gaan, te vervelen. Met behulp van een ander inmiddels verschenen kerkeraadslid nam men het idividu bij den arm en zette hem zoo buiten de deur. Voor hij het erf verliet mompelde hij nog zoo iets van //ik zal t er niet bij laten zitten Op verzoek der justitie te Breda is door de Rotterdamsche politie in hare woning op den Goudschesingel te Rotterdam aangehouden eene vrouw, tegen wie door de rechtbank te Breda rechtsingang met bevel tot gevangenneming is verleend, daar zij verdacht wordt van koppelarij, gepleegd met hare beide minderjarige dochters. Zij is naar Breda getransporteerd. Eergisteravond is de veertienjarige Anna de Vries, welke ongeveer 3 weken geleden de ouderlijke woning in de Haarlemmerstiaat te Leiden veriiet zonder daarin terug te keereu, opgehaald uit het Galgenwater nabij //De Vink." ,/Stil, HansZulke Godslasterende woorden wil ik niet hooren. Wat zou er van mij ge worden zijn in den langen, moeilijken tijd, wanneer ik het geloof had verloren en de hoop, dat de Almachtige toch alles ten goede keert ,/Ik hoop niets meer", antwoordde hij somber. /Duidelijk staat het mij voor oogen vreeselijk duidelijk hoe alles zal gaan. Het verdriet is een onbarmhartige wurgengelvoor de tweede maal heeft hij zijn offer op den //Edelhof" ge- kozen en laat het niet los. Onze machteloosheid verwenschende, zien wij aan hoe hij zijn werk der vernietiging voortzet en dan wordt op zekeren dag een nieuw graf gegraven, onze schat wordt er in neergelaten, de wind speelt met de bloemen, die den heuvel bedekken en alles gaat zijn ouden gang, alsof er niets was gebeurd. O, God, daaraan te denkenWanneer het kind sterft, heb ook ik niets meer te doen op deze wereld." z/Wees kalm, Hans," verzocht de oude vrouw. z/Nog is er geen reden voor zulk een vrees." ffWij weten het beiden; Hildegard is niet meer te redden, en ik evenmin. De ellende neemt geen einde, wanneer de waarheid niet aan het licht komt. Maar zij zal aan het licht komen, al moest ik mijn leven ook ten offer brengen, om te bewijzen, dat ik geen brandstichter ben Geen vreemdeling kon in het park komen, want de poorten waren gesloten. Welnu, dan moest hij, die den brand heeft aangestoken, in het slot zelf wonen. Ik weet wel, dat het mij niet helpt, wanneer ik mijn meening zeg, daarom zwijg ik, doch de oogen zal ik geopend houden, want hier geldt het niet alleen mijn eer, maar ook het leven van mijn kind." Hildegard's brief in de hand houdende, ijlde hij weg. (Wordt vervolgd). Aangaande de geruchtmakende zaak van de gebroeders Hoogerhuis, die zooals wij bekend onderstellen, volgens sommigen ten onrechte wegens inbraak en diefstal tot vele jaren gevangenisstraf zijn verooordeeld, wordt nog het volgende aan de Leeuw. Ct. geschreven z/Sedert het verhoor van den vrachtrijder Van Dijk, op Vrijdag 5 Maart, heeft de justitie niet stilgezeten. Verschillende getuigen zijn in de vorige week te Leeuwarden verhoord, o. a. de drie hoofdgetuigen tegen de gebroeders Hooger huis, terwijl ook de rechtbank een geheelen dag zitting heeft gehouden in het logement Tolsma te Beetgumermolen. Wat men te Beetgum alzoo van verschillende getuigen en anderen komt te hooren, is in hoofd- zaak het volgende Toen T. Stienstra, thans in Amerika vertoevende, te Harlingen het socialistisch blaadje Het Mor- genrood uitgaf, kwam te Leeuwarden, waar hij op gezette tijden kantoor hield, de vrachtrijder van Dijk, van Beetgum, dikwijls met hem in aanraking. Stienstra had daar het in de zaak zoo bekend ge worden lantaarntje en daarvan werd op de eene of andere wijze Van Dijk eigenaar. Deze toonde het eens aan den te Beetgum woonachtigen kleer- maker Stienstra, broeder van bovengenoemde en die alleen woont met zijne moeder. Natuurlijk herkende die het voorwerp, van eigenaardigen vorm, dadelijk als het vroeger eigendom van zijn broeder. Toen nu wat we hier schrijven, zijndever- klaringen van Stienstra zelf de inbraak te Britsum op den avond van 5 Dec. 1895 had plaats gehad, kwam Van Dijk bij Stienstra en noemde zich zelf den dader met twee anderen. Deze openhartigheid, gepaard met vreeselijke be- dreigingen om stilzwijgendheid af te dwingen, kwam voort uit de onhandigheid van Van Dijk en zijne medeplichtigen het lantaarntje te verliezen, dat, zooals men weet, gevonden werd. Natuurlijk vreesde men het bezwarend getuigenis van Stien stra'en wist dit zoo te voorkomen. Toen nu de gebroeders Hoogerhuis werden ver dacht, hoopten Van Dijk en medeplichtigen en ook Stienstra, dat de zaak zou doodbloeden. De gebroeders Hoogerhuis zouden blijken onschuldig te zijn, ze zouden worden ontslagen en dan zou er over de geheele zaak spoedig gras zijn gegroeid. ,/Helaas," zegt Stienstra, de gebroeders Hoogerhuis zijn voor drie rechtbanken schuldig bevonden en veroordeeld. Door de getuigenissen der drie aan- gevallenen was het wettig en overtuigeud bewijs geleverd en veertien maanden lang reeds zuchten ze in de gevangenis, onschuldig, terwijl mijne moeder en ik de verantwoordelijkheid daarvan mede dragen. Neen, waar iemand zooveel wroeging gevoelt, daar zwijgt de vrees voor persoonlijke veiligheid. Daarom heb ik gesproken." Stienstra heeft geschreven aan den minister van justitie, deze heeft de wederopening van de instructie gel as t en zoo is thans opnieuw de justitie druk in de weer. En nu de zaak eenmaal aan het rollen is ge komen, namen de verzwarende getuigenissen tegeh de drie nieuwe aangeklaagden steeds toe. Zoo wist een collega-vrachtrijder te verklaren, dat hij in de handen van Van Dijk een briefje had gezien, dat deze hem toonde, van Stienstra uit Amerika, die hem in bedekte termen een wenk gaf, zich uit de voeten te maken. Ook de naam van een predikant der Herv. gemeente te Beetgum wordt genoemd als een der ijveraars voor de bevrijding der gebroeders Hooger huis. Van de drie nieuw aangeklaagden, van Dijk, Dijkstra en Albarda, vertoeft de laatste, zooals vroeger is gemeld als boerenknecht in Duitschland. De beide anderen moeten zich oogenschijnlijk niet alles aantrekken van de bescbuldigingen tegen hen uitgebrachtwel echter houdt de polite, naar aanleiding van 'geuite bedreigingen tegen de aanklagers, te Beetgum, scherper toezicht dan gewoon. Een heksenhistorie uit Friesland! Men deelt aan »de Tel." volgend verhaal mede, waaruit blijken kan, dat het bijgeloof in de ver- lichte negentiende eeuw nog op lange na niet verdwenen is. Wij zullen den man, wien de huiveringwekkende gebeurtenis is overkomen, zijn verhaal zelf maar laten doen Reeds eenige weken achter elkaar zoo vertelt hij bemerkten mijn vrouw en ik, dat ons kind als het 's avonds te bed lag zeer on- rustig was. Eerst kreunen, dan schreien hoe 1 anger hoe harder tot het geen geluid meer kon geven, doch slechts gapen. Toen hierin maar geen verbetering wilde komen, vroegen wij al eens dezen en genen wat huu van het vreemde geval dacht en een buurvrouw, die wel kennis van zulke zaken heeft verklaarde beslist,/Het kind is behekst en je motten naar de duvelbanner We zagen daar nogal tegen op en mijn vrouw wilde dan ook eerst het hoofdkussen onderzoeken. En jawel, hoor 't Vermoeden is waarheid ge worden, want behalve verscheidene draadjes en knipsels komt er uit het kussen een aan elkaar geplakte hoop veeren te voorschijn, precies in den vorm van een kip Nu moesten wij met dat ding vanzelf naar den //duvelbanner" en deze zeide dan ook dadelijk, toen hij het verhaal gehoord had en de kip had

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1897 | | pagina 2