Gemengde berichten. Hij sclietste eerst hoe de lust om iets te mogen bij- dragen tot de weerbaarheid van het dierbaar Vader- land en het Vorstenhuis hem hadden doen besluiten lid te worden van het korps te Hontenisse, alwaar hij vroeger woonde, en waar hij na een jaar lid te zijn geweest werd benoemd tot 1* luitenant, later tot 1® luitenant-kwartiermeester. Deze be- trekking nam hij waar tot hij, aangezocht door den heer S. M. Polak en eenige anderen, besloot mede te werken tot het oprichten van een volledig korps alhier, en zich, met den heer Van Rompu als 2* luitenant, Het voordragen tot 1" luitenant- kommandant waarvan hij verklaart, trots de vele moeilijkheden die waren te overwinnen, nimmer spijt te hebben gehad. Bij Z. M. besluit van 9 Febr. 1887 benoemd, had op 19 Febr. d. a. v., toen geheel Nederland feest vierde op den 70®n jaardag van Z. M. den Koning, des middags op het stadhuis de installatie plaats. Dit was voor het korps een groote feestdag, een dag die bij alien in aangename herinnering zal blijven voortleven. Het korps trad toen voor het eerst in groot tenue op, waarin het een kranig figuur rnaakte. Met de twee officieren aan het hoofd en onder commando van den adjudant-onderofficier Polak en den sergeant-majoor J. F. de Cooker werd ge- exerceerd, geparadeerd enz. Alsnu word door spreker weergegeven het oogen- blik der installfftie op het stadhuis, dat volgens hem het schittereudste oogenblik van den dag was. Na afloop der installatie had op de Markt de parade plaats en daarna de receptie, waar menigen gelukwensch in ontvangst werd genomen. Het verdere van den dag werd in feestelijke stemming doorgebraoht en ten bewijze van wat toen genoten is deed spreker later lezing geven van hetprogramma dat voor dien dag was opgemaakt, en waarvan hij nog vele genietingen in herinnering bracht. Door verschillende omstandigheden worden velen die van de oprichting van het korps getuige waren nu gemist. Van de oprichters zijn thans nog elf, door spreker genoemde, personen lid. De ver- eeniging werd opgericht met 26, het korps met 17 leden. De eerste exercitie had plaats op 28 Februari 1887, terwijl met de schietoefeningen werd aangevangen in het, eind van Maart. Meer- malen werden schietwedstrijden gehouden en werd ook deelgenomen aan door andere vereenigingen uitgeschreven wedstrijden. Den 10 Nov. 1889 werd uit het korps een brandpiket gevormd, over welker diensten voort- durend betuigingen van tevredenheid worden ontvangen. Aansporende ten dezen den goeden weg te blijven bewandelen en vol hoop de toekomst tegemoet te gaan uitte spreker, ofschoon dankbaar voor den genoten steun, den wensch dat nog meerderen zouden toetreden, terwijl hij zich ook aanbevolen hield voor een aanwijzing die strekken kon om tot steun van hem spreker nog een 2e luitenant aan het korps toegevoegd te krijgen. Hij rekent op aller steun en zal zijn beste krachten aan het korps wijden. Hij eindigde met een whoerah voor het korps, de leden, gemeentebestuur, de Koninginnen en het Vaderland. Hierna werd het feestlied herhaald. De heer Arie H. Donze, buitengewoon lid, hierna het woord verleend wordende, verklaarde volgaarne te voldoen aan het verzoek om de tolk te zijn der werkende leden om een woord van dank uit te spreken voor hetgeen het bestuur in het achterliggend tijdperk is verricht. Hij hoopt dat de vereeniging zal volharden op den ingeslagen weg, daar zij door inrichting van t brandpiket ten algemeene nutte werkzaam is, en blijmoedig 't elfde levensjaar ingaan. Hij hoopt ook dat de leden eendraehtig zullen blijven medewerken, want de kracht van 't bestuur zit in den goeden geest der leden. Hierna werd gelegenheid gegeven tot het ver- sterken van den inwendigen mensch en de gasten door de vereeniging op guile wijze onthaald. De kommandant, weder het woord nemende, deelde mede dat wegens de aan de vereeniging be- wezen diensten tot eere-lid benoemd was de heer 1 D. de Witte, 2e luitenant-magazijnmeester alhier. Genoemde heer, ter vergadering aanwezig, dankte voor de hem bewezen eer, de verzekering gevende dat hij, zoo mogelijk, nog meer dan voorheen, zijn steun aan het korps zou verleenen. Daarna werd door den sergeant-majoor De Cooker een dronk uitgebracht op het welzijn van den kommandant. Het zou te ver voeren om al de uitgebrachte heildronken mede te deelenmaar nog is te vermelden dat de kommandant, gebruik makende van zijn recht, om den velen steun die hij geniet van den sergeant-majoor De Cooker, deze bevorderde tot adjudant-onderofficier en zeide dat deze bij gelegenheid der op 18 Juni uit te schrijven schietoefening als zoodanig zoude worden gein- stalleerd. Naar aanleiding van een door den heer Blankers gedaan voorstel, om ter herinnering aan dezen dag een gedenkpenning te laten slaan, beloofde de kommandant daarop te zullen terugkomen. De heildronken werden afgewisseld door voor- drachten, ten beste gegeven door een tweetal leden, terwijl ook bleek dat de vereeniging een Bamberg of Spriet onder zijue leden telt, die door zijne goocheltoeren eveneens veel bijdroeg om den avond aangenaam te passeeren. We gelooven dat deze avond lang zal voortleven in de herinnering van hen die haar bijwoonden tot het laatste toe heerschte er een gezelligen toon, men werd op guile wijze onthaald en toen in de kleine uurtjes door den kommandant werd te kennen gegeven dat het oogenblik van scbeiden gekomen was, bleken velen nog slechts noode daaraan te kunnen voldoen en werden alvorens men vertrok nog verschillende volksliederen gezongen, waarbij het korps om zijn vaandel geschaard stond. Nu we hier van een vaandel schrijven bemerken we vergeten te hebben te vermelden dat op voor stel van den kommandant besloten werd een fonds te stichten voor het bekoinen van een nieuw vaandel, het korps meer waardig. Staande de vergadering werd gelegenheid gegeven op eene inteekenlijst van medewerking aan dat doel te doen blijken. Zaterdagmorgen ontving de kommandant een telegram van H.H. M.M., met de betuiging van H. D. bizondere tevredenheid over den ontvangen gelukwensch en de daarbij afgelegde verklaring. Jl. Zaterdag werd te Sluiskil door het bestuur van den Kleine Zevenaarpolder bij enkele in- schrijving aanbesteed het begrinden der 746 meter lange Kleine Zevenaarpolderstraat, met de toegangen tot de aansluitende grindbanen. Hiervoor werd ingeschreven door de heeren J. A. Bogaert te Hontenisse voor 1449 P. Loof te Ter Neuzen voor f 899, H. KlaasSen te Zaamslag voor f 888,88, Abr. Tholens Danz. te Ter Neuzen voor f 860, J. de Bree Fz. te Ter Neuzen voor f 859, G. Verelst te Hoek voor f 805,50, Jac® Meertens te Hoek voor 799 en K. de Vos te Ter Neuzen voor 776. Het aantal kiezers naar de nieuwe regeling bedraagt te Axel 600, te Koewacht 275, tegen respectivelijk 345 en 140 onder de oude kieswet. Zaamslag, 19 Febr. Heden werd alhier voor rekening der gemeente aanbesteed de levering van 350 M3. grind franco op den wal aan de losplaats van den Kleine Huissenspolder. Ingeschreven werd door de heeren P. A. Dolk te Dordrecht voor 1,77, P. Meeusen te Sliedrecht voor J 1,76, L. Kanters te Sliedrecht voor f 1,76 en C. Bakker Wz. te Sliedrecht voor f 1,68. Aan den laagsten inschrijver gegund. Axel. Voor de rijksnormaalschool alhier hebben zich aangegeven 24 leerlingen en voor de voor- bereidende klasse 9 leerlingen. Daar volgens ministrieel besluit het aantal leerlingen op de eerste klasse dit jaar niet meer dan 20 mag bedragen, inbegrepen de leerlingen, welke niet overgaan, zal het examen voor de l®4klasse thans vergelijkend zijn. Geertje Kleefstra uit Roordahuizum, die door het gerechtshof te Amsterdam wegens majesteits- schennis veroordeeld werd tot 6 maanden gevange- nisstraf, heeft, naar men uit Friesland schrijft, de wijk naar Belgie genomen. De wethouder van onderwijs te Amsterdam, die voor eenige maanden een beroep deed op de onderwijzers om hun medewerking te vragen bij het onderdrukken der hand over hand toenemende bandeloosheid der jeugd, vond toch het school- blijven voor zijn lieve, kleine Amsterdammertjes een harde straf en hij vaardigde een circulaire uit aan de onderwijzers, waarbij hij hun opdroeg, de bengels niet meer te straffen met schoolblijven. Groote sensatie onder het leerend personeel Wat nu te doen Geen lijfstraffelijke rechtspleging meer en nu ook geen schoolblijven. Brutaliteit, onwil, verzet, luiheid, onoplettend- heid, zij konden nu niet meer gestraft worden, tenzij met het wegzenden van de school, welk uiterste middel ook al niet baat, wijl de delinquenten toch weer terug worden gebracht en er na eenige dagen straatslijpen niet beter op worden. Goede raad was duur. Men besloot, de circulaire van den wethouder voor de kinderen geheirn te houden. Gelukkig hebben de bengels dan ook niets bemerkt van de knevels, waarmede handen der onderwijzers ge- bonden waren. Er werd inmiddels druk gereageerd en niet alleen door de hoofden, maar ook door andere personen, bij het onderwijs betrokken, worden maatregelen genomen, om de onderwijzers tegen den overmoed der jeugd te beschermen. Wat er gebeurd is in de binnenkamers van het Oude Prinsenhof doet nu niets meer ter zake. Maar zeker is het, dat de bewuste circulaire van den heer Van Hall weer is ingetrokken, zoodat dus het schoolblijven als straf op de scholen gehand- haafd blijft. In het Binnengasthuis te Amsterdam heeft zich, in tegenwoordigheid van de professoren Stokvis, Pel, Korteweg enz., een wonderlijk mensch vertoond. Naar het uiterlijk is de vreemde Aiguier Simeon heet hij een normaal mensch. Met ontbloot bovenlijf neemt hij een reeks van wonderlijke standen aan, waarbij een hoorbare adem- haling telkens tot inleiding dient. Hij hijgt eenige malen en is opeens zwaarlijvighij hijgt weer en is zoo mager, dat hij bijna doorzichtig wordt. Dan laat hij de spieren van zijn hals opzwellen, zoodat zijn hoofd als 't ware gesteund wordt door strakgespannen koorden, of doet de borstspieren als dikke touwen te voorschiju treden. Hij laat zijn hart stilstaan en houdt onderwijl een praatje met den onpartijdigen bezoeker, die te vergeefs naar het kloppen luistert. Ten slotta vertoont ij den geraamte-mensch, waarbij de geheele ribbe- ast vooruittreedt en de rest zoek is. Voor ieder is dit wondermenseh thans te zien. Voor dames is het echter minder aan te bevelen. Miet dat het onfatsoenlijk is, 't is alleen maar een beetje griezelig Omlrent Prins George van Griekenland schrijft de Weener correspondent der N. Rott. Ct., die hem van aangezicht tot aangezicht gezien leeft, het volgende Hij is een knappe jongen, groot als een reus en sterk als Herakles. In tegenstelling met zijn ouderen broeder Konstantijn, die door zijn lang verblijf te Berlijn iets Pruisisch stijfs gekregen heeft, geldt zijn broer George voor het type van een ronden gullen zeeman, en is de lieveling van zijn vader en moeder. Bij zijn landslui is hij buitengemeen populair, en zij beschouwen hem, als St. Joris, als het type van moed en dapperheid. Hij is een ridderlijke verschijning in het genre van vorst Alexander van Bulgarije, die ook zoo de kunst verstond om aller harten te winnen. Prins George geldt voor den grootsten en sterksten man in Griekenland, is evenals zijn vader vroolijk en luchthartig, spreekt liefst de volkstaal en is zeer geestig en gevat. Hij is met hart en ziel zeeman en heeft wegens zijn gezonde krachtige natuur groote be- hoefte aan lichaamsoefening en gymnastiek. Van- daar dat hij zoo gaarne sterke lui tot een worstel- wedstrijd uitdaagt, die hij dan met eeu paar grepen tegen den grond weet te werpen. Bij de Olympische spelen verrichte hij /buiten mede- dinging" de sterkste toeren. Men vertelt van hem, dat hij in staat is om een kanon op zijn rug te dragen en 100 kilo met een vinger op te tillen. Als hij op zijn kleinen kotter in zee steekt, ziet hij er uit als een matroos en doet hij ook al het werk van een matroos. Hij is een autoriteit op het gebied van torpedo's, en aan hem heeft Griekenland zijn torpedo-vloot te danken. Zijn ideaal is om de Grieken physiek te hervormen en hun door een Spartaansche op- voeding de kracht en mannelijke schoonheid hunner voorouders terug te geven. Donderdag speelde een jongen in de school te Eerde onder de les met een ouden sigarenkoker. De onderwijzer vroeg den koker op en had misschien wel zin het ding in de kachel te werpen, doch keek er voorzichtigheidshalve eens in en vond 275 gulden aan bankpapier. De jongen had den koker op straat gevouden en zag in die bankbiljetjes slechts ,/papierkes met nuinmerkes er op." Te Brussel is men reeds begonnen met de voorbereiding van het invoeren der telling van 24 uren per dag, in plaats van tweemaal 12. De electrische klokken van het Noorderstation zijn reeds voor den nieuwen toestand ingericht en wel door onder de oude Romeinsche cijfers I tot XII, de volgende (1324) in Arabische cijfers te plaatsen. In de groote industriestad Seraing, bekend door zijn socialistisch gemeentebestuur, heerschen verwarde toestanden. De door de socialisten ge- kozen afgevaardigde, een volbloed socialist, is als ,/afvallige" uit zijn partij gestooten, omdat hij niet den grooten industrieelen alleen hooge be- lastingen wilde opleggen. De stedelijke begrooting voor het jaar 1897 is nog steeds niet gereed, wijl er groote verdeeldheid in den gemeenteraad heerscht. De Belgische regeering heeft nu een lid van de Provincial Saten naar Seraing gestuurd, om den financieelen toestand der stad in het reine te brengen. De stadsarbeiders dragen wel op stadskosten roode mutsen, maar intusschen wachten zij reeds eenige weken op hun weekloon, daar de kas uitgeput is, en zij dreigen met staking. De stadsschoolopzichter heeft wegens beleediging van een schoolhoofd 14 dagen gezeten Voorzeker goed geraden werd door Mr. William Taylor, een handelsagent te New-York, teneinde den prijs te winnen die was uitgeloofd aan degenen, die het naaste bij het stemmen kwam, dat de meerderheid van den gekozen pre sident aan zou geven. William Taylor had in het geheel 19 opgaven ingezonden, waarvan de laatste, die alleen in aanmerking kwam, op den dag der verkiezing, het aantal 597,397 stemmen be- droeg, terwijl het juiste aantal, dat de meerderheid uitmaakte 597,389 stemmea telde. De prijs be- stond uit een kostelooze reis om de wereld over San Francisco, Japan, door het Suezkanaal en over Parijs en Londen. De andere 49 oplossers, die het cijfer het dichtst nabij kwamen, verkrijgen vrije reiskosten naar Washington op den dag dat Mac-Kinley als president ingewijd zal worden, zij zullen in een extratrein daarheen worden vervoerd. Het blad, dat deze nieuwe reclame voor zich in het werk stelde, was het New-Yorker //Evening- telegram." De krijgsdienst heeft dezer dagen in Duitsch- land tot de ontdekking van een moord geleid. Twintig jaren geleden werd de geboorte van een onecht kind, een jongen, ingeschreven in de open- bare registers. Niet lang geleden, toen de tijd was gekomen, waarop die zoon zich voor den dienst moest aangeven, bleef elke aangifte achter- wege en volgde een onderzoek. De moeder was vertrokken, doch werd te Berlijn opgespoord, waar zij intusschen gehuwd was. Zij gaf op, dat haar kind overleden was zonder dat zij daarvan aangifte had gedaan. Dit verwekte achteidocht en zij werd ten slotte tot de bekentenis gebracht dat zij het kiftd een half jaar na de geboorte had verdronken. De vraag is nu, of reeds verjaring is ingetreden. Een 16® of 17®-eeuwsch schip vernield door dynamiet is niet zoo'n anachronisme als het aan- vankelijk zou schijnen. Men heeft het dezer dagen zien gebeuren op de reede van Brest. Daar werd werd bij baggerwerken op 800 meter van de kust, tegenover het dorp Grande Riviere, ter diepte van 12 meter, een oud schip ontdekt, dat daar gezonken is. Duikers bevonden, dat het ongeveer 45 meter lang is, en zij brachten verscheidene voorwerpen mee naar boven stukken van het roer en van den achtersteven, kanonskogels, de kamer van een kanon, enz. Men houdt dat schip voor een vaartuig der Spaansche vloot, die in 1591, of voor een van de Engelsche-Nederlandsche, die in 1694 Brest heeft aangevallen. De Marine-autoriteiten lieten, gelijk reeds gezegd is, het wrak springen door dynamiet. Een Amerikaansche bankier heeft een brand- kast uitgevonden, waaruit bij de minste poging tot inbraak eene tang te voorschijn komt, die den dief vastgrijpt en vasthoudt. Terwijl de dief zoo in de klem zit, begint binnen de kast. een phonograaf te werken, die den dief een sermoen houdt over het achtste gebod Gij zult niet stelen. Intusschen heeft eene electrieke bel, in andere gedeelten van het huis, de bewoners verwittigd, zoodat de bewoners de politie kunnen gaan roepen1 Gemeenteraad van Zaamslag, Zitting van 19 Fehruari 1897. Aanvulling van het in het vorige blad medegedeelde verslag 1. Na voorlezing der notulen. merkt de heer Van deRee op, dat hij in de vorige vergadering nog aan het spreken was toen de Voorzitter de vergadering sloot, hij is van meening, dat hij hier zijn gedachten vrij mag openbaren, en verzoekt daarom den Voorzitter, daar in't vervolg van verschoond te blijven. Ook de heer Van Dixhoorn, had nog een voorstel willen doen, n. 1. om een onderzoek in te stellen naar de kosten van het bekeien der losplaats, hij heeft evenwel, dit voorstel niet kunnen doen omdat de Voorzitter de ver gadering sloot, zonder te vragen of een der leden nog iets had mede te deelen. De heer Van de Ree vraagt of het geld van de aar.bestedingsom al gestort is in de gemeentekas, waarop de Voorzitter bevestigend antwoordt. Na mededeeling der ingekomen stukken ah (zie ona vorig nummer). j. Na mededeeling van de beschikking en den brief van Commissaris der Koningin, merkt de heer Geelhoedt op, dat dit hem niet bevredigt, er is bf niet goed ge'informeerd bf er zijn verkeerde inlichtingen gegeven Spreker is ook van oordeel dat een goede verstandhouding tusschen den Raad en den Burgemeester dringend noodig is, doch hij zou willen hebben dat bleek aan wien de sehuld ligt, hij stelt daarom voor opnieuw een schrijven te richten aan den Commissaris der Koningin, hetwelk in ons vorig nummer is medegedeeld. De Voorzitter laat lezing doen van de verklaring van den veldwachter Petegem, waarin deze verklaart, dat de Burge meester hem heeft opgedragen, aan de commissie mede te deelen, dat zij zonder voorkennis van den Burgemeester niet in de raadzaal mag vergaderen. De heer Geelhoedt zegt dat Petegem hem in bijzijn van den Secretaris en den ambtenaar der secretario heeft gezegd, dat de verklaring door deze aan spreker gegeven waar is, doch dut hij voor den dwang van den Voorzitter heeft mueten zwichten, en een door den Burgemeester geschreven verklaring heeft oaderteekend. De Voorzitter zegt dat Petegem de verklaring op zijn eigen idee heeft gegeven, doch dat hij, Geelhoedt, wel kan zeggen dat Petegem een valsche verklaring heeft onderteekend. De heer Geelhoedt zegt dat de Voor zitter Van Petegem er toegebracht heeft de waarheid te ver- zwijgen. Het schrijven aan den Commissaris der Koningin wordt daarna met 5 tegen 1 stem, die van den heer Riemens aangenomen. j. Na voorlezing van het door de Nienwjaars-commissie aan den Raad gcricht schrijven, zegt de heer Van de Ree, dat hij deze commissie wenscht te antwoorden, dat de Raad de werkzaamheden der commissie ten zeerste waardeert, en reeds een schrijven aan den Commissaris der Koningin heeft gericht en nog zal richten om de commissie in hare rechten te herstellen. De Voorzitter zegt dat er van de raadzaal gebruik mag gemaakt worden, altijd met voorkennis van hem, zooals uit de beschikking van den Commissaris der Koningin blijkt en stelt daarom voor de commissie te antwoorden, dat ze van de raadzaal gebruik mag maken, indien er van te voren kennis van wordt gegeven. De heer De Ruijter vraagt of ze maar op de secretarie te gaan hebben om het te zeggen of dat het dagen te voren moet gevraagd worden en of dat er een dag moot aangewezen worden, waarop de Voorzitter antwoordt dat dit niet meer dan ordelijk zou zijn. De heer Van de Ree merkt op dat de commissie, dan wel zijn geld kan gebruiken voor tele- grammen en bodeloonen naar Ter Neuzen, de Voorzitter zegt dat het een klein bezwaar is een brief kost toch maar 5 cent, en bovendien houdt hij toch tweemaal in de week hier zitting De heer Van de Ree vraagt wanneer de Voorzitter hier zitting houdt, de commissie tot onderzoek in de zaak Wisse is hier tweemaal geweest, ten tijde dat de Voorzittev zitting moest houden, om den Voorzitter te spreken, doch telkens was deze er niet. De Voorzitter zegt dat dit wel eens kan gebeuren, daar zich wel eens omstandigheden kunnen voordoen, waardoor hij wordt belemmerd hier op tijd te zijn. Deheer De Ruijter vraagt of het elken keer moet gevraagd worden om van de zaal gebruik te maken, waarop de Voorzitter antwoordt dat dit niet noodig is. De heer Van de Ree kan zich hiermede niet vereenigen daar ze dan aan de willekeur van den Voorzitter afhangen. Het voorstel van den Voorzitter wordt daarna verworpen met 4 tegen 1 stem die van den heer Riemens. De heer Geelhoedt hield zich buiten stemming. Het voorstel van de heer Van de Ree wordt aangenomen met 5 stemmen. De heer Geelhoedt hield zich buiten stemming. II, III en IV (zie ons vorig nummer). V. Na lezing van het rapport ingezonden door de commissie van onderzoek en van de opmerkingen van den Voorzitter, op dit schrijven zegt de heer Geelhoedt 1. dat wel is waar Burg, en Weth. volgens de gemeente- wet zijn belast met het onderhoud der wegen, en dat in een vergadering van Burg, en Weth. is besloten de weg rond te leggen, doch dat de burgemeester de weg heeft laten verhoogen met graszoden. zoodat de Wethouders toen hem het gezag op den weg hebben ontnomen en het opgedragen is aan den Wethouder Riemens. De Voorzitter zegt er niets vaa te weten dat er zoden gebruikt zijn. De heer Geelhoedt zegt dat de arbeiders gehandeld hebben op last van den burgemeester; 2. dat de prijsopgave van de keien door de commissie bedoeld door een deskundige is opgegeven en dat de duurdere prijs waarschijnlijk ligt in het belmkken S. dat het onderhoud van een keiweg nooit veel kan be- dragen 4. dat de weg door de Val ongeveer 600 meter langer is dan door het straatje, dus ongeveer een zesde gedeelte van

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1897 | | pagina 2