Gemengde berichten.
Hij sclietste eerst hoe de lust om iets te mogen bij-
dragen tot de weerbaarheid van het dierbaar Vader-
land en het Vorstenhuis hem hadden doen besluiten
lid te worden van het korps te Hontenisse, alwaar
hij vroeger woonde, en waar hij na een jaar lid
te zijn geweest werd benoemd tot 1* luitenant,
later tot 1® luitenant-kwartiermeester. Deze be-
trekking nam hij waar tot hij, aangezocht door
den heer S. M. Polak en eenige anderen, besloot
mede te werken tot het oprichten van een volledig
korps alhier, en zich, met den heer Van Rompu
als 2* luitenant, Het voordragen tot 1" luitenant-
kommandant waarvan hij verklaart, trots de vele
moeilijkheden die waren te overwinnen, nimmer
spijt te hebben gehad.
Bij Z. M. besluit van 9 Febr. 1887 benoemd,
had op 19 Febr. d. a. v., toen geheel Nederland
feest vierde op den 70®n jaardag van Z. M. den
Koning, des middags op het stadhuis de installatie
plaats. Dit was voor het korps een groote feestdag,
een dag die bij alien in aangename herinnering
zal blijven voortleven.
Het korps trad toen voor het eerst in groot
tenue op, waarin het een kranig figuur rnaakte.
Met de twee officieren aan het hoofd en onder
commando van den adjudant-onderofficier Polak en
den sergeant-majoor J. F. de Cooker werd ge-
exerceerd, geparadeerd enz.
Alsnu word door spreker weergegeven het oogen-
blik der installfftie op het stadhuis, dat volgens
hem het schittereudste oogenblik van den dag was.
Na afloop der installatie had op de Markt de
parade plaats en daarna de receptie, waar menigen
gelukwensch in ontvangst werd genomen. Het
verdere van den dag werd in feestelijke stemming
doorgebraoht en ten bewijze van wat toen genoten
is deed spreker later lezing geven van hetprogramma
dat voor dien dag was opgemaakt, en waarvan hij
nog vele genietingen in herinnering bracht.
Door verschillende omstandigheden worden velen
die van de oprichting van het korps getuige waren
nu gemist. Van de oprichters zijn thans nog elf,
door spreker genoemde, personen lid. De ver-
eeniging werd opgericht met 26, het korps met
17 leden. De eerste exercitie had plaats op 28
Februari 1887, terwijl met de schietoefeningen
werd aangevangen in het, eind van Maart. Meer-
malen werden schietwedstrijden gehouden en werd
ook deelgenomen aan door andere vereenigingen
uitgeschreven wedstrijden.
Den 10 Nov. 1889 werd uit het korps een
brandpiket gevormd, over welker diensten voort-
durend betuigingen van tevredenheid worden
ontvangen.
Aansporende ten dezen den goeden weg te blijven
bewandelen en vol hoop de toekomst tegemoet
te gaan uitte spreker, ofschoon dankbaar voor den
genoten steun, den wensch dat nog meerderen
zouden toetreden, terwijl hij zich ook aanbevolen
hield voor een aanwijzing die strekken kon om
tot steun van hem spreker nog een 2e
luitenant aan het korps toegevoegd te krijgen.
Hij rekent op aller steun en zal zijn beste krachten
aan het korps wijden.
Hij eindigde met een whoerah voor het korps,
de leden, gemeentebestuur, de Koninginnen en
het Vaderland.
Hierna werd het feestlied herhaald.
De heer Arie H. Donze, buitengewoon lid,
hierna het woord verleend wordende, verklaarde
volgaarne te voldoen aan het verzoek om de tolk
te zijn der werkende leden om een woord van
dank uit te spreken voor hetgeen het bestuur in het
achterliggend tijdperk is verricht. Hij hoopt dat
de vereeniging zal volharden op den ingeslagen
weg, daar zij door inrichting van t brandpiket
ten algemeene nutte werkzaam is, en blijmoedig
't elfde levensjaar ingaan. Hij hoopt ook dat de
leden eendraehtig zullen blijven medewerken,
want de kracht van 't bestuur zit in den goeden
geest der leden.
Hierna werd gelegenheid gegeven tot het ver-
sterken van den inwendigen mensch en de gasten
door de vereeniging op guile wijze onthaald.
De kommandant, weder het woord nemende,
deelde mede dat wegens de aan de vereeniging be-
wezen diensten tot eere-lid benoemd was de heer 1
D. de Witte, 2e luitenant-magazijnmeester alhier.
Genoemde heer, ter vergadering aanwezig, dankte
voor de hem bewezen eer, de verzekering gevende
dat hij, zoo mogelijk, nog meer dan voorheen, zijn
steun aan het korps zou verleenen.
Daarna werd door den sergeant-majoor De
Cooker een dronk uitgebracht op het welzijn van
den kommandant.
Het zou te ver voeren om al de uitgebrachte
heildronken mede te deelenmaar nog is te
vermelden dat de kommandant, gebruik makende
van zijn recht, om den velen steun die hij geniet
van den sergeant-majoor De Cooker, deze bevorderde
tot adjudant-onderofficier en zeide dat deze bij
gelegenheid der op 18 Juni uit te schrijven
schietoefening als zoodanig zoude worden gein-
stalleerd.
Naar aanleiding van een door den heer Blankers
gedaan voorstel, om ter herinnering aan dezen dag
een gedenkpenning te laten slaan, beloofde de
kommandant daarop te zullen terugkomen.
De heildronken werden afgewisseld door voor-
drachten, ten beste gegeven door een tweetal leden,
terwijl ook bleek dat de vereeniging een Bamberg
of Spriet onder zijue leden telt, die door zijne
goocheltoeren eveneens veel bijdroeg om den avond
aangenaam te passeeren.
We gelooven dat deze avond lang zal voortleven
in de herinnering van hen die haar bijwoonden
tot het laatste toe heerschte er een gezelligen
toon, men werd op guile wijze onthaald en toen
in de kleine uurtjes door den kommandant werd
te kennen gegeven dat het oogenblik van scbeiden
gekomen was, bleken velen nog slechts noode daaraan
te kunnen voldoen en werden alvorens men vertrok
nog verschillende volksliederen gezongen, waarbij
het korps om zijn vaandel geschaard stond.
Nu we hier van een vaandel schrijven bemerken
we vergeten te hebben te vermelden dat op voor
stel van den kommandant besloten werd een fonds
te stichten voor het bekoinen van een nieuw vaandel,
het korps meer waardig. Staande de vergadering
werd gelegenheid gegeven op eene inteekenlijst van
medewerking aan dat doel te doen blijken.
Zaterdagmorgen ontving de kommandant een
telegram van H.H. M.M., met de betuiging van
H. D. bizondere tevredenheid over den ontvangen
gelukwensch en de daarbij afgelegde verklaring.
Jl. Zaterdag werd te Sluiskil door het bestuur
van den Kleine Zevenaarpolder bij enkele in-
schrijving aanbesteed het begrinden der 746
meter lange Kleine Zevenaarpolderstraat, met de
toegangen tot de aansluitende grindbanen.
Hiervoor werd ingeschreven door de heeren
J. A. Bogaert te Hontenisse voor 1449
P. Loof te Ter Neuzen voor f 899, H. KlaasSen
te Zaamslag voor f 888,88, Abr. Tholens Danz.
te Ter Neuzen voor f 860, J. de Bree Fz. te
Ter Neuzen voor f 859, G. Verelst te Hoek voor
f 805,50, Jac® Meertens te Hoek voor 799 en
K. de Vos te Ter Neuzen voor 776.
Het aantal kiezers naar de nieuwe regeling
bedraagt te Axel 600, te Koewacht 275, tegen
respectivelijk 345 en 140 onder de oude kieswet.
Zaamslag, 19 Febr. Heden werd alhier voor
rekening der gemeente aanbesteed de levering van
350 M3. grind franco op den wal aan de losplaats
van den Kleine Huissenspolder. Ingeschreven
werd door de heeren
P. A. Dolk te Dordrecht voor 1,77, P.
Meeusen te Sliedrecht voor J 1,76, L. Kanters
te Sliedrecht voor f 1,76 en C. Bakker Wz. te
Sliedrecht voor f 1,68.
Aan den laagsten inschrijver gegund.
Axel. Voor de rijksnormaalschool alhier hebben
zich aangegeven 24 leerlingen en voor de voor-
bereidende klasse 9 leerlingen. Daar volgens
ministrieel besluit het aantal leerlingen op de eerste
klasse dit jaar niet meer dan 20 mag bedragen,
inbegrepen de leerlingen, welke niet overgaan, zal
het examen voor de l®4klasse thans vergelijkend zijn.
Geertje Kleefstra uit Roordahuizum, die door
het gerechtshof te Amsterdam wegens majesteits-
schennis veroordeeld werd tot 6 maanden gevange-
nisstraf, heeft, naar men uit Friesland schrijft, de
wijk naar Belgie genomen.
De wethouder van onderwijs te Amsterdam,
die voor eenige maanden een beroep deed op de
onderwijzers om hun medewerking te vragen bij
het onderdrukken der hand over hand toenemende
bandeloosheid der jeugd, vond toch het school-
blijven voor zijn lieve, kleine Amsterdammertjes
een harde straf en hij vaardigde een circulaire uit
aan de onderwijzers, waarbij hij hun opdroeg, de
bengels niet meer te straffen met schoolblijven.
Groote sensatie onder het leerend personeel
Wat nu te doen
Geen lijfstraffelijke rechtspleging meer en nu
ook geen schoolblijven.
Brutaliteit, onwil, verzet, luiheid, onoplettend-
heid, zij konden nu niet meer gestraft worden,
tenzij met het wegzenden van de school, welk
uiterste middel ook al niet baat, wijl de delinquenten
toch weer terug worden gebracht en er na eenige
dagen straatslijpen niet beter op worden.
Goede raad was duur.
Men besloot, de circulaire van den wethouder
voor de kinderen geheirn te houden. Gelukkig
hebben de bengels dan ook niets bemerkt van
de knevels, waarmede handen der onderwijzers ge-
bonden waren. Er werd inmiddels druk gereageerd
en niet alleen door de hoofden, maar ook door
andere personen, bij het onderwijs betrokken,
worden maatregelen genomen, om de onderwijzers
tegen den overmoed der jeugd te beschermen.
Wat er gebeurd is in de binnenkamers van het
Oude Prinsenhof doet nu niets meer ter zake.
Maar zeker is het, dat de bewuste circulaire van
den heer Van Hall weer is ingetrokken, zoodat dus
het schoolblijven als straf op de scholen gehand-
haafd blijft.
In het Binnengasthuis te Amsterdam heeft
zich, in tegenwoordigheid van de professoren
Stokvis, Pel, Korteweg enz., een wonderlijk mensch
vertoond. Naar het uiterlijk is de vreemde
Aiguier Simeon heet hij een normaal mensch.
Met ontbloot bovenlijf neemt hij een reeks van
wonderlijke standen aan, waarbij een hoorbare adem-
haling telkens tot inleiding dient. Hij hijgt eenige
malen en is opeens zwaarlijvighij hijgt weer en
is zoo mager, dat hij bijna doorzichtig wordt.
Dan laat hij de spieren van zijn hals opzwellen,
zoodat zijn hoofd als 't ware gesteund wordt door
strakgespannen koorden, of doet de borstspieren
als dikke touwen te voorschiju treden. Hij laat
zijn hart stilstaan en houdt onderwijl een praatje
met den onpartijdigen bezoeker, die te vergeefs
naar het kloppen luistert. Ten slotta vertoont
ij den geraamte-mensch, waarbij de geheele ribbe-
ast vooruittreedt en de rest zoek is.
Voor ieder is dit wondermenseh thans te zien.
Voor dames is het echter minder aan te bevelen.
Miet dat het onfatsoenlijk is, 't is alleen maar
een beetje griezelig
Omlrent Prins George van Griekenland
schrijft de Weener correspondent der N. Rott. Ct.,
die hem van aangezicht tot aangezicht gezien
leeft, het volgende
Hij is een knappe jongen, groot als een reus
en sterk als Herakles. In tegenstelling met zijn
ouderen broeder Konstantijn, die door zijn lang
verblijf te Berlijn iets Pruisisch stijfs gekregen
heeft, geldt zijn broer George voor het type van
een ronden gullen zeeman, en is de lieveling
van zijn vader en moeder.
Bij zijn landslui is hij buitengemeen populair,
en zij beschouwen hem, als St. Joris, als het type
van moed en dapperheid. Hij is een ridderlijke
verschijning in het genre van vorst Alexander
van Bulgarije, die ook zoo de kunst verstond om
aller harten te winnen. Prins George geldt voor
den grootsten en sterksten man in Griekenland,
is evenals zijn vader vroolijk en luchthartig,
spreekt liefst de volkstaal en is zeer geestig en
gevat. Hij is met hart en ziel zeeman en heeft
wegens zijn gezonde krachtige natuur groote be-
hoefte aan lichaamsoefening en gymnastiek. Van-
daar dat hij zoo gaarne sterke lui tot een worstel-
wedstrijd uitdaagt, die hij dan met eeu paar
grepen tegen den grond weet te werpen. Bij de
Olympische spelen verrichte hij /buiten mede-
dinging" de sterkste toeren. Men vertelt van
hem, dat hij in staat is om een kanon op zijn
rug te dragen en 100 kilo met een vinger op
te tillen. Als hij op zijn kleinen kotter in zee
steekt, ziet hij er uit als een matroos en doet
hij ook al het werk van een matroos. Hij is
een autoriteit op het gebied van torpedo's, en
aan hem heeft Griekenland zijn torpedo-vloot te
danken. Zijn ideaal is om de Grieken physiek
te hervormen en hun door een Spartaansche op-
voeding de kracht en mannelijke schoonheid hunner
voorouders terug te geven.
Donderdag speelde een jongen in de school
te Eerde onder de les met een ouden sigarenkoker.
De onderwijzer vroeg den koker op en had misschien
wel zin het ding in de kachel te werpen, doch
keek er voorzichtigheidshalve eens in en vond
275 gulden aan bankpapier.
De jongen had den koker op straat gevouden
en zag in die bankbiljetjes slechts ,/papierkes met
nuinmerkes er op."
Te Brussel is men reeds begonnen met de
voorbereiding van het invoeren der telling van 24
uren per dag, in plaats van tweemaal 12. De
electrische klokken van het Noorderstation zijn
reeds voor den nieuwen toestand ingericht en wel
door onder de oude Romeinsche cijfers I tot XII, de
volgende (1324) in Arabische cijfers te plaatsen.
In de groote industriestad Seraing, bekend
door zijn socialistisch gemeentebestuur, heerschen
verwarde toestanden. De door de socialisten ge-
kozen afgevaardigde, een volbloed socialist, is als
,/afvallige" uit zijn partij gestooten, omdat hij
niet den grooten industrieelen alleen hooge be-
lastingen wilde opleggen. De stedelijke begrooting
voor het jaar 1897 is nog steeds niet gereed,
wijl er groote verdeeldheid in den gemeenteraad
heerscht. De Belgische regeering heeft nu een
lid van de Provincial Saten naar Seraing gestuurd,
om den financieelen toestand der stad in het reine
te brengen. De stadsarbeiders dragen wel op
stadskosten roode mutsen, maar intusschen wachten
zij reeds eenige weken op hun weekloon, daar de
kas uitgeput is, en zij dreigen met staking. De
stadsschoolopzichter heeft wegens beleediging van
een schoolhoofd 14 dagen gezeten
Voorzeker goed geraden werd door Mr.
William Taylor, een handelsagent te New-York,
teneinde den prijs te winnen die was uitgeloofd
aan degenen, die het naaste bij het stemmen
kwam, dat de meerderheid van den gekozen pre
sident aan zou geven. William Taylor had in
het geheel 19 opgaven ingezonden, waarvan de
laatste, die alleen in aanmerking kwam, op den dag
der verkiezing, het aantal 597,397 stemmen be-
droeg, terwijl het juiste aantal, dat de meerderheid
uitmaakte 597,389 stemmea telde. De prijs be-
stond uit een kostelooze reis om de wereld over
San Francisco, Japan, door het Suezkanaal en
over Parijs en Londen. De andere 49 oplossers,
die het cijfer het dichtst nabij kwamen, verkrijgen
vrije reiskosten naar Washington op den dag dat
Mac-Kinley als president ingewijd zal worden, zij
zullen in een extratrein daarheen worden vervoerd.
Het blad, dat deze nieuwe reclame voor zich in
het werk stelde, was het New-Yorker //Evening-
telegram."
De krijgsdienst heeft dezer dagen in Duitsch-
land tot de ontdekking van een moord geleid.
Twintig jaren geleden werd de geboorte van een
onecht kind, een jongen, ingeschreven in de open-
bare registers. Niet lang geleden, toen de tijd
was gekomen, waarop die zoon zich voor den
dienst moest aangeven, bleef elke aangifte achter-
wege en volgde een onderzoek. De moeder was
vertrokken, doch werd te Berlijn opgespoord, waar
zij intusschen gehuwd was. Zij gaf op, dat haar
kind overleden was zonder dat zij daarvan aangifte
had gedaan. Dit verwekte achteidocht en zij
werd ten slotte tot de bekentenis gebracht dat
zij het kiftd een half jaar na de geboorte had
verdronken. De vraag is nu, of reeds verjaring
is ingetreden.
Een 16® of 17®-eeuwsch schip vernield door
dynamiet is niet zoo'n anachronisme als het aan-
vankelijk zou schijnen. Men heeft het dezer
dagen zien gebeuren op de reede van Brest.
Daar werd werd bij baggerwerken op 800 meter
van de kust, tegenover het dorp Grande Riviere,
ter diepte van 12 meter, een oud schip ontdekt,
dat daar gezonken is. Duikers bevonden, dat
het ongeveer 45 meter lang is, en zij brachten
verscheidene voorwerpen mee naar boven stukken
van het roer en van den achtersteven, kanonskogels,
de kamer van een kanon, enz.
Men houdt dat schip voor een vaartuig der
Spaansche vloot, die in 1591, of voor een van
de Engelsche-Nederlandsche, die in 1694 Brest
heeft aangevallen.
De Marine-autoriteiten lieten, gelijk reeds gezegd
is, het wrak springen door dynamiet.
Een Amerikaansche bankier heeft een brand-
kast uitgevonden, waaruit bij de minste poging
tot inbraak eene tang te voorschijn komt, die den
dief vastgrijpt en vasthoudt.
Terwijl de dief zoo in de klem zit, begint binnen
de kast. een phonograaf te werken, die den dief
een sermoen houdt over het achtste gebod Gij
zult niet stelen.
Intusschen heeft eene electrieke bel, in andere
gedeelten van het huis, de bewoners verwittigd,
zoodat de bewoners de politie kunnen gaan roepen1
Gemeenteraad van Zaamslag,
Zitting van 19 Fehruari 1897.
Aanvulling van het in het vorige blad medegedeelde verslag
1. Na voorlezing der notulen. merkt de heer Van deRee
op, dat hij in de vorige vergadering nog aan het spreken was
toen de Voorzitter de vergadering sloot, hij is van meening,
dat hij hier zijn gedachten vrij mag openbaren, en verzoekt
daarom den Voorzitter, daar in't vervolg van verschoond te
blijven. Ook de heer Van Dixhoorn, had nog een voorstel
willen doen, n. 1. om een onderzoek in te stellen naar de
kosten van het bekeien der losplaats, hij heeft evenwel,
dit voorstel niet kunnen doen omdat de Voorzitter de ver
gadering sloot, zonder te vragen of een der leden nog iets
had mede te deelen. De heer Van de Ree vraagt of het
geld van de aar.bestedingsom al gestort is in de gemeentekas,
waarop de Voorzitter bevestigend antwoordt.
Na mededeeling der ingekomen stukken ah (zie ona
vorig nummer).
j. Na mededeeling van de beschikking en den brief van
Commissaris der Koningin, merkt de heer Geelhoedt op, dat
dit hem niet bevredigt, er is bf niet goed ge'informeerd bf er
zijn verkeerde inlichtingen gegeven Spreker is ook van
oordeel dat een goede verstandhouding tusschen den Raad
en den Burgemeester dringend noodig is, doch hij zou willen
hebben dat bleek aan wien de sehuld ligt, hij stelt daarom
voor opnieuw een schrijven te richten aan den Commissaris
der Koningin, hetwelk in ons vorig nummer is medegedeeld.
De Voorzitter laat lezing doen van de verklaring van den
veldwachter Petegem, waarin deze verklaart, dat de Burge
meester hem heeft opgedragen, aan de commissie mede te
deelen, dat zij zonder voorkennis van den Burgemeester niet
in de raadzaal mag vergaderen.
De heer Geelhoedt zegt dat Petegem hem in bijzijn van
den Secretaris en den ambtenaar der secretario heeft gezegd,
dat de verklaring door deze aan spreker gegeven waar is,
doch dut hij voor den dwang van den Voorzitter heeft mueten
zwichten, en een door den Burgemeester geschreven verklaring
heeft oaderteekend. De Voorzitter zegt dat Petegem de
verklaring op zijn eigen idee heeft gegeven, doch dat hij,
Geelhoedt, wel kan zeggen dat Petegem een valsche verklaring
heeft onderteekend. De heer Geelhoedt zegt dat de Voor
zitter Van Petegem er toegebracht heeft de waarheid te ver-
zwijgen.
Het schrijven aan den Commissaris der Koningin wordt
daarna met 5 tegen 1 stem, die van den heer Riemens
aangenomen.
j. Na voorlezing van het door de Nienwjaars-commissie
aan den Raad gcricht schrijven, zegt de heer Van de Ree,
dat hij deze commissie wenscht te antwoorden, dat de Raad
de werkzaamheden der commissie ten zeerste waardeert, en
reeds een schrijven aan den Commissaris der Koningin heeft
gericht en nog zal richten om de commissie in hare rechten
te herstellen. De Voorzitter zegt dat er van de raadzaal
gebruik mag gemaakt worden, altijd met voorkennis van hem,
zooals uit de beschikking van den Commissaris der Koningin
blijkt en stelt daarom voor de commissie te antwoorden, dat
ze van de raadzaal gebruik mag maken, indien er van te
voren kennis van wordt gegeven.
De heer De Ruijter vraagt of ze maar op de secretarie te
gaan hebben om het te zeggen of dat het dagen te voren
moet gevraagd worden en of dat er een dag moot aangewezen
worden, waarop de Voorzitter antwoordt dat dit niet meer
dan ordelijk zou zijn. De heer Van de Ree merkt op dat
de commissie, dan wel zijn geld kan gebruiken voor tele-
grammen en bodeloonen naar Ter Neuzen, de Voorzitter
zegt dat het een klein bezwaar is een brief kost toch maar
5 cent, en bovendien houdt hij toch tweemaal in de week
hier zitting
De heer Van de Ree vraagt wanneer de Voorzitter hier
zitting houdt, de commissie tot onderzoek in de zaak Wisse
is hier tweemaal geweest, ten tijde dat de Voorzittev zitting
moest houden, om den Voorzitter te spreken, doch telkens
was deze er niet. De Voorzitter zegt dat dit wel eens kan
gebeuren, daar zich wel eens omstandigheden kunnen voordoen,
waardoor hij wordt belemmerd hier op tijd te zijn. Deheer
De Ruijter vraagt of het elken keer moet gevraagd worden
om van de zaal gebruik te maken, waarop de Voorzitter
antwoordt dat dit niet noodig is. De heer Van de Ree kan
zich hiermede niet vereenigen daar ze dan aan de willekeur
van den Voorzitter afhangen.
Het voorstel van den Voorzitter wordt daarna verworpen
met 4 tegen 1 stem die van den heer Riemens. De heer
Geelhoedt hield zich buiten stemming. Het voorstel van de
heer Van de Ree wordt aangenomen met 5 stemmen. De
heer Geelhoedt hield zich buiten stemming.
II, III en IV (zie ons vorig nummer).
V. Na lezing van het rapport ingezonden door de commissie
van onderzoek en van de opmerkingen van den Voorzitter,
op dit schrijven zegt de heer Geelhoedt
1. dat wel is waar Burg, en Weth. volgens de gemeente-
wet zijn belast met het onderhoud der wegen, en dat in een
vergadering van Burg, en Weth. is besloten de weg rond te
leggen, doch dat de burgemeester de weg heeft laten verhoogen
met graszoden. zoodat de Wethouders toen hem het gezag op
den weg hebben ontnomen en het opgedragen is aan den
Wethouder Riemens. De Voorzitter zegt er niets vaa te
weten dat er zoden gebruikt zijn. De heer Geelhoedt zegt
dat de arbeiders gehandeld hebben op last van den burgemeester;
2. dat de prijsopgave van de keien door de commissie
bedoeld door een deskundige is opgegeven en dat de duurdere
prijs waarschijnlijk ligt in het belmkken
S. dat het onderhoud van een keiweg nooit veel kan be-
dragen
4. dat de weg door de Val ongeveer 600 meter langer is
dan door het straatje, dus ongeveer een zesde gedeelte van